IN DEN STORM leder Post ais met een waterdicht beschot gescheiden 15, Oude Houtmarkt, Yper - Uitsluitend Agentschap 2 Ten bureele dezer kan men de voor gaande nummers met het mengelwerk bekomen. ii Mengelwerk van Het Ypersche Nr 28 Roman door A. BRULEZ (Vervolg) En hare oogen Klein, bruin geloof ik, ik weet het niet jillst. Ik heb niet veel tijd om dat alles te ont leden. Zeis kort, dik, nog al breede neus en scherpe kin. Zeis lief, maar miet zeer mooi, hoor weet ge nu genoeg Ja, ja, maar 'k vraag u niets meer, gij spot Vraag het haar z lf eens ah-ah ah Kom, kom, 't is eender hoe zij is, ik word gewaar dat zij u erdoor helpt. Dat is 't voor naamste. De dokter had het verkeerd voor, het uit werksel was heel anders dan hij dacht. André verviel weer in zijne hopelooze somberheid hgel zijn leven zou hij moeten aanvaarden wat anderen hem wilden wijs maken. Hij zou het immers toch niet zien. Ach welk ongeluk, blind te zijn 1 Hij hoorde wel dat men nog rond zijn bed kwam, maar hij lag rustig op zfcn zijde, alsof hij sliep, om geen gesprek meer te moeten aanknoopen. Het sloeg hem nu dat geen enkel der man nen, die rond hem lagen, ooit sprak, en den vplgenden dag, toen hij weer beter gesteld was, vroeg hij aan zijn verpleegster Hoe komt het, Juffer Zonneschijn, dat ik najjn makkers van 't einde der zaal onder ejkaar hoor spreken, zelfs schertsenenlachen, mtjne naaste buren spreken nooit Langs dezen kant zijn 't al gekwetsten aan 't hoofd de eerste hier werd de kinnebak afgeslagen de tweede kreeg een kogel door beide wangen en door de tong, verder is er eöi zonder lippen. - God, wat ellende uit dien dwazen oorlog Ja, zuchtte zij. 't is waarlijk treurig !vEn wjjaroin Ja, waarom Om den hoogmoedigen waan zin van één man 1 Naees poos ging hij verder Gij moet hier reeds veel afgrijselijke din gen gezien hebben Maar gij zijt daarin ver hard geworden Veel. veel heb ik gezien, maar verhard tofch niet. Ik he mijne zenuwen verstaald, om u allen te kunnen hTpen, want met flauw val ien wordt er niets verricht. En 'i is mij zoo zoet te ka men helpen Zoo zijn er ook niet veel On, toch wel, kondet gij ze maar zien Z j schrikte. Ja, zien zuchtte hij gewei lig, dat zal ik nooit meer Begint ge weer, M. Terdam, ge weet toch dat de Dokter gezegd heeft dat hij niet wanhoopt, 't mocht een ictus zijn op de ge zichtszenuwen en daar is redding voor. En wat moet er later van al deze onge lukkigen geworden alleen, verlaten, geen huiskring, geen familieleven. Kom, kom, uwe sombere gedachten tomen weer op. Dat zijn ongegronde vooruit zichten. Er is meer toewijding cn grooter iefde te vinden onder ons dan dat zulks een beletsel zou zijn om zijne hand te schenken aan een dezer helden. Ja, sedert ik u heb leeren kennen, acht Je u daartoe bekwaam Oh, ik heb er wel meer onder mijne vriendinnen die dat zouden doen Uit medelijden, doch niet uit liefde Zeker uit liefde sprak ze heftig. De liefde, de ware liefde, gaat toch verder dan tot uitwendige schoonheid en onverminkte mannelijkheid. Zij bestaat uit diep gewortelde genegenheid, wederzijdschen steun en ver trouwen, achting en verkleefdheid alle hoe danigheden die niet kunnen voortkomen uit enkele zinstreelingen Zoo had ik het mij ook eens voorgesteld maar.... Maar, maar I kom rust nu wat. Ik zit hier al veel te lang te praten, ik moet nog anderen verzorgen. We praten nog wel eens daarover. André's gedachten waren weer op hol. Hij begon behagen te vinden in haar bijzijn Hoe langer hoe me-r vond hij dat hare st m net was als die van Laura. Zij oc k werd zoo ge waardeerd in 't Gesticht te Vper, en hare manier van spreken was ook zoo gansch dezelfde. En nochtans is 't niet mogelijk, dacht hij. De dokter gaf immers een anderen naam Suzanne Dumoti neen, ach had ik toch mijn oogen viij XIII 't Was Allerzielen 1 Laura kwam uit de kapel, waar zii, met vurigheid, gebeden had voor hare overleden ouders, en hulp gevraagd had in haren pijn lijken toestand. Om de genezmg van André had zij uit alle krachten gesmpekt, hoe de uitslag tegenover haar ook zijn mocht Daarna kwam z:j den dokter tegen en vroeg hem Hoelang nog, Dokter Gij wordt ongeduldig. Juffer Zonneschijn? Kan 't anders. Dokter? Ja, ik begriip. Wel, nog acht dagen geduld zijn oogen ontzwellen nu, en over acht dagen, hoop ik de proef te kunnen maken. Gaat dat Dank u, Dokter. En de uitslag Oh, daar vraagt ge mii meer dan ik weet nochtans hoop ik er het bes'e van Daarop spoedde zij zich naar André, om zelfeene andere proef te wagen. Zij had twee brieven in de hand. Hoe gaat het u, M. André vroeg z Het trof André, dat zii begonnen was met te zeggen sergeant, daarna M. Terdam en nu M. André. Slecht geslapen antwoordde hij, wat was al dat gerucht en over-en weer geloop dezen nacht Ja, dat gerucht moet u verontrust hebben. U w makker met het afgerukte kaakbeen is overleden en hij werd weggenomen. Wij hebben veel overlijdens gehad deze laatste dagen. Ik kom juist voor hen allen te bidden, 't is Allerzielen. Ja, ik heb eraan gedacht, ik bad voor mijne moeder. Nu moet ge nog voor iemand bidden, zei ze. Zoo voor wien Ik heb hier een rouwbrief voor u Hij is eerst naar 't front gegaan Voor mij Van familie Neen,.... van Mevrouw Verdonck zei ze, terwijl ze zich verlegen afvroeg welk het uitwerksel zou zijn. Mevrouw Verdonckis die dood Ja, M. André Daarop blief een oogenblik stilte. Wat mag haar oveigekomen zijn vroeg hij dan kalm. Karei geeft me daarover meer nieuws in zijn brief. Karei aan u Kent gij hem Ja, hij heeft hier in dit zelfde bed gele gen, dat gij thans hebt En schrijft hii u vroeg hij somber, met een kneep in '1 hart. Oh, etn paar maal slechts heeft hij mij geschreven berst om mij te danken, daar ik hem laDg verzorgd heb, en vervolgens omdat ik zijne zuster kende. Kendet gij zijne zuster vroeg hij angstig. Hoe dat Ik ben op kostschool geweest te Yper bij de Rousbrugge Üamen. Ah zoo Maar wat zegt hij van de dood zijner moeder Hij_schrijtt dat zijne familie in de laatste tijden erg beproefd wierd. Ja, Karei gr kwetst, zijne moeder een beslag, en nu dood, en Eu vroeg zij nieuwsgierig. Niets ik weet niet. Angstig trachtte zij zijne gedachten te raden, en vroeg dan aarzelend Weet gij van Elza Wat met.Elza Zij aarzelde weer maar zag hem ongedul dig worden. Dat zij verloofd was met een fransch officier, een dokter Wat zegt ge neen ..Oh nu begrijp ik Wat begrijpt ge Nietssommige herinneringen maar ga voort Zij zag dat hij de vuisten balde en het laken wrong, maar dacht bat het beter was voort te gaan. (Vervolg te vaaste week) Met de «TELEFUNKEN 345» krijgt gij'zonder moeite ieder Europeeschen uitzendpost, als bestond hij alleen. De «TELEFUNKEN 345 WL. is een ontvangpost van groote klas, met 4 kleppen waarvan 3 met scherm voor zelfvioder en zelfkiezer. Klankregelaar. Uitdrijver der pirasieten. Dynamische luidspreker. Zwierig meubel in luxthout. Apparaat voor wisselstroom. SERVICE De langste ervaring. De modernste constructie.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1933 | | pagina 10