De Week van het Water
4
De Waterbevoorrading vail leper,
in de huidige tijden en in de toekomst
Onze stad, die de oudste inrichting van
waterbevoorrading bezat van het land, en fier
mocht gaan op een gradueel verbeterd en
aangepast stelsel, zag door den wereldoorlog
1914 18 gansch hare kostbare inrichting te
niet gaan.
Bij den heropbouw, wist de stad zich te
voorzien van een modern ingerichte waterbe
voorrading, die de belangstelling wekt van
alwie de zorgen van watervoorziening zijn
toevertrouwd, en als model inrichting wordt
aangewezen.
Deze inrichting, zooals zij nu werkt, dient
nochtans in de toekomst vervolledigd door
zekere voorzorgmaatregels welke het water
drinkbaar zullen maken, en den voorraad
water zoodanig vermeerderen dat alle vrees
van watergebrek uitgesloten weze.
Het water bestemd voor stads bevoorrading
wordt ontnomen aan twee belangrijke vijvers.
Deze van Dickebusch heeft eene wateropper
vlakte van ongeveer 33 hectaren. Deze van
Zillebeke, 28 hectaren.
De vijver van Dickebusch wordt gespezen
door de Kemmelbeek, dalende van den Kem
melberg en Scherpenberg, die het water van
een gebied van 1457 hectaren afvoert.
Eeuwenlange verzanding en verslijking heb
ben het inhoudsvermogen van den vijver zeer
verminderd, zoodat pas vóór den oorlog, door
de zorgen van stad, een begin van zuiverings-
werken werd uitgevoerd e n ongeveer
60.000 m3 slijk en zand weggehaald.
De oorlog miek de verzanding van den
vijver, door de omwoeling van al de gronden
van het hydrographisch gebied, erger dan
ooit, zoodat de uitgevoerde zuiveringswerken
als ongedaan te beschouwen zijn, en op rit
oogenblik de verzanding en verslijking op
eene gemiddelde hoogte van 1.00 m. moet
aangerekend worden, wat de hinderende
hoeveelheid brengt op 33o.ooo m3.
Eene wandeling, rond den vijver, laat be
statigen hoe een derde van den vijver, - de
breede oevers, en vooral het vijverdeel gele
gen bij de u.tmonding der Kemmelbeek,
geen water m-er vertoont, maar herschapen
is in een echt bosch van lisch en waterplanten,
welke weeldrig uit den ondiepen vijvergrond
opschieten.
Is het inhoudsvermogen van Dickebusch
vijver meikel.jk verminderd, toch moet in
acht genomen dat hij beschikt over den aan
voer van water van een uil gestrekt gebied, en
in normale tijden zijn voorraad regelmatig
kan aangevuld of vernieuwd worden.
De vijver van Zillebeke wordt gespezen
door de Zillebeek, dalende van de Zuid Oost
gelegen heuvels, en voerende het water van
een gebied van 445 hectaren oppervlakte naar
den vijver.
De verslijking is niet zooals te Dickebusch,
en baart voor het oogenblik weinig zorgen.
De vijver bleef immers gedurende den wereld
oorlog droog liggen, zoodat er kanons te
midden in werden opgesteld, die nadien niet
alle werden weggehaald.
Het gering hydrographisch gebied, waar
over de vijver beschikt geeft bezorgdheid voor
zijn watervoorraad. Immers weinig of niet
wordt deze vernieuwd na het regenseizoen,
zoodat hij zich dagelijks uitput, en het water
peil geleidelijk brengt tot de grondlagen die,
onder de werking der zon, vertroebeling van
het water veroorzaken.
Beide vijvers hebben een gezamenlijk in
houdsvermogen van 1.000.000 m3 water.
Van dezen voorraad dient afgerekend te wor
den, als niet te benuttigend water, de laag
welke rechtstreeks met den grond in aanra
king komt. Deze grondlaag, aan 0,60 m.
hoogte gerekend, beteekent 36é.ooo m3, zoo
dat de nuttige watervoorraad der vijvers zich
beperkt tot 634.000 m3.
Van uit de vijvers wordt het water naar de
filters door geutijzeren buizen aangebracht.
De werking van de fi(terinrichting van
Dickebusch en Zillebeke is nagenoeg dezelfde.
Alvorens gefilterd te worden, wordt het
water door bezinkingskommen van 20 m.
lengte, 7 m. breedte en 2,5om. diepte geleid.
Deze kommen zijn in een twintigtal afdeelin-
gen ingedeeld door beton wanden die het
water tot rust dwingen en den neerslag v^n
de in het water zwevende bestanddeelen
bevoordeeligen.
Vervolgens wordt het water gevoerd door
drie opeenvolgende zuiveringsbakken van
5 ro. lengte, 3 na. breedte en 2.So m. diepte.
Deze bakken bevatten lagen gtint van ver
schillende afmetingen, ter gezamenlijke dikte
van o.5o m. welke opgehouden worden door
gegalvaniseerde doorboorde platen, waardoor
het water heen moet om zich te ontmaken van
vreemde bestanddeelen.
Van deze zuiveringsbakken wordt het water
naar de filters overgebracht.
Ieder filterinrichting beschikt over 27 zand
kuipen varf 6 m. lengte, 3 m. breedte, en
1.35 m. diepte, uitgewerkt in gewapende
betonwanden boven den vergaarbak van ge
fi'terd water, welke een inhoudsvermogen
heeft van 8oo kubieke meters.
Als regen wordt het water boven de zand
kuipen uitgespreid door sprinklers een
rad bestaande uit drie koperen buisjes, waar
op ieder 3i uitmondingen van 2 mm. zijn
aangebracht, en zich door de drukking van
het water zelf in beweging stelt.
Langzaam dringt het water door de laag
fijn zand, hebbende eene hoogte van 1.35 m.
en door de poreuse betondallen die de zand
laag ophouden, alvorens in de vergaarbakken
te zijn opgevangen.
Uit deze vergaarbakken van gefilterd water,
zuigen krachtige electri3che pompen het
water op en steken het naar de watertorens
die te Dickebusch 6oo m3 inhoudsvermo
gen heeft en te Zillebeke 3oo m3.
Door geutijzeren moerbuizen wordt het
water van uit de torens naar de stad gedrukt,
en door allerlei vertakkingen in alle straten
en woningen aangevoerd, de bevolking voor
ziende van een onmisbaar levenselement.
Een waterkraan in de keuken, het wasch
huis, het W. C., de badkamer, boven de
lavabos, in de garage, op straat, in den hof
wat een voordeel, wat een gemak dat wij uit
gewoonte schier niet eens meer achten,
maar ons door meest al de steden van het
land benijd wordt 1
Men bedenke eens hoe het in andere steden
gesteld is met de watervoorziening Steden
waar ieder huis zijn eigen put uitmetselt
waar ieder emmer water dient afgepompt,
weggedragen gangen door, trappen op en af,
waar iedere inrichting van waterdrukking
voor baden, W. C. enz. het uitbouwen van
groote citernen eischt, eene inrichting van
mekanieke pompen, verbruik van electriciteit,
en groote onkosten medebrengt ten laste van
ieder inwoner afzonderlijk, maar die de alge
meenheid der bevolking niet kan afdragen.
Om te besluiten dat de inrichting van water
bevoorrading een weldaad is voor de gansche
bevolking, die ons voordeelig gerieft aan
overvloed van water.
4c
Zoo staat het ten huidigen dage met onze
watervoorziening.
Groote diensten biedt zij ons, volmaakt
nochtans is zij niet.
Er wordt immers verwacht ie dat het
water drinkbaar weze 2' dat geen vrees voor
gebrek aan water moet bestaan.
4.
Gezond en drinkbaar water moet er kernen
Waar het water ons in de noodwendigheden
▼an het levensonderhoud verzekert, kan het
met zich de kiemen van ziekte en dood mede
slepen..en waar een gansche stad zich voedt
aan dezelfde bron, wordt door goed water de
gezondheid van de gansche bevolking verze
kerd, door bedorven water de ondergang van
de gansche stad veroorzaakt.
Enkele maanden is het geleden, dat de
nieuwsbladen de tijding brachten van eene
schrikkelijke typhus epidemie, veroorzaakt
door bedorven water aangevoerd door eene
gemeentelijke watei leiding.
De ziekenhuizen beschikten niet over vol
doende verpleegruimte om de honderden
typhuspatienten af te zonderen.
't Gebeurde, gelukkig, heel ver van hier
maar het stemt ons niettemin tot nadenken-
De geschiedenis van onze stad vermeldt-
ook dat tijdens het aanleggen der vestings
werken volgens de plans van ingenieur Vau-
ban, einde der I7de eeuw, door de stoornis
van de waterbevoorradings inrichting, eene
verschrikkelijke en noodlottige besmetting
uitbrak.
Wie zou er voor het behoud zijner gezond
heid geen klein offer brengen
Welnu het offer welke vereischt wordt is
draaglijk voor stad en moet hoofdzakelijk
bestaan in het nemen van enkele voorzorgen
en het bekostigen van enkele aanpassingen.
In samenwerking met naburige gemeenten
moet de stad alle bronnen van bederf, die de
vij verbeken toevloeien en het water van den
vijver bederven, afwenden.
Het feit alleen dat de visschen niet in leven
blijven, wanneer de vijverbtken tamelijk laag
in water staan, en een tijdje lang zonder aan
voer van nieuw water blijven, bewijst dat in
die beken aanvoer is van allerlei bedorven
water dat naderhand in den vijver terecht
komt.
Dan moet eveneens gezorgd worden dat het
water eene bewerking ondergaat welke het
voorbereidt voor het filteren. Thans wordt,
volgens de hoedanigheid van het water ont
nomen aan onze vijvers, te veel verlangd van
de filters, zoodat hunne wei king de gewensch-
te gevolgen niet kan geven.
De Antwerpsche waterbevoorradings lienst,
die een water van goede hoedanigheid, maar
erg bevu ld door de beladen bedding der
Nethe waarin het stroomt, afneemt voor de
watervoo' ziening der stad, weet dit eerst eene
zuiveringsbewerkirg te doen onderstaan alvo
rens het water in de filters over te brengen.
Deze bewerking bestaat in het vermengelen
mét het water van 1 ene chemische stof die
microben en organische stoffen opslorpt, en
na eenige uren berusting het zwart en vuit
water maakt tot een klaar water. Na het
filteren is het water helder als kristaal.
Een eindbewerking van het gefilterd water,
alvorens dit tot de bevolking te voeren, ware
de stereliseering waardoor het volkomen
onschadelijk zou gemaakt zijn en, mits toe
passing van de thans bekende voorzorgen,
zijn smaak en aangenaamheid zou behouden.
De stad moet beschikken over overvloedi
ger water, en alle vrees voor gebrek moet uit
gesloten zijn in de toekomst.
De vrees voor gebrek bestaat thans werkelijk
en het ware genoeg een zeer drogen zomer
te hebben, om de onaangename ondervinding
van het watergebrek op te doen.
De watervoorziening van stad eischt nor
maal per dag aan water 2100 m3.
De dagelijksche verdamping voor de opper
vlakte van onze twee vijvers kan gemiddeld
vastgesteld worden op 2440 m3, wat een ver
mindering aan voorraad brengt per dag van
4540 m3.
De nuttige watervoorraad onzer vijvers
634.000 m3 zou dus in stads noodwendigheden
kunnen voorzien gedurende (634.000 4540
m3) 140 dagen of ongeveer 5 maanden.
Berekening voor normale omstandigheden,
maar die door onvoorziene gevallen als water
ontsnappingen, watervertroebeling fel boven