Hotel EXCELSIOR THÉ DANSANT 5 Grand'Place - YPRES - Gr. Markt Naklank van den Carnavalstoet vreezen was. Daarop is men een deurwaarder gaan halen om protest aan te teekenen tegen <ien voorzitter der maatschappij en ook tegen de beslissingen die daar zouden genomen worden. Gelukkiglijk is er verders niets ge beurd en wat later is alles stil afgeloopen. Dit is nochtans een les voor het schepencollege om de zaal van het stadhuis in 't vervolg niet meer ter beschikking te stellen van zulke maatschappijen waarvan de leden onderling in twist kunnen komen, en ik vraag dat de raad daarover met het schepencollege zou t'ak- koord zijn om over de zaal niet meer te laten beschikken door maatschappijen die in twist zijn. Die zaal werd reeds meermalen gebruikt door de Oud Leerlingen der Looye, door Eigen Heerd, den werkrechtersraad, enz. en nooit is daar twist ontstaan. Nu echter hebben wij gezien dat een mutualiteit door politiek verdeeld is. M. Bonnet. Uw antwoord voldoet me eenigszins. Ik neem het aan voor deze zaal hier dat zij niet meer ter beschikking van zulke maatschappijen zou gesteld worden, maar eens dat wij over andere stadszalen zullen beschikken, zooals de schouwburg, waarom zouden deze zalen niet mogen gege ven worden Ik was zeer verwonderd hier al dat volk te zien, en had men mij moeten zeg gen dat men gekomen was om het stadhuis af te breken, dan zou ik wel wat komen helpen zijn om het werk zooveel eerder gedaan te krijgen. M. Laton. Het zal best zijn hier nog eenige woorden uitleg te geven daar ik, als voorzitter van die mutualiteit, persoonlijk in die zaak betrokken ben. Ik had veel liever gehad dat de diie andere leden mijner groe peering hier aanwezig waren, dan zouden zij mij kunnen geantwoord hebben. Nu zij hier niet tegenwoordig zijn, zal ik mijne woorden wat moeten inkrimpen. Ik beken dat het een spijtig geval is geweest, en had ik dit moeten kunnen voorzien dan zou ik er nooit aan gedacht hebben deze zaal te vragen. Ik vond het natuurlijk een stadszaal aan te vragen voor het houden eener algemeene vergadering van een mutualiteit zonder politiek doel of die ten minste geen andere bedoeling heeft dan de maatschappelijke belangen harer leden. En zooals ik het vóór den oorlog nog gedaan had, richtte ik mij daarvoor tot den heer schepen van openbare werken. Dit is nu zoo wat drie of vier weken geleden. Dat wij veel volk verwachtend waren, is waar, en wij waren eerst van gedacht die vergadering in de Halle te doen doorgaan. Doch gezien het koud weder van verleden week, scheen dit onmogelijk want als voorzitter eener mutuali teit had ik als eersten plicht te zorgen dat de leden met geen plaag naar huis zouien gegaan zijn. Het is hier in stad van iederen geweten dat er ruzie is in het huishouden der vlaamsche nationalisten, maar niet dat er ruzie was in een maatschappij van zuiver maatschappelijk belang, en niemand kon dit voorzien dat er op die algemeene vergadering zoo een spekta kei zou plaats hebben. "Ongelukkiglijk zijn sommige politieke dwarsdrijvers er in geslaagd eenige aanhangers onder de leden der mutuali teit te vinden, en hebben zij moedwillig tusschengekomen om den normalen afloop der vergadering te beletten. Als voorzitter, geloof ik dat het mijne rol is eerst en vooral de statuten der maatschappij stipt na te leven en het onderhouden der standregelen was steeds mijn eenige bekommering. Wij zijn als gedwongen geweest eenige leden uit te sluiten, zelfs commissarissen, dus leden van het bestuur, wegens hunne weigering zich aan de standregelen te onderwerpen, en zoo han delende zijn wij onzen plicht niet te buiten gegaan. Wij hadden, de schrijver en ik, onze voorzorgen genomen om kabaal te vermijden en daar wij vreesden dat tengevolge dezer uit sluiting een geschil in de maatschappij zou kunnen ontstaan, hebben wij het geraadzaam geoordeeld het geval in een algemeene verga dering aan de leden te onderwerpen. Doch niet alle leden zijn stemgerechtigd, als dusda nig beschouwen we heden de leden die nog lunne bijdrage betalen, andere leden zijn alleen op de algemeene vergadering toegela ten, zooals bv. het hoofd van het gezin. Daar om hebben we twee speciale kaarten laten drukken en die gezonden naar al de leden, daarvoor ben ik persoonlijk verantwoordelijk. Zooals men weet werd de ledenlijst ons ont stolen, wij hebben gepoogd die opnieuw op te maken en we zijn erin gelukt buiten voor twee gemeenten, namelijk Wa'ou en Becelaere. Ik denk dat de lijst van Becelaere, op een of twee leden na, is kunnen volledig heropge- maakt worden, deze van Watou was onvolle dig, dat weet ik. Wij hadden dus aan al deze leden een speciale kaart gezonden voor de stemgerechtigden en voor de overigen een andere kaart die hen toegang gaf tot de zaal maar niet het recht aan de stemming deel te nemen. Aan de ingangsdeur der vergaderzaal werd er controle gehouden en aan de dragers der speciale kaart van stemgerechtigde werd er daar terzelfdertijd, ten einde tijd te winnen, een stembriefje overhandigd. Doch sommige van die dwarsdrijvers, ik zou ze nog anders moeten noemen, waren ook opgekomen en hadden veel volk opgetrommeld. Eenigen eischten zelfs binnengelaten te worden met het lidboekje. Er zijn echter vier of vijf cate- goriëen leden en, om aan den ingang al de lidboekjes afzonderlijk na te gaan, zou het te veel tijd gevergd hebben te onderzoeken tot welke categorie ze behooren. Er zijn ook veel lidboekjes die overgegaan zijn naar de grens arbeiders of frontaliers en, dit is misschien wel een ongelijk dat wij hadden, daar bleef het zelfde lidboekje bestaan. Andere personen wilden ook nog binnenkomen met een kaart die uitgegeven was door de K. N. V.mannen. De heer voorzitter bedriegt zich wanneer hij zegt dat de deurwaarders gekomen zijn op aanvraag der leden die niet mochten binnenko men. Wij wisten hgt dat de te nemen beslis singen zouden betwist Worden en daarom waren die deurwaardérs hier reeds van in 't begin der vergadering. Hunne tegenwoordig heid is misschien wel ten deele oorzaak geweest der herrie die plaats had. Doch hier was onder meer nog een advokaat tegenwoor dig. Of hij lid is of niet der mutualiteit weten wij nin. Er was zelfs een volksvertegenwoor diger ook. Wij vragen Ons af waarom. Ik heb er aangehouden dezen uitleg te geven omdat er in de stad gezegd wordt dat er loensche middelen gebruikt werden om de zaal van het stadhuis te bekomen. M. Vandamme. Alles is nochtans regel matig. M. Laton. In een mutualiteit zie ik geen politiek. Onze vergadering moest kunnen doorgaan en daarom had ik gevraagd een neutrale zaal te verkrijgen. Gezien dergelijke feiten zijn voorgevallen, spijt het me thans vooreerst dat deze in de zaal van het stadhuis plaats hadden, en ten tweede dat de vergade ring niet heeft kunnen doorgaan. M. Bonnet. Heeft die vergadering dan toch geen plaats gehad M. Laton. Wel neen, het was in die om standigheden volstrekt onmogelijk een beslis sing te nemen en uit vrees van nog meer herrie werd de zaal op bevel van den heer Burge meester ontruimd. M. Vermeulen. Een andere maal in plaats van de politie zoudt gij beter doen, Mijnheer de Burgemeester, van de gewapende pompiers te vragen. M. Vandamme. Indien dit noch mocht gebeuren, zou ik integendeel vragen dat de sleutel van het gewerenkot in verzekerde bewaring zou gebracht worden, want die hevige antimilitaristen zouden sotrs bekwaam zijn die geweren te bemachtigen om op de mutualiteit te schieten. M. Lemahieu. Voor den oorlog reeds bestond het gebruik dat de zaal van het stad huis, die toen de blauwe zaal genoemd werd, ter beschikking van de erkende mutualiteiten gesteld werd voor het houden der algemeene vergadering. Daar werd een kleine vergoeding van 10 fr., geloof ik, gevraagd voor het reini gen der zaal. De peerdenverzekering, die ook een mutualiteit is, hield daar ook steeds haar vergaderingen en alles is steeds rustig verloo- pen. Het is dan ook in dien zin dat de zaal van het stadhuis door het schepencollege toege- staan werd aan de vlaamsche mutualiteit die, denk ik, ook toch wel een erkende maatschap pij is. M. Laton Ja, zij werd in Mei 1927 wet telijk erkend M. V er gr acht. Indien er vóór den oorlog reeds 10 fr. betaald werd zou dit nu minstens 70 fr. moeten zijn, bijzonderlijk als de zaal zoo bevuild werd als deze keer, M. Lemahieu. Wij hebben ons bepaald bij een vergoeding van 25 fr. en het kuischen der zaal. M. Laton. Wij moesten de zaal in den zelfden toestand brengen als wij ze gevonden hadden. M. Bonnet. Mijne vraag had niet voor doel te bekomen dat het in 't vervolg zou ver boden worden de zaal van het stadhuis ter beschikking van sommige maatschappijen te stellen, maar het was buiten mijn verwachting hier Zondag namiddag zoo een hoop volk aan de poort van het stadhuis te zien staan. M. Vandamme. Hadden ze hun kuuppels meê M. Delahaye. Het geven eener stadszaal is een gebruik van vóór den oorlog dat zou moeten blijven bestaan. Gister, onder meer, was de zaal van het stadhuis gevraagd niet alleen door de vlaamsche mutualiteit, maar ook nog door de maatschappij «Eigen Heerd» en door het Comiteit der goedkoope werk manswoningen van het arrondissement. Hierop vraagt de heer voorzitter of er nog andere bemerkingen te maken of vragen te stellen zijn, en op het ontkennend antwoord der raadsleden wordt de openbare zitting te 20 u. l5 opgeheven. Changement He Locatalre Verandering van Uitbater CAFÉ- RESTAURANT Diners a prix fixes II Noenmalen aan vaste et a la carte prijzen en a la carte Salle pour Banquets Zaal voor Feesten Lt Dimanche de (van) 4 a (tot) 7 h. 's Zondags Nog nooit sprak men zoo veel en zoo lang over den Carnavalstoet als dit jaar. In vele middens wordt er nog dagelijks over gerede neerd, en in meest alle kringen is men het eens om met den meesten lof te spreken over ganschhet inrichtingscomiteitdat, in de moei lijke omstandigheden die we thans beleven, reuzenwerk heeft verricht. Het is echter droevig om bestatigen dat er nog personen te vinden zijn die, ver van deze algemeene bewondering te deelen, er behagen schijnen in te vinden het werk van anderen, hoe verdienstelijk het ook weze, te kleineeren en zelfs, zoo 't mogelijk ware, te bekladderen. Er zijn van die snuisteraars die tijd in over vloed hebben om alles tot het laatste toe uit te pluizen en, daar waar er niets te vinden is, toch meenen iets te zullen ontwaren dat kan beknibbeld worden. Het zijn meest allen men- schen die nooit iets gedaan hebben, dieerniet toe bekwaam zijn, en dan ook een gedaan werk naar zijn waarde niet kunnen schatten. Hoe jammer toch dat ze nooit eens kunnen zeggen 't was wel. Zoo is er een herbergpilaar die gevonden.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1932 | | pagina 5