Federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper Verslag der Zitting van 6n Dec. 1929 De Heer Voorzitter, advokaat Arthur Butaye, opent de vergadering om 14 u. 45 en bedankt deHeeren Deduytschaever, algemeen bestuurder, Schellekens en Venneman, be stuurders, en Tyberghein, ontvanger der Domeinen, voor hunne vereerende tegen woordigheid. Nemen nog plaats aan het bureel de Heeren Dokter H. Brutsaert, volksvertegen woordiger, en L. Geuten, bestuurder der S. V. voor Oorlogsschade Het Leiedal te Wervick. Ruim een dertigtal gemeenten zijn op de vergadering vertegenwoordigd. De Heer Voorzitter meldt dat, t'akkoord met de Heeren afgevaardigden van het ministerie van financiën, de Heer ingenieur H ie1 eke op deze vergadering niet zal tegen woordig zijn, om des te beter en meer op het gemak de kwestie der onderstanden te kunnen bespreken. De groote moeilijkheid der onderneming is dat de Heer Hoebeke geen voldoend afzet gebied vindt voor het betonafval De opslag plaats die de maatschappij te Waasten bezit moet daar weg en, zoo haar geen terrein gegeven wordt waar het afval kan opeer ge stapeld worden, kan zij onmogelijk nog voorts werken en haar contract uitvoeren. Daar er een middel moet gezocht worden om tot een oplossing te geraken vraagt de Heer Voorzitter zoo er soms geen gemeenten zijn die een voorstel zouden willen doen. De afgevaardigde van Becelaere zegt dat deze gemeente al het betonafval der onder standen die zich op deze gemeente bevinden zou kunnen bezigen op voorwaarde dat dit haar kosteloos afgestaan worde en dat de aannemer met het spiingen der onderstanden belast worde. Daar ztjn nog 32 onderstanden die moeten afgebroken worden en er ware mogelijkheid een perceel grond beschikbaar te stellen om er de betonblokken opeen te stapelen tan einde deze later, naarmate de noodwendigheid, te kunr.en gebruiken. De gemeente Zillebtke, die op haar grond gebied nog. 33g onderstanden heeft, zou op die voorwaarde ook al het betonafval kunnen gebruiken, daar zij nog meer dan 17 km. slechte straten te herstellen heeft. De gemeente West Nieuwkerke, waar nog 20 tot 25 onderstanden zijn, treedt hetzelfde voorstel bij op voorwaarde dat de gesprongen betonblokken niet te groot zijn. Volgens het contract echter mogen de stukken niet meer dan 5o kg. wegen. De afgevaardigde van Vlamertinghe vraagt zoo het niet mogelijk ware de landbouwers zelf over de onderstanden te laten beschikken. De Heer Voorzitter geeft hierop lezing van artikel 7 van het contract gesloten tusschen den Staat en den Heer Hoebeke, volgens hetwelk de landbouwer de betonblokken mag afhalen zoo deze drie maanden na het doen springen van den onderstand door den aan nemer niet werden weggenomen. Voornoemde afgevaardigde antwoordt dat in die voorwaarden de onderstanden die het best gelegen zijn eerst zullen weggenomen worden terwijl de aannemer de andere, die het slechts gelegen zijn, zal laten liggen, V.olgens hem ware het best seffens de voor keur te geven aan de landbouwers voor het wegnemen van alle gesprongen onderstanden. Op een vraag van den Heer Geuten antwoordt de Heer algemeen bestuurder Deduytschaever dat al de betonblokken van vroeger gesprongen onderstanden binnen het jaar moesten weggehaald worden. Dit jaar is thans verstreken. Volgens zijn contract, moest de Heer Hoebeke ook i3oo onder standen afbreken in een jaar hij heeft er slechts 400 gedaan. De Heer Bartier, burgemeester van Voor- mezeele, haalt een geval aan waar het sprin gen van een onderstand nog al eenige schade heeft veroorzaakt en vraagt wie die schade moet vergoeden. Er wordt hem geantwoord dat de aannemer alleen verantwoordelijk is voor al de aangerichte schade. In geval hij weigert te betalen of zoo er betwisting is kan men niets anders doen dan de zaak in handen van den vrederechter geven. De Heeren Deleu, burgemeester van Meessen, Vermeulen, burgemeester van St. Jan, en Coulier, afgevaardigde van Boesinghe, verklaren dat hunne gemeenten geen beton afval zullen kunnen gebruiken. De Heer Coulier voegt er aan toe dat het betonafval als bovenste laag voor de wegen niets waard is. Vroeger ztlfs weigerde het ministerie een toelage te verleenen aan de gemeenten die voor het herstellen der wegen betonafval gebruikten. Zoo het betonafval geen waarde heeft hoe komt het dan, vraagt de Heer Algemeen Bestuurder, dat andere gemeenten voors el len het beton opeen te stapelen Wanneer nu, zoo vervolgt hij, de aannemer het beton ver koopt van onderstanden die reeds sedert drie maanden zijn afgebroken, dan vei koopt hij iets dat hem niet meer toebehoort. Moest het contract van den aannemer r.u verbroken worden, wat zou er dan met de onderstanden gebeuren Een nieuw contract aangaan met een anderen aannemer zou zonder twijfel weerom tot dezelfde moeilijkheden leiden en na korten tijd zouden wij opnieuw klachten hooren dat het beste weggenomen wordt en het andere blijft liggen. De heer Voorzitter vraagt hierop aan de heeren Burgemeesters welke, volgens hun oordeel, de middelen zijn om tot een oplos sing te geraken. M. Vermeulen. Met het afbreken der onderstanden in aanbesteding uit te geven was het doel van den Staat daaruit geld te slaan. Hij heeft er dus voordeel uit getrokken en nu zou hij het als een zedelijken plicht moeten aanzien de nog overblijvende onder standen op zijn eigen kosten af te breken, hoeveel dit ook moge kosten. Zooals ik het reeds vroeger zegde zal dit, volgens mij, een uitgaaf vergen van 3 tot 4 millioen frank. Het ware te wenschen dat ik mij zou bedrogen hebben, maar alles laat voorzien dat dit ruim zoo hoog zal beloopen. M. Deduytschaever. Dit krediet ware moeilijk te bekomen en daarvoor zou er een nieuwe-wet door de Kamers moeten gestemd worden. De onderstanden zijn eigenlijk oor logsschade en werden als dusdanig betaald volgens de waarde van den grond. M. Geuten. Al de onderstanden kunnen afgebroken worden zonder dat het een een tiem aan den Staat zal kosten, de landbou wers zullen niets beters vragen dan ze te mogen wegnemen. Doch waar er vooral een oplossing moet komen, 't is voor de onder standen die reecs sedert 4 en 5 jaren afge broken zijn. Deze gesprongen onderstanden beslaan een veel grooter oppervlakte dan vroeger en zijn een groote schade voor den landbouw. Alswanneer de landbouwers deze betonstukken willen wegnemen, zijn de gen darmen seffens daar om hen dit te verbieden. Zoo de Staat dit betonafval niet wil verkoo- pen, dat hij het dan late wegnemen en alsdan zouden de landen in korten tijd ontruimd worden. M. Vermeulen. De slechtste zullen natuurlijk altijd de vroeger afgebroken onder standen zijn. Voor de andere heeft de Staat een vergoeding betaald en daarna een daad van eigendom gesteld met te verbieden er nog aan te, komen. Deze onderstanden behooren dus toe aan den Staat en 't is hij die zich met het wegnemen ervan zou moeten gelasten. M. Deduytschaever. Voor de onderstan den die nog niet afgebroken zijn, is daar niets aan te doen, de Staat kan nu niet meer beta len vermits hij ervoor reeds betaald heeft en de menschen daarmede tevreden waren. Voor de vroeger afgebroken onderstanden is de toestand anders. M. Vermeulen. De menschen waren te- vreden omdat zij niet anders konden. Een afgevaardigde van Houthem is van meening dat, alswanneer het betonafval na een tijdverloop van drie maanden door fie landbouwers zelfs onvergeld mag weggeno men worden, het reeds veel zal verminderen. M. DeduytschaeverWij moeten onder zoeken wat er kan gedaan worden volgens het bestaande contract of zoo dit contract moet verbroken worden. M. Butaye. Mogelijks ware het best dat ieder gemeente meester ware over de onder standen die zich op haar grondgebied be vinden M. Vermeulen. Het zijn juist de gemeen ten waar zich het meest onderstanden bevin den, die geen betonafval noodig hebben. Het beste ware het contract met den heer Hoebeke te verbreken en een nieuw middel te zoeken. De heer Coulier stelt voor een perceel land te huren om er de betonblokken opeen te sta pelen, waar het den eigendom zou blijven 't zij van den Staat 't zij van M. Hoebeke. Thans heeft het betonafval geen waarde maar binnen enkele jaren, alswanneer de dreven der hof steden en andere landbouwstraten opnieuw zullen moeten hersteld worden, zal er veel naar gevraagd worden. Alsdan zullen deze betonblokken geld opbrengen en zal het alzoo mogelijk zijn de gedane onkosten terug te winnen. De heer Pecceu, burgemeester van Zuyd- schote, zegt dat moesten de onderstanden al den Westkant der Yzervaart gelegen en mis schien ook wel deze van gansch de gemeente gesprongen zijn en het afval ervan op de plaats zelf van den onderstand kort vergaard worden, dit alzoo misschien zou weggeraken, De heer Deleu treedt het gedacht bij van den heer Coulier om al het betonafval op een hoekje land te verzamelen. M. Butaye. Vandaag moeten wij g'en beslissing nemen maar enkel en alleen een middel zoeken om tot een oplossing te komen. Vermi'.s de gedachten verdeeld zijn, zouden wij eerst al dé gemeenten moeten nemen die. het voorstel, door den afgevaa-digde van Becelaere geda inaanvaarden. Daarna zullen wij moeten onderzoeken wat er voor de overige gemeenten dient gedaan te worden. M. Brutsaert. Wij zijn bezig een uitweg te zoeken, doch de taak is niet gem kkelijk gezien de toestand van gemeente tot gemeente verandert Misschien ware het best de ge meenten op te tellen die het voorstel van Becelaere bijtreden. Dit zou reeds grootelijks den last van den heer Hoebeke verminderen en hem er misschien toe brengen voorts te werken zooals nu op het grondgebied der andere gemeenten. Alzoo zou het aantal onderstanden meikelijk verminderen. M Coulier.Wij komen steeds op dezelfde moeilijkheid terug. De onderneming van den heer Hoebeke brengt geen geld op vermits hij het betonafval niet kwijt geraakt. M. Brutsaert. Ik vraag aan de heeren afgevaardigden van het Ministerie of de Staat van het geeischte procent op het ijzer niet zou kunnen afzien M. Vermeulen. - Maar dan zal de taks van 5 cm. per kilo op de obusscherven en ander ijzerafval ook moeten afgeschaft worden, zoo niet zal er veel ijzerafval langs denzelfden weg als dit van de onderstanden voortko1 mende weggaan. M. BrutsaertVoor den Staat ware dit toch een veel kleiner opoffering dan een uit- ga,ve van 4 millioen te doen. M. Deduytschaever. In een gans.ch jaar heeft de heer Hoebeke geen 5o.ooo frlV be taald, dus 't is deze geringe som niet die hem kan redden. J De heer voorzitter geeft hierop lezing van een schrijven van den heer Lemahieu, sche pen der stad Yper, die zich verontschuldigt op de vergadering niet te kunnen aanwezig zijn en tevens verklaart dat de stad Yper geen

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1929 | | pagina 2