Ghronique Financière 5 M. Sobry. Wij kunnen bijvoorbeeld aan artikel 14 toevoegen dat maatregelen van inwendige orde door het schepenencollege kunnen genomen worden. Oü est la vérité Vraisemblablement dans le juste milieu. gunning intrekken. Dit artikel wordt zonder bespreking een parig goedgekeurd. Art. 4. Kinderen beneden de 12 jaar zullen alleenlijk toegelaten worden indien zij vergezeld zijn door een bejaard familielid, of iemand daartoe bemachtigd door over hen gezaghebbende personen. M. Bonnet. Ik vind dat er hieraan iets ontbreekt. Ik heb nog gezien dat onderwijzers hunne kinders een gezamenlijk bad laten nemen, is dit nu ook verboden M. Declercq.Neen, de onderwijzer is een gezaghebbend persoon. M. Lemahieu. Laat ons nu terugkeeren op artikel 1. De heer Voorzitter herleest hierop het artikel 1 met de eraan voorgestelde wijzigin gen. Dit artikel luidt dan als volgtDe zwem kom zal onder elks verantwoordelijkheid, van I Mei tot 3o September, toegankelijk zijn voor iedereen van 6 tot i3 uur en van i5 uur tot zonsondergang, behalve de hierna gemelde voorbehoudingen Al de raadsleden stemmen ja. Art. 5. De ingang is kosteloos a) voor de mannen, den Zaterdag van 's middags tot het sluitingsuur, en den Zondag van 6 tot II 1/2 uur b) voor de vrouwen, den Woens dag van i5 tot 16 uur. M. Vandamme. Onder littera a, voor de mannen, zou men moeten vermelden den Zaterdag van 's middags tot l3 en van l5 tot het sluitingsuur. Dit artikel wordt alzoo met de voorgestelde wijziging eenparig goedgekeurd. Art. 6. De ingangsprijs is vastgesteld op 1 fr. per persoon, die, mits de betaling dezer taks, zal recht hebben tot het gebruik eener kabien. Er kunnen abonnementskaarten afgeleverd worden a) Ten persoonlijken titel, mits den prijs van 20 fr. per maand, of 60 fr. per badseizoen. b) Familiekaarten, voor familieleden wo nende te Yper onder hetzelfde dak, mits 60 fr. per maand, of 120 fr. per badseizoen. Er zal een prijsvermindering van 5o ver leend worden aan de leerlingen van alle open bare gestichten (officieele of andere) van lager of middelbaar onderwijs, alsook aan alle leden van te Yper ingerichte zwemvereenigingen voor doel hebbende het inrichten van open bare zwemfeesten, en zich badende vergezeld en onder het toezicht van een leeraar of bewaker. De verschillige bepalingen van dit artikel worden, bij afzonderlijke stemming, eenparig en zonder de minste opmerkingen goedge keurd. Art. 7. Toelating tot de zwemoefeningen, voorzien in art. 2, alinea 2, wordt verleend aan het publiek, mits betaling van een ingangs taks van 1 fr. voor de stad, onder stipt verbod de oefeningen te storen door geroep of welk- •danige andere manieren, op straf van onmid dellijke uitdrijving. M. Vandamme. Het is wel verstaan dat het een frank is per persoon- Het ware beter dit te bepalen. Dit artikel wordt met die kleine wijziging eenparig aangenomen. Art. 8.— Elke persoon, 'tzij man of vrouw, zal, om een bad te nemen, moeten gekleed zijn met een donker éénkleurig en volledig badkleed of tuniek. M. Bonnet. Ik zou voorstellen de kleur der badkleederen over te laten aan de keus der baders zelf, anders zou men wel kunnen denken dat wij t'akkoord zijn met een of anderen koopman. M. D'Huvetlere. Dit werd ons gevraagd door den voorzitter van de zwemclub, omdat lichte, bleekkleurige badkleeren, alswanneer zij nat zijn, het lichaam te veel afteekenen en doorschijnend worden. M. Missiaen. Ik zou die bepaling van de kleur weglaten. M. Sobry. Om de reden door den Heer D'Huvettere aangehaald zou ik vragen dat de bepaling van donkerkleurig badkleed behou den worde. Verleden jaar hebben zich laak bare feiten voorgedaan. M. Missiaen. Als zoo iets met opzet ge beurt dat men de daders dan buiten werpe, maar al de baders moeten het toch niet be- koopen voor die enkelen. M. Sobry. Om dit te kunnen doen moe ten wij ons op iets kunnen steunen. MD'Huvettere. Dit staat in alle zwem- reglementen bepaald. M. Missiaen. Dit kan niet zijn, anders zou men alleen maar officieele badkleederen maken, terwijl er nu in alle fabrieken van alle soorten gemaakt worden. Ik stel voor alleen maar te bepalen met een volledig badcostuum. M. D'Huvettere. Als de raad daarmede t'akkoord gaat.mij is het goed. M. Declercq. Ik stel voor te behouden het geen in het voorgesteld reglement staat. M. Sobry. M. D'Huvettere, verlaat gij uwen tekst of houdt gij er aan hem te behou den M. Declercq. Ik stel voor te vermelden meteen ondoorschijnend en volledig badkleed. Dit laatste voorstel wordt hierop eenparig goedgekeurd. Art. 9. Elke kabien zal slechts door een enkel persoon betrokken of gebruikt mogen worden. Aangenomen zonder bespreking. Art. 10. Het is aan alle baders opgelegd zich op een vreedzame en eerbare wijze te gedragen. Gezangen, geroep, geschreeuw, alle onbeta melijke feiten of gebaren zijn streng verboden en deze die er zich zullen aan plichtig maken zullen uitgedreven worden. Dit artikel wordt algemeen goedgekeurd. Art. 11. Het is verboden a) Zich te bedienen van zeep of iets anders die de zuiverheid van het water zou kunnen bezoedelen. b) Te gaan op de hellingen der kom buiten de toegangsplanken. c) Van iets aan de zwemkom toebehoorende te beschadigen of benadeeligen, 't zij gebou wen, planten, muren of elk ander voorwerp. d) Zonder reden te raken aan voorwerpen tot den algemeenen dienst bestemd. e) Honden binnen dezwemkon te brengen. f) Er te verblijven na het afkondigen van het sluitingsuur. g) Er binnen te komen in bedronken toe stand. h) Baden te nemen wanneer men aangedaan is van uitwendige afstootelijke ziekten, of die besmettelijk zouden wezen. Al de verschillige bepalingen van dit artikel worden ieder, bij afzonderlijke stemming, eenparig goedgekeurd. Art. 12. De ingang tot de zwemkom is verboden aan alle rondzwervende kooplieden of drankslijters tot het uitoefenen van hun bedrijf. Aangenomen. Art. i3. De baders zijn gehouden te ge hoorzamen aan alle bevelen van den bewaker of der aangestelde hulppersonen der zwem kom, daar zij belast zijn met het handhaven der orde, het verzekeren van iedereens veilig heid en de uitvoering der bovenstaande schik kingen. M. Bonnet. Als die persoon gelast is met de veiligheid der baders, dan moet er uitge zien worden een bewaker te kiezen die zwemmer is, want verleden jaar heeft daar bijna een ongeval plaats gehad. M. Sobry. Die bemerking is gegrond en het schepenencollege zal eraan voldoening geven. Het voorgesteld artikel wordt hierop een parig goedgekeurd. Art. 14. Het sluiten der zwemkom zal aangekondigd worden door het luiden van een klokje. Art. i5. Deze die aan de bepalingen van tegenwoordige verordening te kort blijft, zal verplicht zijn de zwemkom te verlaten op het eerste aanzoek van den bewaker daartoe aangesteld. Deze beide artikelen worden eenparig aangenomen. M. Lemahieu. - Betrekkelijk het artikel 14 ware het best het klokje te doen luiden een kwart uur vóór het sluiten der zwemkom, want de baders die nog in 't water zijn moeten den tijd hebben er uit te komen en zich aan te kleeden. De raadsleden gaan t'akkoord om dit voor stel aan te nemen. M. Vandamme. Zal de politie ook nog gelast zijn met de waakzaamheid over de zwemkom, want de daar aangestelde persoon kan niet alles zien De politie moet daarvoor daar niet gestadig zijn, maar er zou haar kunnen gevraagd worden van tijd tot tijd eens aldaar te gaan. M. Sobry.In dit geval zijn wij t'akkoord, de politie mag overal binnengaan. Maar het ware toch niet aannemelijk daar standvastig een politieagent te plaatsen, want de baders gaan daar niet om te doen wat niet toege laten is. M. Bonnet. Ik denk dat benevens dit reglement er ook nog wel een reglement van inwendige orde zal moeten komen. In den loop van het seizoen zal men wel nog andere dingen ontwaren die hier niet voorzien zijn. 't Is aan het schepenencollege te zien wat er dan zal moeten gedaan worden. M. Laton. Werd er reeds voorzien daar een vergunninghouder te benoemen M. D'Huvettere. Ja, maar dit is een zaak die het publiek niet aangaat. M. Bonnet. Het is juist met het oog daarop dat ik zooeven vroeg een reglement van inwendige orde te hebben, want het moet den vergunninghouder ook verboden zijn langs de oevers met drank te leuren. M. Sobry. Zulks is verboden. Zijn wij dan t'akkoord om bij artikel 14 te voegen dat onvoorziene ordemaatregelen door het sche penencollege kunnen genomen worden Al de raadsleden stemmen hiermede in. Art. 17. Alle voorgaande verordeningen worden ingetrokken. Dit laatste artikel wordt eveneens zonder opmerkingen goedgekeurd. Daar al de artikelen van het voorgestelde reglement afzonderlijk werden aangenomen, vindt men het overbodig nog over geheel het reglement te stemmen. Vervolg in ons aanstaande nummer). Comme il fallait s'y attendre, le Ministère Chautemps n'a vécu que quelques heures et M. Tardieu a été, a nouveau, chargé de former le Cabinet. On estime, dans les milieux boursiers, que la concentration républicaine sera plus large cette fois et l'on augure des résultats favora- bles des pourparlers en cours. On laisse entendre qu'en Belgique, la crise ministérielle n'est plus a craindre pour le moment. La reprise du ministère des Colonies par M. Jaspar est un pis aller. Elle est heu- reusement complétée par des pouvoirs plus étendus accordés au secrétaire généfal du département qui a l'oreille des milieux colo niaux cela satisfait. Une décision qui pourrait être fort heureuse dans ses conséquences plus rapprochées qu'on ne le pense couramment, c'est la créa- tion d'une commission de vrais coloniaux, ceux qui sont dans les affaires, a l'effet d'éclai- rer la lanterne du Ministère sur les mesures qu'il faut prendre pour soulager les affaires commerciales dans notre empire d'outremer. C'était la, la vraie solution et l'on ne perdra rien pour attendre, et les coloniaux dont il s'agit sont trop hommes d'affaires pour tarder dans leur décision. Malgré la faiblesse, constatons done cette semaine une certaine détente des esprits et de la politique. La lourdeur qui a prédominé sur notre place, plus qu'ailleurs, est le fait d'exécutions forcées, dit on, et de manoeuvres d'opérateurs puissants qui ont enfoncé le marché poür reprendre le titre. Nous avons vécu cette semaine, les deux réunions annuelles de nos plus grands établis- sements bancaires la Banque Nationale de Belgique et la Société Générale. De ces déclarations, l'une plus teintée d'optimisme que l'autre, il ressort d'une part que nous pourrions nous trouver devant une grave crise économique mondiale, de l'autre, on constate un ralentissement auquel on a tort d'appliquer le qualificatif de crise II faut retenir des déclarations du Gouver neur de la Banque Nationale que l'on a atteint le maximun des impóts et que l'Etat, sous peine d'imprudence, ne doit pas s'enga- ger trop rapidement dans des travaux somp- tuaires. Bref, nous vivons une époque de malaise général, hors de proportion avec les folies que traduisent les cotes de dépréciation en Bourse. On a largement tenu compte de tous les facteurs et, il ne faut pas s'attarder il est trop

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1930 | | pagina 5