7. Verordening op het visscken in de stads
grachten langs de buitenwandeling.
en een verzoening over de loonskvvestie kan
er niet tot stand komen.
M. Bonnet. Het verwondert me dat de
heer schepen van openbare werken zoo naïef
is, om niets meer te moeten zeggen, te geloo
ven dat er een verzoening mogelijk is. Van de
patroons is er niets te verwachten, en van toe
geving willen zij niet weten. Zij verschuilen
zich achter een besluit dat genomen werd te
Brugge in de Steenstraat, en wanneer wij ons
tot dit patroonsorganisme wenden dan wordt
ons geantwoord dat het de vereeniging is van
Yper die dit alzoo beslist heeft en dat het zal
uitgevoerd worden. Wij worden dus van Pon
tius naar Pilatus verzonden zonder den min
sten uitslag te bekomen. Ik zou dus veel liever
het voorstel van den heer voorzitter aanne
men dan dit van den heer schepen Delahaye,
omdat er met zu'ke halsstarrige menschen als
de patroons geen %-erzoening mogelijk is.
M. Sobry. Ik stel Jus voor te stemmen
over het voorstel van het minimumloon in het
lastkchier te bepalen op 5 fr. voor de ge
schoolde en 4 fr. voor de ongeschoolde werk
lieden.
Dit voorstel wordt algemeen bijgetreden.
M- Sobry. En nu vraag ik de stemming
over het volledig lastkohier, waarvan de raads
leden reeds allen hebben kunnen kennisnemen.
Al de raadsleden keuren dit goed, uitgeno
men de heer D'Huvettere, die zich onthoudt.
M.Sobry Verscheidene malen werd er
ons gevraagd het visschen met drie handlij
nen toe te laten, en het schepencollege is van
gedacht aan de visschers deze voldoening te
geven, en heeft met dit dotl de volgende ver
ordering opgemaakt
Artikel een. Ieder visscher moet voor
zien zijn van een vischverlof dat toegang
geeft tot het visschen in de stadsgrachten
langs de buitenwandeling. Deze vischverlo
ven worden door den gemeenteontvanger of
politieagent afgeleverd, en zijn geldig voor
een jaar van 1 Januaii tot 3i December. De
prijs ervan bedraagt 5 fr. voor een handlijn,
10 fr. voor twee handlijnen en i5 fr. voor drie
handlijnen maximum.
M. Lemahieu. Het is wel verstaan dat het
visschen met de handlijn van op het eiland der
Majoorgracht voort toegelaten is tot het einde
van den pachttermijn.
M. Vandamme. Wanneer dit eiland ver
pacht werd was het den huurder zelf toegela
ten van op het eiland te visschen, doch van
zoodra de vischverloven tot stand zijn geko
men, heeft hij alle visschers op zijn eiland toe
gelaten en zegde hij hen dat zij geen vischver
lof moesten hebben daar hij reeds het visch
recht aan de stad betaalde. Dit is niet aanne
melijk, want op die wijze mag men van op het
eiland voor nie's visschen, en een ander lief
hebber die daar rechtover vischt moet 5 fr.
betalen. De huurder zelf van het eiland heeft
het recht te visschen, doch hij mag dit niet
gratts aan derde p^isonen toelaten.
M. Sobry. Dit kan eens onderzocht wor
den, maar dit staat nu niet op de dagorde.
Laat ons nu de voorgestelde verordening
bespreken.
M. D' Huvettere. In de pacht voorwaarden
staat er zeker wel vermeld dat hij zijn rech
ten in napacht niet mag geven, en dat is zeker
ook wel toepasselijk op zijn vischrecht
M. Sobry. Wij zullen dit eens nazien. Ik
stel voor over het eerste artikel te stemmen.
Al de raadsleden stemmen ja.
Art. 2. Men verstaat door handlijn, elke
lijn voorzien van een hengelroede vischstok»
en waarvan het gebruik de bestendige aanwe
zigheid van den visscher vereischt, hetzij dat
het lokaas vast of beweegbaar, natuurlijk of
kunstmatig, bovendrijvend of zinkend, levend
of dood weze. Men mag ze niet bezigen als
visehharpoen, nochals grondhaak of grondlijn
kordeel Men mag ze bezigen om met den
lepel te visschen de hengelroede mag voor
zien zijn van een rolletje (moulinet)
M. Bonnet. Dit artikel geeft een opsom
ming van de voorwerpen die bij het visschen
verboden zijn. Ik geloof dat er een reden moet
bestaan om die voorwerpen aan te halen, en
ik vind dat er daar zoo weinig toelichting
overgegeven wordt. Tal van visscherslietheb
bers hebben mij vroeger reeds de vraag ge
steld waarom het aan anderen toegelaten is
den visch te stelen terwijl zij het niet mogen
doen. Ik vraag dus dat er aan de politie op
dracht zou gegeven worden nauwer toezicht
op het stelen van visch uit te oefenen. Dit
stelen gebeurt op verschillige manieren, en
voornamelijk met het kordeel, wat een groote
schade aan de vischliefhebberij berokkent.
Als men dit bedrog niet kan beletten, is het
ook onnoodig nog verder over het reglement
te spreken of er een te maken.
M. Delahaye. Dat reglement op het vis
schen is nu opgemaakt omdat er vroeger nog
nooit geen verordening bestaan heeft. Het zal
uitgeplakt zijn op de plaatsen waar het dooi
de visschers zal kunnen gezien worden. Zoo
als het nu voorgesteld wordt, is dit reglement
door al de plaatselijke visschersmaatschap-
pijen goedgekeurd geworden. Vroeger waren
er geen strafmaatregelen vobrzien, doch nu
wel. Het is den wensch van al de visschers
dat het nu alzoo zou gestemd worden en we
verhopen dan ook dat het hen zal ten goede
komen. Verder in het reglement is er ook nog
bepaald dat er in den rijtijd mag gevischt wor
den, doch het gebruik van liet vischnet is als
dan verboden omdat het dikwijls gebeurde dat
men in dien tijd den visch langs den boord
bij geheele hopen schepte. Een visscher die
nu binst den rijtijd in 't bezit van een visch
net zal gevonden worden, zaï zijn vischverlof
afgenomen worden.
M. Bonnet. Deze maatregel zal door alle
rechtzinnige visscherslielhebbers goedgekeurd
worden.
M. Lemahieu. Ik denk dat de heer Bon
net dit reglement nog niet gelezen heeft, want
anders had hij kunnen zien dat dit alles erin
vooizien is.
M. Bonnet - Neen, ik heb het nog niet ge
lezen.
M. Sobry. Ik kan in alle geval den heer
Bonnet de verzekering geven dat het regle
ment aan den heer politiecommissaris zal toe
gezonden worden met verzoek streng op de
naleving ervan te waken.
M. Bonnet. Doch het gepleegde bedrog is
reeds verduisterd wanneer de politie er bij
komt. Dit gebeurt meestal rond 4 u. 's mor
gens, terwijl de politie slechts om 8 u. in
dienst treedt.
M. Lemahieu. Ik moet hierop antwoor
den dat, zoo de politie op dit uur nog geen
dienst doet, de gendarmen alsdan op ronde
zijn, en wij kunnen hen ook de bepalingen van
dit reglement mededeelen.
Het tweede artikel wordt hierop eenparig
gestemd.
Art. 3. Het schepnet, waarvan de mazen
l5 mm. grootte moeten hebben, mag enkel
gebruikt worden om den visch op te halen die
met den haak gevangen wordt.
Zonder opmerkingen goedgekeurd.
Art 4. Van 1 April tot den 2den Zondag
van Juni mag het schepnet niet gebruikt
worden.
Dit artikel wordt insgelijks eenparig gestemd.
Art. 5. De vischvangst is toegelalen van
zonsopgang tot zonsondergang. Van 1 April
tot 1 October mag een half uur voor zonsop
gang en een half uur na zonsondergang met de
handlijn gevischt worden zomeruur.
M. Lemaliieti. Dit woord zomeruur komt
hier niet te pas, gezien de zon geen zomer
uur kent.
M. Sobry. Wij zullen dit woord dan maar
weglaten.
M. Leuridan. Een half uur voor zonsop
gang, is dit niet wat te vroeg
M. Lemahieu. Neen, reeds veel liefheb
bers zijn dan reeds aan den boord van 't wa
ter. In mijn jongen tijd heb ik ook nog van
visschen gehouden, en bij donderachtig weder,
natuurlijk als het niet te veel bliksemt, het is
vóór zonsopgang en na zonsondergang dat
men het meest visschen vangt.
M. Leuridan. Die bepaling van tijd is dan
meest in een beperkenden zin gedaan
M. Lemahieu. Ja, opdat er binst den
nacht niet zou gevischt en geen bedrog
gepleegd worden.
Al de raadsleden keuren dit artikel goed.
Art. 6 Het vischverlof zal onttrokken
worden gedurende twee jaar aan degenen
die veroordeeld werden om in stadswaters
zelfstandigheden geworpen te hebben die den
visch dronken maken of vernielen.
M. Delahaye. Het ware zeker moeilijk om
zien wanneer een visch dronken is
M. Missiaen. Dit wil zeggen het bedwel
men van den visch.
MD'Huvettere. Men moet dan maar de
wet op de openbare dronkenschap toepassen
(Gelach).
Bij stemming wordt dit artikel op zijne
beurt met algemeene stemmen goedgekeurd.
Art. 7. Gedurende een jaar aan degenen
die veroordeeld werden om te hebben gevischt
's nachts of anders dan met de handlijn.
Eenparige instemming
Art. 8. Voormelde veroordeelingen heb
ben de onmiddellijke vernietiging van het ver^
lof voor gevolg de betaalde bedragen wor
den niet terugbetaald.
M. Vandamme. Ware het niet beter het
woord verbeurdverklaring te gebruiken in
plaats van vernietiging
M. Sobry. Ja, wij zullen dit alzoo wij
zigen.
Al de raadsleden stemmen ja.
Art. 9. Alle andere vischtuigen dan de
handlijn, voorzien van een haak, zijn ver
boden, zooals werpnet, sleepnet, schepzak,
fuiken en grondlijn ko deel
Art. xo. Alle vischvangst per boot is
verboden.
Beide artikelen worden zonder opmerkin
gen goedgekeurd.
M. Sobry. En nu het elfde en laatste
artikel.
Art. 11. Alle overtredingen aan onderha
vige verordening zullen gestraft worden met
een boete van 25 fr. onverminderd de vernie
tiging van het verlof in de gevallen voorzien
onder artikels 6 en 7.
M. Sobry. Wij zullen hier nogmaals het
woord verbeurdverklaring gebruiken in plaats
van vernietiging.
M. Lemahieu. Ik zou daarbij nog een ar
tikel willen voegen, namelijk dat het uitdruk
kelijk verboden is al de binnenkant der wan
deling te visschen.
M. Delahaye. Dit staat reeds in artikel
een bepaald.
M. Lemahieu. Neen, daar staat alleen
vermeld dat het toegelaten is te visschen langs
de buitenwandeling, maar niet dat het verbo
den is langs de binnenwandeling.
M. Missiaen. Het eene volgt uit het ande
re. Wanneer men zegt dat het toegelaten is te
visschen langs de buitenwandeling, dan wil dit
natuurlijk beteekenen dat het langs den ande
ren kant niet toegelaten is.
M. Sobry. - Het is wel het algemeen ge
dacht van al de raadsleden dat het langs den
binnenkant verboden is te visschen.
M. Lemahieu. Dan zou ik toch in het eer
ste artikel een woord willen bijvoegen en be
palen uitsluitelijk langs de buitenwandeling.
M. Vandamme. Ofwel het woord alleen
lijk in plaats van uitsluitelijk.
M. Leuridan. 't Ware misschien beter,
want uitsluitelijk is het niet gezien er reeds
een uitzondering bestaat voor het eiland in de
Majoorgracht.
M. Sobry. Ik stel dan voor bij artikel een
het woord alleenlijk te voegen.
Dit voorstel wordt eenparig gestemd.
M. Vandamme. Vooraleer de overtreders
van dit reglement aan het gerecht over te
leveren, ware het niet beter dezelfde maatre-