Het Ste-Cecilia feest der Harmonie Ypriana De St! Ceciliamis Het Banket I Zondag laatst vierde de Harmonie Ypriana het naamfeest van Ste- Cecilia, patrones der muzikanten, en wat, dit jaar, het feest nog meer luister bijzette was dat de H. Mis, die telkenjare op dien dag ter zielelafenis der af gestorven muzikanten woijdt opgedragen, voor de eerste maal sedert den oorlog plaats had in onze grootsche en prachtige St-Maartens kerk. en opgeluisterd werd door de sympho- nische afdeeling van Ypriana. Om 10 u. vergaderden de werkende leden, het bestuur en een aantal eereleden van Ypria na, alsmede de klaroenen der brandweer, in het lokaal, vanwaar de groep, enkele oogen- blikken nadien, vertrok naar de woning van den Heer Voorzitter om er het prachtig nieuw vaandel der Harmonie af te halen. Na den groet aan de vlag, nam deze plaats te midden den stoet en, gevolgd door een steeds grooter wordende menigte en onder het spelen van opwekkende stapmarschen, begaf de Harmonie Ypriana zich naaf de woning van haar nieu wen chef, M. Francois Deridder, waar hem, als verwelkoming, een hartelijke serenade werd gebracht, terwijl er door het Bes uur der Harmonie aan Mevrouw Deridder een prach- tigen bloemtuil werd aangeboden. Vervolgens trok de Harmonie Ypriana naar de Rijselstraat tot voor de woning van M. Armand Donck-Vermeulen, waar zij ter eere van haar geliefden eerevoorzitter een harer mooiste stukken uitvoerde. Tijdens een intie me ontvangst werd door den Heer Voorzitter, M. Aimé Gruwez, aan Mevrouw Donck Ver meulen een allerprachtigst bloemenkorfje aan geboden als blijk van erkentelijkheid voor de groote genegenheid die zij en haar achtbaren echtgenoot aan Ypriana toedragen. Na een kleine verfrissching genomen te heb ben, stelden de Yprianisten zich opnieuw in rang en preusch en flink trokken ze nu, op hun doortocht door een sympathieke menigte begroet, naar onze heerlijke kathedraal om er, te li u. 3o, de Ste Ceciliamis bij te wonen. Zooals het te voorzien was liep de groot sche St-Maartenskerk vol geloovigen en menigeen zag zich verplicht het H. Officie rechtstaande bij te wonen. Een mis met mu ziek is immers iets buitengewoons aantrekke lijk waarvan ons de gelegenheid maar zelden wordt aangeboden. De Symphonie Ypriana, onder de kundige leidihg van haar bestuurder M. Georges Van Egroo, en met begeleiding van het orgel be speeld door M. Jos. Hanoulle, voerde tijdens de Mis de volgende stukken op echt meester lijke wijze uit Gloria, van Aio. Van Egroo, Andante Religioso van Francis Thomé, en Marche Nuptiale van Mendelssohn. De plechtige en eerbiedige stilte, die deze overgroote en ingetogen menigte wist te on derhouden, was waarlijk indrukwekkend en getuigt hoe zeer allen diep ontroerd waren door de verhevene en zielroerende muziek, die in deze heilige plaats weerklonk en die menig fijngevoelig hart van aandoening deed kloppen en de innigste snaren ervan van heer lijk zielsgenot deed trillen. Het waren voor velen aangrijpende en zielsverheffende stonden waarvan zij nog lang de zoete herinnering zullen bewaren. Hoogst treffend was ook het schetterend klaroengeschal dat, korts na de Consecratie, machtig door de wijdsche beu ken weergalmde, terwijl de Harmonie als groet aan het Allerheiligste, de Brabangonne aanhief. Aan de Offerande gingen, na het Bestuur van Ypriana, tal van familieleden en vrienden van overleden muzikanten ten zegen. Wat ook ten zeerste werd opgemerkt was het beeld van Ste Cecilia, dat zich onder aan het doxaal bevindt en, voor de omstandigheid, prachtig versierd was met de Belgische en Ypersche kleuren *h met tal van groen en licht omringd was. Na afloop dezer schoone kerkelijke plech tigheid die, het is te hopen, vooitaan telken jaremet denzelfden luister zal gevierd worden, deed de Harmonie nog een klein toertje al door de Boesinghestraat, Surmontstraat, Dixmudestraat en Groote Markt, om weldra aan te landen in het Hotel Skindies waar er de feestvierende Yprianisten een goed gedekte tafel wachtte. Meer dan honderd uitgenoodigden, eerele den en werkende leden van Ypriana vervulden de groote en gezellige zaal van het hotel. Of allen zich de echt smakelijke spijzen hebben laten welgevallen, staat buiten allen twijfel. Wat eerst opgediend werd, was voor velen een aangename verrassing die op de reeds wel gevulde spijskaart niet voorzien was en die de muzikanten, naar we vernemen, aan de vrijge vigheid van hunnen geliefden ondervoorzitter te danken hebben namelijk een reeks fijne voorgerechten op zijn Skindies, 't is te zeggen dat de hoedanigheid voor de hoeveelheid niet onderdeed. Daarna een deugddoende warme telloor Oxtailsoep, gevolgd van taptjevleesch, zoo malsch als boter, schorseneden en aard appelen met crèmesaus. Wat was het lekker en fijn En dan die geurige schapenbout op zijn bretonsch met boontjes en gebraden aard appeltjes Daartusschen in een lekker glas S* Emilion en om t'eindigen een allersmake lijkst gebak. Zie, 't water komt me nog in den mond alleen maar van er op te denken. De dienst was perfect en de eigenaars van het vermaard Hotel Skindks alsmede hun personeel dienen van harte geluk gewenscht voor de groote zorg die zij zoo aan de voorbe reiding der spijzen als aan de voortreffelijke opdiening ervan besteed hebben. Tusschen de gerechten opende de heer voorzitter Aimé Gruwez de reeks heildronken met aan het aanstaande naamfeest van Z. M. den Koning te herinneren en voor te stellen, als ware Belgen en vurige vaderlanders, het glas te ledigen op de gezondheid van onzen Koning en zijne koninklijke famillie. Al de tegenwoordigen stonden recht en hieven het glas omhoog terwijl de Brabangonne, die har telijk toegejuicht werd, op het klavier werd uitgevoerd. De heer voorzitter vervolgde dan, met de manier hem eigen en die door allen zoo gretig aanhoord wordt, zijne toespraak met aan de vroegere feesten te herinneren die hem nog in het geheugen staan alsof ze maar gister plaats hadden. Het is misschien, zegde hij, omdat we allen zoo naar het schoon Ste Ceciliafeest verlangen, dat het ons schijnt alsof dit feest van jaar tot jaar rapper komt, of vervliegt de tijd zoo snel omdat de vriendschap, vroolijk- heid en broederlijkheid, die de macht eener maatschappij uitmaken, hier onder de leden van Ypriana in zoo groote mate heerschen De heer voorzitter zegde ook nog gelukkig te zijn hier op de eereplaats den heer Arm. Donck-Vermeulen, eerevoorzitter van Ypriana, te mogen begroeten. Hij bedankte hem harte lijk voor de onschatbare diensten die hij de maatschappij onophoudelijk bewijst en voor de groote genegenheid die hij alle Yprianisten, zoo groot als klein, betoont. In alle omstan digheden is het de heer eerevoorzitter die zich het verdienstelijkst weet te maken en wan neer de maatschappij zich in moeilijkheden bevindt, is het nogmaals hij die steeds den nagel op den kop slaat. De heer Gruwez ver welkomde verder def heeren commandant Vergracht, Dr Dochy, luitenant Seys en adju dant Delahaye van ons stedelijk brandweer korps. Zij vergenoegen zich niet alleen meer met hun klaroenen ten dienste van Ypriana te stellen, maar zenden ook nog Warden met zijn escouade, alzoo nog steeds de vriendenbanden tusschen de twee korpsen nauwer aaneen slui tende. Hij stuurde een bijzonder woordje van dank tot den heer Delahaye, als schepen der stad Yper, die steeds zijn groote voorliefde voor Ypriana heeft betoond. Vervolgens richt te hij een vriendelijk woord tot de heeren voorzitter en bestuursleden der Symphonie en wensebte de heeren N. D'Huvettere en G Van Egroo proficiat om den bekomen bij. val der muziekuitvoering in de Ste Ceciliamis. Sedert igi3 had geen maatschappij nog de ge legenheid haar patroonsfeest in onze kathe draal te vieren en vandaag, dank aan hen, heeft het officieus muziek van Yper er voor de eerste maal zijn plechtige intrede gedaan. ne heer voorzitter dankte ook hartelijk al de eertleden, die het feest met hunne tegenwoor digheid vereerden, en gansch zijn ijverig be stuur. Al de leden ervan, zegde hij, zijn mij even lief omdat allen mij evenveel steunen. Voor eerst hebben wij den Heer Arthur Weckesser. ondervoorzitter, die bijzonderlijk allen gene gen is den Heer Bagein, luitenant, die van daag de schoonste prijzen uit zijnen winkel ter beschikking der muzikanten gesteld heeft; den Heer Joseph Seys, luitenant, die niet aarzelt als uitvoerend lid de Harmonie te steunen en tot voorbeeld der burgersbevolking van Yper mag gesteld worden dan de goede vrienden René, Camille, Marcel, Georges en Théo, en om te sluiten den nooit volprezen Raymond, die een schat is voor de maatschap pij en onbaatzuchtig en onvergeld de groote verantwoordelijkheid op zich neemt en de lastige taak van schatbewaarder ter algehtele voldoening waarneemt. Onnoodig te zeggen dat al die namen, en voornamelijk deze van de Heeren Donck en Weckesser, vanwege de muzikanten op een geestdriftige ovatie onthaald werden. De Heer Aimé Gruwez bedankte ook nog al de werkende leden van Ypriana en herin nerde aan de onvergetelijke ontvangsten te Bergen, Namen, Dinant en De Panne, aan de feesten hier in stad ingericht, aan het kunst concert der Grenadiers en aan den optocht van li November, waarop een enkele maat schappij er in slaagt gansch de stad in rep en roer te zetten. Edoch, vervolgde hij, dit alles heeft niet gegaan zonder moeilijkheden waar in de maatschappij zich kan bevinden en zich heeft bevonden. In den loop van dit jaar is er een wiel afgeloopen, de wagen dreigde om te kantelen, doch alsdan hebben wij de voldoe ning gehad te kunnen bestatigen hoe al de leden gereed stonden om schoudertje testeken en hem weer recht te helpen, en korts nadien deden we triomfantelijk onze intrede in De Panne en op Montmartre met Georges weer aan ons hoofd. De drie hoofdmannen zijn de naaf, de spaken van het wiel zijn de bestuurs leden, maar de omslag, hetgeen alles aneen- bindt dat zijt gij, de werkende leden, en, ik dank u omdat gij in deze moeilijke omstandig heden eens te meer ge oond hebt hoe zeer gij uwen voorzitter bemint. (Langdurige toejui chingen). De heer Voorzitter eindigde zijne rede met eenige woorden voor den heer Frmgois Deridder, den nieuwen chef. Het Bestuur is, zoo sprak hij, sedert de twee maanden dat gij in ons midden zijt, zeer tevreden over u en de tijd zal uitwijzen of wij gelijk hadden u te kiezen. Doch wat de muzikanten over u den ken, dat zal ik hen eens op zijn Ypèrsch vragen en we zullen ze het zelf laten zeggen. En hier op stelde de heer Gruwez de volgende vragen. Hebben we een nieuwen chef Is 't een goei- en Is 't een zindelijken Zullen w'hem geer- ne zien Het antwoord liet zich niet wachten en telkenmale weerklonk er, spontaan en ge meend, uit aller monden een steeds krachtiger en geestdriftiger ja, gevolgd van oorverdoovend bravogeroep en herhaalde toejuichingen. Daarna nam, de heer Donck, eerevoorzitter, het woord om een verdiende hulde te brengen aan M. Aimé Gruwez, den onvermoeibaren werker, aan al de leden der Harmonie en aan den heer D'Huvettere, voorzitter der Sym phonie, aan wien men het gedacht te danken heeft de Ste Ceciliamis door de Symphonie te doen opluisteren, en zegde hoe fier hij was

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 4