Gemeenteraad van Yper
4
Verslag der Zitting van 3 Juli 1933
M. Van der Ghote. Ganzen zijn geen
eenden. Het reglement bepaalt wel eenden,
des canards.
M. Missiaen. De persoon die het jacht
De zitting wordt te iêu. 08 geopend. Zijn
tegenwoordig de heeren Van der Ghote, bur
gemeester-voorzitter Lemahieu, Delahaye
en Van der Mersch, schepenen Pattyn, Jufv.
Cornillie, de heeren Seys, Biebuyck, Missiaen,
Bonnet, Coutelle, Vergracht, Van Alleynnes
en Leuridan, raadsleden Versailles, secre
taris.
1. Proces verbaal der silting van 26 Juni 11.
De heer secretaris geeft lezing van dit pro
ces verhaal, waarna het zonder opmerkingen
goedgekeurd wordt.
2. Stadsbestuur Levering van kolen
Opeibare Aanbesteding Proces vei baal
Goedkeuring.
M. Van der Ghote. Gij kent allen den
uitslag der aanbesteding voor de levering van
kolen alsmede de prijzen der verschillige in
schrijvers. Het schepencollege derkt de aan
besteding toe te kennen aan den heer Van
Overstraeten Emile, die ingeschreven heelt
aan den prijs van 205 fr. voor anthracieten en
25o fr. voor Mrépy-Bracquigoies. Deze prij
zen zijn voordeeliger dan de andere. Is iede
reen daarmede l'akkoord
Al de raadsleden stemmer, ja.
3 Vijverhuis van Ztllebeke Lasten
kohier Goedktu ing.
M, Van der Ghote. Ik zal lezing geven
van de verschillige artikels van het lastenko-
hier en wij zullen de artikelen een voor een
bespn ken en stemmen.
Aitikel een, dat aanduidt wat de verpach
ting begriipt, namelijk htt vijverhuis met af
hankchjkheden dienstig voor herberg, het
recht van te visschen inden vijver alsmede het
maaigras wassende op de oevers van den vij
ver, wordt zonder opmerkingen goedgekeurd.
Aitikel twee handelt over den duur van
de pacht. Deze wordt aangegaan voor negen
naeenvolgende jaren, beginnende den I Octo
ber 1933, met het recht voor den pachter zijn
pacht op te- zesgen t'einde drie of zf s jaar
mits het Stadsbestuur ervan zes maanden op
voorhand per aanbevolen brief te verwittigen.
M. Van der Ghote. Ik zou aan dit artikel
een klem amendement begeerenc voor te stel
len en er in namelijk vermelden dat de pacht
aangegaan wordt voor negen naeenvolgende
jaren met wederzijdsch recht van opzeg bin
nen de drie of zes jaar.
M. Missiaen. Ik weet niet waarom d^rge
ljjk voorstel gedaan wordt, de pachter van
dergelijke inrichting bevindt zich immers in
dezelfde voorwaarden niet als de stad. Wan
neer de pachter de zekerheid heeft daar negen
achtereenvolgende jaren temogen blijven, dan
kan hij zoo noodig Zi kere kosten doen om de
uitbating te verbeteren of winstgevender te
maken, kosten die hij in een tijdverloop van
negen jaar ziu kunnen inwinnen, wat hem in
drie jaar onmogelijk zou zijn. Indien gij dit
zwaard van Damocles bov,en het hoofd van
den pachter plaatst en hem in de onzekerheid
laat nopens den duur zijner pacht, dan ont
neemt gij hem alzoo alle initiatief dat hij an
ders aan den dag zou leggen om de inrichting
meer viuchten te doen afdragen. Ik zou ech
ter wel kunnen aannemen dat, wanneer het
vgveihuis slecht moest uitgebaat worden, de
stad alsdan het recht heeft de pacht op te
zeggen.
M. Van der Ghote. Ik moet den heer
Missiaen doen opmetken dat het vijverhuis
bij openbare verpachting zal aanbesteed wor
den en wij dus niet op voorhand weten wie
de pachter zal zijn. Inuien de pachter alleen
het recht van opzeg van pacht heeft, dan zou
hij om zeggens geheel alleen meester zijn van
den eigendom der stad. Wanneer ik nu voor
stel dat het recht van opzeg wederzijdsch zou
zijn, dan wil dit daarom niet zeggen dat de
pachter t'einde de drie of zes jaar zal buiten
gezet worden. Doch ik laat het aan de wijs
heid van den raad over te oordeelen of het
recht van opzeg aan den pachter alleen moet
toegekend worden.
M. Van der Mersch. Ik vrees dat wij met
het amendement van den heer burgemeester
niet veel liefhebbers zullen hebben. Een pacht
die binnen drie jaar kan eindigen is niet ge
noeg, en het ware beter negen jaar te be
houden.
M. Leuridan. Er mag niet uit het oeg
verloren worden dat het sluiten van dit pacht
contract spijts alles eerst en vooral een han
delszaak is, en het is dat standpunt alleen
dat moet beslissen over den langeren duur
der pacht willen wij voor de verpachting een
veelvoudiger kans van inschrijvers hebben.
Wij hebben er dus alle belang bij een pacht
van negen jaar te bepalen.
M. Van der Mersch. Ja, gezien het een
commercieele uitbating betreft.
M. Van der Ghote. Ik heb er niets tegen
mijn amendement in te trekken. Wij zullen
dus stemmen over artikel twee zooals het
eerst werd voorgesteld.
M. Lemahieu. Het is wel verstaan dat
de aanbesteder, aan wien de pacht wordt
toegestaan, niet terzelfdertijd sluismeester
mojet zijn en dat een ander persoon daarvoor
mag aangesteld worden.
M. Missiaen. Ja, de stad heeft daar nu
dichtbij een fonteinmeester die desnoods het
ambt van sluismeester zou kunnen waarnemen.
M. Lemahitu Ik wilde alleen maar dit
laten opmerken.
M. Van der Ghote Ik stel voor tot de
stemming over te gaan.
Al de tegenwoordige raadsleden stemmen ja.
M. Van der Ghote. Artikel twee is dus
goedgekeurd met algemeene stemmen.
Artikel diie bepaalt de wijze van betaling
en zegt namelijk dat de pachtprijs alle zes
maanden, te weten den t April en den 1 Octo
ber, zal moeten betaald worden en voor de
eerste maal den 1 April 1934. De laatste ter
mijn van zes maanden zal echter op voor
hand moeten betaald worden. De pachtprijs
wordt aangegaan op basis van den huidigen
koers van den frank en zal vermeerderen of
veimindeien naarmate de koersschomme
lingen.
M. Missiaen. lk vrees dat de hoogere
overheid deze laatste bepaling niet zal goed
keuren. Dit kan immers bij de bevolking den
indruk maken dat er vrees bestaat voor de
stabiliteit van onzen frank Weet gij wel,
M. de Burgemeester, dat de verspreiding van
dergelijke gedachte volgens de nieuwe wet
kan gestraft worden (Gelach).
M. Van der Ghote. Indien er geen andere
opmerkingen zijn, zullen wij het artikel maar
stemmen.
Dit wordt nogmaals met eenparige stemmen
goedgekeurd.
Artikel vier bepaalt de algemeene voor
waarden der verpachting, die zich als volgt
onderverdeelen
1) Het is den pachter van den vijver ver
boden gtbiuik te maken van sleepnetten, ten
zij met de schriftelijke toelating van het ge
meentebestuur, en hij is gehouden voor wat
het visschen betreft, zichie gedragen naar de
bestaande wetten op de riviervischvangst.
Eenparige instemming.
2) Alle bovengehaalde visschen, die niet
minstens een lengte van i5 centimeter tus-
schen de oogeu en den staart heoben, moeten
aanstonds in den vijver teruggeworpen wor
den, op straf een schadevergoeding van too fr.
voor elke overtreding te moeten betalen en
met het recht voor de stad. wanneer dergelijke
gev ngea vischjes vrrbruikt of verkocht wor
den, de pacht te verbreken.
VI. Missiaen. Dit artikel br helst toch
zeker geen verplichting voor de visachers van
een meter mede te brengen (Gelach).
M. Van der Ghote. Het is alleen een vast
gesteld minimum.
Al de raadsleden stemmen ja.
3) De pachter is gehouden t'einde het derde,
zesde en negende jaar van zijn pacht en dit
onder toezicht van een aangestelden afgevaar
digde van het stadsbestuur, den vijver te
beleggen met 5oo tinken en 5oo visschen van
een andt re soort.
Algemeen aangenomen.
4) Het is den pachter streng verboden te
baden, te laten baden of te zwemmen in den
vijver.
Zonder opmerkingen gestemd.
5) Het is den pachter verboden op den
vijver eenden te kweeken of eenig ander wild,
alsmede daarvoor hutten op de oevers te
maken.
M. Missiaen. Dan is dit ook verboden
aan den pachter van het jachtrecht
M. Van der Ghote. Neen, doch hier is
alleen spraak van het vischrecht, en dit wordt
alleen verboden aan den pachter die het visch
recht heeft opdat hij alzoo geen mededinging
zou doen aan den pachter van het jachtrecht.
M. Missiaen. Zoodat het den pachter
dus niet toegelaten is eenige ganzen te heu-
den bijvoorbeeld «m het uitzicht vaa den
vijver wat te veraangenamen
recht had, mocht dit ook niet doen, want hij
heeft daarvoor vroeger van den raad nog een
speciale toelating bekomen.
M. Lemahieu. Dit betrof alleen maar het
plaatsen eener hut op den oever van den
vijver.
Het voorgesteld artikel wordt hierop met
eenparige stemmen goedgekeurd.
6) Het is den pachter verboden zonder toe
lating der stad plezierbootjes op den vijver
uit te baten.
M. Missiaen. Ik zou daarover wat nade
ren uitleg wenschen te bekomen. Is het vol
strekt verboden op den vijver te varen
M. Van der Ghote. Het is verboden met
plezierbootjes te varen zonder toelating van
het gemeentebestuur.
M. Delahaye. Bijvoorbeeld met motor
bootjes.
M. Van der Mersch. Dit moet alleszins
verboden zijn.
M. Missiaen. l'Akkoord, maar met gewo
ne bootjes zou men toch mogen varen.
M. Van der Ghote. Het schepencollege
zal dit toelaten. Dit artikel wordt alzoo be
paald om te beletten dat er zou gevaren wor
den met oude bootjes of die aan de noodige
vereischten niet beantwoorden, dit is dus een
kwestie van veiligheid en van politie.
M. Van Alleynnes. Daarom moet gij niet
zeggen dat het verboden is te varen, maar al
leen dat het varen onder h.t toezicht der stad
geplaatst is
M. Van der Ghote. En dus laten varen
zonder toelating
M. Missiaen. Er zullen daaruit veel
moeilijkheden voortspruiten. De schepenen
zullen niet eeuwig schepenen blijven, alleep
de burgemeester blijft burgemeester, zoodat
de toepassing van dit artikel, zooals het voor
gesteld wordt, kan veranderen volgens den
goeden wil der schepenen. Aan den eenen
pachter kan de toelating verleend worden, aan
den anderen niet. Het ware veel beter en
eenvoudiger het varen toe te laten mits zekere
voorwaarden.
M. Ddahaye. In plaats van te zeggen het
is verboden, Zït dan liever in het artikel het
is toegelaten met plezierbootjes te vaien onder
het toezicht van het gemeentebestuur.
M. Biebuyck. Ik zou niet zetten onder
het toezicht van het stadsbestuur, om wille
der verantwoordelijkheid die de stad daardoor
zou hebben.
M. Missiaen. Het ware beter te vermel
den met het toezicht der stad en onder de
uitsluitelijke verantwoordelijkheid van den
pachter.
M. Van der Ghote. Het is jammer dat dit
amendem.nt niet schriftelijk werd ingediend
voor de zitting.
M. Lemahieu. Zal het varen met bootjes
geen nadeel zijn voor de jacht
M. Delahaye. Neen, het is toch miar
meest va* t5 Juli tot i5 September dat er ge
varen wordt.
M. Van der Ghote, na eenigen tijd gezocht
te hebben om een nieuw en gewijzigd artikel
op te stellen. Heeft er niemand een ge
schreven amendement
M. Missiaen. Rechtuit, M. de Burge
meester Ziehier de huurder heeft het recht,
onder zijne uitsluitelijke verantwoordelijkheid,
met plezierbootjes op den vijver te laten va
ren, met uitsluiting van motorbooten.
M. Van der Ghote. Ik vind meer gratiê in
het eerste opstel, daar het schepencollege, in
geval er zich moeilijkheden mochten voor
doen, beter kan tusschenkomen, terwijl wij
met het voorstel van den heer Missiaen niet
zouden kunnen tusschenkomen. In alle geval
mag men toch verzekerd zijn dat het schepen
college zelf nooit moeilijkheden zal maken.
M. Missiaen. Gij zegt dit voor u, M. de
Burgemeester, maar gij kunt dit niet voor de
anderen verzekeren.
M. Van der Ghote. Ik stel mij borg voor
het schepencollege. (Gelach)
M. Missiaen. Maar welke moeilijkheden
kunt gij vreezen Het is nu reeds zoolang dat
er daar gevaren wordt.
M. Van Alleynnes. Voor den oorlog ook.
De heer Burgemeester zelf heeft er nog gaan
varen.
M. Van der Mersch. Het is alleen wan
neer er misbruiken moesten zijn, dat het sche
pencollege zou tusschenkomen.
M. Missiaen. Moesten de personen die
varen bijvoorbeeld langs den anderen kant
van den vijver afstappen, dan ben ik t'akkoord
om dit misbruik te beletten.
M. Van der Ghote. Deze die varen mogen