Vande Lanoitte's koffies
zijn de beste
Prijsopgave van gekochte goederen
4
Bouwen van Goedkoope Woningen
Overtreding der Wet op het Zegel
1
Vrijstelling van taxes
De heer volksvertegenwoordiger Van Op
denbosch stelde onlangs de vraag aan den
heer Minister van Financiën waarom de
bestuurders der registratie sedert enkele weken
weigeren de factuur- en andere taxes terug te
betalen aan de bouwers van goedkoope wonin
gen met premie, en vroeg om te weten ot de
terugbetalingen van die taxes voortaan ge
schorst werden en om welke bijzondere reden.
Hierop gat de heer Minister het volgend
antwoord De redenen welke de bestuurders
der registratie en domeinen ertoe kunnen
brengen de terugbetaling niet te veroorloven
van de taxe toegepast of facturen betrekkelijk
aannemingen voor den opbouw van woningen
voor rekening van personen die de door de
regeering verleende aanmoedigingspremie be
komen hebben dienen enkel gezocht te wor
den in de omstandigheden eigen aan iedere
zaak.
Er bestaan geen onderrichtingen die voor
geschreven hebben deze terugbetalingen te
schorsen ofte weigeren, doch er hoeft opge
merkt dat de vrijstelling waarvan gewag in
artikel 64 van hel Wetboek der met het zegel
gelijkgestelde taxes niet toepasselijk is op de
overdrachtstaxe, noch op de taxe van 2 p. d.
en dat, dientengevolge, de eene of de andeie
dier taxes, waarmede zouden bekleed zijn de
fac'uien betrekking hebbende op aankoopen
van bouwstoffen, nooit kan teruggegeven
worden.
Door wie is de boete verschuldigd
De heer Volksvertegenwoordiger Claes stel
de daarover de volgende vraag aan den heer
Minister
Een ambtenaar van een naamlooze vennoot
schap, gevolmachtigde, dienstoverste, aange
stelde btj eenigen dienst, of een eenvoudige
klerk handelende voor rekening van de naam
looze vennootschap kan persoonlijk en gelde
lijk verantwoordelijk gesteld worden tegen
over het belastingsbeheer
i° Voor onvrijwillige fouten of nalatig
heden door hem begaan ia de uitoefening van
zijn ambt, voor wat betreft de toepassing der
belastingwet op de overdrachtstaxe en het
plakken van zegels op de facturen, op de
verhandelbare ot handelseffecten, de checks,
de kwijtbrieven, enz.
2° Voor bedrog wetens en willens door hem
gepleegd in de uitoefening van zijn ambt,
maar op mondeling of sulzwijgend bevel of
volgens mondelinge of stilzwijgende onder
richtingen van het bestuur of het beheer
waaraan hij door ondergeschiktheid verbon
den is, voor wat betreft de toepassing van de
belastingwet op de overdrachtstaxe, en het
plakken van zegels op de facturen, op de
verhandelbare of handelseffecten, de checks,
de kwijtbrieven, enz.
Deze vraag bedoelt voornamelijk de boeten
voorzien door de belastingwet die, in som
mige gevallen, al de onderteekenaars treffen
van een geschrift en al degenen die hun mede
werking verleend hebben om de documenten
die onder de toepassing van de belastingwet
vallen, op te stellen, te verhandelen of te
behandelen.
Welke straffen zouden desvoorkomend toe
gepast worden
Antwoord van den heer Minister van Finan
ciën Het achtbaar lid wenscht te weten
of de strafbepalingen coor de wetten op het
zegel en met het zegel gelijkgestelde taxes
opgelegd wegens overtreding dezer wetten,
vastgesteld ten laste eener naamlooze ven
nootschap, die aan een tegenover haar ver
antwoordelijken bediende met dienstverhu-
ringscontract de opdracht gaf deze wettelijke
bepalingen toe te passen, of die strafbepalin
gen, dus, rechtstreeks op dien persoon mogen
toegepast worden, 't zij de onregelmatigheid
voortvloeit uit een onvrijwillige nalatigheid
van den bediende, 't zij deze wetens en willens
door hem bedreven werd, doch in uitvoering
van onderrichtingen die hij ontving van zijn
overste.
Om deze vraag te beantwoorden moet men
den tekst der bedoelde strafbepaling nagaan.
Aldus, in zaken van overdrachtstaxe, is de
boete, opgelegd bij artikel 42 van het weiboek
der met het zegel gelijkgestelde taxes voor
elke overtreding zegge tienmaal het ont
doken of te laat betaalde recht, met minimum
van 25 frank - solidair verschuldigd door al
de personen die deelnamen in de overeen
komst. Deze tekst sluit dus voor het beheer
de mogelijkheid uit zich rechtstreeks tot den
bediende te wenden.
Zoo ook, voor de factuurtaxe, stelt artikel
72 van dit Wetboek (waarbij eene boete van
twintigmaal de ontdoken taxe, met 100 frank
minimum, opgelegd wordt aan den geadres
seerde of aan den schuldeischer, of solidair
aan den schuldeischer en den schuldenaar,
volgens het geval) het beheer niet in staat op
te treden ten laste van den bediende.
Voor de handelseffecten en wissels valt de
boete wegens niettoepassing van het zegel
twintigmaal de ontdoken rechten, met 100
frank minimum persoonlijk en zonder ver
haal op alwie, hoe dan ook, hun handteeken
hebben gezet op den titel zonder het ver-
eischte zegel (zie artikel 42 der wet van
25 Maart 1891, artikels l5 en 32 der wet van
2 Januari 1926, artikel 3o der wet van 28
Augustus 1921 en artikel 5 der wet van 24 Oc
tober 1919). Luidens deze bepaling is de
onderteekenaar van het stuk persoonlijk de
bóete verschuldigd, zelfs indien deze onder
teekenaar slechts handelde als aangestelde
van den persoon betrokken bij het effect of
den wissel. Dezelfde boete is verschuldigd
door eiken wisselagent of makelaar, die deze
effecten helpt verhandelen (zie artikel 42 der
wet van 25 Maart 1891 en artikel 32 der wet
van 2 Januari 1926). Zij kan dus niet geëischt
worden van den bediende van dien wissel
agent of makelaar. Ten slotte, betreffende de
zelfde titels, legt artikel 43 der wet van 25
Maart 1891 eene boete van bovenstaande
bedrag op aan eiken persoon, elke maat
schappij of openbare inrichting die deze effec
ten innen of laten innen voor eigen of voor
vreemde rekening. Krachtens deze bepaling
kan de bediende, die het effect geïnd heeft,
vervolgd worden tot betaling der boete.
Wat de kwijtschriften op ongezegeld of
niet voldoende gezegeld papier betreft, legt
artikel 3 der wet van 24 October 1919 een
boete op van,twintigmaal het ontdoken recht,
met minimum van 100 frank, ten laste van
l° Eiken persoon die ontvangstbewijs, ont
lasting of kwijting gaf
2° Eiken persoon die bovenstaand stuk
aanvaardde
3° Eiken persoon die bovenstaande stuk
geïnd of ter inning aanvaard heeft.
Hetzelfde artikel zegt dat de meesters of
lastgevers solidair gehouden zijn voor de boe
ten opgeloopen door de aangestelde».
Volgens deze beschikking is liet dus de per
soon zelf die het 011 vangstbewijs gaf, aan
vaardde, inde, of ter inning aanvaardde die
mag vervolgd worden met dien verstande
echter dat de patroon kan solidair verant
woordelijk gesteld worden.
Het is wel verstaan dat dit antwoord niet
geldt voor den bediende, in gebreke tegen
over zijn patroon, noch voor het verhaal dat
de Staat krachtens artikel i384, 3° lid, van
het Burgerlijk Wetboek zou kunnen inspan
nen tegen den patroon, wegens de boeten,
verschuldigd door zijn bediende.
Vraag van den heer volksvertegenwoordiger
Van Hoeck, aan den heer Minister van Finan
ciën.
Talrijk zijn dezen die van het beheer der
registratie en domeinen berichten ontvangen
d^t zij aangeslagen zijn om de som van... frank
te betalen voor rechten en deze van frank
voor boete opvorderbaar wegens meerder-
waarde bestatigd op aankoop van een perceel
grond of van ontvangst van goederen, voor
werp eener gift ofjfeeling, enz.
Mag ik den achtbaren heer minister vragen
wie die meerderwaarde bestatigt en vaststelt
En op welke gegevens
Mag ik hem vragen waarom een boete
wordt opgelegd Ik ken tal gevallen waarbij
van eenvoudige werkmenschen bijvoeglijke
rechten en boeten worden gevraagd, dan wan
neer de belanghebbenden den juisten prijs,
die van hen werd gevraagd, en die na schat
ting een redelijke prijs werd geacht, hadden
betaald.
De verkoop en aankoop geschiedde dus
regelmatig eu werd geakteerd door den
notaris.
Waarom moeten de belanghebbenden, die
ik bedoel, door eene boete gestraft worden
Hoe geschiedt het onderzoek, wanneer de
belanghebbenden zich wenden tot den heer
minister opdat bewezen worde dat er werke
lijk meerderwaarde bestaat en wanneer zij, te
eerlijken trouw, den heer minister verzoeken
om een nieuw onderzoek om daardoor gebeur
lijk van de bijvoeglijke rechten en boeten ont
slagen te kunnen worden
Antwoord De in voormelde vraag bedoel
de telageschattingen worden opgenomen door
de aangestelden van het beheer der registratie,
wanneer de prijs of de beraming uitgedrukt in
eene verkoopakte lager is dan de veilbare
waarde van het goed die waarde wordt vast
gesteld, ten tijde der vervreemding, bij ver
gelijking met de naburige gronden van zelfden
aard.
De belastingsplichtige, die niet begeert zich
aan te siuuen Dij de beoordeeling van den
ontvanger, heeft het recht het geschil te onder
werpen aan het middenbeheer, en, in dit ge
val, inditn een akkoord niet tot stand komt,
staat het hem alujü vrij de rechtspleging tot
scnatung te verdedigen, welke door het be
heer mag ingeleid worden krachtens artikel 18
der wet van 22 inmaire jaar VII.
Zonder onderscheid legt de wet eene boete
op gelijk aan uc verschuldigde bijrechten,
wanneer de ongenoegzaamheid den prijs of de
beraming uitgeurukt 111 ue akte, met minstens
een acncste overschrijdt, bovendien, in deze
onderstelling, vallen de kosten der rechtsple
ging tojt schatting ten laste van den belasting
plichtige. Doch de kwijtschelding of de ver
mindering der boete kan verleend worden
door den minister van financiën, gebruikma
kende van zijn genaderecht, de omstandig
heden van iedere zaak in aanmerking geno
men.
De boete wordt verbeurd, alhoewel de be
trokkene een deel van den prijs niet zou ver
doken hebben, hetgeen uitgelegd wordt door
het feit dat het op hem berust de veilbare
waarde van het overgedragen goed aan te
geven, indien ze den bedongen prijs over
schrijdt.
in leite evenwel, is de bedreiging der boete
meer een voorbehoedende als een werkelijke
maatregel. Inderdaad, telkenmale er reden
bestaat te gelooven dat de prijs oprecht is,
verleent het beheer, in regel, kwijtschelding
der verbeurde boete, onder dit voorbehoud
dat gemeld beheerde betaling oplegt van eene
som overeenkomend met het nadeel door de
schatkist geleden ingevolge de laattijdige
storting van een deel der belasting.