Glycérines Corps Gras Iedere kar Kolen 6 M. Delahaye. Ja, de heer Missiaen w$et M. Missiaen. Het is verkeerd dit te betye- ren, want de kassen zijn toch geen bankjer Last Post Committee Société Anonyme Franco-Beige des WERVICQ. gekocht aan vreemde handelaars, beteekent een hal ven dag MIN WEH voor een werkman van onze streek- toekomen om onze schuld aan het Werkloo zenfonds tot op ia April aanstaande te betalen. Niets kan ons beletten later, wanneer dit mocht noodig blijken, een nieuwe leening te voorzien. Laat ons dus nu de begrooting alzoo sluiten. Wat wij nadien nog zullen verschul digd zijn naoet nu niet voorzien worden, daar voor kan later gemakkelijk een nieuwe leening aangegaan worden. Niemand zal dit weige ren. M. Missiaen. Maar, wanneer gij nu het geld vraagt, dan zult gij het slechts met i Mei hebben, terwijl, indien er tot dan gewacht wordt om het geld te vragen, het nogmaals zooveel maanden zal duren eer het ons toegestaan wordt. M. Bonnet. Er is voor de kassen niets ongelukkiger dan geen geld te hebben om te betalen. Ik spreek bij ondervinding en het is om dat te vermijden dat wij er aan houden nu reeds een grootere som te voorzien. Indien zij niet geheel noodig is, dan zal zij ook niet verbruikt worden. M. Seys. Is een som van 5oo.ooo fr. wel noodzakelijk Ik vind dat het best ware nu het voorstel te aanvaarden zooals het door het schepencollege gedaan werd, en intus schen zou men aan het Werkloozenfonds de volledige rekening kunnen vragen en daarna, zoo noodig, een nieuw voorstel van leening doen. Nu slaan wij om zeggens in 't blinde. M. Missiaen. Ik herhaal dat het nu reeds meer dan tijd is het geld te vragen om erover tegen den i Mei te kunnen beschikken. M. Delahaye. Ik was van gedacht niets te zeggen, doch ik houd eraan hier toch een korte verklaring te doen. De gemeentebijleg, die aan het Werkloozenfonds verschuldigd is, werd uitgerekend niet door den secretaris maar door den rekenplichtige van het Werk loozenfonds die vindt dit zij tot nu toe 200 000 fr. bedraagt. Dit is de som die de stad moet betalen en die, na twee, drie weken zoeken, door den rekenplichtige gevonden werd. M. Leuridan. Ik meen dat de verant woordelijke afgevaardigden van de twee voornaamste syndicaten toch ook wel zeker zijn van de cijters die zij hier vooruitzetten. Deze hebben, volgens hen, nu reeds samen een som van 3oo.ooo fr. te goed op de stads kas. Ik verwacht van hen dat zij hier deze cijfers niet lichtzinnig hebben opgegeven. M. Missiaen. - Deze som is bij ons per centiem uitgerekend geweest. M. Leuridan. Dus, volgens deze voor stelling, is de gevraagde leening van 200.000 fr. dus reeds voor een som van 100.000 fr. in gebreke. M. Delahaye. Met Juli was men de som van 345.540 fr. 90 aan het Werkloozenfonds verschuldigd en de stad heeft op 3o Septem ber reeds 200.000 fr. terugbetaald. Indien deze cijfers mochten betwist worden, stel ik het volgende voor, namelijk dat elke syndi cale kas om de beurt met hare boeken kome om ze met de boekhouding van het Werkloo zenfonds te controleertn. Tot nu toe werden zij steeds in regel gevonden met de boeken van het Werkloozenfonds, en daarom vraag ik de voorgestelde som te willen stemmen. De rekenplichtige heeft al de boeken van het Werkloozenfonds onderzocht vanaf 1921 tot aan den 3i December ig31 en alles tot op een centiem na juist bevonden. M. Leuridan. Gij zegt daar heel voor zich tig tot aan den 3i December ig3i, doch het is juist nadien dat de crisis zoo vererger de en dat het kwaad gebeurd is. M. Missiaen. De waarheid is dat de sta- "ten van het Werkloozenfonds enkel tot de maand Maart van verleden jaar in orde zijn. M. Delahaye. Iedereeq weet dat. Doch nu, in plaats van een. zijn er vijf bedienden in het Werkloozenfonds en te Kortrijk zijn ze wel met twintig bedienden, van klare dat er werk is om dit alles in orde te stellen. Nu zijn de staten van de maand April hier ook reeds in regel, zoodat alles regelmatig vordert. Het is ongelooflijk wat werk dit alles vergt. M. Leuridan. Betwist de heer Voorzitter van het tusschengemeentelijk Werkloozen fonds dat de twee voornoemde kassen alleen reeds 3oo.ooo fr. te goed hebben M Delahaye. Zij hebben reeds een som ontvangen. M Leuridan. Dit is dus slechts in theorie dat zij die som te goed hebben M. Missiaen. Neen, neen, niet in theorie, maar in geld. M. Leuridan. Komt de som, die zij reeds ontvingen, in afkorting van die 3oo.ooofr. M. Leuridan. Mijnheer de burgemeester zijn deze kassen gerechtigd om 3oo.ooo fr. te vragen M. Van der Ghote. Vraagt gij dit aan mij? Ik weet daar niets van. M. Delahaye. Men kan dat niet weten. M. Missiaen. Wij alleen hebben nu reeds meer dan 3oo.ooo fr. te goed van het Werk loozenfonds, doch voor hoeveel de stad daar in gerechtigd is dat weet ik niet. M. Van der Mersch. Voor het jaar 1932 moet de stad de som van 266.000 fr. betalen aan al de werkloozen kassen. De heer Missiaen beweert dat die som meerder is, hoeveel om trent M. Missiaen. Wij hebben de som van 166 748 fr. 5o voor de stad als gemeentebijleg uitbetaald. M. Delahaye. Verleden jaar heeft de stad, benevens die som van 200 000 fr. die aan de kassen teruggegeven werd, nog verscheidene andere sommen als gemeentebijleg betaald. Wij oordeelen dat wij nu op 3i December 1932 nog 200.000 fr. moeten betalen, en indien zij denken dat dit niet waar is dan mogen de kassen dit met hare boeken komen contro leeren. M. Missiaen. En hoeveel is de stad dan nog vanaf den 3t December ig32 verschuldigd? Dit zijn nu juist de drie bijzonderste maanden die verloopen zijn. M. Delahaye. Daarvoor is er een som in de begrooting ingeschreven. M. Missiaen. Gij moogt een millioen in schrijven. Wat baat het, wanneer er geen boter bij de visch is Het is geld dat gij moet hebben en, om erover te kunnen beschikken, moet gij ontleenen. M. Van der Ghote. Wij zullen deze be spreking sluiten. Ik ga voort op de officieele cijfers die wij ontvangen hebben. M. Missiaen. Ik vraag U met wat gij van af den I Mei zult betalen. M. Van der Ghote. Dit is in de begroo ting voorzien. M. Missiaen. Maar daarom hebt gij geen geld. Gij zult moeten leenen om er te hebben en, wanneer gij nu maar 200.eoo fr. ontleent, dan zullen wij van morgen reeds aan de be volking bekend maken dathet de schuld is van de stadsbestuurders zoo er op 1 Mei geen ge meentebijleg meer aan de werkloozen betaald wordt. M. Van der Mersch. Het verschil be draagt meer dan n5.ooo fr. Dit is dus nog al van belang om zoo maar aanstonds geregeld te worden, en daarom zou ik vragen nu eerst over het voorstel van den heer burgemeester te beslissen en daarna die zaak te onderzoe ken, want het verschil is te groot. M. Missiaen. Ik wil nu wel het verleden daar laten, maar wat zult gij met den 1 Mei doen M. Van der Mersch. De heer burgemees ter vraagt nu een leening om den achterstal te kunnen betalen. M. Missiaen. - Maar dit is nevens de kwes tie antwoorden. M. Van der Ghote. Ik stel voor over het voorstel te stemmen. Indien wij later bevinden dat de stad nog meer verschuldigd is, kan er dan een nieuwe leening gevraagd worden. Voor wat mij betreft, ik ga voort op de cijfers die door het Werkloozenfonds gegeven wer den, al die mondelingsche inlichtingen houden geen steek bij mij. De stad was een gezamen lijke som van 400.000 fr. verschuldigd, waar op reeds 200.000 fr. betaald werden, zoodat wij einde Maart nog 200.000 fr. schuldig staan. Wanneer die cijfers later moesten ver anderen, dan kunnen wij een bijkomende lee ning stemmen, maar nu moet er alleen een leuning aangegaan worden om den achterstal te vertffenen en niet om den gemeentebijleg tot en zelfs na den iD Mei te betalen. Het is ons alleen toegelaten een leening aan te gaan om het achterstallig aandeel van stad te beta len. Voor het overige dat nog moet betaald worden, is er een som van.25o.ooo fr. in de begrooting voorzien. Indien wij daarom ech ter het geld zullen hebben, dat weet ik niet, doch het is onnoodig daarvoor nu een leening te willen aangaan, want zij zou niet goedge keurd worden. Zoo het noodig is, zullen wij dan later een aanvullende leening aangaan. M. Missiaen. Dit is verkeerd wanneer de heer Burgemeester beweert dat men geen leeningen mag aangaan voor sommen die nog moeten verschoten worden. M. Van der Ghote. De omzendbrief, die wij daarover ontvingen, is nochtans duidelijk. voor de stad. Ik stel voor een som van 5oo.ooo fr. te ontleenen en deze die het weigeren zullen dan hunne verantwoordelijk heid moeten dragen. M. Van der Ghote. Ik vraag de stemming over het voorstel van het schepencollege. M. Missiaen. Neen, mijn voorstel moet eerst ter stemming gelegd worden, het is het radicaalste. M. Van der Ghote. Dan zullen wij eerst stemmen over het amendement van den heer Missiaen die voorstelt de leening van 200.000 frank op 5oo.ooo fr. te brengen. Stemmen ja de heeren Missiaen, Bonnet, Coutelle, Leuridan en Verbeke neen de hie en Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Seys, Biebuyck, .Vergracht, Van Alleynnes en Van der Ghote onthouden zich de heer Pattyn en Jvr. Cornillie. M. Van der Ghote. Dit is dus verworpen met acht stemmen tegen vijf en twee onthou dingen. Ik vraag thans de stemming over het voorstel eener leening van 200.000 fr. Stemmen ja de heeren Lemahieu, Dela haye, Van der Mersch, Seys, Biebuyck, Ver gracht, Van Alleynnes, Leuridan, Verbeke en Van der Ghote. Jvr. Cornillie alsmede de heeren Pattyn, Missiaen, Bonnet en Coutelle onthouden zich. M. Van Alleynnes. Geheel die uiteenzet ting hier is zonder nut, want de stad heeft: nog een kredietopening van 5oo 000 fr bij de Bank van Kortrijk. Daar is geld en er moet dus niet gevraagd worden waar het geld zal gehaald worden. Er was en er blijft daar nog een half millioen beschikbaar, en het is juist daarvoor dat wij daar zooeven een leening van een millioen hebben gestemd om dit geld thans aan de Bank van Kortrijk te kunnen teruggeven. Met die teruggave komt er dus weer een half millioen beschikbaar. M. Missiaen. Het is gij zelf die in de Commissie hebt doen opmerken dat het kostelijk is aaneen private bank geld te ont leenen, en nu zegt gij het tegenovergestelde te doen. M. Van der Ghote. Het is tegen de ge - woonte na de stemming de bespreking weer te heropenen. Volgens het gemeentereglement dat in i836, geloof ik, gestemd werd, is het verboden na de stemming de woordenwisse ling opnieuw aan te gaan tenzij om een ont houding te verrechtvaardigen. Ik ben zoo vrij deze bepaling aan den gemeenteraad te herinneren. M. Missiaen. Ik was hier nog niet wan neer dit reglement gestemd was. (Gelach). Vervolg te naaste week) Le Conseil d'Administration du Last Post Committee association sans but lucra- tif, a l'honneur d'inviter les membres a l'as- semblée générale qui se tiendra le Jeudi 6 Avril 1933, a 18 h. en l'Hötel de Ville. De beheerraad der vereeniging zonder winstgevend doel Last Post Committee >-' heeft de eer de leden uit te noodigen ter jaarlijksche vergadering die zal gehouden worden op Donderdag 6 April ig33, om 18 u., in het stadhuis. Les actionnaires sont convoqués pour I l'ASSEMBLÉE GÉNÉRALE ordinaire, qui se tiendra a l'usine, rue Pompe a Feu a Wervicq, le Mardi 18 Avril 1933, a uh-J du matin. Ordre du Jour 1. Rapport du Conseil d'administration de l'exercice de l'année ig32. 2. Approbation du bilan et du compte pro fits et pertes. 3. Décharge aux administrateurs et au* commissaires. 4. Nominations statutaires. 5. Divers.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1933 | | pagina 6