3
Als dit voorstel gedaan werd, scheen iedereen
ermede t'akkoord, gezien de zitting alsdan
werd opgeheven om aan de verschiilige par
tijen toe te laten dit grondig te onderzoeken.
De vlaamsche nationalisten hebben positie
gekozen en zekere voorwaarden gesteld. Er is
echter een groep die het voorstel niet aan
vaardt. Er is nog een meerderheid, maar
feitelijk is ze negatief en men is hier bezig aan
het stoppertje te spelen. Omdat er een wei
gert, wil de andere ook niet. Aan dezen die
gekozen werd uitsluitend met de stemmen van
zijn eigen partij is het onredelijk te vragen
vandaag den eed af te leggen, maar we zijn
nog steeds bereid in een drieledig schepen
college te treden. Het ware ons moeilijk met
de katholieke groep alleen samen te besturen,
omdat we dan nog steeds een minderheid
zouden zijn en later, door ons verschil van
meening, altijd gevaar zouden loopen de voor
stellen van het schepencollege door den raad
verworpen te zien. En we verklaren vooraf
dat de socialistische partij, in dit geval, geen
dag langer in het schepencóllege zou willen
blijven en, zoo ze door den raad zou afgekeurd
worden, niet zou willen doen zooals het
katholiek schepencollege dit drie jaar lang
heeft gedaan. De socialisten zouden alsdan
onmiddellijk hun ontslag van schepenen
indienen. De heer Leuridan zegt terecht dat
de toestand van de stad bedenkelijk is. Gansch
de bevolking houdt er zich mede bezig, en
met reden. Thans zijn we half Mei en we
hebben nog geen begrooting. Deze moest
regelmatig tegen den in Januari goedgekeurd
geweest zijn, doch dit was onmogelijk tenge
volge der nieuwe wet op de gemeentelijke
fiscaliteit. Maar thans wordt het hoog tijd dat
de stad haar begrooting hebbe, want straks
zal het half jaar reeds verloopen zijn en moge
lijks zullen er reeds uitgaven gedaan zijn die
door de nieuwe meerderheid kunnen verwor
pen worden. Er kunnen ook inkomsten gedaan
geweest zijn die dezes goedkeuring niet meer
wegdragen. De toestand is heel ernstig, doch
wij hebben er geen schuld aan. De socialisten
blijven logisch, wij bieden ons aan om een
meerderheid te vormen. Tot nu toe is het nog
niet mogelijk geweest die meerderheid te vor- -
men, en daardoor is het als het bewijs geven,
aan dezen die de politiek verafschuwen, dat
het aan de politiek niet mogelijk is te besturen.
Door te weigeren de onmisbare meerderheid
te vormen doen ze gelooven dat het aan de
politieke partijen onmogelijk is te besturen.
Thans doen wij nogmaals beroep op allen die
eenig verantwoordelijkheidsgevoel in zich dra
gen, opdat ze nog gedurende een week alles
rijpelijk zouden overwegen en ons dan in de
naaste zitting hun besluit zouden kenbaar
maken.
M. Sobry. Er is akte genomen van de
weigering van de heeren Leuridan en Missiaen
hunnen eed af te leggen.
3. Autobusdienst Zillebeke Wervick (fran-
sche grens) over Yper.
M. Sobry. Er zijn twee personen die de
toelating vragen om tusschen Zillebeke- en
Wervick, al over Yper, een dagelijkschen
autobusdienst voor het vervoer van werk
lieden te mogen verzekeren. Een onderzoek
van voor en tegen werd ingesteld, doch er
zijn geen opmerkingen ingekomen. Ik denk
dus dat er geen bezwaar is een gunstig advies
op deze vraag uit te brengen.
Al de raadsleden stemmen ja.
4. Openbare Onderstand Jachtverpach-
ting Lastenkohier.
M. Sobry. De Commissie van Openbaren
Onderstand heelt ons haar beraadslaging van
2r April 11. overgemaakt, waarbij zij besluit,
mits goedkeuring van de hoogere overheid,
over te gaan tot de openbare verpachting,
voor een termijn van 9 jaren, van het jacht-
recht op hare eigendommen, gezien de huidige
pacht van het jachtrecht met 3i December
aanstaande een einde neemt, en daar op al de
pachters van meer dan 10 ha. land, aan wien
gevraagd werd of zij zelf de jacht wenschten,
er 34 neen geantwoord hebben tegen 24 ja en
twee niet hebben geantwoord. Om die rede
nen besluit de Openbare Onderstand het
jachtrecht opnieuw te verpachten zooals
vroeger, en vraagt zij de goedkeuring van het
lastenkohier.
De heer Voorzitter geeft hierop lezing van
de 22 artikelen die het lastenkohier bevat.
M. Leuridan. Mijnheer de Voorzitter,
denkt ge misschien dat wij de pachters zijn
M. Sobry. Wij zijn gevraagd geweest dit
lastenkohier goed te keuren, en 't is daarom
dat ik er lezing van geef opdat men de bepa
lingen ervan zou kennen.
M. Leuridan. Ik dacht dat gij u vergistet
en van meening waart dat wij liefhebbers van
dit jachtrecht zijn.
M. Delahaye. Verleden jaar heeft dit
zelfde lastenkohier hier een groote bespreking
uitgelokt. Iedereen van ons was van oordeel
dat de jacht aan den gebruiker van het land
zelf moest gegeven worden. Ik vraag mij af
waarom dit lastenkohier thans ongewijzigd
terugkomt.
M. Soete. De heer Missiaen, die thans
lid is der Commissie van Openbaren Onder
stand, zal zich daarover moeten verrechtvaar
digen. Er is reeds veel verbetering gekomen
sedert hij daar zetelt
M. Missiaen. Ik moet aan den heer Soete
zeggen dat ik in de Commissie van Openbaren
Onderstand tegen dit voorstel heb gestemd.
M. Soete. Ik weet het wel, 't is maar
daarvoor dat ik dit zegde.
M. Lemahieu. Iedereen weet dat ik dit
voorstel vroeger hevig bekampt heb, en niet
zonder reden. Tot in de jaren 1880, dus onge
veer 5o jaar geleden, ging alles goed. Toen
was de jacht aan den landgebruiker zelf, en
dat was het schoonste van al. Er waren drie
of vier pachters die zelf jaagden, andere lieten
op hun landen een jager toe. Maar dan was er
nooit meer dan een jager, die soms door een
wilddrager gevolgd was. Nadien echter werd
dit veranderd, de jacht moest verpacht wor
den. En sedertdien is het wild zoodanig ver
menigvuldigd dat er van die woekerdieren,
zooals ik ze met recht noem, echte kweeke
rijen ontstaan zijn op de landen. De landbou
wers ondergaan veel schade, niet alleen door
die woekerdieren die hun vruchten komen
afknagen, maar ook door jachtbewakers en
pensejagers die jaar uit jaar in op het land
loopen. Had een landbouwer een proces
moeten opmaken telkenmale hij door deze
laatsten in zijn belangen benadeeligd werd,
dan zou hij op een gansch jaar geen drie
dagen van het tribunaal zijn geweest. Ik
vraag mij af zoo het nu wel noodig is dat
de landbouwers daarmede nog 9 jaar lang
getergd worden op de landen die verpacht
zijn. Het is nu het oogenblik niet, nu we een
crisis doormaken die veel erger is dan som
migen wel denken, de vruchten nog langer
door het wild te laten afeten. Als dit zoo nog
een tijd moet voortgaan, dan zal de groote
helft der landen blijven leeg liggen. Het is
onlangs reeds gebeurd dat de Commissie van
Openbaren Onderstand zekere landen haar
toebehoorende niet heeft kunnen verpachten
bij gebrék aan liefhebbers. Nu een woord
over het referendum. Zoo ik wel ingelicht ben,
en ik heb alle reden te gelooven dat ik goed
ben ingelicht, is dit referendum alzoo .gedaan
geweest ieder landbouwer, die meer dan
10 ha. gebruikt, heeft een briefje ontvangen
waarop hij ja of neen moest antwoorden, ver
volgens onderteekenen en binnen de acht of
tien dagen aan het Bestuur van den Ope'n-
baren Onderstand terugzenden. Ik meen dat
dit alzoo niet had mogen gebeuren. Opdat
een referendum alle vereischte waarborgen
zou aanbieden, was het niet noodig de men-
schen te doen teekenen. Men moest de namen
niet kennen, of zooniet moet men logisch zijn
en de jacht geven aan dezen die ja geantwoord
hebben. Maar neen, in het lastenkohier werd
daarvan niet de minste rekening gehouden,
en weer is de jacht in groote loten verdeeld
opdat geen een landgebruiker dit zelf zou kun
nen pachten. Ik weet niet of degenen die neen
hebben geantwoord, niet beïnvloed zijn ge
weest door derde personen, bijvoorbeeld door
jagers die bij middel van beloften <jf zelfs
bedreigingen hen verplicht hebben de jacht te
weigeren. Ik weet niet of dit zoo gebeurd is,
maar moest het zoo zijn dan ware dit een
reden te meer om den uitslag van het referen
dum niet te aanvaarden. De beste manier is
de jacht te geven aan den gebruiker zelf van
het land en ze niet te verpachten. Moest er
later een wet komen die de openbare ver
pachting van het jachtrecht verplichtend
maakt, maar ik weet niet welke wet er thans
belet dit anders te doen, dan nog zou men de
verdeeling der loten zoodanig kunnen doen
dat iedereen ze kan pachten. Vermits de Com
missie van Openbaren Onderstand geen de
minste rekening houdt met de wenschen van
den raad, die hier om zeggens met eenparige
stemmen uitgedrukt werden, vind ik dat er
een leemte is in die Commissie. Ik moet
bekennen dat ik hier eenige schuld in heb, ik
moet mijn mea culpa slaan, want moest de
landbouw in de Commissie vertegenwoordigd
zijn, dan ook zou de stemming over de jacht
een gansch anderen uitslag gehad hebben en
zouden de landbouwbelangen ook op veel
andere punten wat beter verdedigd en beher-
tigd worden. Benevens de vroegere partijen
zijn thans de vrijzinnige socialisten en de
christen democraten erin vertegenwoordigd,
maar van landbouw is er geen spraak. In een
Commissie van O. O., die zooveel landgoede
ren bezit, zou een vertegenwoordiger van den
landbouw wel op zijn plaats zijn. Om die
redenen vraag ik dat de raadsleden eenparig
of zooniet toch met een groote meerderheid
zouden beslissen dit hier te stemmen,namelijk
dat de zaak naar den Openbaren Onderstand
zou terugkeeren om er het lastenkohier zoo te
regelen als de gemeenteraad het vroeger
reeds gevraagd heeft.
M. Missiaen. Al hetgeen de heer Lema
hieu daar komt te zeggen is hetgeen ik reeds
gezegd heb in den Openbaren Onderstand
zelf, en niettegenstaande den uitslag van het
referendum heb ik nog tegen het voorstel
gestemd. Doch ik ben er alleen op zes en
moet mij bij de beslissing der meerderheid
neerleggen. Ik ben volledig t'akkoord met
den heer Lemahieu en niettegenstaande het
voortaan mijn gewoonte niet meer is deel te
nemen aan de stemming over zaken die den
Openbaren Onderstand aanbelangen, zal ik
hier nogmaals tegen het voorstel stemmen.
M. Lemahieu. Ik vraag de terugzending
van het lastenkohier naar den Openbaren
Onderstand, want het zal niet gaan met alleen
maar tegen te stemmen. In dit geval zou de
bundel naar de bestendige deputatie gezonden
worden die het lasteakohier waarschijnlijk
zal goedkeuren. Als we de bundel echter
voor de vierde maal terugzenden, dan zal
men in de Commissie van Openbaren Onder
stand zien dat wij er volstrekt aanhouden het
lastenkohier te zien veranderen.
M. Leuridan. Er is zeker wel een
onnauwkeurigheid in de gezegden van den
heer Missiaen Ik ben overtuigd dat de man
van onze zijde, die in den Openbaren Onder
stand zetelt, ook tegen het voorstel gestemd
heeft.
M. Missiaen. We waren met twee.
M. Soete. Dan is het niet juist te zeggen
dat gij er alleen staat.
M. Missiaen. Ik wilde zeggen alleen als
socialist.
M. Leuridan. Ik vind het voorstel van
den heer Lemahieu billijker dan dat van den
heer Missiaen. Met neen te stemmen in blok
laten we enkel onze kwade humeur blijken en
daarmee is het al, terwijl we met de terug
zending onze troef in handen houden om .aan
het lastenkohier de gevraagde heilzame wijzi
gingen te doen brengen.
M. Vandamme. Ik steun het voorstel van
den heer Lemahieu, daar ik meen te weten