Gemeenteraad van Yper Verslag der zitting van 13 Januari 1930 6. Leening bij het Gemeentekrediet. (Vervolgj De heer Voorzitter stelt voor een leening van 5oo.ooo fr. aan te gaan bij het Gemeente krediet ten einde de ontoereikendheid der lee ning van i millioen en het tekort van den bui tengewonen dienst voor ig3o te dekken. Deze laatste sluit met een tekort van 260.000 fr. en het overige der aan te gane leening moet die nen voor het uitvoeren der openbare werken die door ontoereikendheid der vroegere leening van i millioen niet konden uitgevoerd worden. M. Vandamme. Is het in orde brengen der Petrolestraat in die werken begrepen Vroeger werd er besloten die straat als ver binding tusschen de Basculestraat en den Bruggesteenweg te doen dienen. M. Declercq. Wij wachten nog altijd op het voorstel van den Staat voor de verwisse ling der gronden. M. Vandamme. Er wordt daar veel steen- afval weggehaald juist langs den tegenoverge- stelden kant. Kan er niet gevraagd worden aan diegenen die het steenafval komen afhalen, dat zij dit eerst zouden nemen aan den ande ren kant daar waar de straat moet komen. M. Declercq. Dit behoort toe aan den Staat, wij kunnen daar geen meester maken. M. Vermeulen. Welke werken werden er reeds uitgevoerd met de leening van i millioen en welke blijven er nu nog te doen M. Declercq. Thans zijn wij bezig met het kasseiwerk op de Kalfvaart en het in orde brengen van een deel der Tegelstraat. Vroeger hebben wij 5oo ooo fr. ontvangen van den Staat voor de straten binnen de stad gelegen. M. Vergracht. Wanneer zal de wande ling aan de Meenenpoort bij de Zwemschool in orde gebracht worden M. Declercq. - Er is daar een onverschil tusschen een particulier en den Staat, en zoo lang de materialen niet weggenomen zijn kun nen wij daar maar moeilijk de noodige werken doen uitvoeren. M. Ver gr acht. De Staat pacht daar grond maar niet de wandeling. M. Missiaen. Onder wtlke voorwaarden wordt die leening aangegaan M. Sobry. Wij hebben zulks nog niet gevraagd aan het Gemeentekrediet daar wij niet wisten zoo de raad een leening zou wil len aangaan. Van zoodra het princiep der lee ning aanvaard is zullen wij aanstonds in onder handelingen treden om de voorwaarden te kennen. De Nationale Bank komt het disconto te verminderen, ik denk dat het dus nu een voordeelig oogenblik is om een leening aan te gaan. Daarbij dit is een middel om onze be grooting in evenwicht te brengen. M. Bonnet. Ik zou liever andere midde len zoeken om aan inkomsten te geraken dan steeds zijn toevlucht te nemen tot leeningen waarvan men dan, gedurende lange jaren, den last van interest en afkortingen moet dragen. Zoo gij maar gedurig de stad alzoo in schulden brengt, zult gij weldra geen krediet meer be zitten om nieuwe leeningen aan te gaan. M. Lemahieu. Wij zijn hier in de buiten gewone uitgaven en dit tekort kan men niet anders dekken, dan door verkoop van gronden of door het aangaan eener leening. Het ware o:k niet geraadzaam nu reeds al de stadsgron- den te verkoopen, terwijl de last eener leening over lange jaren loopt en onze achterkomers mogen ook wel iets betalen. M. Missiaen. Het verwondert mij dat de leening van i millioen reeds uitgeput is en dat de voorziene werken nog niet gedaan zijn. M. Sobry. Dit is te» gevolge der groote veihooging van loonen en materialen, 't Is een geval van overmacht. M. D'Huvettere. Ik heb u vroeger ver wittigd dat, tengevolge der jammerlijke vertra ging welke de goedkeuring der leening onder gaan heeft en ook tengevolge van de door den raad gestemde verhooging van loonen, wij ongeveer een vierde zouden verliezen en min der werken zouden kunnen uitvoeren dan voorzien. M. Lenridan. Moest ik den last hebben der meerderheid om naar inkomsten te zoeken, dan zou ik ook de voorkeur geven aan een leening om de reden door den Heer Lemahieu aangehaald, namelijk dat onze nakomelingen ook de uitgevoerde werken mogen helpen betalen. Maar ik geloof ook dat er een weinig ruim doorgegaan werd in het verbruik van het millioen en daarom zal ik die nieuwe leening niet stemmen. De Heer Voorzitter legt hierop zijn voor stel ter stemming. Stemmen ja de Heeren Declercq, Lemahieu, D'Huvettere en Sobry onthouden zich de Heeren Capoen, Laton, Leuridan, Soete, Missiaen, Bonnet, Coutelle, Vergracht, Vermeulen en Vandamme. 7. Stadsbegrooting voor ig3o. M. Sobry. In geheime zitting werd er besloten, het bijgevoegd pensioen voor gewe zen bedienden en werklieden van 14.000 fr., zooals eerst in artikel 38 der begrooting inge schreven was, op 28.000 fr. te brengen. Thans dient er over dit cijfer gestemd te worden. Stemmen ja: de Heeren Laton, Leuridan, Soete, Missiaen, Bonnet, Coutelle, Vergracht, Vermeulen en Vandamme neen de Heeren D'Huvettere en Sobry onthouden zich de Heeren Declercq, Lemahieu en Capoen. M. Sobry. Voor artikel 40 der uitgaven, bijdrage der stad in de pensioenen der weduwen en weezen der gewezen gemeente leeraars en onderwijzers, waren er verschei dene vragen die allen in geheime zitting ver worpen werden. Ik stel voor thans die ver werping te stemmen. Al de raadsleden stemmen ja. Voor artikel 54, reinigheidsdienst der wegenis, werd besloten de som van 110.000 fr. te behouden. Voor artikel 55, jaarwedde van den genees heer gelast met de bestatigingder overlijdens, wordt de voorziene som van 1600 fr. op 25oo fr. gebracht. Het krediet voor den dienst der gemeente- huishoudscholen, artikel go der begrooting, wordt ook. bepaald en de Heer Voorzitter verklaart dat artikel 78 der ontvangsten, toe lage van Staat en Provincie aan de huishoud scholen, ook moet verhoogd worden. De Heer voorzitter denkt, tengevolge der gestemde verhooging van de opcentiemen, het artikel 28 der ontvangsten, waarbij 616 000 fr. voorzien was als opbrengst der gemeenteopcentiemen op staatsbelasting op het inkomen, mét 120.ooo fr. te mogen verhoogen en stelt voor de voorziene som op 736.000 fr. te brengen. Deze laatste wijzigingen aan artikelen der begrooting worden allen eenparig goedge keurd. De Heer voorzitter denkt dat, de gestemde verhooging der belasting op wedden en loonen een som van 20.000 fr. zal opbrengen, en hij stelt voor deze som in de begrooting te schrijven. Dit wordt goedgekeurd. Alleen de Heeren Missiaen, Bonnet, Coutelle en Van damme stemmen neen. - Voor de belasting op het straatgebruik wordt er voorgesteld een ontvangst van 100.000 fr. te voorzien. Stemmen ja de heeren Declercq, Lemahieu, D'Huvettere, Vergracht, Vermeu len en Sobry neen de heer Vandamme onthouden zich de heeren Capoen, Laton, Leuridan, Soete, Missiaen, Bonnet en Cou telle. M. Sobry. Bij de buitengewone uitgaven dient er thans nog bijgevoegd te worden 5ooo fr. voor draaineering van het kerkhof 5ooo fr. voor toezicht der filtreerstatie van Zillebekevijver 10.000 fr. voor de lijkkoets i5oo fr. meer voor de bewaarschool der Rij selstraat6ooo fr. voor een toelage van 20 °/o op de Staatspremie voor werkmanshuizen. 3 Al deze uitgaven worden, bij afzonderlijke stemming, eenparig goedgekeurd. De heer Voorzitter stelt ook nog voor een som in te schrijven in de gewone uitgaven als annuiteit en interest der aan te gane leening van 5oo.ooo fr. Stemmen ja: de heeren Declercq, Lema hieu, D'Huvettere, Vergracht, Vermeulen en Sobry onthouden zich de heeren Capoen, Laton, Leuridan, Soete, Missiaen, Bonnet, Coutelle en Vandamme. M .Sobry. De begrooting sluit thans in evenwicht doch voor het oogenblik is het heel moeilijk het juist cijfer ervan te geven. Ik vraag u op ons betrouwen te hebben om de noodige samentellingen te doen en ik stel voor thans over de begrooting in haar geheel te willen stemmen. M. Missiaen. Ik heb vernomen dat het stadspersoneel sedert in Januari nog niet be taald werd. Wat is de reden daarvan M. Sobry. Omdat de begrooting nog niet gestemd werd. M. Missiaen. Volgens een uitlegboek van de gemeentewet is het verwerpen der begrooting in blok niet wettig, maar wel de stemming artikel per artikel. De stemming over de geheele begrooting is bijna anders niet dan een manifestatie van vertrouwen of wan trouwen in het Schepenencollege. De begroo ting is reeds lang gestemd en door uw perso neel om die reden niet te betalen hebt gij nogmaals een bewijs uwer onkunde gegeven. M. Leuridan. De bewering van den heer Missiaen is des te meer waar want moest uwe stelling, Mijnheer de Burgemeester, juist zijn dan zoudt gij alleen maar mogen betalingen doen nadat de begrooting door de bestendige afvaardiging goedgekeurd is. Doch ge weet zeer wel dat het zoo niet is en g' hebt reeds veel geld uitgegeven voor andere artikelen der begrooting. Dat ge nu nog om een schijnreden het stadspersoneel niet betaald hebt, dat wraak ik ook. M. Sobry. De stadswerklieden worden alle veertien dagen betaald, nu zijn wij slechts den dertienden en gezien de begrooting thans gestemd is zullen zij op tijds betaald worden. De bedienden zullen nu ook betaald worden. Een artikel der gemeentewet zegt dat geen enkele betaling mag gedaan worden vooraleer de begrooting goedgekeurd werd door den raad en door de bestendige afvaardiging, maar hier wachten wij nog niet tot na de goedkeu ring der bestendige deputatie. De bedienden van stad warden op voorhand betaald en' ik heet dat een misbruik, want niemand betaalt op voorhand maar alleen wanneer het werk geleverd is. Voor eenmaal dat het gebeurt dat zij veertien dagen moeten wachten, hebben de bedienden, meen ik, geen reden van klagen. M. Missiaen. Het is door den sléchten wil van den heer Burgemeester dat de bedien den niet op tijds betaald werden. Nu zal hij ze betalen en er is absoluut niets aan den toe stand veranderd. Hij is persoonlijk tegen het op voorhand betalen, maar alle openbare diensten betalen hun personeel op voorhand. Nu zal hij den i5n betalen, vervolgens den 20", dan den 25° om alzoo op een hypocriete ma nier er toe te komen slechts op het einde der maand te betalen. M. Sobry. De bedienden werden altijd den tweeden van ieder maand betaald en er zal alzoo voortgedaan worden. Vermits het thans niet meer noodig is over de begrooting ta stemmen, -zullen wij ze als goedgekeu:d aanzien. M. Leuridan. Het is een algemeen ge bruik dat er over de geheele begrooting gestemd worde en vermits dit de uitdrukking is onzer gevoelens houd ik aan die stemming. Verleden jaar hebben wij ons onthouden en u verwittigd dat wij in de toekomst gingen tegen stemmenzoo gij uwe handel wijze niet wijzigde. Thans zullen wij tegen de begrooting stemmen omdat de meerderheidsgroep de regels van het spel niet heeft onderhouden in de verdee ling gedaan in veel bestuursraden van uwe

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1930 | | pagina 3