Gemeenteraad van Yper
De Vlsscher
Verslag der Zitting van 30 Maart 1931
6. Muziekschool Rekening over het
dienstjaar ig3o.
A
Zal men hem de gril verwijten,
Die hem hier bij 't water bracht,
Om een uurtje blij te slijten,
In den glans der zonnepracht
Nog wil hij zijn kansen wagen.
Sa, gevischt, de plaats is goed
Enj na 't werk van alle dagen,
Voelt hij dat hij rusten moet.
Hier vergeet hij wat hem kwelde
Niets bestormt hier nog zijn geest,
Schoon hij beursverliezen telde,
'Lijk wij allen, om het meest
En dat morgen weer zijn streven
Even kloek wordt aangevat
Want de harde strijd voor 't leven
Geeft de wet in dorp en stad.
Doch de wapens heeft hij heden,
Voor een stonde, neergelegd
En aan alle moeilijkheden
Luid tot wederziens gezegd.
Alles wijkt nu voor zijn roeden
Leed, verdriet of kommernis
Niets kan hem hier doen vermoeden
Dat het nog duur leven is.
Al zijn aandacht wordt verslonden
Door zijn vischlijn, die daar ligt
En hij volgt den gang der stonden,
D'oogen op zijn tuig gericht.
Thans vergeet hij alle veeten,
Trekt zich hier geen zaken aan
Enkel tracht hij nog te weten
Of zijn kork zal ondergaan.
Raekelboom.
Yper, den 12° Maart ig3i.
De zitting wordt te 17 u. 10 geopend. Zijn
tegenwoordig de Heeren Sobry, burgemees
ter-voorzitter Lemahieu en D'Hu vettere,
schepenen Laton, Leuridan. Soete, Mis-
siaen, Coutelle, Vergracht, Vermeulen, Van
damme en Delahaye, raadsleden Versailles,
secretaris.
1. Proces-verbaal der zitting van i3
Maart ig3i.
De heer Secretaris geeft lezing van dit
proces verbaal, waarna het zonder opmer
kingen wordt goedgekeurd.
M. Sobry. De heer schepen Declercq
heeft laten weten dat hij belet is de zitting
van dezen avond bij te wonen, hij is dus
verontschuldigd.
2. Autobusdienst Rousbrugge-Yper.
M. Sobry. Tijdens de laatste zitting werd
dit punt uitgesteld omdat er gevraagd werd
te weten waar deze autobus te if per stand zal
nemtn en hoe laat het vertrekuur ervan is be
paald. De aanvrager heeft ons op die beide
vragen geantwoord dat hij schikt standplaats
te nemen op de Leet en van hier om 11 u.
's morgens zal vertrekken. Ik denk dat er dus
geen beletsel meer bestaat om voor dien auto
busdienst, die enkel den Zaterdag rijdt, een
gunstig advies uit te brengen.
Al de tegenwoordige raadsleden stemmen ja.
3. Openbare Onderstand Ruiling van
grond.
De Commissie van Openbaren Onderstand
vraagt de toelating om een perceeltje bosch-
land, ter grootte van 520 m2, gelegen te Woes
ten, te mogen verwisselen met een even groot
en gelijkaardig stuk grond toebehoorende aan
den heer Robert Merghelynck. Beide eigen
dommen zijn dicht bij elkander gelegen en
door deze ruiling zou het goed van den Open
baren Onderstand een meer regelmatigen
blok uitmaken. Tijdens het gedaan onderzoek
van commodo en incommodo werd er tegen
deze voorgestelde ruiling geen opspraak ge
maakt. De uitpaling en andere kosten dezer
verwisseling zullen door beide eigenaars elk
voor de helft afgedragen worden.
Bij stemming wordt dit voorstel eenparig
goedgekeurd.
4- Openbare Onderstand - Onderzoek der
kas Proces verbaal.
De heer Voorzitter zegt dat de Commissie
van Openbaren Onderstand overgegaan heeft
tot het onderzoek harer kas voor het vierde
kwartaal ig3o, en alles juist bevonden heeft.
Het proces-verbaal van dit onderzoek wordt
door de raadsleden goedgekeurd. Alleen de
heer Missiaen onthoudt zich.
5. Kerkfabriek van S' Niklaas a) Reke
ningen over de dienstjaren 1928-1929 b) Be
grooting voor het jaar ig3o.
De rekening over het dienstjaar 1928 sluit
met een overschot van 4911 fr. 42 deze van
1929 met een overschot van 9642 fr. 85, en de
begrooting van ig3o laat een batig slot van
908 fr. 47.
Deze twee rekeningen en deze begrooting
worden, zonder opmeikingen en bij afzonder
lijke stemming, goedgekeurd. Alleen de heeren
Missiaen en Vergracht onthouden zich telken
male.
Deze rekening, die sluit met een overschot
van 1094 fr. 88, wordt eenparig goedgekeurd.
7. Intresten op achterstallige rekeningen.
M. Sobry. Gez'en sommige stadsschul-
denaars de door hen verschuldigde sommen
verwaarloozen te betalen, zoo o. m. de taks
op de voorlanden, stelt het schepencollege
voor, naar het voorbeeld van Staat en Open
bare besturen die gemachtigd zijn een intrest
van 6 °/o te eischen op de achterstallige reke
ningen, een intrest van 6 U/Q te vragen voor de
betalingen die binnen de maand na de verwit
tiging niet gedaan zijn.
M. Missiaen. Op welke manier is dit voor
stel opgevat Het schijnt me iets zonderling,
ik heb er niets tegen dat een intrest geëischt
worde aan de personen die moedwillig weige
ren hunne schulden te betalen. Doch, gij hebt
daar zooeven gesproken over de kwestie van
het betalen der voorlanden. In vele plaatsen
bestaat er hierover betwisting en een groot
deel der menschen beweren dat de voorlan
den, die voor hunne huizen herlegd werden,
daar reeds voor den oorlog bestonden en
betaald werden. Zij weigeren dus met recht
die voorlanden nu opnieuw te betalen, want
zij moeten toch geen tweemaal betaald worden.
M. Leuridan. Dit heeft hier vroeger het
voorwerp uitgemaakt van een betwisting.
Wanneer ik kennis kreeg van het voorstel om
intresten te eischen, dan dacht ik dat het
ieeds juridisch was uitgemaakt wie ten on
rechte en wie ten rechte weigerde te betalen,
zoodat er over de betwistingen, die vroeger
bestouden, geen twijfel meer mogelijk was. Is
die herziening dan niet gebeurd voor ieder
persoon afzonderlijk
M. Soete. De prijzen werden niet herzien.
Deze zijn veel te hoog aangerekend en alhoe
wel de menschen slechts 40 der kosten
moeten vergoeden, betalen zij alzoo toch
geheel het voorland.
M. Sobry. - De opgemaakte rol der belas
ting op de voorlanden werd door den raad en
door de Bestendige Afvaardiging goedge
keurd, het is dus een recht voor de stad die
sommen te ontvangen. Alswanneer er nu be
twisting bestaat en de personen bewijzen
kunnen dat het recht voor hen is, dan moeten
zij niet betalen. Doch in geval van niet beta
ling, moeten wij toch een dwangbevel geven
en iedereen mag daartegen dan oppositie
maken en de zaak voor de Rechtbank brengen.
Wie daarna in het ongelijk gesteld wordt, zal
de kosten be.alen.
M. Leuridan. Het ware toch veel beter,
in plaats van heel dit mecanisme in gang te
steken, eerst te onderzoeken wie de taks wer
kelijk moet betalen. Uwe handelwijze schijnt
me toch wat te veel deze te zijn der wet van
de minste krachtinspanning.
M. Sobry. Al de klachten die'tegen deze
taks ingebracht worden, zijn in het schepen
college onderzocht geweest.
M. Missiaen. Dit is niet waar.
M. Sobry Gij moogt dit niet zeggen. Wij
weten toch beter dan gelijk wie wat wij in het
schepencollege gedaan hebben. De ons toege
komen klachten werden allen onderzocht,
doch vele ervan zijn ongegrond bevonden ge
weest en die menschen moeten dus die taks
betalen.
M. Missiaen. Het is de raad die deze rol
heeft goedgekeurd en er dus voor verant
woordelijk is. Welnu ik weet dat er nadien
een protest daartegen aan den gemeenteraad
gezonden werd, en de raad heeft tot op heden
nog geen kennis van dien brief gehad.
M. Soete. Zoo zijn er honderd gevallen.
M. Leuridan.— Mijn collega Soete beweert
dat er bij de honderd zulke brieven zijn, doch
ik denk dat dit cijfer wat overdreven is. Hoe
veel zulke geschilvragen zijn er
M. Sobry. Ik kan dit u voor het oogen-
blik niet zeggen, maar als gij dit begeert zal ik
ze eens tellen en dit u tijdens de aanstaande
zitting mededeelen.
M. Missiaen. Het is de raad die deze rol
heeft goedgekeurd, en alswanneer er daaraan
veranderingen moeten gebracht worden, dan is
het ook de raad die daarover moet beslissen.
M. Sobry. Dan is het onmogelijk een rol
te doen uitvoeren en wij zullen dan iedermaal
op vroeger genomen beslissingen moeten
tefugkeeren.
M. Missiaen. Het is hetgeen gij thans in
elke zitting doet. Zoo hebt gij nog tijdens
onze laatste zitting de taks op de rijwielen, op
de loonen, en andere nog voor de zooveelste
maal terug te berde gebracht.
M. Delahaye. Vele personen dienen
hunne reclamaties in bij een der gemeente
raadsleden waarmede zij bevriend zijn. Zoo
heeft mij een persoon gezegd dat men gemist
is in de afmetingen van zijn voorland en dat
dit voorzeker niet zou gebeurd zijn moest hij
bij de meting tegenwoordig zijn geweest.
Ware het niet beter dat iemand, b.v.b. een
politie agent, bij die menschen zou gaan en
vragen welke opmerkingen zij te maken heb
ben. Zoo zouden er veel betwistingen in der
minne kunnen opgelost worden en zou men
vermijden die zaken voor de Rechtbank te
brengen.
M. Leuridan. Het ware toch veel beter
dan heel dit raderwerk van het gerecht in gang
te steken. Iedereen weet hoe onaangenaam
het is een dwangbevel te ontvangen en hoe
lastig het is daarna dan nog de hulp van
iemand, die in dergelijke zaken meer bevoegd
is, te moeten inroepen om zijn recht te verde
digen.
M. Sobry. Het is nog moeilijker voor de
stad wanneer zij haar noodige inkomsten niet
ontvangt. Indien wij geen maatregelen nemen,
zal niemand meer willen betalen.
M. D'Huvettere. Er'kunnen geen intres
ten geëischt worden zoolang de schuldvorde
ring niet vastgesteld is, wanneer er dus
betwisting bestaat kan men in dit geval geen
intrest vragen. Anderzijds moeten de intres
ten volgen uit een gemeenschappelijke over
eenkomst der twee partijen, en hier vormen
wij maar een der betrokken partijen.
De Heer Bonnet komt de raadszaal binnen.
M. Leuridan. Dat is nog een argument
te meer tegen het gedane voorstel.
M. Sobry. Wat zegt gij dan van den
Staat en van de stad Antwerpen die derge-
ltjken intrest eischen
M. Leuridan. Het is ook waar dat de
betaling der voorlanden uitgesteld werd, en
d t de reden van dezen uitstel niet weggeno
men is zoolang de zaak niet grondig herzien
wordt.
M. Lemahieu. Ik kan mij niet .aanslui
ten bij de gezegden van de Heeren Missiaen
en Leuridan. De kwestie der voorlanden,
waarvoor er betwistingen zouden bestaan,
moet mogelijks nog voor den raad komen,
doch er zijn ook nog andere verachterde be
talingen. Als de schuld nu klaarblijkelijk be
wezen en erkend is, dan kan men toch wel
aannemen dat men, in geval van niet betaling,
daarvoor een intrest vi age.
M. Missiaen. Ja, voorde andere betalin
gen ben ik daarmee t'akkoord.
M. Sobry. Als men geen kapitaal ver
schuldigd is, dan moet men ook geen intres
ten betalen.
M. Missiaen. De menschen die de be
taling der voorlanden betwisten, kunnen dit
mogelijks ten onrechte doch gansch te goeder
trouw doen, zooals ten andere de stad zelf in
sommige gevallen te goeder trouw gemist is
in het eischen dezer taks. Voor die gevallen
ware het dus onrechtvaardig een intrest te
eischen.
M. Leuridan. Zou dit voorstel niet kun
nen gestemd worden met uitneming der taks
op de voorlanden
M. Lemahieu. Maar de personen, wier
schuld erkend is, die moeten betalen.
M. Delahaye In geval dit te moeilijk
zou zijn voor den raad, ware het niet moge
lijk alle betwistingen voor de commissie der
werken te brengen om ze door haar te laten
onderzoeken
M. Sobry. Wil de raad een commissie
met het onderzoek van die gevallen belasten,
mij is het goed. Ik stel dus voor het voorstel
te stemmen met dit voorbehoud dat er geen
intrest zal geëischt worden zoolang de schuld
vordering niet werkelijk bewezen is.
Stemmen ja de heeren Lemahieu, D'Hu-
vettere, Laton, Leuridan, Missiaen, Bonnet,
Coutelle, Vergracht, Vermeulen, Vandamme,