6 parig gestamd. 9. Ver stag over den toestand van stadskas. M. Sobry. Ik verleen het woord aan den heer schepen van financiën. Vf. Mtsstaen. Ik heb de eer hiermede aan den Gemeenteraad verslag te geven over den toestand der stadskas, bij mijn laatste onderzoek, zijnde op 6 April tg32, bevonden. De totale ontvangsten in rekening bellepen 7.986.719.88 De totale uitgaven tot 7.965.324.86 Er moet dus zijn in kas Ir. 21.395.0z Som die in 't bezit van den Heer Ontvan ger werd bevonden. Deze rekening verdeelt zich als volgt Ontvangen sinds 1 Januari 1932 2.029.1 6,33 Ontvangen van de Bank van Kortrijk 850.000,00 Op kredietopening bij bet Gemeentekrediet 324.455.23 Totaal Ir. 3 203.571,56 De uitg. daarentegen bedroegen sinds 1-1-32 3.182.176.54 Zoedat, zooals hooger gezegd, een inkas blijft van Ir. 21.395,02 Daarvan bedroegen de ontvangsten op de begroo ting 1931 6 315.910,24 Op de begrooting 1932 496.354,41 Kredietopening in de Bank van Kortrijk 850.000,00 Idem tn Gemeentekrediet 324.455,23 Zijnde te samen Ir. 7.986.719,88 De ultg. op de begrooting 1931 beliepen tot 6.007.172.09 Op de begrooting van 1932 1.059 470,34 En tekort in de rekening 1930 898 682,43 Totale uitgaven Ir. 7.965 324,86 Ge zult hier opmerken dat de ontvangsten op de begrooting 1931 beloopen tot 6 3i5.910,24 frank, terwijl de uitgavep enkel 6.007.172,09 frank bedragen, of een meer ontvangst van 3o8-738,i5 fr. Daarentegen bedragen de ont vangsten voor de begrooting van 1932 enkel 496.354.4t fr. tegen 1.059.470,34 fr of een meer uitgave van 563.ii5,93 fr. Dit is nor maal, daar vanaf de eerste maand van het jaar allerlei uitgaven te doen zijn, terwijl de ontvangsten slechts later h komen. Zooals ge weet sluiten de rekeningen voor het dienstjaar 1931 slechts op 3o Juni 1932. Maar van nu af kunnen we, schier met zeker beid, zeggen dat deze rekening met boni zal sluiten. Er zijn weliswaar nog betalingen te doen op deze rekening. Deze beloopen op ongeveer 80.000 fr. Maar er zijn ook nog ontvangsten te verwezenlijken, bv. de taks op balcons en loggias, die slechts nu door de hoogere overheid komt goedgekeurd te wor den de straatbelasting, die we slechts in deze zitting hebben kunnen stemmen, nadat ze ons een drietal malen door de hoogere overheid terug werd gezonden, om er telken- male onbeduidende wijzigingen aan te bren gen de opcentiemen in de Staatsbelastingen, die we nog niet geheel ontvingen, maar die nu in de rekening van 1932 zullen komen, enz. Het is betreurenswaardig dat door de hoo gere overheid zoo geslenterd wordt om de beslissingen van den gemeenteraad goed te keuren. Dit heeft zeer nadeelige gevolgen voor de stadsfinanciën, daar het dit laattijdig goedkeuren en dienvolgens het laattijdig ont vangen onzer gewone inkomsten is, dat ons verplicht gebruik te maken van kredietopenin gen, voor dewelke we intresten moeten beta len. We hebben inderdaad op dit oogenblik 1.470.000,00 fr. in leening op onze krediet openingen in de Bank van Kortrijk en in het Gemeentekrediet. Dit is 88 379.00 fr. minder dan in de maand Novemoer, zoodat er hier een verbetering aan te stippen valt. Maar de som is echter nog buitengewoon hoog, en er moet ernstig naar gestreefd worden om de gewone ontvangsten vroeger en regelmatiger te doen binnenkomen. Als beschikbaar geld beschikt het stadsbe stuur over het, volgende lnkas bij den ontvanger 21.395,02 In bezit van den ontvangét maar nog niet inge schreven 12.578,28 Beschikbaar, ontvangen door Gemeentekrediet op 1932 29.301,03 Beschikb. op kredietopening in Bank van Kortrijk 150.000,00 Beschikbaar op kredietopening in 't Gemeente krediet 50.000,00 Totaal beschikbaar Ir. 263 274,33 Zooals ge uit die bestatigingen kunt zien, is de toestand der stadskas op dit oogenblik bevredigend. We zijn goed op weg om onze stadsfinanciën gezond te maken, en het verlies der vorige dienstjaren, dat zooals ge weet op einde I93o de som van 898.682,43 bedroeg, weg te schakelen. In dezen tijd van crisis, gedurende dewel ke alle openbare besturen met schier onover- kombare moeilijkheden hebben te kampen, kuon n we ons tevreden verklaren over de bekomen uitslagen, en ons vast voornemen hernieuwen op den ingeslagen weg voort te gaan. Hierbij moet ik nu nog aan toevoegen dat naar een nota, die de heer gemeenteontvanger mij zooeven komt te overhandigen, de Staat een nieuwe storting ten voordeele der stad heeft gedaan van 41.456 fr. als saldo der opcentiemen voor 1931, zoodat het inkas der stad op heden van zooveel verhoogd is. M. Vandamme. Tijdens de laatste bespre king over diezelfde kwestie werd er gezegd al het geld onzer kredietopening bij het Gemeen tekrediet, waar wij er slechts eenmaal mogen over beschikken, uit te halen en het te storten op onze kredietopening bij de Bank van Kor trijk, waar het geld altijd kan uitgehaald en teruggedregen worden M. Missiaen. - Ja, maar het is niet genoeg bij het Gemeentekrediet geld te vragen, gij moet het ook kunnen rechtvaardigen. M. Sobry. Die groote som, die we ver plicht zijn te ontleenen, is niet alleen het gevolg van de verachtering der opcentiemen, maar ook omdat de stad te veel uitgeeft. Wat we kunnen doen om dien toestand te verhel pen is wat min uitgaven doen. M. Vandamme. De toestand is, zooals de heer schepen van financiën het heeft doen uitschijnen, toch beter dan in November 11. De heer voorzitter spreekt van de uitgaven te verminderen, maar de noodzakelijke uitgaven moeten toch gedaan worden. M. Sobry. Wij staan met bijna twee millioen frank kredietopening, denkt ge dat zulks niet veel is Ons leven hangt aan een draadje, moest men ons alle krediet weigeren dan kun nen wij van morgen reeds geen betalingen meer doen. Zoo niemand nog het woord ver langt, verklaar ik akte te verleenen aan den heer schepen van financiën over zijn verslag. IO. Mededeelingen. M. Sobry. Er zijn geen mededeelingen te doen, tenware er eenige raadsleden de een of andere vraag wenschen te stellen. M. Leurtdan. - Ik maak me de tolk van enkele opmerkingen vanwege de stadswerk- lieden. Het schijnt dat er onder het bewind van den heer burgemeester Surmont een rege ling gestemd werd volgens dewelke de stads- werklieden een ziektetoelage van halve dag huur ontvingen in geval van ziekte. Dan reeds voorzag deze regeling de aansluiting der stads werklieden bij een mutualiteit. Nu vanaf 1 Januari 11. is het betalen der halve daghuur afgeschaft, is dit misschien omdat men oor deelt dat de mutualiteit thans zoodanig is in gericht dat deze ziektetoelage niet meer noodig is M. Lemahicu. Vroeger waren de stads- werklieden bij de mutualiteit nietaangesloten. M. Leuridan. De verplichting bestond maar mogelijks werd zij niet toegepast. Nu is het aftrekken der stadsvergoeding gesteund op het feit dat de werklieden bij een mutua liteit aangesloten zijn, doch ze waren dit reeds sedert lang. M. Delahaye. Het is verboden door het reglement der mutualiteiten en het is niet geoorloofd dat haar aangesloten leden, bene vens de vergoeding door de maatschappij betaald, nog van een anderen kant trekken. Hetzelfde geldt voor de ongevallen door ver zekering gedekt. Nu dat de aansluiting der stadswerklieden bij een mutualiteit verplich tend is, heeft de raad de toelage voor zieke stadswerklieden niet meer gestemd, zoodat zij in de begrooting voor 1932 niet voorkomt en sedert 1 Januari 11 ook niet meer betaald wordt. M. Leuridan. Is het dan vroeger nooit gebeurd dat de zieke stadswerklieden langs twee kanten trokken M. Delahaye. Dit zou ik niet durven verzekeren, maar in alle geval is het niet toe gelaten. M. Missiaen. Het is ten andere verboden door ministerieel besluit. M. Leuridan. Zoodat het voorwerp mijner opmerking dus een wettelijke onmo gelijkheid is. M. Lcmahieu Over dertig jaar, alswan- neer deze regeling door den heer Leuridan bedoeld getroffen werd, waren de stadswerk lieden niet aangesloten, omdat zij meer trok ken van de stad dan van de mutualiteit. M. Leuridan. Een tweede opmefking betreft de afschaffing der geboortepremie. M. Missiaen. Dit is om dezelfde reden. M. Delahaye. Ze trekken nu zelfde premie van de mutualiteit en van de compen satiekas waarbij hunne aansluiting verplich tend is. Deze die vroeger reeds in dienst waren van de stad blijven dezelfde voordeelen genieten, daar de stad een deel oplegt om de vroeger betaalde vergoeding te bereiken, de nieuwe echter genieten alleen de vergoedingen- die doo de nieuwe regelingen voorzien zijn. M. Leuridan. De stadswerklieden hebben een reeks opgedrongen en onbetaalde feest dagen, en dit is voor hen soms lastig. Voor de bedienden is dit hetzelfde niet, daar ziji per maand betaald worden. M Missiaen. Onze werklieden genieten: van zes betalende verlofdagen per jaar. M. Delahaye. En zij mogen die vei lof- dagen nemen wanneer zij willen zoodat zij, met het te vragen, de gelegenheid hebben deze opgedrongen feestdagen als betaalde verlofdagen te doen doorgaan. M. Bonnet. Hoeveel stadswerklieden zijn er thans in dienst Ik hoor hier gedurig spreken van stadswerklieden en ik weet niet wanneer er benoemd zijn geweest, of is dit buiten mijn wete geschied Op een mijner vragen werd er vroeger geantwoord dat de stad geen verplichtingen had tegenover haar werklieden, daar het allen maar daglooners- waren die iederen dag konden afgedankt wor den. Er werd mij alsdan gezegd dat er eigen lijk slechts twee stadswerklieden waren, een smid en een timmerman. Ik kom hierop terug om nogmaals te vragen dat de werklieden,, die in dienst der stad werken, definitief zou den benoemd worden, dat men voor hen zou. doen wat noodig is en ze bij de verschillige kassen van pensioen en andere zou aansluiten. M. Delahaye. Sedert ik het ambt van schepen van openbare werken waarneem, weet ik nog niet wie der werklieden vast of niet vast benoemd is, maar wat ik weet is dat zij allemaal aangesloten zijn. M. Missiaen.- Met dit verschil dat, moesten zij bij de stadswerklieden aangeslo ten worden, zij later een veel hooger pensioen zouden trekken. M. Vandamme. Dan zouden hunne maan- delijksche bijdragen ook hooger beloopen,. maar ik geloof toch niet dat het zou toegela ten worden de stadswerklieden bij de bijzon dere kassen der gemeentebedienden aan te sluiten om van dezelfde voordeelen als deze bedienden te genieten. M. Sobry. De heer schepen Missiaen komt mij hier een brief te overhandigen ge richt aan den gemeenteraad, doch jk vraag hem ervan lezing te willen geven. De heer Missiaen leest hierop dien brief, geteekend door den heer Michiels, waarbij den gemeenteraad bericht gegeven wordt dat de werkloozen van het socialistisch syndi caat, vereenigd den 11 April in het lokaal De Ontvoogding een dagorde gestemd "hebben van protest tegen de vermindering van den werkloozensteun, en waarbij ook gevraagd wordt deze dagorde te willen onder steunen en overmaken naar de heeren Gou verneur der provincie en minister van nijver heid, arbeid en sociale voorzorg. M. Sobry. Ik kan mij niet aansluiten bij den brief dezer politieke inrichting die vraagt dat de gemeenteraad met haar zou willen protesteeren. Dat is onze rol niet en wij moeten wat meer eerbied hebben voor de hoogere overheid. Dat de syndicaten doen wat zij willen, maar dat zij, om tot hunne doeleinden te geraken, daarvoor den gemeen teraad niet gebruiken. M. Bonnet. Ik heb mij aan een dergelijk antwoord vanwege den heer Voorzitter ver wacht, maar wat ik volstrekt niet kan aan vaarden is wanneer hij zegt dat dit politiek is. Ik vraag mij af, als een vermindering van een vijfde van hun steun zal toegepast wor den, of die politiek bij de werkloozen ook brood in hunne kas zal brengen, en is het niet toegelaten den gemeenteraad ter hulp te roepen om de ellenden te helpen Veronder stellen wij eens dat, tengevolge der crisis, de uitgaven der Commissie van Openbaren Onderstand zoo merkelijk gestegen zijn dat zij, zooals dit hier met haar vastgelegd kapi taal zou kunnen gebeuren, verplicht is beroep te doen op de stad om haar steun aan de nood lijdenden te kunnen betalen, dan ware de stad gedwongen hare geldelijke tusschenkomst te verleenen. Dus, als de weikloozen nu beroep doen op de stad, dan is het in haar voordeel. De vroegere toelagen, die zij verkregen, waren niet overdreven en thans zullen veel gezinnen, die door de vermindering getroffen worden, moeilijk de twee eindjes aaneen kun nen knoopen. Met een basisloon van 3 fr. per uur maakt dit een weekloon van 3 maal 48, of 144 fr., waarop een werklooze met twee kin deren als werkloozensteun de twee derden zal

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1932 | | pagina 12