Groote keus VULPENNEN
HET BELFORT
De Draak op het Belfort
2
overal wordt de dollar aangeboden zonder de
minste terugaankoop en zoo daalt zijn koers
heel na\uurli|k.
Om dezelfde redenongetwijfel 1 ziet men het
pond verzwakken door den massieven aan
koop van Hollandsch goud en 't verkoopen
van ponden en zoo komt de gulden in 't ge
drang, alhoewel deze munt gedekt weze met
70 goudvoorraad.
't Kan ook de beurt wezen van den Fran-
schen en Belgischen frank.
Wij zullen hier niet verder uitweiden over
den strijd tusschen pond en dollar, waarbij
de gezonde munten, steunende op 't goud, de
gebroken potten zullen hoeven te betalen de
dollar wil kost wat kost zijn waarde gelijk
matig verminderen als het pond, t. t. z. met
een derde.
Wij vragen ons enkel af of er nog eenig
vei schil bestaat tusschen Filip de munte
schrooder en andere prinsen die vroeger het
geld vervalschten om hun schulden te dekken
en de handelwijze van de groetedemocratieën,
die het geld moedwillig naar den dieperik
helpen, om drukking op de pr izen uit te
oefenen. Zoo de regeeringen zulks mogen
doen, waarom houdt m-n nog de individui. ële
valschmunters in 't kot
Er zijn landen die aansturen op de goui-
verdeeling Het zijn juist deze die ons vroe
ger de hand niet toestaken, als we in de
miserie zaten, het zijn deze die zich hals over
kop geworpen hebben in dwaze speculaties,
die de zotste ondernemingen aangingen en nu
hun bokke^prongen duur bekoopen, die ons
voorstellen het verledene te vergeten en het
goud weerom los te laten. Met andere woor
den, zij zouden willen dat onze jarenlange
krachtinspanning enkel diene om dezen uit
den put te halen, die er ons vroeger ingeduwd
hebben.
Ah Die huichelaars, heel dat samenrot van
Jod :nzwendelarij, gewetenloaze gouischur
ken en geldduivels zouden ons ook willen
dwingen tot een muatinzakking, tot een ver
mindering van onze gouddekkicg en tot het
afstaan van 't goud overschot aan de Staten,
die er niet vol toende hebben. Wie houdt men
voor den aap
Welnu, er zijn er onder die hun financiën
niet wijselijk bestuurd hebben, die moedwillig
failliet gingen om te ontsnappen aan de uit
voering hunner fi.iancieêlj verplichtingen.
Waarom zou Frankrijk en België hun goui-
voorraad moeten afstaan, welke hun noodig is
in geval van nieuwe stabilisatie En aan
welke landen zou het gegeven worden Aan
Duitschland of aan de Sovië's misschien, die
door de grootste bankorganisaties in de V. S.
gesteund worden door de bende Oito Kahn,
Kuho, Loeb en
Het is een economische en politieke mis
daad aan Duitschland en de Soviëts goud te
geven om zoogezegd hun financ ën te herstel
len economisch omdat beilijn en Moskou
zoo gehandeld hebben, dat alle terugkeer naar
vertrouwen naar den bliksem is, omdat Duit-
scheis en Russen zu'len strijden tegen dizj,
die hun hielpen, met het goud dat zij van hen
bekwamen.
Dat de landen, die goud te kort hebben, het
hun zeiven wijten. Maar moet daarom heel de
weteld op sprieten springen Zoo Frarikiijk
en België een gcudstuck hebben waarop
anderen afgunstig zijn, dan is het aan hun
beheer te danken.
Heel hst schandalig manoeuver van Ame
rika en Engeland komt hierop neer Frankrijk
en België tot een nieuwe inflatie te dwingen
en een deel van hun goud af te staan Daaraan
toegeven ware een zellmoord. We zeggen het
luide genoeg dat er hier een onverzettelijke
tegenwerking zou ontstaan tegen een nieuwen
aanslag op onze spaarduiten die aanslag
ware troef in de kaart van die landen, cie ons
sedert 't verdrag van Versailles voortdurend
den duivel aandeden, van die landen die
steeds den vrede bedreigen, en zeker voorts
zouden bedreigen eens het internationaal
muntherstel doorgedreven.
In volle XX* eeuw begint men beschaamd te
zijn met de hnanciëele economische bokke-
sprongen van Amerika dat alles en iedereen
wil ondeischikken tot heropbeuring der V. S.
Naar den dieperik zoo 't gouden kalf
staande blijft.
Naar vrede en welvaart zoo rede en
recht heerschen. ROBEEK.
aan alle prijzen
ter Drukkerij DUMORTIEJR
3-4, Boteratraat, 34.
Het belfort, dat
De ziel der stad
Verborg in oude steenen,
Verging voorgoed,
In vlammengloed.
Men zag zijn beiaard weenen.
Het vuur ten prijs
De klokkespijs
Viel neer in bronzen tranen.
In smart en nood,
Ging leper dood
De vijand mocht het wanen.
Doch neen, de stee,
Trots leed en wee,
Vond kracht om nog te leven
Met hooger faam,
Staat nu haar naam
In 't boek des tijds geschreven
Nooit droeg ons land
Den slavenband
En d'eere bleef zijn leuze
Zijn koning stond.
Op Belgie's grond,
Als David voor den Reuze.
Ons volk, dat alles had gedaan.
Voor eigen aard en zelfbestaan,
Zou leper's wonden heelen
En steen bij steen, rees uit zijn asch,
De halletoren, lijk hij was
De beiaard zal nog spelen
Zijn lied verkonde weer alom
De wilskiacht en den adeldom
Der stad, waarvan 't verleden
Zoo groot was dat het bleef bewaard,
Onaangeraakt nog en vermaard,
Tot op den dag van heden.
Geleên vijf honderd vijftig jaar,
Heeft leper, maanden lang, 't gevaar
Voor kalme macht doen wijken
En onlangs werd hier nog een vloed
Van menschenhaat. die huivren doet,
Gedamd, met heldenlijken.
De stem van 't klokkenspel stierf uit,
Bij 't allerlaatste stormgeluid.
't Klavier viel op de puinen
En toch zal weer zijn zilverklank
Versmelten in een blij gezang,
Aan Onze Vrouw van Thuyne.
Ieper, 16 Juni 1933 Raekclboom.
Onlangs verscheen van den heer Leo Raekel
boom ten bundel uitgelezen gedichten Beelden
uit het Westland waarin rustige hoekjes en
typische tafereeltjes uit en ze streek op bijzondere
getrouwe wijze zijn afgeschilderd. De bundel
die wij aan eenieder, die iets voelt voor zijn
stad en streek, warm aanbevelen is te verkrijgen
ten bureele dezer. Prijs 5 fr.
Zaterdag avond heeft de oude Ypersche
draak, symbool der gemeentevrijheid, terug
zijn vroegere plaats op de 68 m. hooge spits
van het heropgebouwd Belfort ingenomen.
Deze gewichtige gebeurtenis, die zal dagtee-
kenen in de naoorlogsche geschiedenis onzer
stad en die wij ongetwijfeld nooit meer zullen
beleven, geschiedde, zooals het ten andere
behoorde en dank aan de tusschenkomst van
eenige vooraanstaande Ypeilingen, met een
zekere plechtigheid.
De Harmonie Ypriana luisterde het feest
op, aan het Stadhuis en ook aan de gevels
van talrijke particuliere woningen hingen de
nationale en Ypersche kleuren vroolijk te
wapperen, en ontelbaar waren de Yperlingen,
vooral op de Groote Markt, VanderipeCre-
boomplaats. Boterstraat, Rijselstraat, Hond
straat, Meenenstraat, Dixmudestraat en ver
der in al de straten en op al de wijken van
stad, die, de blikken naar omhoog gericht,
met angstvolle belangstelling en ook met een
gewettigde fierheid, het gevaarvol werk van
het plaatsen van den draak gadesloegen.
Deze draak is bijna drie teuwen oud en
sedert hij, in het jaar 1692, op het belfort
geplaatst werd in vervanging van den vroe-
geren draak, die tengevolge eener aardbeving
zwaar beschadigd en buiten dienst gesteld
was geweest, werd hij slechts een enkele maal
naar beneden gehaald. Dit geschiedde name
lijk ten jare 1879, daar er alsdan zekere her
stellingswerken aan de campanile van het
Belfort moesten uitgevoerd worden. Men
miek toen van deze gelegenheid gebruik om
den draak opnieuw te vergulden, en tal van
oude Yperlingen weten nu nog te vertellen
hoe de draak opnieuw op de spil van den
toren geplaatst werd en welke groote belang
stelling deze gebeurtenis toen eveneens onder
de gansche bevolkirg van Yper verwekte.
De vierjarige beschieting van Yper, die al
onze praalgebouwen plat legde, spaarde ook
onzen draak niet en het is, bij de tragische
vernieling bij middel van brandstichtende
bommen, nam-.lijk den 22 November 1914,
om 10 u. 45 's morgens, dat de campanile van
het Belfort geraakt en ook de draak neerge
schoten werd. Twee onzer stadgenooten,
namelijk wijlen de heer ingenieur Vander-
ghote en de heer Angillis, vonden den deerlijk
verminkten en gehavenden draak in de roo-
kende puinen der Hallen terug en zorgden er
voor hem, gedurende de oorlogsjart n, in
veilige plaats te bewaren Na den oorlog
bleef hij langen tijd l'ggen op den koer der
woning van den heer Alt>. VVerrebrouck, toe
ziener van stad.
Daar men voorzag dat de weiken vap her
opbouw van het Belfort tegen aanstaanden
Tuindag zouden voleindigd zijn, werd de
draak onlangs toevertrouwd aan den Yper-
schen smid, heer Paul Baekelandt, die hem
kuns ig herstelde, doch, gezien zijn ver ge
vorderden staat van vernieling, verschillige
deelen van den draak geheel moest ver
nieuwen. De duizende bezoekers van onze
laatste Handelsfoor en alle Yperlingen hebben
daar in de gelegenheid geweest dit kunstge
wrocht in geslagen rood koper eens van
dichtbij te bewonderen. De koperen platen,
waarmede het vervaardigd is, hebben een
dikte van I 1/4 millimeter, gansch de draak
weegt 45 kgr. en heeft een lengte van 2 m* 35,
een breedte van 0,70 m en een hoogte van
0,75 m. zonder de vleugels en van o,85 m. de
vlerken meegerekend. Het vergulden van den
draak werd daarna ui'gevoerd door den
gekenden schilder, heer Emile Beirnaert,
van Yper.
Zeggen wij nog dat de heropbouw van het
Belfort aangenomen werd door den heer
Alberic Vandekerckhove, die ook onze Sint-
Maartenskerk herbouwde, maar dat de toren
naald, 't is te zeggen het houten geraamte dat
wij nu boven op het Belfort zien en dat een
hoogte heeft van 28 meter, in enderaanneming
werd uitgevoerd door de Gebroeders Robert,
Evariste, Omer en Joseph Vandekerckhove,
gekende specialisten torenmakers van Ingel-
munster, die vroeger eveneens de torens van
het Belfort te Gent, van de Hoofdkerk van
Dinant, en andere nog gemaakt hebben. 1
In den loop der verleden week werd de
draak, naar een aloud gebruik en zooals het
ook geschiedt wanneer men de haan op een
kerktoren plaatst, door de werklieden, die
hem daarboven zouden helpen opzetten, van
huis tot huis rondgedregen, opdat de ihwoners
hem nog een laatste maal zouden kunnen
bewonderen vooraleer hij zijn hooge uitkijk»
plaats zou innemen om over onze stad te wa-