"DE KEIZER", Statiestraat, Yper.
BAISSE SENSIBLE
Merkelijke AFSLAG
Nous vendons nos produits
au prix du jour
sur tous nos VÊTEMENTS.
Wij verkoopen onze producten
aan den prijs van den dag
op alle KLEEDINGSTUKKEN.
De uil en 12 heures
erbij laten geworden. Deze rekening wordt
ter inzage der raadsleden op het bureel neer
gelegd en zal tijdens een volgende zitting be
sproken worden.
g. Nijverheidsschool Begrooting voor
het jaar tg32.
Deze begrooting sluit met een som van
67.162 fr. 29 in ontvangsten en uitgaven, waar
van er 12.657 fr. ten laste komen der stad.
Eenparig goedgekeurd
10. a) Gemeentelijke huishoudschool.
Begrooting voor het jaar iq32.
De begrooting voor 1932 bedraagt 21.346fr.
in ontvangsten en uitgaven. Daarin verleent
de stad een hulpgeld van 4.269 fr. 20.
M. Lemahieu. Hoeveel bedraagt de toe
lage van Staat en provincie
MSobry. Als toelage van den Staat
wordt er een som van 10.272 fr. voorzien en
van de provincie 6.804 6"- 80.
M. Lemahieu. Zijt gij wel verzekerd die
toelagen te bekomen
M .Sobry. Neen, wij zijn daarvan natuur
lijk niet verzekerd. In ig3o hebben we voor
die school 18 246 fr. ontvangen van Staat en
provincie terwijl we slechts 17.000 fr. voor
zien hadden. Maar in ig3i werd er tot op he
den nog maar 2018 fr. ontvangen. Ze zijn veel
ten achter in het uitbetalen der toelagen voor
onze huishoudschool en, zooals we straks zul
len zien, voor het leerwerkhuis nog veel meer.
We hopen dat wij de toelagen voor de huis
houdschool in 't kort zullen ontvangen, en ik
denk dat er thans geen reden bestaat om de
begrooting niet te stemmen, te meer dat de
verslagen van het toezicht dier school zeer
voldoende zijn.
De heer voorzitter geeft hierop lezing van
het jaarverslag over die school.
De voorgestelde begrooticg wordt vervol
gens eenparig goedgekeurd.
b) Gemeentelijk Leerwerkhuis Begrooting
voor het jaar iq32.
De begrooting voor het leerwerkhuis sluit
met de som van 54.389 fr. 60 in ontvangsten
en uitgaven.
M. Sobry. In ig3o werd er in de begroo
ting een toelage van Staat en provincie van
44.184 fr. voorzien. Hierop hebben we 18.000
fr. ontvangen van den Staat en niets van de
provincie. De begrooting voor 1931 voorzag
44.191 fr. als toelagen van Staat en provincie,
en tot op heden hebben wij daarvan nog niets
ontvangen. Ik denk dat wij in die omstandig
heden zullen wel doen de voorgestelde be
grooting voor ig32 goed te keuren op voor
waarde dat Staat en provincie hunne toelagen
zullen uitbetalen.
M. D'Huvettere. Hoeveel leerlingen vol
gen de lessen van het leerwerkhuis
De heer Voorzitter geeft hierop lezing van
het jaarverslag over het leerwerkhuis en be
sluit eruit dat heden ten dage geen kantwerk
meer wordt aangeleerd na het lager onder
wijs, daar de kinderen, eens ze veertien jaar
oud zijn en de school mogen verlaten, meest
allen reeds op fabriek gaan werken.
Het ware nochtans wenschelijk, zegt de
heer voorzitter, dat Staat en provincie hunne
toelagen zoohaast mogelijk zouden uitbetalen,
want de onderwijzeressen moeten toch betaald
worden en in afwachting is het altijd de stad
die daarvoor het geld moet verschieten.
M. Lemahieu. Het belangrijkste van al is
te weten wie dit zal moeten bekostigen indien
Staat en provincie geen toelagen meer geven
voor die school.
M. Sobry. Tot nu toe is het de stad die
daarvoor altijd geld mget verschieten.
M. Lemahieu. Alswanneer Staat en pro
vincie hunne toelagen niet geven, dan is dit
toch wel een bewijs dat die school niet in regel
is en dat er daar eenige veranderingen zouden
mogen aangebracht worden. Ik ben van oor
deel dat het voor zoo een klein getal kinderen
niet mogelijk is dat de stad alleen zulke groote
sommen uitgeve, en ik zal dus die begrooting
slechts goedkeuren alswanneer ik de verzeke
ring heb dat Staat en provincie hunne ver
schuldigde toelagen zullen betalen. Men
spreekt thans zoo dikwijls van besparingen
en hier ware er mogelijks middel een groote
besparing te doen. Wanneer Staat en provin
cie weigeren een toelage te geven dan is het
omdat die school niet in orde is.
M. Missiaen. Hebben zij reeds gewei
gerd
M. Lemahieu. Zij betalen toch niet.
M. Missiaen. Wie zegt dat zij weigeren
De begrootingen die wij hen opstuurden
werden niet afgekeurd, want wij zouden ze
alsdan teruggekregen hebben. De afgevaar
digde van den Staat heeft ons vroeger zelfs de
belofte gegeven dat de toelagen voorts
zouden betaald worden als de school in
orde was Welnu wij bestatigen dat sedert
dien de heer, die hier met het toezicht van
het onderwijs belast is, daarvoor niets gedaan
heeft. Vroeger werd er voor die school een
beheerraad benoemd, maar hij heeft nog niet
eens vergaderd. Slechts eenmaal werd hij bij
eengeroepen voor het opmaken der begrooting
en sedertdien niet meer, nooit vergaderde hij
om te onderzoeken wat er voor die school kon
gedaan worden. De schuld daarvan is aan den
burgemeester die voor het onderwijs niets
doet. Ik heb de prijsuitdeelingen onzer lagere
gemeentescholen bijgewoond en had gemeend
dat er van deze gelegenheid zou gebruik ge
maakt worden om een oproep te doen aan de
kinderen die de school verlaten om de lessen
der huishoudschool of van het leerwerkhuis
te volgen. Doch er werd daarvan geen woord
gesproken. In geen er.kei gazet werd er over
die scholen een woord gerept, geen enkel
plakbrief heeft het bestaan ervan aan de
bevolking kenbaar gemaakt, terwijl andere
tegenstrevende scholen alle middelen gebrui
ken om zich meer en meer te doen kennen en
steeds een grooter getal leerlingen aan te lok
ken. Dit is met opzet gedaan om de gemeente
lijke school te kunnen afschaffen. Doch wij
zijn vast besloten die school hier in stad te
behouden en daarvoor al het mogelijke te
doen, zelfs al moest de stad daarvan den last
heel alleen dragen.
M. Sobry. Ik ben persoonlijk aangevallen
door den heer schepen Missiaen als zou ik mijn
plicht niet kwijten. Het is spijtig dat men zul
ke dingen tijdens een openbare zitting durft
beweren. Ik moet hierop nochtans een klein
woordje antwoorden, want ik meen altijd mijn
plicht gedaan te hebben om die scholen in de
mate van het mogelijke te bevoordeeligen. Ik
ben dikwijls naar die school gegaan en heb er
steeds tot de kinders een oproep gedaan om
de lessen regelmatig te volgen. Doch ik heb
er ook bestatigd dat er daar zeer weinig kin
ders zijn en dat zij, onder voorwendsel van
allerlei uitvluchtsels, naar school komen wan
neer het hen past. Wij kunnen dit ongelukkig
lijk niet verhelpen, de kinders willen geld
winnen van zoodra zij het lager onderwijs, dat
verplichtend is, verlaten hebben. Wij kunnen
ze niet verplichten de lessen onzer huishoud
school of andere te volgen, wij kunnen dit
alleen maar vragen. Ik geloof niet dat ik mij
iets te verwijten heb. Voor wat den beheer
raad betreft, deze werd wel bijeengeroepen
doch de heer Missiaen was op de vergadering
niet aanwezig. Zijn verwijt dat hij mij toe
stuurde is dus niet gegrond, gezien hij het is
die zich de moeite niet getroost naar de ver
gaderingen te komen.
M. Leuridan. Wie heeft er nu gelijk
M. Missiaen. Ik verwacht het bewijs dat
er iets voor die school gedaan werd. Wat
betreft het bijwonen der vergadering van den
beheerraad, Missiaen heeft nog ander werk te
doen. Verleden week nog heb ik twee dagen
en half besteed aan het openbaar belang, en ik
vind dat zulks reeds heel schoon is, want ik
moet ook nog zorgen voor mijn broodwinning.
M. Sobry. Ik zou u daarvan geen verwijt
gemaakt hebben, hadt gij zelf mij niet in
openbare zitting aangevallen.
M. Missiaen. Geef mij het bewijs dat gij
iets gedaan hebt.
M. Sobry. Ik heb al gedaan wat mogelijk
was- De kinderen heb ik aangemoedigd de
school regelmatig te volgen en aan het onder
wijzend personeel heb ik gevraagd de lessen
zooveel mogelijk te verzorgen.
M. Missiaen. Gij hebt dat mogelijks ge
zegd aan enkele kinderen die daar tegenwoor
dig waren, maar aan de afwezigen en aan de
anderen die nu hun lager onderwijs geëindigd
hebben
M. Sobry De stad heeft geen gazet om
erin publiciteit voor haar scholen te maken.
Hier zijn er vier partijen vertegenwoordigd
die elk een weekblad bezitten waarin zij alle
gewenschte bekendmakingen kunnen doen.
M. Missiaen. Dat is het antwoord, voor
de gemeentelijke scholen is men van oordeel
dat het niet noodig is ze bekend te maken,
doch wanneer het iets anders betreft dan ont
vangen alle weekbladen van stad een bericht
van het gemeentebestuur met bede van koste-
looze opname.
M. Leuridan. Ik zie dat de broederliefde
in het schepencollege reeds ver te zoeken is.
M. Missiaen. Die heeft nog nooit bestaan.
Ik moet aan den heer Leuridan herhalen dat
er in het schepencollege hoegenaamd geen
overeenkomst bestaat tusschen socialisten en
katholieken.
M. Sobry. Ik denk dat wij zullen wel
doen de begrooting thans te stemmen, want
zij moet vóór i5 October a. s aan de bevoeg
de overheid overgemaakt worden, zooniet
kunnen wij niet de minste toelage meer be
komen.
M. Vermeulen. Voor ig3i werd dit ook
gedaan en wat heeft men aan de stad geant
woord
M. Sobry. Niets, men heeft ons nog niets
laten weten en de voorziene toelagen woidca
ook niet uitbetaald.
M. Vermeulen. Wij hebben hier een
volksvertegenwoordiger die daarvoor moge
lijks bij het ministerie zou kunnen aandringen.
M. Leuridan. Voor wat, voor de begroo
ting van ig3i
M. Sobry. Ja, en ook voor die van 1930
waarvan slechts een deel betaald is.
M. Leuridan. Dan zal ik daarvoor dan
een kruiwagen moeten meênemen. (Gelach).
M. Vandamme. In het jaarverslag wordt
er door de bestuurster ook geen enkel wenk
gegeven over hetgeen zou kunnen gedaan
worden om de school te verbeteren, enkel en
alleen komen daarin eenige bloote cijfers voor
over het aantal leerlingen, de lesuren, enz.
Wij kunnen ons dus maar moeilijk een oordeel
vormen over hetgeen zou moeten gedaan
worden.
De heer Voorzitter stelt hierop voor tot de
stemming over te gaan.
Stemmen ja de heeren Missiaen (die erbij
voegt zonder voorbehoud,), Delahaye, D'Hu
vettere, Laton, Leuridan, Soete, Bonnet,
Coutelie, Vergracht, Vermeulen, Vandamme
en Sobry. De heeren Lemahieu en Capoen
onthouden zich.
11. Aangenomene St-MichielsschoolBij
komende klas Aanneming.
M. Sobry. Den 19 Juni 1924 heeft de
raad een beraadslaging genomen waarbij de
St-Michielsschool aangenomen werd vooreen
termijn van 10 jaar. Bij de heropening van
het tegenwoordig schooljaar werd er eèn
zevende klas ingericht die wij te rekenen van
af 14 September ig3i moeten aannemen aan
dezelfde voorwaarden als de andere klassen
en waarvan de aannemingterzelfdertijd als de
hoofdaanneming een einde zal nemen. De heer
R.OUW In 12 uren