-9B—-B—B—BBBBB 5 -we moeten ons er om verontschuldigen, maar op zeer gebrekkige wijze weergeven, werd op oorverdoovend handgeklap begroet en op de goede gezondheid van den jovialen en zoo beminnelijken voorzitter, die met allen eens kwam tikken, werd een goed glas geledigd. Daarna kondigde de heer Voorzitter nog aan dat het Bestuur besloten had aan al de werkende leden, die sedert 10 jaar of meer in de rangen der Harmonie staan, een herinne ringsmedaille toe te kennen uit erkentelijkheid voor de bewezen diensten en ook tot aanmoe •diging der jongeren om ze aan te wakkeren het voorbeeld der ouderen te volgen. Hij gaf hierop lezing der lijst dezer verdienstvolle muzikanten en de heer Eerevoorzitter over handigde dit eereteeken aan de volgende leden die deel maken der Harmonie Ypriana sedert 1920 MM. Van Egroo Georges, Bories Michel, Bryxis René, Cornillie Camilie, Mortreu Daniel, Pinteion Félix en Vermeulen Gilbert. 1921 MM. Andries Marcel, Cofïfyn André, Coffyn .Emile, Depoorcer Remi, Hoedt Henri, .Neyrinckx Hector en Veicouter Emile. 1922 MM. Bille Jules, Cardinael R., Cnockaert 'W Dehollander Maurice, Pickel Juiten, Priem Marcel, Tanghe Théo, Vanuxem Aith. en Angdlis Victor. Ook aan den heer Pinteion Felix, deken der ^spelende leden, en van wien de heer Voorzit ter meldde dat men zinnens is toekomende jaar het diamanten jubileum te vieren, werd het eereteeken van Ypriana overhandigd. Vervolgens stond de heer Arm. Donck-Ver meulen, eerevoorzitter van Ypriana, recht en, nog ten zeerste ontroerd door de zoo spon tane als diepgevoelde genegenheidsbltjken hem daar straks betuigd, sprak volgende rede uit Mijne Heer en. Het is altijd met een vurig verlangen dat ik naar het Ceciliafeest wacht hut is altijd met een groot genoegen van vreugde, dat ik het Ceciliafeest voorzit, en dit, niet alleenlijk om dat ik mij hier gevoel baden in de verfrisschen- de waters der vriendschap en genegenheid, maar nog meer omdat ik, op dien feestdag de gelegenheid vind om aan allen, vrienden, eereleden, besturen en werkende leden, mede te deden wat ik voor hen gevoel en wat cc plicht mij gebiedt hen mede te deelen. Wij hebben onzen feestdag begonnen met een Sinte Cecilia mis, ter eere van onze patro nes, en voor onze afgestorven kunstenaars en leden die onZe maatschappij hebben mogelijk en groot gemaakt. Hunne gedachtenis blijtt geprent in onze harten hun naam Wijlt gesch;even in het gulden boek onzer maat schappij, en onze groote Albert Van Egroo heeft zelf den zijnen vereeuwigd in zijne onsterfelijke Gloiia Maiche En nu, mijne heeren, gaan mijne dankbare gedachten tot u. Mijn groote vriend, Mijnheer A. Gruwez, heeft mij lof toegesproken, waarvoor ik hem dank raar ben. Ja, Aimé, ik weet hoe diep uwe genegenheid is voor mij, de bewijzen kan ik niet meer tellen, maar wees wel zeker dat ik niet ten achteren blijf in achting en genegen heid voor uw persoon, een zoo treffend voor beeld van maatschappelijken en socialen plicht. Ik heb de gelegenheid gehad die uit te druk ken ter oorzaak van uw juoileum van 10 ja ren, ik vernieuw ze vandaag, vergroot nog met al de verdiensten welke gij sedert dezen heuglijken dag verworven hebt. Een woord van dank ook aan den heerCom mandant van het brandweerkorps, zijne offi eieren, onder-officieren er. mannen. De Commandant Vergracht kan ons niets weigeren, en wij hebben hem veel noodig onze beide korpsen gaan dikwijls samen het zijn zuster maatschappijen, wij luisteren mal kaar op, zijn fier met malkaar als ware kinders der zeilde stad. Ik druk den wensch uit die goede betrekkingen te zien bewaren, voor ons en 't algemeene best. En wat niet gezegd ter eere der Symphonie onder het voorzitterschap van Mijnhèer den notaris D'Huvettere en de leiding van Mijn heer Georges Van Egroo. Welke vooruitgang ingetaj leden, in kunst efi bedrijvigheid De kunstconcerten te Yper, de Cecilia mis, en onlangs het prachtig concert te Poperinghe dat zooveel vermaardheid aan de Symphonie heeft verworven. Een bijzonder woord voor den chef Geor ges Van Egroo. Ik bewonder in hem, niet al leenlijk zijn minne voor de kunst, maar zijn voorliefde en opoffering voor Ypriana. Ik wensch aan de Symphonie altijd meer en meer lauweren. Een woord van dank nog aan de eereleden die ons feest hebben willen bijwonen, die onze uitstappen medemaken en de herhalingen vol gen en die, zoodoende, onze werkende leden aanmoedigen. En nu, goede vrienden werkende leden, kom ik tot u om den zoeten plicht der dank baarheid te vervullen. Ik ben fier uwen eere voorzitter te wezen, fier over de Harmonie, fier over de Symphonie, fier over u allen van de voorzitters tot de leeilingen, niemand uitge zonderd. Het elfde maatschappelijk jaar is verleden en hoe was dat jaar wederom vervuld Wat hebben de voorzitters, chefs, bestuurs leden en muzikanten al niet bijgebracht, voor het welgelukken der concerten, aie altijd maar hooger, kunstiger en volmaakter worden En de uitstappen 1 Lorette-Vimy zal in het geheugen geprent blijven zoowel als Namen en Binant, Gent en Antwerpen. Ik bedank hier nog den voorzitter, Mijnheer Gruwez, voor (ie mei kwaardige reis door de fransche slagvelden, welke hij heeft ingericht als wederblijk van genegenheid. Wij hebben nog de eervolle reis naar Armentiers, het jaar- lijksch uilstapje naar De Panne dat altijd zooveel bijval heeft, en voegt daarbij al de uitstappen in stad en wijkleesten.^ Welk bedrijvigheid in een jaar voor een muziek van liefhebbers en menschlievende bestuursleden Ik moet hier den chef De Ridder gelukwenschen en bedanken voor zijn eerste jaar leiding. Wat ik meest in hem, naast zijn muzikale wetenschap en ervaren heid bewonder, is zun fijne smaak, zijn stipte vertolking om tot een onberispelijke uitvoe ring te komen. Ik moet nog de voorzitters bedanken voor het aanwerven van speeltuigen, den voorzit ter Gruwez voor de instrumenten der Harmo nie, en M. D'Huvettere voor het prachtig klavier Gevaert. Welk een blijk van genegen heid en aanmoediging voor de leden Een woord van diepen dank ook aan de bestuursleden der beide afdeelingen, die hunne voorzitters zoo mildelijk hebben bijge staan, bijzonderlijk de ondervoorzitters, de schrijvers van wien de werkzaamheid zoo groot is. Het spijt mij ook grootelijks de af wezigheid te moeten, bestaugen van onzen sympathieken vnend heer Jozef Seys. Mijn hartelijken dank stuur ik hem toe, voor de onvermoeibare goedhdd en vei kleefdheid die hij onze maatschappij toedraagt. Ik vorm den vurig.sten wensch voor zijne spoedige her stelling. Mijne Heeren, Na al die woorden van dank, welke mijn plicht mi j geboden heeft uit te spreken, moe ten wij bekennen dat Ypriana de kunst hoog houdt. Ypriana bezit zijn eigen kunstenaars de Moerman's, de Van Egroo's, die mannen die de kunst in het bloed hebben en overzet ten als een erfdeel en nu erbij onzen sympa thieken chef der Harmonie, Frangois Derid der, wiens gavotte Gracieux Sourire een kunstwerk is van lichtheid, fijnheid en gevoeLn. En het is niet zonder reden dat ik zegde fier te wezen over u, over de Harmonie, de Symphonie, over iedereen van u, van de voor zitters tot de leerlingen, die al het mogelijke doen om onze kunst en maatschappelijke waarde steeds te verhoogen. Beste Vrienden, Er blijft mij hier nog een plicht van dank baarheid te vervullen, niet alleenlijk in mijn naam maar ook in naam mijner Vrouw en Kinders. Bij ieder gelegenheid, en bijzonder lijk ter gelegenheid van het huwelijk mijner teergeliefde dochter, hebt gij ons overladen met beluigingen van deelneming en genegen heid. Wij kunnen dien overvloed van schoone gebaren niet vergeten. Het prachtig geschenk, de zoo talrijke en verhevene gelukwenschen, de kunstige aubade der Harmonie en de aan doenlijke uitvoering der Symphonie in de huwelijksmis, dat alles was buiten en boven onze verwachtingen. Mijne Heeren en beste Vrienden, Uwe goedheid is van langs om edelmoedi ger en ik vraag hulp om al die eer te dragen. Ik stel voor van als Onder-Eerevooizitter te benoemen, Mijnheer Remi Bouquet, den ver dienstelijken voorzitter der gewezen afdeeling van het zangkoor. Hij ontbreekt om ons acht baar Comiteit en onze geliefde Ypriana volle dig te maken. Zoo zullen wij onze maatschap pij nog grooter en schooner brengen. Leve Ypriana Ook deze schoone rede werd heihaaldelijk door langdurige toejuichingen onderbroken. De heer D'Huvettere, voorzitter der sym phonie, r.am dan op zijne beurt het woord om de heeren Arm. Donck Vermeulen en Aimé Gruwez te bedanken voor de lofwoorden die zij hem toestuurden, doch zegde dat gansch de eer van de opluistering der Ste Ceciliamis niet toekwam aan hem, maar wel aan den bestuurder, heer Georges Van Egroo, dien hij den vader van Ypriana betitelde. Deze woor den waren dan ook nogmaals een gelegenheid voor de muzikanten om aan den heer Van Egroo een hartelijke en langdurige ovatie te brengen. De heer D'Huvettere eindigde zijne aanspraak met te zeggen dat, indien de symphonie geworden is wat ze nu is,zij dit aan haar chef en niet aan haar voorzitter te danken heeft, juist zooals de Harmonie haar verwe zenlijkten vooruitgang ook niet aan haar voor zitter maar aan haar talentvollen chef ver schuldigd is. Wanneer daarna de gevierde chef Deridder rechtstond, werd hij nogmaals op levendig applaus begroet. Hij wist met woorden zoo zacht en zoo zoet de schoonheid van het Ste Ceciliafeest en al het edele en het verhevene der muziek,waarvan hij zich de slaaf noemde, te doen uitkomen. Al de bloemen die hem zoo talrijk binst het verloopen jaar werden aange boden, gaf hij thans in verbeelding aan zijn geliefde muzikanten terug en vroeg hun hem het genoegen te doen, iederen avond eenige oogenblikken op dit Ceciliabloempje te willen denken met voor enkele stonden hun instru ment te bespelen. Van al de maatschappijen die ik in handen heb gehad vervolgde de heer Deridder, is het de Harmonie Ypriana die het record geklopt heeft van den grootsten vooruitgang in zoo een korten tijd, hetgeen be wijst hoezeer en met welken ijver de Yprianis ten zich op de muziekkunst toeleggen. Hoe moeilijker de te spelen stukken zijn, hoe liever ik het heb», zegde de chef nog, doch voor mij is dit nog gemakkelijker dan voorde leden. In gansch den tijd dat ik hier in uw midden ben, werd mij immers nog geen enkel strooi in den weg gelegd. Van zoodra er iets te kort is of zelfs nog maar schijnt te ontbreken op dat het beter zou kunnen gaan, dan is mijn vader, onzen verdienstelijken voorzitter, daar seffers gereed om alles te schikken en in orde te brengen. Het doet mij ook genoegen hier openlijk hulde te kunnen brengen aan onzen sympathieken sous chef, Georges Van Egroo, wiens medewerking ik op hoogen prijs stel en ik ben fier en gelukkig het zoo goed begonnen werk van zijn betreurden broeder te mogen voortzetten en hem aan het hoofd van zoo een schoone maatschappij te mogen opvolgen. Daarna beloofde hij nog toekomende jaar de appellijst af telezen van het bijwonen der her halingen, en vroeg aan al de muzikanten te werken en al hun beste krachten in te spannen om zooveel mogelijk voldoening te schenken aan de mannen die hen zoo uit ganscherharte genegen zijn en die daar straks met tranen van blijdschap in de oogen over hen spraken. Deze aanspiaak, die de chef eindigde met den kreet van Ypriana bovenaldeed een donder van toejuichingen losbersten en weldra zongen alle mondt n geestdriftig van Leve ónzen chef en hij mag er wezen, leve onzen chef en rij mag er zijn De heer Remi Bouquet eindigde de reeks aanspraken en begon met de vorige sprekers om hun welsprekend en begeesterend woord geluk te wenschen, namelijk door te verklaren dat men bij de verkiezingen, die aanstaan de zijn, beter zou doen deze mannen naar Kamer en Senaat te sturen hetgeen natuur lijk eens hartelijk de lachspieren deed lossen. Daarstraks vervolgde de heer Bouquet, ben ik op het onverwachts verrast geweest door het voorstel van den achtbaren heer eerevoorzitter, dat ik nochtans maar moeilijk weigeren kan. Ik ben reeds ondervoorzitter en voorzitter geweest, en zal waarschijnlijk alzoo mijn leven eindigen. Voor den oorlog was ik ondervoorzitter van de stedelijke har monie, en ik heb het altijd gaarne gedaan. Ik ben voorzitter geweest der koorzangmaat schappij, ik was het met hert en ziel, en thans ben ik in 't bestuur der symphonie, en 't is mijn leven De heer Voorzitter Gruwez, spre kende over de Harmonie Ypriana, zegde mij eens dat is mijne familie Hewel, beste vrienden, het is ook de mijne en het is met plezier dat ik het aanbod van den heer Eere voorzitter aanvaard en dat ik mij zal beijveren voor uw welzijn en dit onzer schoone maat schappij Ypriana. Die woorden werden eveneens op daveren de toejuichingen onthaald. De heer Bories Michel stond daarna nog;

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1932 | | pagina 5