Tiraiidiistilllng van Heer time Provoost Z1LLEBEKE Het Nieuwe leper brengt hulde aan een Doodenleger YPER STADSBIBLIOTHEEK 6. Formuleboekje voor Electrotechniekers, door E. Beckers en V. Opdebeeck. Hl m HI mum I *3 Den 3 Januari 11. overleed alhier, in den ouderdom van72 jaar,den heer Aimé Provoost, een gekend en sympathiek figuur uit de land- bouwmiddens. De begrafenisplechtigheid had plaats op Dinsdag 9" dezer, om 9 u. 3o, in de parochiale Ikeik van Zillebeke en buitengewoon talrijk waren de vrienden en kennissen opgekomen om dezen verdienstelijken en gedienstigen, eenvoudigen, minzamen en jovialen man een laatsten blijk hunner oprechte genegenheid te geven. Op het kerkhof, bij het openstaande graf, ■werd door den heer Karei Bostyn, bestuurslid der plaatselijke Hoerengilde, waarvan de be treurde afgestorvene sedert lange jaren de ijverige voorzitter was, de volgende lijkrede uitgesproken Achtbare Familie Heeren en Vrienden, Een treurige plicht heeft ons heden op de zen somberen doodenakker vereenigd. Als trouwe gildebroeders hebben wij er aan gehou den, onzen diepbetreurden Voorzitter tot zijn laatste rustplaats te vergezellen, om hem aldus openlijk dezen uitersten huldeblijk te geven. Ja, hulde brengen wij U en n'emand beter dan Gij verdient onze genegenheid, Gij een voudige, rechtschapen landsman. Enkelen onder ons herinneren zich nog de jaren van beerenellende op 't einde der vorige eeuw. Toen evenals nu, was er nijpende crisis in den boerenstand, jaren van harden strijd om een armzalig bestaan. De pas gestichte vereeniging, die sindsdien den machtigen Boerenbond ge worden is, behartigde de belangen van onzen -stand en bracht het hare bij om, door raad en daad, de boeren omhoog te helpen. Uw heldere geest begreep onmiddellijk dat orga nisatie onontbeerlijk was, en wij zagen U in de jaren *t negentig ijveren om, hier ter plaats, de parochiale gilce te helpen oprichten. Als bijzonderste medestichter werd Gij als eerste Voorzitter gekozen en, spijts tegenkanting en laster, zagen wij, onder uw wijs beleid, de jeugdige vereeniging, dank zij uwe rotsvaste overtuiging en uwe zuivere bedoelingen, op bloeien tot een gilde die, reeds in de vooroor logsche jaren, als een voorbeeld in de streek gesteld werd. De bange oorlogsjaren hebben uwe werking wel onderbroken, maar tiet stil gelegd. Want, eens deze rampvolle jaren voorbij, zagen wij U terug vol moed en wils kracht, als een pionier in ons vak. Een der eersten hebt Gij begrepen dat de vereeniging, nu evenzeer als vroeger, noodig was. Onder uw voorzitterschap werd onze plaatselijke gilde heringericht. Onbaatzuchtig en trouw, zagen wij U steeds aan de spits in den kamp, om de belangen van den boerenstand te dienen en den boer, die helaas maar al te dikwijls als een derde rangsbmger aanzien wordt, te ver heffen tot een wezen dat achting en eerbied kan afdwingen, en een menschwaardig bestaan verdient.Onze onderafdeelingen,zooals spaar en leenkas, beetensyndicaat en vooral onze dorschafdeeling, hebben grootendeels aan U haar ontstaan te danken. Gij waart de spil onzer vereeniging, en veel jaren zullen heen gaan vooraleer uwen invloed en uwe raadge vingen vergeten worden. En toen, in deze sombere Januari dagen, de droeve mare van uw afsterven door de ge meente vloog, dan hebben wij niet alleen be grepen wat wij in U verliezen, maar ook dat wij U iets meer verschuldigd zijn dan de wereldsche hulde van een lauwerkrans, meer dan een herinnering gebeiteld in een killen steen. Onze tegenwoordigheid hier weze een teeken dat Uw aandenken geprent blijft in onze warme harten, waaruit reeds een vurig _gebed voor Uw eeuwig welzijn is opgestegen, het eenige wat wij, als christene boerenbon- ders, nog voor U kunnen doen. En nu, in naam onzer vereeniging, zeg ik U voor het laatst Rust in vrede, verdienst- volle heer Voorzitter, slaapt in ons midden den slaap der rechtvaardigen. Niet vaarwel, maar tot wederziens in het beter leven. Hel is altijd zeer belangwekkend te weten welken indruk een bezoek aan onze stad op de vreemdelingen maakt. Een reporter van The New,- York Times Magazine die verleden jaar Yper bezocht, en de plechtigheid der opstelling van den draak op ons Belfort bijwoonde, heeft in zijn blad volgend artikel doen verschijnen waarvan wij hieronder de vertaling geven. De Stad die vier jaar lang pijnlijken oorlog heeft aanschouwd herrijst midden grootsche monumenten. De laatste hand wordt aan het nieuwe leper gelegd. Het Belfort werd zooeven gansch gerestaureerd tot zelfs de draak boven op de spits. De Markthalle, niet meer de bekende Lakenhalle van het oude leper, nadert haar voltooiing en moet dit jaar voleindigd worden. Wanneer de beiaard weerom in het Heifort zal gaan, dan zal de heele spiksplinternieuwe stad herrezen zijn. Dat is juist hetgene wat de menschen die het oude leper gekend hebben, zich ouder dan ooit doet gevoelen. Enkelen onder hen hadden gedacht toen de wapenen in 1918 werden neergelegd, dat het minstens twintig jaar zou hebben gevergd, om op de plaats der oude gemeente, een nieuwe stad te doen rijzen. Maar de kalender zegt ons dat de oorlog pas vijftien jaar gedaan is, hoewel zulks ons reeds meer dan 1.000 jaar schijnt gr leden te zijn. Enkele weken geleden werd het Belfort voltrokken en de stellingen rond den wind wijzer, midden gejuich neergehaald De oude draak was voor de stad als een legendarisch oog geweest van 1692 tot 1915, toen hij met het geheele Belfort werd neergesmakt en het volk was op de Markt bijeengekomen om hem te verwelkomen, terwijl aan alle huizen vlaggen en wimpels wapperden als op een feestdag heel de Markt was als in feest gewaad. Beneden op den grond kon men geen briesje gewaar worden, maar ginds wolken hoog, zoohaast de werklieden hem onthuld hadden, draaide de oude draak traagjes als om het minste windje aan te duiden. Op dat eenig oogenblik hief het muziekkorps Ypiiana het Nationaal Lied aan en de duizendkoppige, naar boven starende menigte brak in toe juichingen los. Toekomende jaar zal het stomme Belfort zij stem terugkrijgen zooals dat te Leuven,— en er is geen majestueuzer muziek dan die zware stemmen vat die taaie Vlaamsche steden, die eeuwen lang geleefd en gestreefd hebben naar den klank hunner klokken. Het is niet moeilijk zich voor te stellen wat die Iepersche stem zal zeggen wanneer ze voor de eerste maal zal spreken na zulk een lang stilzwijgen. Nogmaals zullen de poorters hun driekleuren uithangen en zullen de be woners vergaderen op de Markt. Als de beiaardier naar zijn klavier zal opklimmen zal alle gei ij en verkeer stilgelegd worden. Dan zullen de klokken de plechtige «Brabaogonne» uitgalmen wijl het volk zal meezingen. Plech tige aangrijpende oogenblikken I Het gerestaureerde Belfort ziet er juist uit als voor den oorlog. Kleine dorpjes van Vlaanderen hebben hun dorpskerkje zoo hoog als een pomp. Grootere dorpen hebben hun belforten. Maar leper heeft nog meer dan zijn Belfort het heeft —aa—B S zijn draak met een nieuw gouden kleedje hoog boven de roode daken en de trapgevel- tjes van de nieuwe stede. Er waren roode daken in het oude leper tot in het voorjaar van igi5. Daar kon je van alles koopen tandenborstels, prentkaarten en La Vie Parisienne. Alles was er te krijgen op de Groote Markt tot in Maart. Een maand later was er geen Groote Markt meer. Niets meer dan de stompen van de oude Lakenhalle. Maar boven leper is de tijd deze laatste i5 jaar vlijtig en vlug gegaan. Op de Groote Markt kan men nu kijken door de vensters van modewinkels denk eens spiegelglas in leper 1 en kan men de dames hun hoeden zien passen tot 10 uur 's avonds. Ja, de winkels blijven laat open te leper. Maar het is dezelfde Groote Markt niet meer die daar placht te zijn, of ten minste kan zoo nooit meer zoo voorkomen aan hen die leper gekend hebben binst de vier jaar ruïne, ineenstorting, dood, toen schaarsch geen levend wezen het aandierf te bewegen in klaarlichten dage, en toen zij die er zich des nachts waagden in een rij gingen zich zoo dicht mogelijk van de puinhoopjes houdend. Maar deze herinneringen op zij gelaten, men heeft er het nieuwe Belfort weergezet rechts van de Dixmudestraat op de Groote Markt en het Belfort en de nog niet voltrok ken Maikthalle zijn alles wat er nog van de oude beroemde Lakenhalle overblijft. (Wordt vervolgd). (New-York Times Magazine, by Clair Price). Aanwinsten (Üds Kwartaal 1933) 1. Onze Bouwmaterialen, beschreven door Hoogleeraar J. A. Van der Kloes. a) Natuur steen. b) Hout. c) Metalen, d) Glas, Verfwa ren en Behangsels. 2. Leerboek der Chimische Technologie door F. H. Eydman Jr. 3. Werktuigkunde, door A. F. Trocb, Ingenieur Electricien. a) Bewegingsleer en Bewegingsorganen, b) Evenwichtsleer ea Krachtenleer. 4. Leerboek der Natuurkunde, door R. Sterckx, vertaald door F. Hausen. 5. Begrippen van Vlakke (driehoeksmeting, door G. De Herdt, Vakleeraar. 7. Comment former des Hommes, par Henri Pradel, ouvrage couronné par 1'Aca démie frangaise. 8La Pédagogie Scolaire en Russie Sovié- tique, par Eugène Dévaud. 9. De .Godsvrucht in de Nederlanden, naar handschriften van gebedenboeken der XV* eeuw, door Dr Maria Meertens, in 3 deelen (Leuvense Studiën). 10. Bijdragen tot de Geschiedenis en de Oudheidkunde van Vlaanderen, door Alfons van Werveke. 11. Histoire de Belgique, par Henri Pirenne, Tome VII (1830-1914). 12. Leopold II, Fondateur d'Empire, par le Lt. Colonel Liebrechts. 13. Le Roi de Rome, (Les graades études historiques) par Octave Aubiy. 14. Mémoires du Maréchal Joffre, (1910-- 1917) tome I". 15. Deuxannées a Berlin, 1912-1914 baron Beyens, tome 2. 16. Histoire d'Espagne, (les grandes étu des historiques) par Louis Bertrand, A,ca- démicien. 17. Aristote et les Mystères, par Jeanne Croissant (Faculté de Philosophie de Liége). 18. Po'cties Bericht, der Post-ekspres- sionistiese generatie in Vlaanderen. 19. Psychologie der Vrouwe, door L* H. Derckx. 20. Constance Teichman, door M. E. Belpaire. 21. Een Vlaming op Reis door Kongo

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 5