Gemeenteraad van Yper
4
Verslag der Zitting van 18 Mei 1931
De zitting wordt te 17 u. 10 geopend. Zijn
tegenwoordig de heeren Sobry, burgemees
ter voorzitter Missiaen, schepen Lemahieu,
d. d. schepen Leuridan, Bonnet, Coutelle,
Vandamme en Delahaye, raadsleden Ver
sailles, secretaris.
Afwezig: de heeren Declercq, D'Huvettere,
Laton, Soete, Capoen, Vergracht en Ver
meulen.
x. Proces verbaal der zitting van 18
Mei ig3t.
De heer Secretaris geeft lezing van dit
proces verbaal, dat zonder opmerkingen wordt
goedgekeurd.
2. Verkiezing en eedaflegging van twee
schepenen.
Er wordt seffens overgegaan tot de verkie
zing van een tweeden schepen. Deze geeft als
uitslag M. Lemahieu, 4 stemmen M. Leuri
dan, 3 stemmen 1 wit briefje.
M. Sobry. Daar M. Lemahieu de vol
strekte meerderheid van stemmen bekomen
heelt, is hij als schepen gekozen. M. Lema
hieu, zut gij bereid uwen eed af te leggen
M. Lemahieu. Ik zal nog liefst wachten
tot wanneer de 3" schepen zal gekozen zijn.
M. Sobry. Wij gaan over tot de verkie
zing van een derden schepen.
Deze geeft als uitslag: 4 stemmen op naam
van M. Delahaye tegen 3 aan M. Vermeulen
en 1 wit briefje.
M .Sobry. De heer Delahaye is gekozen.
Op verzoek van M. Sobry leggen de heeren
Lemihieu en Delahaye opvolgenlijk hunnen
eed al» schepen af.
De heer Soete is intusschen zijn plaats
komen innemen.
M Leuridan. Het is niet omdat gij nu,
proceduursgevvijze beschouwd, in orde zijt,
dat alles nu zoo vlot zal gaan. Hier hangt een
lijkgeur in de lucht. Deze raad verkeert in
ontbinding zooals hij te Brussel ook in ontbin
ding verkeert. Nadat de socialisten van hou
ding veranderd zijn, zijt gij, katholieken, de
tweeden om ook te veranderen. Waar is nu
uwen eed te volharden in uwe onihouding
M. Mist-iaen heelt r.u de keus te zitten als
een Christus tusschen twee moordenaars of
als een moordenaar tusschen twee Christussen,
mijn vooikeur gaat tot het laatste als een
moordenaar tusschen tvv^e Christussen. Door
hun laatste mai ceuver heoben de katholieken
willen beletten dat er drie socialisten schepen
werden. Ze hebben een klein kwaad vermeden
om in een nog grooter kwaad te ploeteren.
De zetels der liberalen blijven uit lafhartig
heid onbezet deze zetels, de onze, blijven
bezet, terloops verontschuldig ik M. Laton
die door handelszak?n belet is.
Nu bestaat het schepencollege uit den bur
gemeester, M. Missiaen en 2 katholieken, om
de socialistische meerderheid te vermijden. Ik
heet het gemis aan inzicht in stadszaken van
wege u, katholieken, gij hadt moeten laten
gebeuren. In 't korte zal het blijken, door de
houding die gij de liberalen en ons verplicht
aan te nemen, dat ons voorstel het eenig
ernstige was, namelijk de ontbinding, ons
collectief ontslag en het beroep op de stem
van het volk.
Misschien kan het nieuw schepencollege een
tijd houden door het capituleeren van de
socialisten of van het edel drietal. In uw geval
zou ik liever den moordenaar zijn dan den
Christus. Ofwel zult gij. M. Missiaen, de
katholieken bij den neus leiden, ofwel zullen
zij met u rammelen.Ik laat u de keus tusschen
beide en zal als derde persoon met leedver
maak toeschouwen.
Het is een onmogelijk werk, in dergelijke
onhoudbare omstandigheden.
Daarom vraag ik de katholieken nogmaals
de betere oplossing te aanvaarden, en met
dns gezamenlijk hun ontslag te geven. Het
ontslag van katholieken en nationalisten, die
samen over 10 zetels beschikken, dus de
meerderheid, zal als noodzakelijke oplossing
hebben verkiezingen nu, in ig3l, in plaats
van in 1932. Spiegelt u in wat te Brussel
gebeurt en hebt den moed uw ontslag te
geven.
M. Missiaen. Ik wil twee woorden ant
woorden aan M. Leuridan.
Ik dank hem eerst omdat hij geheel vriende
lijk tegenover de socialisten is geweest. De
uitslag der stemming bewijst dat er niet het
minste akkoord bestaat tusschen de socialisten
en de katholieken. Ik heb het ambt van sche
pen aanvaard omdat ik mijn deel verantwoor
delijkheid in het besturen der stad wilde
nemen. Ik zal positieve voorstellen doen
om de begrooting in evenwicht te brengen
worden deze verworpen dan zal ik er onmid
dellijk van onder trekken.
M. Leuridan. Gij hadt beter bij uw eerste
beslissing vaneen vier- of drieledig schepencol
lege gebleven in plaats van aan uwe ellendige
kazakdraaierij te doen. De openbare opinie
zal over die omkeering in uwe handelwijze
oordeelen.
M. Missiaen. Ik wil doen uitschijnen dat
de politiek der socialisten niet negatief maar
wel constructief is. Indien wij iets verwerpen,
willen wij toonen dat wij beter kunnen. Indien
een vierledig schepencollege niet is kunnen tot
stand komen, is het piet onze fout, maar wel
deze van de lafhertigheid der liberalen en van
u, die u achter de liberalen verduikt. Is de
meerderheid van den raad bereid haar ontslag
te geven, wij zijn het ook, wij vreezen de uit
spraak van het volk niet, wij vragen zelfs niet
beter. Ik moet u nochtans doen opmerken dat
er thans geen kiezerslijsten zijn en dat aldus
twee klassen aan de verkiezingen geen deel
zouden kunnen nemen ik vind daarin echter
geen bezwaar, maar wil het toch doen opmer
ken.
M. Leuridan Ik vergeef u niet dat gij
tracht de waarheid te verdoezelen. Wij hebben
van meet af onze voorwaarden gesteld. Gij
hebt de uwe vergeten. Wij zijn met de onze
konsekwent gebleven.
M. Lemahieu M. Leuridan komt te zeg
gen dat de houding der katholieken veranderd
is. Ik wil hem daarop antwoorden. Het sche
pencoliege gaf zijn ontslag om toe te laten dat
er een ander schepencollege zou kunnen ge
vormd worden. Ik heb niets tegen een vier
ledig schepencollege en gij weet dit, maar de
liberalen willen er geen deel aan nemen gij
M. Leuridan, werd verkozen en tot driemaal
toe gevraagd den eed af te leggen, gij weiger
de en zijt dus ontslaggever. Vandaag zijn wij
opnieuw gekomen om twee schepenen te ver
kiezen. Indien M. Leuridan verkozen werden
andermaal weigerde zijn eed af te leggen zou
hij het nogmaals een tweede en een derde
maal moeten gevraagd worden en zoo zou het
zelfde spel zich gedurig herhalen.
M. Leuridan. Wel neen, er zouden twee
socialisten verkozen gewet st zijn.
M. Missiaen Gij neemt ons toch voor
geen kiektns Zijn de nationalisten bereid
zulke dommigheden te doen, wij niet
M. Lemahieu. VI. Missiaen is nu sche
pen en weigert de openbare werken te aan
vaarden. De heer stadsingenieur heeft zijn
ontslag gegeven omdat hij aan den cuderdom
gekomen is om op pensioen gesteld te worden.
M. Declercq is dikwijls ziek hij is, zooals gij
weet, groot oorlogsinvalide, en is onlangs
nog op twee vingers van de dood geweest.
Terloops wil ik hier hulde brengen aan M.
Declercq die altijd veel goeden wil aan den
dag gelegd heeft nooit zal men iemand vin
den die zijn ambt met meer bekwaamheid zal
kunnen uitoefenen. In deze omstandigheden,
zonder schepen van openbare werken, zon
der stadsingenieur, is het onmogelijk een stad
te besturen. M. D'Huvettere is 80 jaar ouden
ook dikwijls onpasselijk zooals het vaandaag
het geval is het is de reden van zijn afwe
zigheid Wat nu de verkiezingen betreft
wij katholieken, zijn er niet oang van.
M. Leuridan. Neem een Dlad papier en
schrijf
M. Lemahieu. Het is niet genoeg ons ont
slag te geven, wij moeten ook weten indien de
plaatsvervangers daarmêe t' akkoord zijn.
Daarbij moest het gebeuren dat een partij, b.
v. de liberalen, haar ontslag niet geeft, dan
zou er moeten verkiezing zijn voor dertien
zetels en alzoo zouden de liberalen mogelijks
vier zetels kunnen bekomen. Ziet gij de ge
volgen
Daarenboven zou het twee maanden duren
vooraleer de verkiezingen zouden kunnen
plaats grijpen, en de bestendige deputatie
heeft dan nog twee maanden tijd om de
stemming goed te keuren. Hoe zal de stad in
tusschen bestuurd worden De verkiezing
zou aan de stad i5.ooo fr. kosten. Is het de
moeite waard die som weg te smijten Er is
in deze vergadering dikwijls gezegd geweest
dat de stadskas den dieperik inging en in een
grooten waterput verzonk. En nu dat de
plaats van schepen open was zagen wij nie
mand in dien put springen. De stadsfinanciën
zijn nochtans gemakkelijk te redden, er is al
leen wat goeden wil vanwege den gemeen
teraad vereischt. Daarom zijn de katho
lieken niet bang hun verantwoordelijkheid te
nemen. Er bestaat een tekort van 160.000 fr.
dat voorkomt van de nieuwe wet op de ge
meentelijke fiscaliteit. De katholieken willen
dit tekort, op een billijke wijze, door alle
lastenbetalers van den Staat dus door geen
werkmenschen doen betalen, met de op
centiemen te verhoogen. Wij zijn niet benauwd
onze verantwoordelijkheid in het bestuur van
de stad te nemen. Na den val van het sche
pencollege, dien ik geneigd ben een politieke
klucht te noemen, ware het niet dat die uit
drukking niet betaamt in zoo een voorname
en deftige vergadeting als de gemeenteraad
van Yper, pakken wij terug het bestuur aan
en zullen ons best doen om, niettegenstaande
alle-dwarsdrijverijen, de siad goed te besturen.
M. Leuridan. Noch de uiteenzetting van
M. Missiaen noch deze van M. Lemahieu kan
den toestand redden. De kunstmatige meer
derheid, die uit de schepencrisis tot stand
gekomen is, is te disparaat, ten ware de
socialisten afstand deden van de princiepen
die hun dierbaar zijn, om bijeen te blijven.
Het bijeenhouden van de conservatieve, demo
cratische katholieken met de socialisten kan
op het glibberige pad van het belastingswezen
geen 48 uren duren, tenware de eenen of de
andere hun princiepen verloochenen. Om dat
te vermijden, om geen tweede uitgaaf te heb
ben van het tooneel dat we komen te beleven,
smeeken wij U onmiddellijk klaar schip te
maken. Het is niet omwille van de minieme
uitgaaf van i5 000 frank, die de heer Lema
hieu zoo demagogisch uitspiegelt, dat gij hoeft
te vreezen. Deze i5.ooo fr. waren een goed
geplaceerd sommetje, zoo ze een gezonde
bestuursverhouding konden doen tor t-tand
komen. Het is nooit te veel om voor een ge
zonden toestand te scheppen beroep te doen
op den wil van het volk. Geeft daarom uw
gezamenlijk ontslag om nieuwe verkiezingen
te houden. De korte pijn van deze operatie
ware beter dan de lange.
M. Lemahieu. Daarom moeten wij eerst
weten ot eenieder zijn ontslag zal willen
geven. Indien de liberalen blijven zullen er
alleen i3 leden te verkiezen zijn en zullen de
liberalen alzoo twee zetels winnen.
M. Leuridan. Het is slechts een bloote
bevestiging dat de liberalen geen ontslag zul
len nemen.
M. Sobry. De twee schepenen zijn regel
matig gestemd geweest en daarmede moet de
schepencrisis als afgeloopen aanzien worden.
Het is onnoodig nog meer tweedracht te zoe
ken. Hier moeten geen pariijwerken gedaan
worden maar wel stadszaken. Laat ons samen
ons best doen om de stad goed te besturen.
M. Soete verlaat de raadszaal.
3. Stads eigendommen Verpachting van
een eiland.
M. Sobry. Wtj hebben van een liefheb
ber van het lijnvisschen een vraag ontvangen
om het eiland bij de Rijsselpoort te pachten,
maar wtj hebben aan den pachter van het
eiland, ten Noorden der Majoorgracht, ook
het roeirecht op de Majoorgracht verpacht
en ik vrees dat, indien wij nu van op de andere
eilanden laten visschen, de liefhebbers door de
roeiers zullen gestoord worden. Anderzijds is
de pachter van het Noord eiland bereid
denzelfden prijs te betalen voor het maaigras
van dit eiland, mits de toelating te visschen
en te mogen laten visschen. Wij zijn voor het
roeirecht tegenover den pachter van het eiland
ten Noorden der Majoorgracht tot in ig36
verbonden. Het ware misschien in het belang
van de liefhebbers, om alle twisten te vermij
den, de twee eilanden aan denzelfden pachter
te verhuren.
De heeren Vermeulen en Vergracht zijn
intusschen de raadszaal binnengekomen.
M. Lemahieu. Ik heb daar niets tegen.
Het is in het voordeel van de stad dat die
eilanden zouden verpacht worden, maar ik
ken een derde persoon die misschien het
middeneiland zou pachten. Daarom ware het
misschien beter de zaak uit te stellen. De
heer Seghers die nu het tweede eiland wil
pachten, zal dan mogelijks ook het derde
willen huren en zoo zouden de drie eilanden
aan denzelfden pachter zijn.
M. Sobry. In die voorwaarden wil ik er
mij niet tegen verzetten de zaak uit te stellen,
maar ik was van dat aanbod onwetend.
M. Vandamme. Ware het dan niet beter
een openbare verpachting te houden.
M. Sobry. Dat is niet mogelijk, omdat
wij verbonden zijn jegens den pachter van het
roeirecht.
M. Vandamme. Er is hier natuurlijk geen
kwestie van personen, maar volgens de brie
ven meen ik te verstaan als zou de pachter van
het eerste eiland een zeker voorrecht hebben
en zou de stad hem vragen zie, er is iemand