4 minister heeft reeds laten weten dat deze klas van de gewone Staatstoelage zal kunnen ge nieten en de heer Tordeur, kantonale opzie ner, zegt dat deze klas mag aangenomen wor den. M. Missiaen. Volgens de wet moeten er 175 leerlingen in de school zijn om recht te hebben op zeven klassen en in elke klas moe ten er minstens 25 leerlingen zijn, tenzij in den vierden graad. Welnu ik zie dat er in die school juist 175 leerlingen zijn, geen een meer geen een min, en dat in minstens drie klassen er juist 25 leerlingen zijn, geen een meer noch geen een min. Wat mijn oordeel is over die cijfers Wij kennen de katholieken en ik ge loof niets van die cijfers. Daarom vraag ik aan den raad dat er, vooraleer over deze aanne ming te stemmen, ter plaats een ernstig on derzoek gedaan worde olwel dat de volledige lijst der leerlingen ons voorgelegd worde. Op een andere manier kan ik die aanneming niet goedkeuren. M. Leuridan. Gij moet dit zeggen aan iemand die uw sympathie geniet, namelijk aan den minister van Onderwijs en aan den kantonalen opziener. Ik heb gezien dat de voorwaarde van het stricte minimum vervuld is en dat volstaat. Nadat het ministerie zelf, dat een bondgenoot is van den heer Mis siaen. zijn zegen heeft gegeven over die vraag, zie ik niet in waarom de gemeenteraad van Yper nu nog naar een speld ineen hooiopper zou moeten zoeken. M. Missiaen. In een ander gesticht werd er vroeger ook officieel controle door een liberalen minister uitgeoefend, en nadien is het toch gebleken dat er geen reden bestond aan dit gesticht een toelage te geven en moes ten de reeds ontvangen hulpgelden zelfs terug gegeven worden. Hier zijn wij om de belangen der stad te behertigen en ik meen wel het recht te hebben om te weten of die school recht heeft of niet op de toelagen der stad voor een zevende klas. M. Leuridan. In theorie heeft de heer eerste schepen gelijk, doch hij gaat wat te ver met de cijfers, die officieel gecontroleerd wer den, te betwisten. Dit is noch min noch meer het schoolcomiteit beschuldigen van cijferver- valsching. M. Missiaen. Absoluut. M. Leuridan. Uwe gissing is een onding. M. Missiaen. Dat er in elke klas juist 25 leerlingen zouden zijn, dat is onmogeluk. Gij moogt dit vragen aan gelijk wie die zich met het onderwijs bezig houdt. M. Leuridan. Zegt dat aan het ministerie. De belangen der stad zijn gedekt door de belangen van den Staat, en het komt mij toch zonderling voor dat de heer Missiaen eenigen twijfel kan hebben over de werking van her ministerie Petitjean dat het onvoorwaardelijk vertrouwen bezit van alle artiklerikalen en van al de politieke vrienden van den heer M issiaen. M. Missiaen. Doch van mij niet. Gij zegt mij dat ik mij daarvoor naar den minister moet wenden, welnu ik wil dit doen en mor gen vroeg zelfs nog per telegram, maar dan moet men naar den uitslag wachten. M. Sobry. Oo 14 September 11. werd er in S4 Michielsschool, met de toestemming van den heer kantonalen opziener en van den heer Minister van Kunstenen Wetenschippen, een zevende klas ingericht. Hier is pen schrij ven van den heer Bestuurder van S4 Michiels- schooi waarin gt zegd wordt dat er ihans iy5 leerlingen in die school zijn. Deze leerlingen zijn verdeeld als volgt in het 1* studiejaar 28 leerlingen, in het 2® studiejaar 28, in het 3' studiejaar 27, in het 4' studiejaar 25, in het 5e studiejaar 25, in het 6e studiejaar 25, en in de 7e en 8® studiejaren, zijnde den vierden gr^ad, 17 leerlingen. Dit schrijven is in handen geweest van den heer kantonalen opziener die er op geschreven heeft dat deze zevende klas mag aangenomen worden. Als de heer sche pen Missiaen nu beweert dat al die cijfers valsch zijn, dan is dit een zware beschuldiging tegen de heeren Cornillie en Tordeur. Dit is laster zulks in openbare zitting te durven beweren en die heeren zouden hem daarover wel rekenschap kunnen vragen. M. Leuridan. Nogmaals werk voor de correctionneele Rechtbank. M. Missiaen. Dan zullen wij zien wie er gelijk heeft. M. Bonnet. Waarom werden, zooals ik het gezien heb, de cijfers geschrapt en over schreven Is het niet omdat ze eerst te klein waren dat ze nadien veranderd werden om aan het totaal te komen M. Leuridan. Deze verandering van cijfers bewijst niets. Er kunnen daar vroeger ook hooger cijfers gestaan hebben die men nadien verminderd heeft. M. Vandamme. Het is toch wel mogelijk dat men in het opgeven der cijfers gemist was en dat men die nadien verbeterd heeft. M. Missiaen. Het is onmogelijk dat er juist 25 leerlingen zijn in ieder klas, men zal mij dit niet wijs maken. M. Sobry. Ik stel voor tot de stemming over te gaan. Stemmen ja :deheeren Lemahieu, Delahaye, D'Huvettere, Capoen, Laton, Leuridan, Soete, Vandamme en Sobry neen de heeren Mis siaen, Bonnet en Coutelle. De heeren Ver gracht en Vermeulen onthouden zich. M. Leuridan. De heeren liberalen hebben weerom den moed van hun overtuiging. M. Vergracht. 't En is bij u niet dat wij zouden moeten komen om lessen van moed te ontvangen. 12. Aangenomene Mariaschool Lamotten Bijkomende klas Aanneming. M. Sobry. Bij beraadslaging van den 29 Juni 1928 heeft de gemeenteraad de Maria school der Zusters Lamotten aangenomen voor een termijn van 10 jaar beginnende den ln October 1928. Thans is in die school een nieuwe lagere klas ingericht die tot de Staats toelage aanveerd werd, zoodat wij nu geroe pen zijn die klas sedert den 14 September 11. aan te nemen aan dezelfde voorwaarden der twaalf eerste klassen. De aanneming dezer nieuwe klas zal eindigen terzelfder tijd met de hoofdaanneming. M. Missiaen. Hier zijn ze voorzich iger geweest, ze hebben geen cijfers aangegeven. M. Leuridan. Ik stel met voldoening vast dat de Zusters Lamotten niet bijgeloovig zijn en geen vrees hebben voor het cijfer dertien. Zij alleen en in de eerste plaats mogen zulk een schoonen bijval boeken en vragen ons thans de zeer verdiende goedkeuring van dit recordcijfer. M. Missiaen. Is het echt M. Leuridan. Ja. M. Missiaen. Neen. M. Leuridan. Zeg het aan Petitjean. M. Missiaen. Ik zal het doen, en van morgen reeds per telegram. Op voorstel van den heer Voorzitter wordt deze nieuwe klas aangenomen bij zelfde stem ming als hiervoren. 13. 1) Beroepshuishoudschool der H. Fa milie Begrooting voor iq3iig32. M. Sobry. Het hulpgeld der stad aan die school bedraagt 1000 fr. De begrooting, die wij geroepen zijn goed te keuren, beloopt meer, doch het is slechts het bedrag der stadstoelage dat ons aanbelangt. M. Leuridan. Ik heb gezien dat er daar in het leerprogramma van die beroepshuis houdschool, gelijk ten andere overal elders in dergelijke inrichtingen, ook onderwijs van algemeene vakken voorkomt. Wat behelst dat onderwijs Ik meen me te herinneren dat het verleden jaar geblekenis dat er daarookonder- wiis in de tweede taal gegeven wordt. Ik en mijn vrienden zijn met het onderwijs in de tweede taal zeer ingenomen omcat we al de verdiensten daarvan kennen, maar we vragen ons af zoo dat onderwijs wel thuis hoort in een beroepshuishoudschool. Wij gelooven het niet en het aanleeren der tweede taal in een huis houdschool is tijdrooverij ten nadeele der andere vakken. Het ware interesant de viaag testellen aan de H. Familie welke vakken daar onderwezen en hoeveel uren eraan be steed worden. In afwachting en omdat we de zedelijke overtuiging hebben dat er daar tot zelfs in het huishoudelijk onderricht aan fransch konkelfoes gedaan wordt, zullen we ons onthouden. Ik stel dan ook voor dat het schepencollege sefiens nadere inlichtingen zou vragen. M. Missiaen. Ze kunnen antwoorden dat het ons niet aangaat. M. Leuridan. Maar dan zou ik mij ook tot minister Petitjean en zelfs tot minister Heyman wenden. M. Missiaen. We hebben u nog weten dreigen maar we weten wat ervan in huis komt. M. Leuridan. Wij doen altijd wat we kunnen, niet wat we willen. M. Vandamme. De heer Leuridan is zeker op een verkeerd adres op inlichtingen uitgegaan. Verleden jaar heeft hij zich onthou den... M. Leuridan. Wij hebben alsdan zeker wel tegengestemd. M. Vandamme. 'k Geloof het niet, gij hebt u onthouden en gezegd dat, moest het onderwijs in de moedertaal gegeven worden, gij die toelage van 1000 fr. zoudt stemmen. Welnu ik mag u verzekeren dat het in die school zoo niet is zooals gij meent, alle vak ken worden er in 't vlaamsch aangeleerd. M. Leuridan. Dat is een stoute bewe ring. We zullen er nota van houden doch we onthouden ons nu om reden derdubbelzinnig heid van de H. Familie. M. Sobry. Wij kunnen alle vragen stel len om nadere toelichtingen te bekomen, doch niets belet dat er nu over die begrooting ge stemd worde. Stemmen ja de heeren Lemahieu, Dela haye, D'Huvettere, Vandamme en Sobry neen de heeren Bonnet en Coutelleonthou den zich de heeren Missiaen, Capoen, Laton Leuridan, Soete, Vergracht en Vermeulen. 2) Vrije huis koud klas Lamotten.a) Reke ning iq3o-iq3i M. Sobry. Deze rekening sluit met de som van 24.793 fr. in ontvangsten en uitga ven, waarvan er 35oo fr. ten laste der stad komen. Stemmen ja de heeren Lemahieu, Dela haye, D'Huvettere, Capoen, Laton, Leuri dan, Soete, Vandamme en Sobry neen de heeren Bonnet en Coutelle. De heeren Mis siaen, Vergracht en Vermeulen onthouden zich. b)Begrooting ig3i-ig32. M. Sobry. De begrooting beloopt tot 24,061 fr. in ontvangsten en uitgaven. Het aandeel der stad is 35oo fr. M. Leuridan. Ik wil hier onderlijnen dat deze begrooting een voorbeeld is van zuinig heid, zelfs vergeleken bij die der beroepshuis- houdschool van de H. Familie. De voorgestelde begrooting wordt hierop met dezelfde stemming als hiervoren goedge keurd. 14. Overeenkomst voor oorlogsschade Waterleiding Sckattingskosten. M. Sobry. De heer Sandron heeft vroe ger voor de stad de schatting gedaan harer waterleiding. De leiding van Dickebusch werd geraamd op 10.000 fr., deze van Zille- beke op 7.000 fr., de zuiveringskommen op 99.598 fr. 52, het machienengebouw op 26.208 fr. 49, de schouw op 2.000 fr., de om heiningsmuren op 20.3oi fr. 85, het water- kasteel op 65,684 ff- 46, de machienen, pomp, enz. op 823 7r5 fr. 08, 't zij een totaal van i.o54.5o8 fr. 40, waarop volgens overeenkomst een eereloon van 2 °/o aan den ingenieur verschuldigd is voor schattingskosten. Daarbij werd het reinigen van Dickebuschvijver ge schat op 298 043 fr. 5o, doch om de filtreer- statie te kunnen bekomen heeft de stad moeten verzaken aan het reinigen van de» vijver. De schatting ervan werd niettemin gedaan, zoo dat het recht en redelijk is dat daarop ook het eereloon van 2 dat ten laste komt der stad, betaald worde. Wij hebben gevraagd den heer Sar.dron daarvoor persoonlijk te mogen voldoen mits aitrek van 5.960 fr. 87 op onze oorlogsschade. Dit werd aangenomen en 't is daarom dat er nu een overeenkomst wordt voorgesteld. Van het totaal bedrag van het eereloon, 't zij 27.051 fr. 04, zal het deel door de stad verschuldigd dus algetronken worden van de oorlogsschade der stadsbi bliotheek. M. Vermeulen. Die vergoeding van n5.ooofr. voor de stadsbibliotheek is dit de tegenwoordige waarde Het eereloon door de stad aan den heer Sandron verschuldigd zal niet afgehouden worden van de oorlogs schade waarde 1914 der bibliotheek, maar wel van de huidige waarde M. Sobry. Het is een deel aftrekken van de oorlogsschade die tie stad toekomt. Deze voorgestelde overeenkomst wordt met eenparige stemmen goedgekeurd. M Sobry. Wij hebben ook nog een brief ontvangen waarbij er aan een persoon dient volmacht gegeven te worden om die zaak af te handelen. Ik stel voor den heer schepen van financiën daarvoor aan te stellen. Al de raadsleden verklaren zich daarmede t'akkoord. 15. Muziekschool Begrooting voor ig32. M. Sobry. Deze begrooting sluit met 62.i5o fr. in ontvangstenen uitgaven waarvan er 46.555 fr. 12 ten laste vallen der stad. Die school ontvangt slechts 4.000 fr. als toelage van de provincie en ook 4.000 fr. van den Staat. Dit is niet voldoende, maar het getal leerlingen in die school is zeer groot, zoodat wij ze moeten behouden in de hoop van ervoor meerdere toelagen te ontvangen. M. Missiaen. Ware het mogelijk eenige inlichtingen te hebben op het verloop van het onderwijs in die school Verleden jaar werd

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 4