aan den raad te onderwerpen Wanneer ik zeg dat het schepencollege alleen bevoegd is, <lan is zulks slechts mijn persoonlijk oordeel, omdat het hier geen verandering doch alleen «en versmelting betreft. Daarbij heeft de stad waarborgen genoeg, de maatschappij zal immers nog sterker zijn dan vroeger. M. Missiaen. - Ik ben geheel verwonderd <den uitleg van den heer schepen Van der Mersch te hooren. Hij zegt dat de goedkeu ring van den gemeenteraad niet noodig is, en toch wordt ze ons gevraagd. De raad heeft nochtans h?t re^ht niet zich te bemoeien met ;zaken aie uitsluitend in de bevoegdheid van liet schepencollege vallen, en moest hij het toch doen dan zouden zijne beslissingen een voudig door de bestendige afvaardiging ver- broken worden. M. Van der Mersch. Dit is uit beleefdheid dat het schepencollege dit aan den raad vraagt. M. Missiaen. Ik neem aan dat de raad daarover niet te stemmen heeft, doch ik zal verder gaan en aan het schepencollege vragen -ook deze lotliting niet te geven. Het bezit immers een wapen in de handen tegenover de maatschappij, cu om zich daarvan te over buigen volstaat het de eerste lijnen van het -ons voorgesteld besluit te lezen. Op vraag van den heer Missiaen geeft de .lieer burgemetster lezing van een der eerste ..alinea's van het conti act oeginnende als volgt De stad iper machtigt de Société Générale Beige de Distrioution Electrique de vergun jning af te slaan M. Missiaen. Dit is voldoende. Ik steun -op het woord machtigt. Gij bestatigt dus dat de stad Yper aan de vergunninghoudende .maatschappij de machtiging moet geven om de vergunning aan een andere maatschappij .af te staan. Dit kan niet klaarder uiteengezet worden dan het hier in het contract geschre ven staat. Wanneer de stad die math iging -weigert, dan blijft de toestand zooals hy is en -die toestand is thans abnormaal. Ik ben niet .4>evoegi in dergelijke zaken, doch ik heb daarover het oordeel ingewonnen van be -voegde mannen en namelijk van een professor eener hoogeschoöl, die 'mij zegde dat een der oontracteerende pai tijen niet kan verbonden worden met personen die zij zelf niet kiest. 3De stad wordt door de maatschappij op ^stiefmoederlijke wijze behandeld en bezit thans een wapen om betere voorwaarden te ^eischen. Op ait oogenblik is zij in onderhan deling met de maatschappij om de electnfica rlie van gansch den buiten der stad te bekomen -en nu zuil men het wapen, dat de stad legen «over de maatschappij bezit, weggeven. Daarom vraag ik, zoo de raad niet bevoegd is daarover ite stemmen, dat het schepencollege ook zou wachten de toelating te verleenen totdat men fcetere en voordeehger voorwaarden voor de -verlichtitig van stad bekomen heeft. M. Lturidan. - Ik begrijp zeer goed dat het schepencollege een beschutting zoekt in de stemming van den gemeenteraad en dat .het alleen maar achteraf, wanneer de raad weigert zijn toestemming te geven, de ver antwoordelijkheid en de gevolgen dezer daad wil dragen. De heerschepen Van der Mersch heeft ons schoon te zeggen dat het slechts een foimaliteit is en dat het uit beleefdheid is dat men het advies van den raad vraagt, hij gelukt daar niet in. Die formaliteit is noch min qoch meer een contractswijziging door de verandering van een der contracteerende par tijen. De raadsman van den heer Missiaen heeft een gekende waarheid gezegd. Ook de maatschappij is daarvan wel bewust en 't is «daarom dat zij zoo sterk druk uitoefent. Doch wij, in alle geval de socialistische en de -vlaamsch nationale groep, zijn daarvoor niet te vinden en gij kunt daarvan de verant woordelijkheid alleen dragen. Inderdaad, nu kunt gij, zooals het hier in den volksmond gezegd wordt, de maatschappij het ijzer in den buik houden. Het schepencollege weet dit en het is niet wei dit te willeu verdoezelen. Thans hebt gij het middel dat slecht contract in een beter en meer rechtvaardig contract om te zetten, zoodat al de groote voordeelen niet uitsluitend langs een zijde zijn. Daarom liouden wij eraan hier in 't openbaar te zeggen dat gij in die zaak de verantwoordelijkheid te dragen hebt. Doet nu wat ge wilt. M. Van der Mersch. Ik zou t' akkoord zijn met de heeren Missiaen en Leuridan indien het een nieuw contract en een nieuwe maatschappij ware, doch het geldt hier een oud contract en een oude maatschappij die met een andere maatschappij versmelt. Doch de eerste maatschappij blijft altijd voort be staan. De professor, die door den h' Missiaen geraadpleegd werd, heeft waarschijnlijk ge tneend dat het een nieuwe maatschappij betrof. Thans vragen wij eenige verbeteringen voor de stad De ons voorgestelde wijziging is geen wapen voor ons en de gevraagde toe lating weigeren is het beste middel niet om van de maatschappij iets te bekomen. Nu vragen wij de uitbreiding der electriciteit tot aan de Potyze en andere wijken der stad, en zo© wij aan de maatschappij thans moeilijk heden maken dan is zij ook niet verplicht ons voldoening te geven. Dit is dus geen wapen, maar met de gevraagde toelating te weigeren verliezen wij eerder een middel om iets te bekomen. Wat nu betreft de bevoegdheid van het schepencollege om alleen te beslissen, dat is mijn persoonlijk oordeel en niet zooals de heer Leutidan het zegt De raad wordt geraadpleegd omdat de zaak hem reeds vroe ger werd voorgelegd. M. Missiaen. Indien ik goed gezien heb, is het contract reeds door de maatschappij geteekend. Daarin staat wel de gemeenteraad en niet het schepencollege. Ten tweede, men zegt ons dat het geen verandering is. Waarom moet de maatschappij dan haar rechten afstaan Iets dat mij toebehoort kan ik onmo gelijk aan mij zelf afstaan, maar wel aan anderen. Men wil ons doen gelooven dat dit alleen termen zijn, doch als de heer schepen den tekst niet verstaat, dan is dit mijn schuld niet. In het contract wordt er wel duidelijk gesproken van de rechten aan een andere maatschappij af te staan. De heer schepen denkt dat, zoo wij de toelating weigeren, de maatschappij de gevraagde uitbreiding der electriciteit niet zal doen. Ik ben echter van een ander gedacht. Indien wij bewijzen dat de maatschappij door het verbreken van het contract in likwidatie is, vereffening die naar ik weet niet langer dan vijf jaar duren mag, dan zou zij na een bepaalden tijd niet meer bestaan en ware de stad vrij. Is dat geen voordeel En meent gij dat de stad alsdan geen andere maatschappij zou vinden om de vergunning aan veel voordeehger voorwaar den uit te baten, te meer dat gansch de installatie gedaan is Laat mij toe te zeggen dat gij ée zaak niet grondig onderzocht hebt. De maatschappij die thans de vergunning voortzet, wij hebben er geen uitstaan mede, het is een andere maatschappij die met de stad niets te zien heeft, het is dus een abnor male toestand. M. Leuridan. Er kaft niet getwijfeld wor den dat de oude maatschappij in vereffening is, ze heeft ons zelfs nog,een briefje gezonden om te zeggen dat er niet mocht vergeten wor den bij te voegen en liquidation Zij is nochtans niet bezig met ten onder te gaan, integendeel zij zal nog veel betere ztken doen, wij weten wel waar het paard gebonden is. Opdat wij het echter wel zouden weten dat zij in vereffening is, trekt zij zelf nog orze aandacht erop. M. Van der Mersch. Als twee maatschap pijen er een enkel willen vormen, dan gaan zij alle twee in vereffening, dit is alleen maar een term met fiskaal doel. M. Leuridan. Doch dit brengt niettemin ook een rechtstoestand mede. M. Van der Mersch. Het is hier rchter geea ander persoon die het contract wil her nemen, het is dezelfde persoon. M. Leuridan. Voor ons is het een vreem de zaak die versmelting der oude maatschappij met een nieuwe. M. Van der Mersch. Ik zou daarmede t'akkoord gaan indien het een nieuwe maat schappij ware, doch het is de oude. M. Lturidan. Dit samenbrengen legt ons een nieuwe maatschappij op, ware het zoo niet nooit zou men zich de moeite gedaan htsoben onze toelating te vragen. M. Van der Ms/sch. Ik vind dat de stad ook wel een klein voordeel aan de maatschap pij mag doen om een ander voordeel van de maatschappij te bekomen. Dinsdag moet het bestuur der maatschappij bij het schepencol lege komen, en indien men er aan houdt kun nen wij dan ook eenige voordeelen voor de stad vragen, en ik heb daar niets tegen. M. Missiaen. Dit is juist hetgeen wij vragen. M. Leuridan. Ja, dat de maatschappij, in vergelding van het toestaan der gevraagde toelating, ons ook op hare beurt onder vorm van een contract eenige voordeelen verleene. M. Van der Mersch. Op een voorwaarde en 't is dat wij de maatschappij mogen ver zekeren dat de toelating tot versmelting haar niet zal geweigerd worden. M. Missiaen. - Ja, de gemeenteraad zal dam de twee zaken terzelfdertijd stemmen. Op voorstel van den heer Burgemeester wordt de kwestie hierop tot een volgende I g zitting verschoven. 15. Wegenis Verandering veeipad VijJ- hoek. M. Van der Ghote. Het Beheer van Brug gen en Wegen is zinnens een verandering aan do wegenis van Yper te brengen en zal aan de Staatsbanen die door Yper loopen een groote verbetering brengen. Daarom vraagt men ons het voetpad aan den Vijfhoek te mogen ver minderen. De voorgestelde verminderiag is echter nog al groot en zal van 0,80 m. tot I meter bedragen. Dit werk zou moeten ge daan werden op de kosten der stad, ook de lantaarn rechtover het huis Hallaert en een paar boompjes langs den kant der Rijsselstraat zouden moeten verdwijnen. Dit ware een voordeel veor het verkeer, daar de autos aan dien hoek gemakkelijker zouden kunnen draaien, doch het ware ook een nadeel gezien er minder plaats ware voor de voetgangers en dit voetpad nog al veel benuttigd wordt. M. Missiaen. Er is geen haast bij deze verandering te doen M. Van der Ghote. Jawel, het Beheer van Bruggen en Wegen wacht op onze toestem ming om het bestek der uit te voeren verbe- ringswerken op te maken. Ik moet echter ook nog doen opmerken dat dit voorland, eens het verminderd is, toch nog breeder zal zijn dan de voorlanden op sommige andere plaatsen waar het volk toch passeert. M. Bonnet. Dit voorland wordt veel ge bruikt, 't is waar, doch het dient ook veel als stationnement. Moest zulks daar kunnen ver boden worden, dan zou het nog breed genoeg zijn, gezien er toch nog twee meters overblijft. M. Leuridan. Indien het voorland zoo nauw wordt dat de voetgangers verplicht zijn af te stappen, dan is dit een ander nadeel. De autorijders gebruiken doorgaans al de te hun nerbeschikking gestelde ruimte en rijden meest heel dicht het voorland, zoodat dit een grooter gevaar voor de voetgangers zou uitmaken. Van een anderen kant zullen de autos beter kunnen draaien. M. Biebuyck. De draai zal daardoor niet verbeterd worden. M. Bonnet. Men mag gansch het voor land wegnemen, dat belet niet dat de helling daar al den slechten kant zal blijven. M. Leuridan. Nu dienen de lantaarn en de boompjes daar als een schutsel voor de voetgangers, gezien zij erdoor verplicht wor den zich langs den kant der huizen te houdea. Ik begi ijp ook niet goed waarom het voorland zou moeten verminderd worden, gezien men langs de Noordzijde over zoo een vlakte be schikt om het vei keer te vergemakkelijken. M. Van der Ghote. Willen wij dit punt verdagen om het eens nader te onderzoeken De raadsleden verklaren zich hiermede t'akkeord. 16. Mededeelingen. M. Leuridan. Is het mij toegelaten thans een vraag te stellen, daar ik moet weggaan Verleden jaar werd er door den raad een wenk gezonden naar de Commissie van Open baren Onderstand opdat zij erin z®u toestem men de pachtprijzen harer landelijke eigen dommen op een billijke wijze te verminderen. Dit is geschied en zoo ik het goed voor heb werden de pachtprijzen ongeveer van 17 °/9 afgeslegen. Doch ik geloof niet dat dezelfde maatregel voor dit jaar voorzien werd. De nood der landbouwers is nochtans nog geste gen, zoodat de reden van verleden jaar nu rog meer geldt dan vroeger. Daarom vraag ik dat dezelfde wenk naar den Openbaren On derstand zou gericht worden. Door een passende vermindering der landpachten toe te staan, zal men de boeren toelaten kop boven water te houden en zal men ze toelaten het patrimonium van den Openbaren Onder stand, het goed van den arme beter te ge bruiken. M. Missiaen. De heer Leuridan stampt een open deur in. M. Leuridan. Ik ben tevreden het te ver nemen. M. Missiaen.Verleden jaar werden al de pachten, wier driejarig termijn ten einde was, herzien. Voor de pachten waarvan de drie jaar niet om waren, kon zulks natuurlijk riet gedaan worden, doch in de begrooting voor 1933 werd er een som voorzien om op die pachten een teruggave te doen. M. Leuridan. Het geschiedt nu dns lijk verleden jaar. M. Missiaen. De herziening der pachten gaat automatisch voort naarmate de driejaar- lijkscho termijnen verstrijken. M. Bonnet.In de laatste tijden heb ik dik wijls bemerkt dat 9ommige personen hun

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1933 | | pagina 5