3 zijn tijd heb ik dit ook gelezen, maar ik heb daarna ook gelezen dat het hoofdbestuur van het Vlaamsch Kruis tegen die manier van handelen het hevigste en meest krachtdadige protest heeft aangeteekend. Wanneer er nu personeel gevonden werd dat zulks deed, dan is het protest van het hoofdbestuur daar om te bewijzen dat dit tegen zijn wil in werd gedaan. Als ge zegt dat de Croix Rouge aan hetzelfde euvel niet mank gaat, dan strijdt dit tegen de waarheid want die inrichting is een geweldigen vijand der politieke betrachtingen van het Vlaamsche volk. Ze verleent aan ons vlaam- sche volk wel een beetje hulp, maar het bewijs dat haar optreden geenszins voldoening geeft is dat de Croix Rouge te Zele, Grembergen en elders werd uitgefloten. M. Missiaen. Evenals de Boerenbond. M. Leuridan. Omdat die inrichtingen munt willen slaan uit de politiek. De Croix Rouge deelde de geteisterden op schandalige wijze in twee reeksen, een eerste reeks voor de franschgezinde vlamingen en dan die sme rige reeks van de vlaamschgezinde vlamingen. De Croix Rouge, dat uitsluitend een fransch gezinde inrichting is, het hemd is nader dan den rok benadeeligt ons eigen volk omdat het de misdaad begaat vlaamsch te zijn. M. Vermeulen. Aan den heer Leuridan, die de regeering van carencie beschuldigt ten opzichte der vlamingen, moet ik antwoorden dat de Staat sedert den oorlog reeds verschei dene honderde millioenen heeft uitgegeven voor de werken te Antwerpen, Oostende, Gent en andere vlaamsche steden, terwijl in het Walenland slechts wei ken van veel minder belang werden uitgevoerd. En thans is men bezig met het grootsche werk dat Antwerpen met de Maas zal verbinden. Gij durft toch niet beweren dat dit niet ten voordeele van Antwerpen gedaan wordt Als ge beweert dat het nog eens alles voor Wallonië is, ge schertst, ge maakt u belachelijk. Ge moet niet steeds de waarheden verdraaien maar echte feiten aanhalen. M. Leuridan. Dat zeggen al de fransch- gezinden. M. Veryneulen. - Ik ben vlaming reeds lang vóór gij het waart. Ik ben misschien beter vlaamschgezind dan gij, want ik ben vooral Belg. M. Leuridan. Het ongeluk is dat ik nog niet oud genoeg ben voor het oude mannen huis. M. VandammeAls antwoord aan den heer Missiaen moet ik hem zeggen dat het mij verwondert te hoprer. dat hij in de nalatigheid van den Staat een reden vindt om ziine edel moedigheid te versmachten. Vergeet hij dat er daar meer dan 1000 gezinnen in den nood ver keeren, en dat dit meerendeels weikersge zinnen zijn Tot hoever strekt dan uwe liefde maar voor den werkman M. Missiaen. Mag ik dezelfde vraag totu richten Wat hebben de ministers Baels en Van Caeneghem gedaan om de ramp te beletten M. Vandamme. Dit komt hier niet te pas. Zoo zij, volgens u, nog niets deden, dan kunnen zij het nog doen. M. Leuridan. Onlangs was er een uwer partijgenooten die verklaarde dat le pont de Chaudfontaine vaut tous les ponts de Flan- dre Dat was de heer Cloetens, een schoone naam, hé M. Vermeulen. Ik heb de rede gelezen van den heer Van Cauwelaert die in die zaak heel zeker bevoegd is om zijn oordeel te geven, en hij zegt dat het de Polderdiensten zijn die beter moeten ingericht worden, maar dat de regeering daar geen schuld aan heeft. M. Missiaen. Er is een fransch spreek woord dat zegt regeeren is voorzien. M. Leuridan. Maar de Watering der Polders is een Staatslichaam, die dienst hangt heel en gansch af van den Staat. M. D'Huvettere. - Ik deel grootenaeels de gezegden van den heer Missiaen. Het is onbe twistbaar dat de Staat groote schuld heeft in het gebeurde. Het was aan de Regeering dit te voorzien, en het is omdat zij haar plicht niet heeft gekweten dat wij nogmaals zulke erge ramp te betreuren hebben. Maar dat is onze zaak niet. Iedereen van ons kan zijn eigen landgenooten helpen, maar als wij dit hier doen, dan is het met het geld van al de lastenbetalers van Yper. Hier in 't omliggen de hebben er ook overstroomingen plaats ge had, te Bixschote, Noordschote, enz. hebben de landbouwers ook schade ondergaan en ik vraag aan het schepencollege bij de hoogere overheid een klacht te willen indienen opdat de vaart en de andere wateren een betere af lossing naar Nieuwpoort zouden krijgen om hier alzoo alle verdere overstroomingen te kunnen ontgaan. Ik vraag dus dat er een smeekschrift zou gezonden worden om het arrondissement Yper te helpen. M. Sobry. - Ware er geen middel de twee partijen met een middenvoorstel t'akkoord te stellen Wij zijn het allen eens dat er hulp moet gegeven worden maar wij zijn nog niet t'akkoord over de bestemming. Ware het niet best de toelage te geven aan iemand die beter dan wie ook weet wat er gebeurd is en in staat is te doen dat zulks niet meer zou voor vallen De heer schepen D'Huvettere zegt bij de hoogere overheid aan te dringen en het ware misschien goed moesten wij onze toelage daarbij voegen. M. Leuridan. Wat, geld aan den Staat geven M. Sobry. Om het aan de geteisterden der overstroomingen uit te deelen. M. Leuridan Ziet ge al de garde van Moerzeke dit geld uitdeelen Al wat in 1928 gestemd werd van Staatskredieten is nu nog niet uitgedeeld. M. Sobry. Ge moet dat in de Kamers zeggen en niet hier in den gemeenteraad. Het is niet redelijk een afwezige aan te vallen. M. Leuridan. Maar ik val den Staat ge durig aan, hij is mijn doodsvijand. De Staat moet tegen mijne kritiek kunnen, wantik ben een lastenbetaler en heb het recht te spreken. M. Missiaen. Elke regeering is onder hevig aan kritiek. M. Lemahieu. Ik vraag dat er van de voorgestelde som 1000 fr. zou afgenomen worden, om reden dat ik ook beken dat de Staat nalatig is geweest, en ik stel voor de overige 1000 fr. te gebruiken om hier onze beken te verbeteren. Hier op het grondgebied Yper hebben wij ook overstrooming gehad, maar daar spreekt niemand van. M. Vandamme. Waarom doet ge daar voor geen beroep op uwe vrienden in den Provincieraad M. Vermeulen. Bij Dickebuschvijver is er ook gevaar geweest, in een enkelen nacht is het water over de oevers geloopen en heeft het deze beschadigd. Er kon een ramp gebeu ren. M. Leuridan. Het is reeds meer dan een maand dat ik den slechten toestand der oevers van Dickebuschvijver heb aangeklaagd. M. Lemahieu. De Bellewaerdebeek, die ik bedoel, loopt niet in Dickebuschvijver, maar zij heeft reeds herhaalde malen een gansrhen hoek op de Potijze onder water ge zet. Moest dat werk goed uitgevoerd zijn, dan zouden wij daar geen overstroomingen meer hebben. M. Missiaen. Die 1000 fr. zullen we stemmen. M. Declercq. Voor wat Dickebusch vijver betreft, zal die toestand niet veranderen zoolang de Kemmelberg en het omliggende niet beboscht zijn. Al het water komt in een vloed den vijver ingeloopen. M. Vandamme. Wat zult ge met 1000 fr. kunnen doen In uwe begrooting zijn er meer dan 100.000 fr. voorzien voor openbare wer ken, stelt dan die vraag niet samen met een aalmoes die aan de noodlijdenden gegeven wordt. M. D'Huvettere. Daar straks zegde men dat het geld van ig28 nog niet uitgedeeld is. M. Leuridan. De toelage der stad Yper werd door de zorgen van het Vlaamsch Kruis tot den laatsten cent uitbesteed. M. Vandamme. Het zijn alleen de toe lagen van den Staat die nog niet uitgegeven werden. Ik stel voor thans 2000 fr. te stem men en de heer schepen Lemahieu kan daar na ook een krediet vragen voor het kuischen der beken van Yper. M. D'Huvettere. Neemt dan 5ooo fr. binst dat ge bezig zijt. Het is gemakkelijk alswanneer een ander betaalt. M. Leuridan. Willen we likwideeren Het is klaar wat onze houding in die zaak zal zijn. Wanneer wij, voor wat de bestemming der toelage betreft, geen bevrediging beko men dan kunnen wij dat niet stemmen dat het geld der stad, dus van ons allen, naar onze vijanden gaat. Dus zou men eerst moeten beslissen over de bestemming en vervolgens over de toelage. M. Missiaen. De heer Leuridan vergist zich, de werken aan de Maas werden niet door den Staat maar door de aanpalende ge meenten en steden uitgevoerd. De Walen reklameeren integendeel dat de drie vierden der begrooting door de Vlamingen zijn opge slorpt. M. Leuridan. Dat zijn andere kerels dan wij. Die schreeuwen vooraleer het zeer doet. M. Missiaen. De werken aan de Maas om de dijken te versterken werden uitgevoerd zooals ik zeg door tusschenkomst der provin cie. Wanneer nu de toelage aan het Vlaamsch Kruis gegeven wordt( zal een deel der geteis terden er niet van genieten, alhoewel allen evenveel ons medelijden waard zijn. M. Leuridan. Er is een schreeuwende wanverhouding tusschen de uitgestrektheid der ramp in het Waalsch bij die van het Vlaamsch gedeelte van 't land. Bij een vroe gere ramp in het Walenland kwam de hulp langs alle kanten toe en gij zult u nog herin neren voor hoeveel millioenen de Staat tus- schenkwam. Elk zijn beurt. M. Sobry. Zou men t' akkoord kunnen komen wanneer wij aan elk de helft der som geven, dus i.ooofr. aan het Vlaamsch Kruis en 1.000 fr. aan het Rood Kruis M. V er gr acht. In die voorwaarde zijn wij bereid dit te stemmen. M. Leiiridan. Als de andere leden zoo toe gevend willen zijn, dan kunnen wij daarmede ook instemmen. M. Ver gr acht. Het Rood Kruis is in zijn handelwijze steeds eerlijk geweest en wij hebben erover nog nooit geen klachten ge hoord. M. Missiaen. Daar wij die toelage niet genegen zijn, zullen wij ons in die twee zaken onthouden. M. Sobry. Ik leg dus het voorstel, om 1000 fr. aan het Vlaamsch Kruis te geven en evenveel aan het Rood Kruis, ter stemming. Stemmen ja de heeren Declercq, D'Huvet- tere, Capoen, Laton, Leuridan, Soete, Ver gracht, Vermeulen, Vandamme, Delahaye en Sobry neen de heer Lemahieu onthouden zich de heeren Missiaen, Bonnet en Coutelle. M. Lemahieu. Aangezien er niets voor Yper is, kan ik dit voorstel niet stemmen. 9. - Openbare Onderstand Begrooting voor ig3i Nederlegging. M. Sobry. Dit is een eenvoudige neder legging en wij zullen die begrooting in de vol gende zitting bespreken. Intusschen zullen de raadsleden ze kunnen onderzoeken. 10. Electrieke verdeeling Bijvoegsel Voorstel van antwoord aan de maatschappij De heer Voorzitter verleent het woord aan den heer Schepen Declercq, Voorzitter der bijzondere Commissie die met het onderzoek dezer zaak gelast werd. De heer Schepen Declercq geeft lezing van een voorstel van brief waarin aan de Maat schappij wordt kenbaar gemaakt dat de Raad besloten is zijne zienswijze te handhaven. De Maatschappij kent zich een groot voordeel toe, zegt hij, en het is ook maar redelijk dat de vraag der stad wordt toegestaan. M. Missiaen.— Ik ben daarmede t'akkoord. M.-Sobry. Ik denk dat zulk antwoord alle verdere onderhandelingen uitsluit. De maatschappij heelt met Rousselare kunnen overeenkomen en hier zou de raad haar een voudig zeggen het is aan u van over te komen. Wij hebben een contract gesloten met de Société Beige de Distribution éh c'rique, maar die zegt ons ik besta niet meer, het is de Société Centrale Gaz et Electncité die u dé electnciteit levert en het is voortaan tot haar dat gij u moet wenden, zij is veel mach tiger dan ik. Ik denk dat wij met die maat schappij moeten onderhandelen. M. Missiaen. Het ware gemakkelijk voor een maatschappij een lange verbinding niet na te leven met haar ie ontbinden. Ze heeft verpiicntingen, anders zou ze onze toelating niet vragen De maatschappij wil discuteeren, maar w.j moeten eerst stemmen, en dat wil ik niet. M. Declercq Ik stel voor bij den brief nog de volgende woorden te voegen en wij verwachten uwe tegenvoorstellen De heer Voorzitter geeft hierop lezing van den eersten brief der maatsch ppij waarbij zij aan de stad liet weten dat zq h; r j rechten aan de Centrale Gaz et Electricité heeft afge staan. Gevolg op dien brief werd er door de stad een commissie samengesteld om het contract te onderzoeken en zien welke ve - anderingen er aan zouden kunnen gebracht worden in 't voordeel der stad- Op de gedane voorstellen antwoordde de maatschappij dat zij in 't bezit was van den brief der stad en te harer beschikking was om de veranderingen te onderzoeken. Doch zij voegde er aan toe dat het niet mogelijk was hare vraag aan de voorgestelde veranderingen te verbinden, daar de verandering van benaming slechts een eenvoudige formaliteit is, en de stad daar-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1930 | | pagina 3