ONDERLINGE IfOBTRIJKSCHF SERA PRESENTEE BI ENTOT 30-12-1933 Het Ypersche - 2e Bijvoegsel - Hegion d' Ypres N° 39 Handboogmaatschappij Yper-Hoekje VRIENDENSCHIETIN PAUL GENERAL M OTORS GONTI N ENTAL S AB EL GE Waar zijt gij het ZEKERST en V00RDEELIG5T verzekerd NATUURLIJK bij de Naamlooze Maatschappij, de KORTRIÜK Brand - Leven Ongevallen Voor alle inlichtingen wende men zich tot het Bijkantoor te Vper RIgemeen Opziener OMER ROBYN AAN DE LIGGENDE PERS - -jtj 'J -f. Ten bureele dezer kan men de voor gaande nummers met het mengelwerk bekomen. Mengelwerk van Het Ypersche Nr 5 V Ziet ge wel, heb ik u niet gezegd dat ze reeds op u verliefd begon te worden Och kom, denkt ge nu aan zoo iets, om dat het meisje met 'n paar lieftallige woorden voor den dag komt Prullen, zulke meisjes moeten vriendelijk zijn tegenover iedereen, en voornamtlijk tegenover nieuwe klanten, om za wat bij te houden. Dat is daarmêa al Eu e. 'k weet niet goed 1 Toch zijtge nu zeker van 't welslagen uwer pogingen, om Louis Verdonck van kant te zetten. Voor alle antwoord lachte hij met genoegen. Gaat ge mee, naar mijn kot, vroeg hij dan, ik heb toch geen lust tot slapen, en stu deeren doe ik ook niet meer. 'k Wil wel. Daar gt komen, stak hij de lamp aan, reikte mij, sprakeloos, cigaren en tabak over, stopte zelf langzaam een pijp, blies met welgevallen een prar rookwolken in den goudgelen licht gloed der lamp en vleide zich in zijn zetel neer. Paula murmelde hij. Meteen verscheen e :n zalige glimlach op zijn lippen. Ik s oorde hem in z jn mijmeringen niet alleen vond ik er behagen in hem terluiks te beschouwen en in zijne gedachten te lezen. Het was klaar dat hij al de tooneeltjes van dien avond weer in verbeelding herleefde Paula's onweerstaanbaren lach uit twee won derbruine kijkers met sterretjes hare welwil lendheid jegens hem, de zachte streeling over zijn haar. die hem deed sidderen van genoe gen de woorden die Blanche hem toegefluis terd had en die Paulahem zelf gezegd had. Dan de heele doening met het ontnomen en ten ge schenke gegeven zakdoekje alles wemelde al.s kermisvreugde vóór zijn geest. Dan ver somberde al met eens zijne uitdrukking er was iets dat hem bekommerde. 'k Heb er tcch wat schrik van zei hij plotss ling. Waarvan vroeg ik. Luister. Dat spelletje loopt op wieltjes Maar ik heb te veel gedacht dat ik alléén of slechts met u was. Die andere studenten ste ken hunne oogen niet op zak. 'c Geval met het zakioekje kan ook uitlekken. Daar kan een heele legende van gemaakt worden. Daarbij is er nog Ons Leven Om er kort spel mêe te maken, zou ik dat zakdoekje toch moeten terug vragen doch ik kom het haar pas ten geschenke te geven, 'k Zou me belachelijk maken, moeten stoppen van er te gaan of om trent. 'k Zou 't meisje bijna moeten behande len alsof we vreemdelingen waren, en na al hare lieftalligheid en onze welgemeende vriendschap, kan dat ook niet. Van Paula zelfkrijgik daarbij, den volgenden keer, waar schijnlijk ook nog een pil te slikken. Ze zal immers dan van Louis weten wat ik hem zoo onbedachtzaam gezegd heb. Aai aai aai Ge doet me lachen, Raph Hoezoo Stel u zelf eens in de plaats I Maak het u toch niet erg met al die prul len. Laat het balletje rollen en trek u v plan als ge werkelijk vóór één van de door u voor ziene moeilijkheden staat. Als alles u zoo in eens voor den geest dwarrelt, weet ge niet waar eerst kop geven. Eén voor één en op hun tijd aangevat, zullen die neteligheden zoo onoverwinbaar niet. blijken. Ge hebt gelijk. Ik wil er niet meer aan denken. Lust ge nog iets Neen, dank u. DaD gaan we slapen, niet Akkoord. (Vervolg te naaste week). Handelsregister: Kortrijk gÓ2 Onderneming gemachtigd bij Koninklijk Besluit van 23 December ig32, in uitvoering van de wet van 25 Juni ig3o. Hare werking uitstrekkende ©ver gansch hel land, worden er nog ernstige Vertegenwoor- digers gevraagd. 8, Mondstraat - Tel. 189 De leden der drie Ypersche Handboog maatschappijen worden uitgenoodigd tot de die zal plaats hebben in de zaal der herberg «AU SAU.MON op Maandag 8 Januari 1934om 5 1/2 uur zeer stipt 's avonds. Inschrijving om 5 uur. Inleg 5 fr. 5o te verschieten in vogels van 2 fr. 5o na aftrek van pijlrapersgeld. G" Roman door A. BRULEZ (Vervolg) Gij zoudt het niet doen, sprak R^ph, daar zijt ge waarlijk te lief om maar Louis Vleier deed ze met een licht schouder ophalen en ons beiden lachend beziende. En Louis zal het ook niet doen Als Gij het hem vraagt, zal hij het zeker niet doen, dat spreekt van zelf knipoogde Raph. Wat Ge nu denkt vroeg ze half ernstig en stond op om Blanche te helpen, daar eenige studenten binnenkwamen. Welnu, wat zegt ge ervan vroeg hij mij. Ge hebt gelijk. Zelden heb ik zoo'n ver lokkelijk meisje gezien. Volstrekt innemend Het genoegen stond in zijn oogen te lezen. Vindt ge niet, vroeg hij dan, dat er zoo iets aantrekkelijks in haar is, dat eigenlijk niet te bepalen is, maar dat u overmeestert Daar is iets van. Op dit oogenblik moest Paula ons voorbij en terwijl ze Raph weer een lachje gunde, liet ze de hand streelend over zijn haarbos gaan en keek nog even om, toen ze voorbij was. Hij ook lachte haar genoeglijk tegen en ik was bewust dat er tusschen beiden eene weldoende sympathie ontstaan was. Ze begint waarachtig op u verliefd te worden fluisterde ik hem toe, terwijl de gui tige blikken van Blanche mij troffen, die ons vriendelijk aankeek. Ze kwam al met eens op ons af Weet ge wat Paula gisteren zei vroeg ze aan Raph, in 't oor Dat kan ik niet raden. Dat ge zoo'n lieve lieve jongen zijt en zoo'n goed hart hebt Wat weet zij daarvan vroeg hij lachend, doch gevleid. Zij heeft dat niet kunnen onder vinden Mogelijk, maar wij kennen studenten, wij zijn dat algauw gewaar... ik denk het ook! lachte zij heengaande. 't Spel scheen gevaarlijk te worden onder zoovele oogen en Raph gaf me een wenk, dat we zouden gaan. Gaat ge reeds heen vroeg Paula, als teleurgesteld. Ja, Paula... maar niet voor eeuwig lachte Raph. 'k Geloof het wel dat zou me te zeer spijten Zou 't u waarlijk spijten Och, hoe kunt ge zoo iets vragen, Raph- ke, dat spreekt van zelfs I Dan, het zakdoekje te voorschijn halend Nu moet ik u dit zeker nog teruggeven Hij stond haar een oogenblik minzaam te bekijken, e i met oogen vol genegenheid voor haar, dech op gedempten toon, dat de ande ren het niet mochten hooren, antwoordde hij: Luister, Paulatje, aangezien ge 't geno men hebt, is 't zeker dat het u aanstaat... dan moogt ge 't houden Wel, wat zijt ge toch een lieve jongen. Ik dank u, hoor en ze stak het op haren boe zem. Daarop werd een warme handdruk gewis seld, waar ik zelf nog een deel van kreeg en we gingen heen, terwijl het genoegen uit Raph's oogen straalde. Buiten gekomen, vroeg ik hem Wat is Blanche u in 't oor komen fluiste ren Wel, wat Paula me daar zelf heeft ge zegd dat ik een lieve jongen ben en dan nog dat ik een goed hart moet hebben lachte hij.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1933 | | pagina 9