Gouden Bruiloft Heer Vrouw Alfons Poot-Casier Louise en hunne kleinkinderen Maandag 19 September hebben de echtgc- nooten Alions Poot Casier de vijftigste verja. ring gevierd van hun huwelijk dat hier te Yper, den 18 September 1882, ingezegend werd. Te dier gelegenheid hing de Atlag van 's morgens vroeg te wapperen aan meest alle huizen der Boomgaardstraat, waar de jubi larissen reeds lange jaren vóór den oorlog een welgekenden en bloeienden k raswinkel uitbaatten en waar zij thans in hun vooroor- logsch huis een welverdiende rust genieten. Al hunne geburen ei zelfs hunne vroegere geburen, die van hen nog steeds de beste herin nering bewaard hebben, waren er op gevierd die heuglijke gebeurte nis waardig te herdenken en aan de doorbrave oudjes, die hier van allen gekend en bemind zijn om hunne vriendelijkheid, hun minza men omgang en ook nog om hunne naarstigheid en de groote eerlijk heid die zij vroeger in hunnen han del aan den dag legden, eens open lijk een blijk te geven van de ware genegenheid en de groote achting die zij hen toedragen. Alfons Poot is hier te Yper ge boren, den 28 December 1857 en zijne vrouw Marie Louise Casier, meest gekend onder haar tweeden voor naam Louise, is geboren te Rousselare, den 21 Ongst i858. Uit hun huwelijk had den zij vier kinderen, waarvan er drie vroegtijdig aan hunne liefde ontrukt werden. Hun eenig overblijvende zoon, Georges, woont hier ook te Yper en ziine drie lieve kinderen maken thans de vreugde uit hunner grootouders die beiden nog, spijts hunne hooge jaren, goed te been zijn en van een allerbeste gezondheid genieten. Naar loffelijke gewoonte werd de blijde her denking dezer vijftigste huwelijksverjaring begonnen met een plechtige mis van dankzeg ging, die om 10 u. in St Maartenskathedraal, hunne parochiekerk, werd opgedragen door E. P. Gregorius der Paters Carmelieten, die lange jaren geleden, toen hij hier te Yper studeerde, kostganger was bij de feestvieren de jubilarissen. E. Pater Gregorius was bijge staan door E. H. Devriendt, onderpastoor te Watou, en E.H. Slosse, gewezen onderpas toor te Ploegsteert, eveneens twee goede kennissen die de jubilarissen een zeer nauwe vriendschap toedragen. Aan den ingang der kathedraal werden de oudjes door den Z. E H. Deken Vermauc verwelkomd en gelukgewenscht en vervolgens, voorafgegaan door hunne kleinkinderen en gevolgd door hunne talrijke bloedverwanten, plechtig tot voor het altaar geleid waar zij op de hen vooroehouden bidstoelen plaats n'men. Na het H. Misoffer werd den Lofzang «Te Deum» aangeheven om den Heer voor de bekomen weldaden te danken. Niettegenstaande het doorslecht weder en den aanhoudenden regen hadden tal van vrienden en kennissen er aangehouden den kerkeliiken dienst bij te wonen en er een vurig gebed voor de brave oudjes te storten. Zij waren dan ook een der eersten om hen aan den uitgang der kerk hunne welgemeendste en vurigste gelukwenschen aan te bieden. Daarna trok de stoet naar het stadhuis, waar de jubilarissen en hun gevolg door den heer Burgemeester plechtig ontvangen en verwelkomd werden. Nadat de heer Castel, bediende van den burgerstand, hen voorlezing had gegeven van hun huwelijksakte, sprak de heer Burgemeester hen vervolgens als volgt aan Echtgenooien Poot-Casier, 't Is met vreugde en voldoening dat ik U ontvang op het stadhuis, en ik ben gelukkig U te kunnen mijnen hertelijksten proficiat en mijne beste wenschen aanbieden ter gelegen heid der 5o* verjaring van uw gezegend huwelijk. Wetende door Wien het U vancaag gege ven is uw gouden bruiloft te vieren, hebt Gij er aan gehouden, en Gij hebt wel gedaan, den Meester van leven en dood te gtan bedanken, omdat Hij U over 5o jaar bij malkaar ge bracht heeft, 5o jaar gezondheid, geluk en voorspoed geschonken heeft, en U vandaag de 5o' verjaring van uw huwelijk laat vieren Over 5o jaar, Alfons, voeldet Gij U aange trokken tot Marie-Louise Casier door de liefderijkheid van haar hert, de schoonheid van haar wezen, den klank en zang van haar gesprekken, de vriendelijkheid harer manie ren, de vlugheid van haar verstand en de bedrevenheid van haar hand en Gij, Marie- Louise, Gij waart ingenomen door een zoo wel gestelden, zoo knappen en rappen, zoo vromen en vriendlijken jongeling als Alfons Poot Gij bemindet malkaar en gevceldet dat Gij malkaar uw leven lang zoudt kunnen beminnen, en als Mijnheer de Schepen Bossaert en uw Eerweerde heer Pastor U vroegen of Gij van zin waart malkaar tot man en vrouw te nemen, Gij gaaft gauw en geern uw beslissend jawoord, en Gij liet U door twee gouden ringen voor altijd aan malkaar verbinden. En Gij plantet hier eenen familieboom, en Gij stichtet hier een huis en thuis, en Gij kwaamt te gaar om samen te wonen en nim mer te scheiden Gij overleg jet al uwe zaken te samen, Gij wrocht alle dage te samen, Gij leefdet met en voor malkaar en Gij waart gelukkig uwe wederzijdsche liefde door vier kinderen gezegend te zien en, als de onver biddelijke dood U er drie van was komen halen, Gij vereenigdet al uwe liefde op uwen overblij venden zoon Georges, nu geroepen om den goeden naam en faam van A. Poot in leper voort te zetten. Hertelijk proficiat, omdat Gij, bij voorkeur aan vele anderen, de vijftigste verjaring van uw gezegend huwelijkhebt mogen vieren her telijk proficiat, omdat Gij 5o jaar lang de huise lijke deugden van genegenheid, getrouwig- heid en behulpzaamheid hebt weten te beoefe nen hertelijk proficiat, omdat Gij 5o jaar lang in vrede en vriendschap met iedereen geleefd hebt, en door uwe eerlijkheid, gene genheid en dienstveerdigheid iedereens ach ting en genegenheid verdiend en verworven hebt. Ik wensch U nog lange jaren in 't huwe lijksbootje te mogen varen op een effen stille zee, zonder onweer, wind of wee ik wensch U den kostelijken schat der gezondheid en der welgezindheid te mogen bewaren en ik voeg mijne stem bij die van uwen welbeminden zoon, van uwe lieve schoondochter, van uwe aanbeden kleinkinderen en van alle Ieperlin- gen, om aan God te vragen dat Hij U zou wil len zegenen op al uwe wegen, en, na een nog lang en gelukkig leven, U loon en kroon in den Hemel zou geven Tot teeken van deelneming in uwe vreug de, bid ik uwe lieve kleinkinderen U stads laatste bloemen aan te bieden, en noodig ik U en uwen gouden bruiloftstoet uit om stads eerewijn te drinken. De jubilarissen ontvingen daarop uit de hanc'en van hun kleir kinderen de bloemen hen door de stad aangeboden en, na een lekker glaasje en eenige oogen- blikken gezellig samenzijn, voerden deverschillige auto's hen terug naar hunne woning waar het feest verder in intiemen familiekring vreugdig verliep. Doch 's avonds hadden de ge buren en de gewezen geburen er voor gezorgd aan de jubilarissen een ware verrassing te bezorgen. Alles was in de grootste stilte voorbereid geworden opdat er niets aan het oor der feestvierende oudjes zou komen en opdat zij het dan uok niet zouden weigeren. Het weder was 's namiddags opge klaard en de geburen wrochten met een ijverige koorts om hunne huizen zoo mooi mogelijk te ver sieren. Vóór de ingangsdeur der woning van de jubilarissen hadden zij een schoone praalboog van bloemen en groen aangebracht, met langs voren het portret der oudjes en langs weerskanten de beginletters hunner namen A en L. Het alles had een aanlokke lijk uitzicht en vooral de verlichting, bij middel van ontelbare en gekleurde electrische lampen, was uiterst wel gelukt. De inrichters van dit avondfeestje, die 200 goed voor alles hadden weten te zorgen, waren op post en zagen met zekere voldoêning dat het volk langs alle kanten aankwam en de menigte toeschouwers steeds aangroeide. Eenige muzikanten der Harmonie Ypriana, die bereidwillig hunne medewerking verleend hadden, waren daar ook reeds toegekomen. Toen alles gereed en in orde was, traden de geburen de woning der jubilarissen binnen om hen aller beste wenschen aan te bieden. Het ging er van Proficiat Alfons Profi ciat Lc uise en nog lange jaren het was een handdrukken zonder einde. Het gelukkig echtpaar was blijkbaar getroffen door al die genegenheidsblijken die hen zoo spontaan, zoo menigvuldig en zoo welgemeend werden betoond. Een vreugdetraan glinsterde in hun oog toen de kleine en bevallige Alice Flepts hen, namens hunne gewezen en tegenwoordige geburen, een allerprachtigsten bloemtuil aan bood en de jonge Roger Waterbley hen het volgend gelegenheidsdichtje voorlas Het is reeds vijftig jaar Dat Fons en Louise Knielden voor 't altaar 't Was hun huw'lijksmis. 't Jawoord werd gegeven, Feest', een reisje fijn Lachend scheen 't nieuw leven In hun oogen rein. Volgd' een tijd van werken Voor het kroost en huis, Liefde kwam hen sterken Tegen weê of kruis. Hun zoon Georges werd vader Kleinkinderen schoon Speelden blij te gader In der oudjes woon. Op dees dag van genot Zijn zij al te gaar G'heel de familie Poot Viert het jubeljaar. Wij wenschen veel jaren Van gezondheid, vreê Mocht de God hen sparen Van kommer of weê.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1932 | | pagina 4