- HYPOTHECAIRE - BELEGGINGSBANK Grondpacdobligatiëii 5,00 °/0 Ddto Gemeenteraad van Yper 2 19, Areïibergstraat, Antwerpen Verslag der Zittiag ?an 7 December 1931 ding is een bepaling van een kontrakt luidens hetwelk, wanneer een of ander stipulatie van de overeenkomst niet wordt uitgevoerd, het kontrakt van rechtswege verbroken wordt. Dergelijke bepalingen komen vaak voor in pachten, zoo bij voorbeeld indien de pacht prijs niet stipteliik op den vervaldag wordt betaald, zal de tegenwoordige pacht van rechtswege verbroken zijn ten laste van den huurder Het gevolg van een zulkdanige clausule was dan ook dat het kontrakt verbro ken was en dat de eigenaar gerechtigd was om de uitdrijving van den huurder te vragen. En de Rechtbank kon dan ook maar eenvou dig bestatigen dat het kontrakt verbroken was. Voortaan dus zijn dergelijke bepalingen zonder waarde, zij kunnen hoegenaamd geen uitwerksel meer hebben. Meer nog het uitdrukkelijk ontbindend beding dat in een be staande pacht voorkomt, is insgelijks nietig de wet is immeis toepasselijk op de vroeger gesloten pachten. Maar het stilzwijgend ontbindend beding, 't is te zeggen het rechtsprir.ciep krachtens hetwelk het altijd toegelaten is de ontbinding van een kontrakt te vragen ten laste der par tij die het niet uitvoert, blijft onaargeroerd. Maar in dit geval blijft de Rechtbank altijd vrij te oordeelen of de aangehaalde en bewe zen tekortkomingen erg genoeg zijn om de verbreking van de overeenkomst voor gevolg te hebben. De art. 1762 ter en quater betreffen alleen de handelspachten. Art. 1762 ter, zegt dat, in een huuikontrakt betreflende een handelshuis, het verbod van onder te verhuren of van de pacht over te la ten nietig is, voor zooveel het onderverhuren of het overlaten van pacht, samen met het overlaten van den handel geschiede. Dit arti kei is van toepassing op alle handelspachten, en zelfs op het verhuren van huizen of gebou wen waarin een kleine nijverheid wordt uitgebaat. Enkel in een geval zal het verbod van onder te verhuren zijn kracht behouden in geval de huurder en de eigenaar of zijn familie hetzelf de huis bewonen. Het ware immers niet te verrechtvaardigen dat iemand die zijn eigen huis bewoont, waarvan hij een deel verhuurd heeft aan een handelaar, zou moeten gedogen dat zijn huis bewoond worde door een onder huurder, met wien hij, misschien om zeer ern stige redenen, niet wil omgaan. In alle andere gevallen is het dus toegelaten aan een handelaar-huurder van zijn pacht, sa men met zijn handel aan een derde over te laten. Dit wil nochtans niet zeggen dat de ei genaar het recht niet heeft zich tegen het onderverhuren aan een bepaald persoon te ver zetten hij mag het om gegronde redenen zegt de wet. Die redenen zullen bij voorbeeld zijn de insolvabiliteit van den onderhuurder, het feit dat hij reeds veroordeeld werd voor oneerlijke daden, enz. Oin van zijn recht van verzet te kunnen ge bruik maken, moet de eigenaar ten minste weten dat zijn huurder zinnens is zijn pacht over te laten. Daarom legt de wet aan huurder en aan onde; huurder de verplichting op van aan den eigenaar, bij middel van een aange- teekend schrijven met bewijs van ontvarg, bericht te zenden van het overlaten van pacht en handel. Te rekenen van het ontvangen van dit berichtheeft de eigenaar do dagen tijd om aan den huurder zijn verzet te bereekenen, dit ook bij middel van een aai geteekénden briéf met bewijs van ontvang. Vanaf het ont vangen van het verzet heelt de huur der 14 dagen tijd om den eigenaar voor den Vrederechter te dagvaarden om er te hoo ien vonnissen over het verzet. Laat de huur der die 14 dagen voorbijgaan, zonder te han delen, het verzet wordt onherroepelijk zoo ook, laat de eigenaar de 3o dagen voorbijgaan, wordt het onderverhuren definitief. Wanneer nu pacht en handel regelmatig werden overgelaten, zijn huurder en onder huurder solidairliik gehouden de pachtpresta- tie te betalen. Het spreekt van zelf dat huurder en onder huurder den zelfden handel moeten uitbaten. Art. 1762 quater geeft aan den uittredenden huurder een recht op vergoeding in zekere gevallen. Daarom moeten er zes voorwaarden vervuld zijn 1) Er moet spraak zijn van kleinhandel. Artikel 1762 quater is dus niet toepasselijk op alle handelspachten alleen op huurkontrak- ten betreffende huizen waarin een kleinhandel wordt uitgebaat. 2) De huurder moet minstens zes maanden voor het einde der pacht de voorkeur gevraagd hebben voor het hernieuwen van het huurkon- trakt 3) De nieuwe huurder (of de eigenaar, indien hij zelf het huis komt bewonen) moet den zelfden handel, of tenminste een gelijk soortige handel, uitbaten als den uittredenden pachter. 4) Er moet verhooging zijn van de huur waarde van het huis, en die verhooging moet het gevolg zijn van het scheppen of van het uitbieiden van huurders handel. Op te merken is dat er moet verhooging zijn van huurwaarde (dus de theoretische huurprijs) en niet van den werkelijken pacht prijs. 5) Alle verhooging komt nietin aanmerking: de gemiddelde huurwaarde van de drie laatste jaren gebruik moet minstens van een vierde hooger zijn dan de gemiddelde huurwaarde van de drie eeiste jaren gebruik. 6) Dit is enkel het logisch gevolg van de vijlde voorwaarde de huurder moet minstens gedurende zes jaren hel huis in gebruik gehad hebben. Het is niet vereischt dat er een pacht van zes jaren zij, het volstaat dat de huurder gedurende zes jaar het huis, ten titel van pachter, bewoond hebbe. Wanneer die zes vereischten vervuld zijn zal'de huurder dus iccht hebben op een ver goeding. Die vergoeding zal in geen geval het bedrag der pachtprestatie voor het laatste jaar overtreffen. Ieder der partijen (dus zoowel de eigenaar als de huurder), heeft het lecht, zelfs voor het einde der pacht, het bedrag der vergoeding door de bevoegde rechtbank te doen vast stellen, maar de vergoeding is maar eisch- baar en betaalbaar na het einde der pacht. Eindelijk is huurders recht op vergoeding verjaard na het verloopen van een jaar te rekenen van het einde van het huurkontrakt. Laat de huurder dus een jaar voorbijgaan na het einde der pacht zonder zijn rechten te doen gelden, zoo verliest hij alle recht op vergoeding. De heer Voorzitter bedankte den heer Delobel voor zijne heldere en leerzame uiteenzetting. De wet van 3o Mei iq3i scheen voor ons allen een doolhoj waarin niemand zijn weg kon vinden. Nu den breedvoerigen uitleg door spreker gege. ven, is er licht gekomen waar alles zoo duister scheen,tot groote voldoening der aanwezige leden. Hij eindigde met de hoop uit te drukken dat de eerste stap van den heer A dvokaat Delobel in het midden der Handelskamer de laatste niet zal zijn, maar nog door verscheidene andere zal gevolgd worden. N. M. Telefoon 254.42 Handelsregister Antwerpen 74 Uitstaande Hypotheken Fr. 120.000 000, - Stel! vsrètrii^baaiP voor 5 jaar. Zesmaandelijksche coupons. KAStSOMS met ptï*®STïi*5 voor hoog stens 5 jaar 3,73 netto, ieder jaar terugbetaalbaar. KASBONS, terugbetaalbaar na 6 maand, 3,SS netto. Kostdocze inschrijvingen bij den Heer MAURICE BAERT, te Yper Vandenpeereboomplaats, Nr 37. De zitting wordt te 17 u. 10 geopend. Zijn tegenwoordig de heeren Sobry, burgemees ter-voorzitter Missiaen, Lemahieu en Dela- haye, schepenen Capoen, Leuridan,, Bonnet, Coutelle, Vergracht, Vermeulen en Vandamme, raadsleden Versailles, secretaris. M. Sobry. - Het proces-verbaal der laatste zitting is nog niet opgemaakt en zal tijdens de aanstaande zitting gelezen worden. 1) Stadseigendommen Pacht Ver mindering. M. Sobry. Wij hebben vanwege den pachter van een hof, toebehoorende aan de stad en gelegen in de St-Janstraat, een vraag ontvangen tot vermindering van pacht, daar de vereffening van dezen hof hem veel werk en geld gekost heeft en hij van meening was dat hij dien hof de twee eerste jaren kosteloos mocht gebruiken in vergelding der vereffening, en daar anderzijds de pacht ervan hem het eerste jaar veel te laat werd toegestaan om er nog eenige vruchten op te doenDe pacht werd aangegaan den 12 Mei 1929 aan 200 fr.'s jaars en er werd voorzien dat het den pachter niet toegelaten was, om welke reden ook, pachtver- mindering te vragen. Niettegenstaande deze bepaling doet hij het toch, en het schepen college is geneigd, gezien de ingeroepen omstandigheden, de gevraagde pachtvermin- dering toe te staan en het stelt voor in plaats van drie jaar slechts de betaling van een jaar pacht te eischen. Dit voorstel wordt eenpariglijk gestemd. 2) Kerkfabriek van S' Maar tens Ver koop van grond. M. Sobry. Bij haar beraadslaging van 5 October laatstleden heeft de Kerkfabriek van St Vlaartens besloten aan de hoogere ovethid de toelating te vragen om een per ceel grond, ter grootte van 666 m2 60 en ge legen in de Deken Delaerestraat, openbaar te mogen verkoopen. Die grond werd aan de Keikfabriek door de stad gegeven in ruiling van dezen waar de voormalige dekenij op stond, en daar zij over de noodige middelen niet beschikt om zelf te bouwen, vraagt zij dien grond te mogen verkoopen om de op brengst ervan in Belgische S aatswaarden om te zetten. Da raad heeft hierop eenvoudig maar zijn advies uit te brengen, gezien bet de hoogere overheid is die over de vraag zal beslissen. Stemmen ja: de heeren Lemahieu, Delahaye, Capoen, Leuridan, Vandamme en Sobry onthouden zich: de heeren Missiaen, Bonnet, Coutelle, Vergracht en Vermeulen. 3) Openbare Onderstand Begrooting voor 't jaar ig32. De heer Voorzitter zegt de begrooting van den Openbaren Ondèrstand onderzocht te hebben en geeft lezing van zijn verslag waarin hij de voorgestelde kredieten ontleedt en ze vergelijkt met die in de voorgaande begroo ting voorzien. De gewone dienst der begroo ting voor 1932 sluit met een overschot van 557.705 fr. 76 en de landbouvvuitbatingen met een batig saldo van 20.000 fr 't zij samen een overschot van 577.705 fr. 76, terwijl de buitengewone dienst sluit met een tekort van 574-585 fr. 16, zoodat het eindslot der begrooting slechts een gezamenlijk overschot van 3.120 fr. 60 nalaat. M. Capoen. Ik kan mijne goedkeuring aan deze begrooting niet geven, gezien ze in geenerlei mate melding maakt der verminde ring van de landpachten. M. Leuridan. Ik voeg mijne kritiek bij die van mijn vriend Capoen. Verleden week werd hier door u, Mijnheer de Voorzitter, en door M. Missiaen met een k'eine behendig heid kort spel gemaakt met den wensch vroe ger door den gemeenteraad uitgedrukt. Toen mijn vriend Capoen in 't begin vroeg te weten wat de Commissie van Openbaren Onderstand beslist had, dan hebt ge Oen heer Capoen in zijn goede trouw verschalkt, immers ge hebt hem alsdan gezegd we hebben hier een brief die u voldoening geeft. Wanneer het er nu op aankwam kennis van dien brief te geven, dan is het gebleken dat hij eenvoudig boerenbe drog was. 3e Commissie van Openbaren Onderstand heeft zeer behendig getracht zich met een kleingeestige woordspeling van de zaak af te maken, zij zal in de toekomst doen wat zij in 't verleden gedaan heeft, namelijk de pachten herzien telkens er een periode van drie jaar voorbij is. Dit is eenvoudig de vraag ontvluchten en ik laat me niet uitpakken met den kwakkel dat er om de drie jaren aan de landbouwers gelegenheid tot herziening hunner pachten geboden wordt. Er bestaat een voorgaande waaruit het blijkt dat er niets de gevraagde herziening belet en dat er daar voor niet tot het einde der drie, zes of negen jaren moet gewacht worden. Dit werd, zoo ik mij niet vergis, in 1926 reeds gedaan door den Openbaren Onderstand, die alsdan een heele reeks pachten, die liepen voor een ter mijn van negen naeenvolgende jaren en die meest allen in '20 of 21 begonnen werden, her zien heeft niettegenstaande de huurders recht hadden hun pacht te zien voortgaan. Alsdan, wanneer het in haar belang was, heeft de Commissie van Openbaren Onderstand haar pachters verzocht vrijwillig aan hun negen jaar pachtrecht te verzaken en een nieuwe verbintenis aan een nieuwen pachtprijs aan te

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1931 | | pagina 2