DE DORPSPOËET 8 20 pour lOO Koninklijke Tooneelkring DE VLAAMSCHE STER, Yper 1857 - 1932 Eerste Vertooning tan h t Toonee jaar 1932 -1933 Zondag 11 December 1932 Gevonden en Verloren Voorwerpen Allerhande Nieuws Burger lij lie Stand van Yper SNOEGK's Almanakkei* voor 1933 Sur les fins de séries de vêtements, chemi- serie, bonneterie, chapellerie pour Messieurs, barnes et Enfants. Ce rabais sur un costume, un pardessus d'hiver de coupe raffinée, de nouveauté de laine, forme un avantage cer tain. La Compagnie Anglaise, Place de Brouckère, Bruxelles. Eere-Voorzitter Heer Léonce Van Alleynnes. Bureel Om 4 1/2 u. Gordijn Om 5 u. en Maandag 12 December BureelOm 7 1/2 u. •- Gordijn Om 8 u. Komt voor het voetlicht in de Feestzaal Concordia, Seminariestraat Gemoedelijk Spel in drie bedrijven van Jac BALLTNGS. Prijzen der Plaatsen Eerste rang 6 frank. Tweede rang 4 fr. 5o- Derde rang 3 fr. 5o. Kaarten te bekomen in het lokaal Concor dia Seminariestraat, alle dagen van 9 uur tot 11 uur 's morgens en van 2 uur tot 4 uur 's namiddags. Gevonden Maandag 5 December,op den grond in een bank, een nog al belangrijke som j;eld. Woensdag 7, door M. Lignel Georges, een paar kinderhandschoenen. Donderdag 8, door M. Vandermeersch Robert, een manivelle van een auto. Verloren Zondag 4 December, door M' Vermeersch Julia, een handzakje eenig geld bevattende. Maandag 5, door M. Notredame Maurice, een kleinen geldbeugel een zekere som inhou dende. Dinsdag 6, door M. Petillion Valère, van Boesinghe, een sacoche die aan zijn moto was vastgemaakten waarin zich bewijsstukken en wat alaam bevonden. Donderdag 8, door het dochtertje van M. Neyrinck Cyrille, een klein handzakje een yo-yo bevattende. Yper. Ijzingwekkend drama. Een vader doodt zijn kind en pleegt zelf moord. Donderdag morgen was gansch de volkrijke Kalfvaartwijk in rep en roer bij het vernemen van de verschrikkelijke misdaad die aldaar, rond 9 u. 3o 's morgens, had plaats gehad, en waarvan het droevig nieuws zich als een loopend vuur snel rond verspreidde. Een dier honderd werkmanshuizen, met witten gevel, die de Staat daar na den oorlog tusschen de Lindendreef en den Bruggesteen- weg bouwde, namelijk dit geteekend nr 84 van den Bruggesteenweg, was thans bewoond door den genaamde Devooght Evarist, 42 j. ond, steenhouwer van beroep, zijne 37 jarige vrouw en hunne vijl minderjar ige kinderen. De man was in het jaar 1921 te Laeken in het hu welijk getreden met Bensly Celina, afkomstig van Beernem, en waskortsnadien gaan wonen naar Brugge, zijne geboortestad, waar zijne twee oudste kinderen insgelijks het levenslicht zagen, namelijk Hildegonde, den 23 Maart 1923. en Julien, den 21 September 1926. In 1927 kwam hij met zijn gezin, dat sedertdien nog met drie kinderen vergrootte, naar Yper wonen om hier zijn beroep van steenhouwer uit te oefenen. Langen tijd ging alles goed, dochondermijnd door een aanslepende ziekte waarvan hij de kiemen in zich droeg en die hij, volgens men beweert, tijdens den oorlog zou opgedaan Reb ben, en ondertusschen zonder werk gevallen, was het voor dit talrijk huisgezin moeilijk ge worden om de twee eindjes aaneen te knoopen en zag het zich gedwongen, daar het over geen andere bestaansmiddelen Handen werkloozen- steun van den vader beschikte, de hulp van den Openbaren Onderstand te aanvaarden. Koiten tijd geleden onderging de zieke vader zelfs nog een heelkundige beweiking in het hoofd, doch niets mocht baten, zijn toestand verergerde steeds meer en meer en wel zoo danig dat hij nu gansch doof en om zeggens half blind geworden was. Woensdag avond was de dokter hem nog maals komen bezoeken en had eenige genees middelen voorgeschreven die de vrouw 's an derendaags, op rekening van den Openbaren Onderstand, naar het gasthuis mocht halen. Donderdag morgend had de man reeds 3 of 4 maal bij zijn vrouw aangedrongen om deze geneesmiddelen te gaan halen, zoodat zij ten slotte toch besloot, wat vroeger dan zij eerst beschikt was, naar het hospitaal te gaan om de voorgeschreven medicamenten. Daar het juist geen school was, speelden twee der kinderen op straat, de 4 jarige Fernanda en de 2 jarige Jeannine, terwijl de drie andere thuis waren met vader, te weten het oudste meisje Hildegonde, thans 9 jaar en half oud, de 6 jarige Julien en de kleine Yvette, pas 14 maanden oud, die nog in haar wiegje lag. Wat er toen in het huis voorviel, na htt ver trek der moeder, moet iets ijselijks geweest zijn en niemand zal het voort vertellen, daar het vreeselijk drama geen andere ooggetuigen had dan den kleinen jongen, die verschrikt en hui lend naar buiten liep, en het onschuldig wicht je, dat waarschijnlijk nog te slapen ot, onbe wust van het gebeurde, in zijn wiegje te spelen lag. Het is een medelijdende buurvrouw die het eerst de misdaad ontdekte. Op haar vraag aan het knaapje waarom het daar zoo schreiend voor de deur zijner woning stond, kreeg zij voor atwoord Mijn zustertje is dood, zij bloedt toch zoo. Verschrikt ging zij het huis binnen en zag er inderdaad een ijzingwekkend schouwspel. De kleine Hildegonde lag leven loos en in een grooten bloedplas uil gestrekt, het aangezicht naar den grond gekeerd, op een hoop hout en aardappelen in een klein achterplaatsje nevens de keuken. Meer levend dan dood, vond de ontstelde vrouw toch nog de noodige koelbloedigheid om dadelijk de rijkswacht, die daar in de nabijheid gehuisvest is, te verwittigen. Deze kwam aanstonds ter plaais en was er weldra gevolgd door de po litie en den heer Dokter Dochy, wiens hulp, helaas, voor het arme meisje niet meer mocht baten. Het was de keel overgesneden en wel zoodanig dat het hoofdje om zeggens van de romp gescheiden was. De dood van-het kleine slachtoffertje, dat overvloedig bloed verloren had, moet oogenblikkelijk geweest zijn. Op de muren, die naar den trap leiden, zag men bloedsporen van tastende handen, en daar men wist dat de ziekelijke vader half blind was, vermoedde men dadelijk dat hij de dader van deze afschuwelijke kindermoord was en dat hij zich boven op zijn kamer schuil hield. Doch daar gekomen, ontwaarden de dienaars van het gerecht een tweede en niet minder vreeselijk bloedbad. De ziekelijke Devooght Evariste lag er overvloedig bloedend en stuip trekkend ten gronde midden de kamer, waar van de vloer en muren met bloed bedekt waren. Hij had zich eveneens, bij middel van een scheermes, dat nevens hem bij zijn krieën lag, de keel overgesneden en wel met zulk geweld dat de ruggegraat doorsneden was. Een bijge roepen priester diende den doodelijk ge kwetste nog ter plaats het H. Oliesel toe, waarna hij met de ambulancewagen van het Rood Kruis naar het hospitaal overgebracht werd. Daar echter blies de ongelukkige, die in een aanval van heete koorts moet gehandeld hebben, korts na zijne aankomst den laatsten adem uit. Men oordeele over de droefheid der arme moeder, die thans met vier kleine weeskinderen overblijft, wanneer zij van hare boodschappen terug kwam en het akelig nieuws vernam. Ook in de gebuurte, waardit deftig werkersgezin al gemeen geacht was, en ingansch de stad heeft dit verschrikkelijk drama een hevige ontstel tenis veroorzaakt. Een treurige bijzonderheid is ook nog dat de kleine Hildegonde haar ongelukkigen vader bijzonder lief had en dat zij gewoonlijk als leidster van haar half blind geworden vader diende. Alleen wanneer het meisje op school was, waar het Woensdag nog blij en welge zind met zijn makkertjes speelde, deed de vader zich van een ander kind vergezellen en vroeger, wanneer hij nog kon uitgaan en zijn wetkloozenkaart kwam laten stempelen, had hij meestal een kindje op den arm en een an der aan de hand. 11 Niets kon dit schrikkelijk drama doen ver moeden alleen was de man, die tengevolge zijner ziekte neurastheniek geworden was, sedert eenige dagen wat somberder. Doch nie mand had ooit durven denken dat zop een ver schrikkelijk bloedbad dit talrijk werkersgezin op zoo een hartverscheurende wijze in dei* rouw zou dompelen. Het lijkje van het onschuldig slachtoffertje,, dat door en met zijn vader in den dood wercl meegesleept, werd nadien insgelijks met den ambulancewagen van het Rood Kruis naar het doodenhuisje vervoerd. De begrafenis der twee slachtoffers van dit smartelijk familiedrama zal op Maandag 12 December a. s., om 8 u. 3o. in de parochiale kerk van St Jacobs, plaats hebben. Eén grnote VALIF.S al.« jgeschenk. Als buitengewone KEKLAAM, geeft 't Sayette Wyveken een schoone bruine Valies van 55 x 35 grootte, aan eiken kooper van een Mantel of een kleed, van minstens- 175 fr. Daarbij nog worden alle fourrureft aan Faktuurprijs verkocht. Dit enkel binst i5 dagen, en voor inventaris. Elk zegge het voort, en allen naar 't Sayette Wyveken, op de Groote Markt, te Yper, Laat u niet bedriegen of misleiden, het huis- heeft geen bijhuizen. Open op Zon- en Feestdagen Velodiefstal. De genaamde Libeer Camille, van Gheluwe, had Woensdag, rond" 3 uur 's namiddags, zijn velo aan den gevel eener herberg op de R Colaertplaats gezet, doch toen hij wat later zijn rijwiel wilde terug nemen, bestatigde hij dat een ander er reeds- mede verdwenen was. Hij diende een klacht in bij de politie, die den dief ijverig opspoort. Kindje Vetbrand. Vrijdag morgen, korts na 8 uur, vooraleer naar school te gaan, trok de kleine Hoorelbeke Arthur, 3 jaar oud, wonende in de Kalfvaartwijk, nog eens bijf zijn daar dichtbij wonende tante binnen on* haar goedendag te zeggen, doch daar stond juist een moor kokend water op den grond en de kleine, die zulks niet bemeikt had, viel er achterover op, met het ongelukkig gevolg dat gansch het onderdeel van zijn lichaam nog al erg verbrand werd. Dadelijk werd met het huilend jongentje naar het hospitaal gesneld, waar het de meest verkleefde zorgen ontving: en waar men bestatigde dat de brandwonden alhoewel zeer pijnliik, gelukkiglbk slechts oppervlakkig waren. In den namiddag mocht het kindje reeds huiswaarts keeren, waar het verder door zijn ouders zal bezorgd worden. Diefstallen. Zondag avond had de 70- jarige Jan Beernaert, wonende in de Carton- straat, den in verlof zijnde soldaat Vanmaele- Hector in zijn huis geherbergd, doch 's ande rendaags, wanneer de soldaat vertrokken was, bemerkte de ouderling dat er verschillige klee dingstukken uit de kleerkas verdwenen waren. In den nacht van Maandag hebben onbe kenden twee ruiten ingeslegen bij Mahiev*- Camille, winkelier, wonende Ligy wijk, en heb ben een hoeveelheid winkelwaren weten buit te maken. Passchendaele. Verkeersongeval. Zondag avond, omstreeks 5 u. 45, zag de voerder van de autobus Yper-Roeselaere, tus schen Passchendaele en Broodseinde, een heerenauto alkomen van Moorslede en, ten einde dit voertuig voldoende plaats te laten om te kruisen, reed hij zoo dicht mogelijk den veloweg en stopte. Niettegenstaande deze goede voorzorgen, kwamen beide voertuigen met 't linker voorwiel in botsirg, zoodanig dat- de as van de autobus gebroken werd, terwijl de kleine auto door den schok dwars in het middeh der kalsijde bleef staan. De geleiders en de reizigers kwamen er gelukkiglijk met den schrik van af. en alles bepaalt zich enkel bij eenige stoffelijke schade. Verklaringen van 3 Dec. tot q Dec. jq32 Geboorten Liva lnes, St Jacobstraat, .52. Vanderghote- Mlchel, G. de Stuersstraat, 3. Haelewyn Agnès, Recollet- tenpoort. Huwelijken Pinoy Jerome, wever, te Wevelghem, eir- Vandenbulcke Martha, fabriekwerkster, te Yper. D'Hëllem- Gerard, metser, en Gouwy Raymonda, naaister, beiden te Yper. Overlijdens Simoen Petrus, 54 J., landwerker, onge huwd. Oude Kortrijkstraat, 2. Lebon Marcellina, 26 j., huishoudster, echtg. Maes Honoré, Waterkasteelstraat, 42. Sambaere Elisa, 47 j., huishoudster, echtg. Talon Vawife, M. Frenchlaan, 7. Duyck Marie, 59 j„ z. b., eclifg. Demeyere Theophiel, Poperinghesteenweg, 8. Devooght Hildegonda, 9 j. 7 m„ Bruggesteenweg, 84. Devooght Evariste, 42 j., steenkapper, echtg. Bensly Cétine, Lange Thouroutstraat, 25.: Huwelijksbeloften Emile Debaene, herbergier, te Mee— nen, en Julia Lepla, z. b., te Yper, voorheen te Meenen. Te koop ten bureele dezer, Boterstraat, 341-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1932 | | pagina 8