dank aan haar drie goede chéfs, maar ook door de eendracht, de broederlijkheid en de genegenheid die onder de leden heerscht. Hij dankte ook hartelijk al de muzikanten voor hunnen voorbeeldigen ijver en hun stipt volgen der herhalingen. Gedurende dé 52 weken va» het jaar qn tweemaal per week vervolgde de Heer Gruwez, zijn er van de 55 pupiters altijd minstens 5o bezet, en zij die ontbreken zijn dan nog wegens wettige rede nen belet. Hartelijk dank voor het groot ge noegen dat gij mij aandoet. En gij, Chef, gelief die bloemen uit de handen vatt onzen bengel te aanvaarden als blijk onzer liefde en genegenheid Deze hartelijke woorden werden warm toe gejuicht, terwijl de Benjamin der Harmonie, de 14 jarige Ossieur Maurice, een mooien ruiker van geurige rozen aan den chef over handigde. De Heer Lionel Blomme was door dien huldeblijk zichtbaar aangedaan en, veel mooier dan met de schoonste woorden, wist hij <ie kloppingen van zijn fijngevoelige kunstenaarsziel met een subliem gebaar te vertolken. Hij rukte de schoonste rozen uit den Lloemtuil los, kuste ze en wierp ze ver- vólgei,s aan zijn muzikanten toe, als wilde hij de eer hem aangedaan aan zijn beminde en verkleefde mannen overzetten. Bravo chef, voor dit vei heven gebaar dat uw dankbare muzikanten in de hoogste mate heelt getroffen en dat door al de omstaanders ten zeerste werd gewaardeerd. De toejuichingen verdub belden en dit mooi concert, deze heerlijke betooging van wederzijdsche vriendschap waarbij de eeoen alle verdiensten en alle etr aan de anderen toeschrijven, werd met een dreunend Tuyndagiied besloten. De Vla^inhuldiging Zondag morgen, om 11 u., trok de Har monie, vergezeld van het Bestuur en een groot getal vrienden, naar de mime en schoon versierde Lapiere's zaal, in de Hond- straat, waar de overhandiging en inhuldiging van het nieuw vaandel der Harmonie plaats had. De Heer Armand Donck, eerevoorzitter der maatschappij, overhandigde de schoone nieuwe vlag, een groot driekleurig vaandel met het opschrift Harmonie Ypriana, Yper» en in 't midden het fraai geborduurd wapen der stad, een fijn gewrocht van het huis Demeere van Yper, aan den Heer Aimé Gruwez, voorzitter, en sprak volgende rede uit Achtbare Heer Voorzitter Mijne Heer en, Het is onder den indruk der gevoelens van wettige fierheid en innige vreugde dat ik aan de Harmonie Ypriana een vaandel schenk. Ik ben waarlijk fier Eere Voorzitter te wezen van een kring die een voorbeeld is van maatschappelijk leven. Ypriana is een ver broedering van burgei s uit alle standen en van verschitlige gedachten, die malkaar prijzen geen verschd, geen geschil, de kunst alleen onderscheidt. Het is met een diep genoegen van vreugde dat ik Eere-Voorzitter ben van eenen kring die, strevend naar hooger 1 ven, van jaar .tot jaar grooter ziet en hooger »u;gt. Mijne Heer en, -» Een vaandel is een Zinnebeeld. Het moet verbeelden, zeggen wat gij zijl en van waar gij zijt. Ik geloof wel dat dit vaandel in zijne eenvoudige, maar grootsche uitdrukking, spreekt zooals het moet. Op het driekleurig veld van ons dierbaar vade/land staat kloek het wapen onzer oude, zoo dikwijls vernielde, maar altijd herlevende stad. Boven het opschrift Harmonie Ypriana» prijkt op den staf, de Lier, die zegt dat wij de muziekkunst hoog houden. Waarde Heer Voorzitter, Ik reik u dit vaandel over in weerdiger handen kan ik ons Zinnebeeld niet geven, uw verleden staat borg voor de toekomst. Mochtet gij het lange jaren in bewaring blijven houden en het maar altijd voorts zien verrijken met eervolle meldingen. En gij, Waarde Vrienden, bestuurders en leden van ons muziek, blijft geschoord als broeders onder de plooien van het vaandel, volgt het, in vreugde en in rouw, steeds op den weg der eer en der lauweren De Heer Aimé Gruwez nam vervolgens het woord en hield nagenoeg de volgende aan spraak Geachte Eere Voorzitter, Mijne Heer en, a Het is mij een aangenamen plicht den Heer Armand Donck, onzen gevierden eere voorzitter, van ganscher harte te bedanken voor de schoone gift van dit prachtig vaandel dat hij» aan onze geliefde Harmonie doet. Ik ben waarlijk verheugd en gelukkig dat een zoo verdienstelijk man als de Heer Armand Donck aan het hoofd staat onzer bloeiende Harmonie, die met hem ongetwijfeld geroe pen is om no^ grooter en bloeiender te wor den. Door zijn nederigheid en vriendschap, door zijn minzaamheid en dienstvaardigheid is onze geachte eere-voorzitter een der sym pathiekste figuren van Yper en van gansch het arrondissement. Hij is altijd gereed om hulp en bijstand te verleenen en nooit doet men vruchteloos beroep op hem voor gelijk wien of gelijk wat, doch vooral voor de Har monie Ypriana, die hij steeds zijne groote voorliefde betoond heeft. Ik houd er ook aan van deze gelegenheid gebruik te maken om al de spelende leden der Harmonie te bedanken voor den ijver en den vlijt die zij onophoudend aan den dag leggen om aan het bestuur aangenaam te zijn en om hunne maatschappij in aarzien en in schoon heid te doen groeien. Ik bedank ook al de stichters van Ypriana en in 't bijzonder de zeven stichters die sedert tien jaren nog altijd in de rangen staan. Ik breng eveneens een er kentelijke en dankbare hulde aan onze dierbare afgestorvenen, wien het geluk niet gegeven is onze vreugde van heden te deelen Ik bedank zelfs degenen die vroeger lid zijn geweest der Harmonie en voor d'eene of d'andere reden geen deel meer maken dezer schoone maat schappij, en 'k verhoop dat zij thans er nog fier op gaan lid te zijn geweest van V priana zooals wij ook nu nog ons fier en gelukkig achten hen in ons midden géhad te heoben. Het doel dat de stichters van Ypriana zich gesteld hebben was de beoefening der kunst en het welzijn van stad, en dat is nu nog steeds het doel van de tegenwoordige Ypria- nisten. Ten opzichte der kunst, is het de Har monie die, na den oorlog, weer de muzikale gevoelens bij de bevolking heelt doen herleven. Sedert meer dan tien jaren zijn zij menigvuldig de diensten door Ypriana aan de stad bewe zen, en het is ontegensprekelijk dat de Har monie voor een groot deel het hare heeft bij gebracht in hetherwordenonzergeliefde stad. Dit schoon geschenk, die prachtige drie kleur versierd met het wapen van Yper, is een belooning die terecht aan de Harmonie Ypriana toekomt en alswanneer,binnen enkele oogenblikken, onze driekleur voor de eerste maal in de straten der stad en boven de hoof den onzer muzikanten zal wapperen, zal dit nogmaals bewijzen dat er in onze rangen, zoowel nu als in 't verleden en in de toekomst, eerlijke katholieken, eerlijke liberalen, eerlijke socialisten en eerlijke christen democraten zijn, allen vlamingen, ja, maar Belgen vooruit en vooral. Deze schoone vlag waarover ik fier ga, dit zinnebeeld onzer maatschappij, dat men aan mijne zorgen wel wil toevertrouwen, zal ik steeds in eere bewaren en ik wensch, om t'eindigen, dat wij onzen achtbaren eere voorzitter nog lange jaren aan het hoofd van Ypriana zouden mogen zien Deze hartelijke woorden werden meermalen met luidiuchtig-handgeklap begroet en, nadat de eerewijn werd aangebo ien, verliet men opgeruimd de zaal om een uitstapje door de straten der stad'te doen en de schoone nieuwe vlag eens door de bevolking te laten bewon deren. Een warme zon oegroette de intrede van den Zomer en zond mildelijk hare deugd doende saaien alsof zij eveneens van het feest wilde zijn. Aan de woning van den Heer Armand Donck eere voorzitter, werd een serenade gebracht en aan Mevrouw Donck werd, namens de maatschappij, een prachtigen bloemtuil aangeboden. Dezelfde hulde werd daarna gebracht aan den verdienstelijken medestichter en bestuurlid, Heer Maurice Bagein, en vei volgens trok men gezamenlijk, en onder het spelen der meest opwekkende stapmarschen, naar het Hotel Skindies, waar een goed gedekte tafel de feestvierenden wachtte. Het Banket Een overvloedig en welgeordend banket vereenigde broederlijk, om 1 uur, al de leden der maatschappij Ypriana met haar uitgenoo digden, in 't geheel een honderdtal personen. Aan de eeretafel hadden plaats genomen M. M. Armand Donck, eerevoorzitter, Aimé Gruwez, voorzitter, Arthur Weckesser, onder voorzitter en Lionel Blomme, bestuurder der Harmonie Norbert D'Huvettere, voorzitter der symphonie Maurice Vergracht, comman dant, Dr Dochy, luitenant, Ernest Seys, onder luitenant en Gustave Delahaye, adjudant van ons stedelijk'brandweerkorps Pierre Vanden- braambussche, politiecommissarisRemi Bou quet, Joseph Seys, Maurice Bagein, Georges Versailles en nog andere bestuurleden der afdeelingen Harmonie en Symphonie. Dat allen zich de smakelijke en welbereide spijzen alsmede de fijne dranken lieten beval len, hoelt niet gezegd te worden. De warmte van de temperatuur, gevoegd bij de warmte door het banket zelf meegedeeld, deed de grootste levendighèid heerschen tot aan het einde van het banket. De vreugde, de geest drift en ook... de glazen liepen over. Het was een echt vriendenmaal, zoo innerlijk en zoo gezellig, zooals men er hier te Yper nog maar weinig heeft gezien. Tusschen de gerechten lieten eenige jonge maar goede elementen der Harmonie hun talent hooren. Zoo gaf ons de jonge Ossieur Maurice een «Sonate» voor hobo van Lceillet, M. Fernand Coffyn speelde een Fantaisie voor fluit van De Meerseman en M. Pickel Julien een Air varié voor klarinet. Ver volgens gaven de Heeren Coffyn André en Ossieur Maurice een duo voor fluit en hobo, en de Heeren Vandenbroecke Charles en Neyrinck Roger een Air varié voor 2 kla rinetten. Deze jonge artisteo behaalden allen een hartelijken en welverdienden bijval als mede Mevr. Vandenbroecke en Juffr. Sauvage die de uitvoering dezer stukken zoo voor treffelijk op het klavier begeleid hadden. Aan het uur der toasten was het de Heer Armand Donck die den eersten heildronk als volgt instelde Heer Commandant Vergracht, Heeren Luitenanten van het Pompierskorps, Y Heeren Voorzitters en Ondervoorzitters van de Harmonie en Symphonie, Eereleden en Werkende Leden, Ik aanzie het als een plicht deze omstan digheid te baat te nemen om u te bedanken voor al hetgeen gij gedaan hebt voor onzen Kring Ypriana. Het is waarlijk aangenaam voor mij Eere voorzitter te wezen van een Kring die mij zooveel voldoening geeft. Vooral dank ik den Heer Commandant Vergracht voor al de diensten die hij ons be wijst in alle lijden en in' elke omstandigheid. Mijn innigsten dank ook aan mijnen dierbaren Voorzitter, Mijnheer Gruwez, die zich gansch het jaar door opoffert voor zijne Maatschap pij, de Harmonie Ypriana. Hij is een der bekwaamste inrichters voor feesten en uitstap jes te regelen en op touw te zetten. Hij is in een woord de ziel van onze schoone Maat schappij, met de medewerking van onzen sympathieken Ondervoorzitter, Mijnheer Weckesser, dank aan wien wij heden zoo gezellig vergaderd zijn, en van onzen chef, Mijnheer 31omme, die zich geheel toewijdt tot de volmaking en den bloei van ons muziek korps. Mijn besten dank ook aan den Heer D'Huvettere, voorzitter van de Symphonie, die zij 1 -:uziekkring heeft doen heropbloeien met de hulp van zijn bestuurder, Mijnheer Van Egroo, die in alle omstandigheden zijne kostbare medeweiking te onzer beschikking stelt. Ik druk hier den wensch uit, voort durend en nog lange jaren, hand in hand met al onze vrienden de werkende leden van de twee Maatschappijen, nog altijd krachtiger te worden. Ik drink op den voorspoed en den bloei van Ypriana. Daarna stond de Heer Michel Bories, medestichter en lid der Harmonie, recht om in naam van al de leden het Bestuur van 'Ypriana te bedanken. Zijn diepgevoelde aan spraak miek diepen indruk en werd door een oorverdoovend applaus begroet. Schooner hulde kunnen wij aan de verdienstelijke be stuurleden van de Harmonie Ypriana niet brengen dan hier die prachtrede van den Heer Bories in haar geheel te iaten volgen Mijne Heeren, Toen we na vier jaren ongelukken, door oorlog en ballingschap bijgebracht, naar onze lieve stad terugkwamen, stonden we neerge slagen en met een bloedend hart vóór een puinhoop. Al wat ons lief en duurbaar was haardstede, bestaan, maatschappelijk- en kunstleven, 't lag al vermoord en versmoord in een aschhoop, en we vroegen ons af of we nog ooit ons Yper, dat juweel van België, dat kleine Brussel, zouden weder zien. De oude stad was nog eens vernield, en moest herleven. De Yperlingen, welke de gravin Margareta hare kinders noemde uit reden van hur.ne vurige en werkelijke liefde voor Vorst en Land, sloegen de handen samen en met de liefde en den moed van kinders, herbouwden zij hunne moederstad

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 2