SENAAT Vergadering van Woensdag 21 januari 1931 1 5 BEKNOPT VERSLAG —o ■Begrooting van het Ministerie van Landbouw (Vervolg) De heer Mullie. Nu kom ik tot de beeten- teelt. Ook deze kwestie werd bestudeerd naar aanleiding van het onlangs ter sprake ge brachte ontwerp van rechten op de suiker. Toch zou ik de aandacht van den minister op twee punten willen vestigen. Wij hebben het als abnormaal aangezien •dat een koninklijk besluit, waardoor de rech ten verhoogd werden, slechts tot 3t Augustus ig3t zou geldig zijn, Ongetwijfeld heeft de regeering echter het plan opgevat tusschen- beide te komen voor de heele campagne van 1930, zoodat het koninklijk besluit twee maanden langer van kracht zou moeten blijven. Een ander punt is te weten welke maat regelen de regeering van plan is te nemen tegen den invoer van uitheemsche beeten. Om de suikercrisis te verhelpen werden internationale onderhandelingen aangeknoopt, waarbij de productie verminderd wordt vol gens de basis van ig3o-i93i. Om u een denkbeeld te geven van de ont wikkeling van de suikerproductie zal ik u rzeggen dat deze ieder jaar met 7 t. h. ver meerdert en het verbruik slechts met 4 t h. Het is dus noodig tot een betere verdeeling te komen. Verleden jaar was de invoer in België onge- -veer als volgt200 000 ton uitheemsche beet wortelen terwijl slechts een kleine hoeveel heid beeten werd hei uitgevoerd. Naar Frank rijk is er geen uitvoer meer. In België heeft men 20.000 ton suiker uit buitenlandsche beeten gehaald. De gansche hoeveelheid Belgische suiker ■die móet uitgevoerd worden, nl. 55.000 ton dit jaar, en die ons teveel vertegenwoordigt, zal slechts ©p zeer nadeelige wijze verkocht worden, want de voorraad ingevoerde uit heemsche beetwortelen zal onzen voorraad suiker nog doen aangroeien. Het is niet aan te nemen dat België de invoer van beetwortelen begunstigt terwijl de heruitvoer van suiker slechts ten r.adeele van de Belgische producten kan geschieden. In landbouwkringen zou men willen weten of de minister de uitheemsche beetwortelen aan een invoerrecht zal onderwerpen naar ge lang van hun suikergehalte. Ik vraag dat de minister zou antwoorden vooraleer over de begrooting gestemd wordt. Nog een derde vraag. Welk regiem gaat op ■de beetenkultuur in 1931 toegepast worden In landbouwkringen wordt op antwoord ge wacht. Ik zou thans een woord willen zeggen over de aardappelteelt. Deze teelt levert geen overschot. Het is nochtans een belangrijke teelt in België zij kan op I 1/2 milliard ge schat worden. Normaal is België een uitvoerland. Dezen laatsten tijd hebben er zich moeilijkheden voorgedaan. Spijts den tolvrede en de han delsovereenkomsten met Frankrijk, heeft dit land zijn tolrechten op den invoer van aard appelen verhoogd. Wij dringen aan opdat de minister zich met dit vraagstuk zou bezig houden. Wij hebben in dees ernstige bezwa ren en durven op een verbetering hopen. Over dit punt, waarmede een commissie zich heeft bezig gehouden, zal ik niet verder uit weiden. Thans een woord over de vlasteelt. Op de Russische dumping wordt de schuld gelegd de vlascrisis te hebben teweeggebracht en te hebben verergerd. Hier dienen drieërlei belangen gevrijwaard die van den vlaskwee- ker, van den rooter en van den spinner. Die belangen zijn moeilijk overeen te brengen. Nochtans dienen er maatregelen genomen om de Belgische vlasteelt aan te moedigen. De voortbrengst van vlas is over de gansche wereld verminderd. Het vlas vindt mededin gers in de kunstzijde en het katoen. Maar ik ben van oordeel dat de vlasvoortbrengst in België winstgevend kan blijven indien men fijn en uitgelezen vlas kweekt. De minister heeft verleden jaar een premie van 25.000 frank verleend voor de vlasteelt keus in het Kortrijksche. Wij kunnen de vlas teelt slechts handhaven door de hoedanigheid van het vlas te verbeteren. Het zou goed zijn in de streek die belang heeft bij deze cultuur een vlasinstituut op te richten en bij de landbouwschool te Gent een station voor de vlascultuur in te stellen. Indien wij over de hop spreken, dan is het om vast te stellen dat ook daar sinds twee jaar een erge crisis heerscht. In 1928-1929 was er een aanzienlijke overproductie. Het jaar 1930 was normaal, maar de prijzen waren ingezakt. In zekere landen werd zelfs niet ge plukt. Als hulpmiddel zouden de variëteiten moe ten uitgezocht worden om een onder alle opzichten betere kwaliteit hop voort te bren gen. Daarom is het noodig de vorderingen van de cultuur te bestudeeren en zou een hopinstituut zeer nuttig zijn. De heer Baels, minister van binnenlandsche zaken en volksgezondheid en minister van landbouw. Ook de goede wil der land bouwers is noodig. De heer Mullie. De landbouwers zullen hun belang begrijpen en zullen de raadgevin gen volgen die zij weten van bevoegde zijde te komen. De Minister. Laat zij ook een voorbeeld nemen aan wat in het buitenland wordt gedaan. De heer Mullie. Ik weet dat de massa productie een vergissing is. Er dient een keurproductie te worden nagestreefd, die de brouwer zal verkiezen. Het zou belangwekkend zijn ons los te ma ken van Duitschland en Tsjecho-Slowakije, die protectionnistische rechten heffen. Ook Frankrijk en Engeland heffen hooge rechten. Er is een wanverhouding tusschen de rechten in deze landen en bij ons. Er zou ook een phyto-pathologisch toezicht moeten ingericht worden bij den invoer. Ik kom tot een andere cultuur van West- Vlaanderen de tabak. Zij is een zeer drukke gezinscultuur, die 60 millioen frank per jaar vertegenwoordigt. Aanzienlijke kapitalen zijn er in belegd. Men zou op de tabak het voor oorlogsche tolregime kunnen toepassen. Dit is geen protectionnisme het zou enkel een perekwatie der rechten beteekenen. In Duitschland bestaat er een recht van l,53o frank per 100 kilogram In Zwitserland, van 3,i5o frank in België, van slechts 240 frank volgens de perekwatie zou het 385 fr. moeten zijn. Ik veronderstel dat het volstaan zal de aandacht van den minister op dit punt te vestigen. De Minister. Als rooker zal ik er mijn aandacht aan wijden.' Het geldt hier een zeer belangrijke teelt voor België. De heer Mullie. Indien wij slechts een gemachtigde bescherming hadden om den verkoop in het land tegen een loonenden prijs te verzekeren, dan zouden wij de tabak kweekers begunstigen. De heer Mousty. De rookers zouden getroffen worden. De Minister. De prijs van de tabak is belachelijk laag. De heer Mullie. Een woord over de pro ductie van vleesch. België heeft altijd vleesch ingevoerd na den wapenstilstand voerde men belangrijke hoeveelheden in, en het verbruik van bevroren vleesch is sterk verminderd in ons land. Maar de voortbrengst van inlandsch vleesch is ver minderd en onze invoer beliep tot l5o duizend hoornbeesten. Dit is belangrijk uit tweeërlei oogpunt, vooreerst omdat op verre na niet voldaan wordt aan de noodwendigheden van het land, zoodat onze producenten hier te lande een afzetgebied zouden kunnen vinden. Vervol gens dient de invoer van ziek vee vermeden. Wij weten dat te Geneve internationale onderhandelingen aangeknoopt zijn om de gezondheidspolitie te regelen. Ik betreur het dat België daar niet door een technische be voegdheid vertegenwoordigd is, temeer daar ons land het eenige is in Europa waar levend vee mag ingevoerd worden. Wat het tolregiem betreft, zien wij dat er in Frankrijk een recht van 182 frank per 100 kilogram bestaat, in Duitschland een van 204, in Tsjecho-Slowakije een van 32o, in België o. Ook voor wat de boterproductie betreft is de toestand gewijzigd In 1928, voerde België 400 000 kilogram boter uit. In tq3o voerden wij 10 millioen kilogram in, voor een waarde van 253 millioen frank. Waaraan dient die toestand toegeschreven? Er is geen vermindering in het getal koe beesten en het verbruik is grooter. Het zou van belang zijn voor onze produ centen een afzetgebied te vinden in ons land. In het buitenland heeft de boterproductie meer uitbreiding gekregen, wat invloed heeft gehad op de prijzen. Wat in naburige landen het tolregiem op boter betreft vinden wij de volgende invoer rechten Frankrijk, 280 frank per 100 kgr. Duitschland, 425 frank Tsjecho Slowakije, 35o frank; Zwitserland, 340 frank. In België, slechts 20 frank. De Minister En in Holland dan De heer Mullie.Holland heeft vrijhandel; maar moest Holland beschermende rechten stellen dan zou dat even weinig doeltreffend zijn als wanneer België een invoerrecht op eieren moest stellen er is overproductie, er is geen aanleiding öm in Holland in te voeren. Wat het varkensvleesch betreft beloopt onze productie tot i milliard 5oo millioen. In 1930 is er een tekort geweest, en heeft men 9 millioen Kg moeten invoeren voor 10 mil lioen frank. Daar is dus iets te doen voor onze kweekers. Het is vooral op dit oogenblik, wanneer de verkoop in het land niet geslaagd is, dat de mogelijkheid V3n nieuwe afzetge bieden dient bestudeerd. Indien wij onderzoeken welke bescher mende rechten bij onze buren bestaan, dan vinden wij voor Frankrijk 245 frank en voor Duitschland 272 frank In Engeland is de invoer van versch varkensvleesch verboden. De minister heeft getracht de opheffing van dat verbod te bekomen. Wij worden door een overproductie van inlandsch varkensvleesch bedreigd. Men moet de buitenlandsche afzet gebieden bevoordeelen. Thans een woord over de eieren. In 1929 was de prijs der eieren niet voordeelig, zoo dat de voortbrengst verminderde. In ig3o was de vermindering der voort brengst een gevolg van den achteruitgang in den hoenderkweek. De voortbrengst vermin dert wanneer de verkoopwaarden ongunstig worden. Ook hier worden door het buitenland tol rechten geheven. Wij hebben in België overvloedig fruit de fruithandel is een moeilijke handel. Ik zal de aandacht vestigen op hetgeen in het buiten land gebeurt. In Italië, Spanje, Engeland, Yougo-Slavië, Nederland, in de Canada, werden wettelijke maatregelen genomen om voor den uitvoerhandel van het fruit, door standardisatie en toezicht, gunstige voor- waarden te scheppen. Ik wensch den minister geluk met de rege- - ling van den eieren uitvoer. Ik vestig zijn aan dacht op hetgeen in dien zin ook vbor het fruit kan gedaan worden. De landbouw, waarvan wij den toestand hebben onderzocht, vertegenwoordigt over het geheel, werkgevers en werknemers inbe grepen; een vijfde der nationale bedrijvigheid.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 5