line Ecols d'Aiialion A Ypres Federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper 4 On se racontait de plus en plus que l'Ecole d'aviation militaire, qui est dangereusement k l'étroit a Wevelghem, allait ètre transférée bientóta Ypres, sur les terrains du Polygone. Notre dévoué représentant, M. Brutsaert, nous autorise a confirmer publiquement que cette décision a été définitivement prise par l'auto- rité militaire. Cette heureuse nouvelle sera accueillie par les Yprois et par tout l'arrondissement avec la plus grande satisfaction. Outre le grand élément de prospérité que cette Ecole nous apporte, ce transfert compensera pour nous la perte de l'Ecole d'Equitation. C'est un de nos sérieux griefs qui disparait. Au point de vue du sentiment national, c'est un événement de la plus haute importance. Depuis des années, nous vivons absolument abandonnés de l'armée beige, et nous n'avions cependant jamais démérité d'elle, loin de la. S'il nous arrive ici de voir des soldats en groupe, ce sont des jeunes gens qui revien- nent du service leur état n'est pas précisé- ment fait pour iuspirer le respect, et certains en profitent pour discréditer l'armée et la Belgique. L'idée nationale et le prestige de l'armée regagneront en peu de temps tout le terrain perdu chez nous par l'absence de tout contact avec ce qui constitue le symbole animé de la Patrie. C'est une première mesure patriotique que prend, enfin le gouverne ment. Le retour de notre ancien bataillon en complètera l'effet. Aide toi, le Ciel t'aideradit le proverbe. Les efforts de ces courageux concitoyens, qui depuis plus d'un an n'ont cessé de s'occuper de cette question d'aviation, seront done ainsi récompensés sous peu. Que de gens cependant se moquaient d'eux a l'origine Quelle avance, disaient-ils. Vous n'obtien- drez quand même jamais rien C'est le langage de ceux qui n'ont aucun esprit d'ini- tiative. Si nous l'avions écouté, en serions- nous arrivés aux résultats merveilleux déja obtenus, a ceux plus grands encore que nous obtiendrons dans un trés prochain avenir Heureusement, la commission de notre Chambre de commerce, se sentat t appuyée par tous ses membres, a persévé'é dans ses efforts. Ses démarches ont fiai par entr; iner, les unes après les autres, toutes les autorités intéressées h la question. Nous devons ce nouveau succès a notre Chambre de Com merce et a ceux qui la dirigent. Nos remer- ciments vont a eux, ainsi qu'a toutes les autori tés, communales. politiques et militaires, qui les ont secondés. Versiag der rendering «an 13 April 1930 De vergadering wordt te 14 u. 20 geopend onder het voorzitterschap van den Heer L. Geuten, bestuurder der Samenwerkende Vennootschap voor Oorlogsschade «Het Leie dal te Wervick. De Heer Dr H. Brutsaert, volksvertegenwoordiger, die de vergadering met zijne tegenwoordigheid vereerde, neemt insgelijks plaats aan het bureel. De Heer Geuten verontschuldigt den Heer Advokaat Butaye die elders weerhouden is, en zegt dat de Heer Voorzitter der Federatie hem gevraagd heeft voor vandaag zijne plaats wel te willen innemen. Vooraleer de bespreking der dagorde aan te vatten, vervolgt de Heer Geuten, laat mij toe U te herinneren dat het heden juist tien jaren geleden is dat Het Ypersche werd gesticht voor de geteisterden te verdedigen. Dit blad is steeds goed in zijne rol geweest en, zonder aan politiek te doen, heeft het altijd de belan gen der geteisterden weten- te behertigen met een krachtdadigheid en een volherding die het dikwijls in staat gesteld hebben onze recht vaardige eischen te doen zegevieren. Het is het officieel orgaan der geteisterden gewor den niet alleen van het Arrondissement Yper maar van gansch België, en wij zijn gelukkig aan dit blad onze gevoelens van groote erken telijkheid te mogen uitdrukken. Onze Voorzitter, de Heer Advokaat Butaye, heeft insgelijks ten allen tijde ten strijde ge weest voor de verdediging onzer belangen. Een der eersten heeft hij deze zware en on dankbare taak op zijne schouders geladen en heeft er zich met hert tn ziel aan toegewijd. Onverpoosd, zonder eenige verzwakking, heeft hij er het grootste gedeelte van zijnen tijd aan besteed en het is dank vooral aan hem zoo wij er toe gekomen zijn de zoo dikwijls miskende rechten der geteisterden met bijval te verdedigen. Hij is het hoofd en de ziel ge weest van alles wat de geteisterden betreft zoowel hier voor Yper als voor Vlaanderen en België. Wij weten dat het moeilijk is iedereen te voldoen, maar we mogen toch zonder aar zelen bevestigen dat de Heer Advokaat Bu taye eenieders achting weerdig is. De erken telijkheid is, jammer genoeg, in de oogen van velen slechts een woord en het meerendeel der geteisterden, die voldoening bekomen hebben, schijnen de bewezen diensten verge ten te hebben, stellen in de kwestie der oor logsschade geen belang meer en gewaardigen zich zelfs niet meer onze vergaderingen bij te wonen. De Heer Advokaat Butaye heeft veel, zeer veel gedaan voor de streek en voor de geteisterden en wij verhopen dat hij er om waardig zal beloond worden. Het is mij een groot genoegen den Heer Dr Brutsaert hier aan mijne zijd.* te zien en ik neem de gelegen heid te baat om hem van harte te bedanken voor zijne groote verkleefdheid aan de zaak der geteisterden. Voor wat betreft de kwesties die op onze dagorde gebracht zijn, zal het ons heden niet mogelijk zijn een beslissing te nemen, daar de Heer Minister onze vraag om door hem ont vangen te worden nog niet beantwoord heeft. Vroeger werden wij op het Ministerie ontvan gen zonder het te vragen, doch de tijden zijn nu veranderd. De Heer Eerste Minister is voor het oogenblik overlast van werk en het is mogelij <s daaraan te wijten dat de Federatie tot op heden nog geen antwoord bekwam. Niettegenstaande wij hiervan nog geen offi cieel bericht kregen, mag ik u nochtans bijna de verzekering geven dat de kwestie der interes ten in de eerstkomende dagen een gunstige oplossing zal ontvangen. Tijdens onze aan staande vergadering zullen wij, zonder twijfel, het genoegen hebben daarover meer inlichtin gen te kunnen verschaffen De dienst van het herbeleg heeft overlaatst een goede maatregel getroffen, bestaande in het onderzoeken in blok van 3o tot 40 bundels. Zonder veeleischend te zijn doet het alzoo een groot aantal eindbestatigingen, zoodat tal van kleine bundels bepaald zullen kunnen gesloten worden met de interesten er bij gerekend. Enkele zaken, voor het meerendeel afhan gende van een onverdeeldheid of waarvan de belanghebbenden zich niet laten kennen, blijven nog aanhangig. Ook zijn er nog veel gemeenten en openbare besturen wier oor logsschade nog niet bepaald vastgesteld en vereffend is. Daarvoor werd er reeds dikwijls aangedrongen en wij zullen weldra genood zaakt zijn daarop terug te keeren opdat er aan de gemeenten van het front, meestal arme gemeenten, zoo spoedig mogelijk vol doening gegeven worde. Over de onderstanden hebben wij reeds herhaaldelijk gesproken zonder echter te komen waar wij moesten zijn. Tijdens onze laatste vergadering werd er besloten daarover met den Heer Minister te onderhandelen. Immers, het zijn de geteisterden niet die deze kwestie moeten oplossen, maar 't is de regee ring die moet weten wat ze te doen heeft. Wij zullen dus den uitslag van het ministe rieel verhoor afwachten vooraleer die kwestie verder te bespreken. M. Brutsaert. Ik ben ten volle t'akkoord met den Heer Geuten en ik sluit mij van ganscher harte bij de woorden van lof die hij voor den Heer advokaat Butaye, een onzer meest verdienstelijkste voormannen, komt uit te spreken. Maar wij mogen ook niet vergeten dat de Heer Geuten zijn rechterarm is ge weest, dat hij hem altijd en overal heeft bijgestaan en de grootste diensten heeft be wezen. Toejuichingen M. Geuten. Ik bedank den Heer Dr Brutsaert hartelijk voor zijne schoone woor den, maar ik moet bekennen dat het geenszins met dit doel was dat wij ons zeiven aan den wagen hebben gespannen. Iedereen heeft zijn ideaal en het onze was uitsluitend en alleen ten dienste te staan, zooveel het onze reeds gevorderde jaren ons nog toelieten, van de inwoners onzer geteisterde streek. Ook zijn wij vast besloten voorts te werken totdat de laatste geteisterde voldoening zal bekomen hebben. M. Brutsaert. Waarom werd de verga dering van vandaag niet verdaagd tot wan neer de Minister geantwoord had Dit ware insgelijks een manier om den Heer Minister aan te zetten zijn antwoord niet langer meer uit te stellen. M. Geuten. Wij hadden verhoopt dat het ministerieel verhoor intusschen zou kunnen plaats gehad hebben en het is om die reden dat wij er niet aan hielden onze maandelijksche vergadering te verdagen. Hadden wij echter moeten kunnen voorzien dat wij nog geen ant woord zouden ontvangen hebben en dat onze voorzitter eveneens zou belet geweest zijn onze vergadering van heden bij te wonen, dan had deze ongetwijfeld tot een lateren datum uitgesteld geweest. Maar, anderzijds, is de kwestie der interesten van zulk een groot belang, er zijn zooveel geteisterden die erbij betrokken zijn, dat wij het goed hebben geoordeeld niet te lang te wachten om ons met die kwestie bezig te houden. M- Coulier, afgevaardigde van Boesinghe. Ik heb vernomen dat de gemeente Renin- ghe een omzendbrief ontvangen heeft van den Heer Ontvanger der Domeinen te Brugge, waarbij zij gemach.igd wordt over de onder standen, die zich nog op haar grondgebied bevinden, te beschikken. Het lijdt geen den minsten twijfel dat deze gemeente, evenmin als de andere die zich in denzcifden toestand zouden bevinden, dien last van de onderstan den zelf te doen springen en weg te nemen niet zal aanvaarden. M. Geuten. De Staat wenscht zijn con tract te verbreken en zal dan seffens dezen omzendbrief gezonden hebben aan de gemeen ten die zich bereid verklaard hebben het betonaf.'al te aanvaarden. M. Brutsaert. Naar alle waarschijnlijk heid zullen al deze gemeenten dergelijk schrijven ontvangen hebben. Ten andere het werd hier zoo verstaan dat men de gemeenten in verscheidene categoriën moest rangschik ken. M. Coulier. Ja, maar het heeft ook altijd ■gezegd geweest dat de gemeenten niet be geerden in de onkosten tusschen te komen. Hadden zij moeten voorzien dat dit nieuwe lasten zou meebrengen, dan had niet een gemeente het voorstel vap de Federatie bijge treden en aanvaard. De Heer Bartier, burgemeester van Voor- mezeele, zegt dat zijne gemeente t'akkoord was om het betonafval op een stuk land te laten opeenstapelen, maar dat zij tot hiertoe van dien omzendbrief, door den Heer Coulier bedoeld, nog geen kennis kreeg. Vervolgens heeft nog een gedachtenwisse- ling plaats tusschen de verscheidene tegen woordige afgevaardigden nopens die belang rijke kwestie der onderstanden, en nadat de Heer Dr Brutsaert voorgesteld heeft niet meer te vergaderen zoolang er geen antwoord van den Heer Minister is toegekomen, wordt de vergadering om i5 uur opgeheven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1930 | | pagina 4