Overlijden van Z. M. Koning ALBERT
14 laar. N° 47 - 24 Februari - 1934 - 14eAnnêe, N° 47 - 24 Février
Weekblad -
voor bel Arrondissement Yper
émr Vwwnlgtno der
500 35 ct. het nummer
Journal hebdomadaire
de I'Arrondissement d'Ypres
RidnctionAdministration etPobllcltè 34, rue au Beurre, Ypres.
35 ct. Ie numéro Tél. 500
De Koning - Soldaat
HET
YPERSCHE
he Club*.
■■•eer. Opstel en Aankonatgtngen 34. Boterstraat34, Yper
mneraent 18 tsr. 00 per jaar Buitenland 32 fr.
Men ken in alle keigttthe wtikantoren
\e.mlooae artikelt twelgerd -
LA REGION
D'YPRES
de ('Association des Sinistrés»
des Clubs Yprois. etc.
A bonnement 18 Ir. 00 par an Etranger 32 fr.
On rent t'ubonner dan* ton* let bureaux de potte Beige*
Let article* non tlgni* tent reJaU*
Zoo onverwachi als ontstellend kwam ons
Zondag morgen de droeve mare toe van de
t'agische dood van onzen welbeminden Vorst,
rvoning Albert, jammerlijk verongelukt in het
rotsgebergte der Maasvallei, te Marche les
Dames, nabij Namen.
T»een pen is bij machte de verslagenheid te
beschrijven welke dit ontzettend nieuws over
al verwekte.
De Koning is dood zoo werd htt van
mond tot mond voortverteld, zoo vernamen
wij het ook, doch niemand wilde noch kon er
eeist aan gelooven. Wij hoorden zelfs een on
schuldige vraag, die ons nochtans zoo natuur
lijk schten Waar woont die Deconinck
Neen, niemand kon denken of wilde aanveer-
den dat het onze gelietde Koning, dat het
Zijne Majesteit Albert was En toch, helaas,
de nadere bijzonderheden, die meer en meer
bekend wierden, en de officieele bevestiging,
door de rafio de wereld door verspreid, lie
ten ons wd Jra niet meer toe over de treurige
werkelijkheid van deze akelige tijcing te
t wij leien.
Dit pijnlijk verlies van den meest beminden
en geèc.rden der Vorsten, dat garsch de Bel
gische na ie in zwaren rouw dompelt en dat
door al de landen der beschaafde wereld wordt
betreurd en mêegevotld, was het voorwerp
aller gesprekken. Met weemoed en treurnis,
gepaard met een gevoel van innig medelijden
voor de smart van onze teergeliefde Koningin,
verhaalden de menschen elkander het treurig
voorval met al de reeds gekende bijzonder
heden, en spraken met den grootsten lof over
den goeden ep wjjzen Vorst die, na zoo lange
jaren over ons land geregeerd te hebben, na
zijne heldhaftige en legendarisch geworden
houding tegenover de Duitschers in IgC4,
waardoor hij de bewondering en den eerbied
van de gansche wereld heeft afgedwongen,
na vier jaren lang aan het hoofd van ons leger
de grootste gevaren getrotseerd te hebben,
nu op zoo ongelukkige wijze aan "zijn einde
is gekomen, alswanneer htt dankbaar Land
op het punt stond de 25e verjaring zijner
troonbeklimming met luister te vieren.
In al de kerken van gansch het land werd
de smartelijke tijding van het arsterven var
7. M.den Koning aanstonds aan de geloovigen
medegedeeld en werd er voor de zielerust en
het eeuwig welzijn van onz.n Vorst gebeden.
Aan alle openbare gebouwen en tal van andere
huizen werd overal, in steden en dorpen, de
nationale vlag halftop gehangen. De ontwor
pen vermakelijkheden, wedstrijden en verga
deringen werden, ten teeken van rouw, ver
daagd of geschorst, de schalen werden geslo
ten. Van alle kanten, van uit alle landen
komen de aandoenlijkste bewijzen toe van
innige deelneming in het verlies van onzen zoo
grooten Koning van ons zoo klein landeke.
Sinds de schending der Belgische onafhan
kelijkheid door Duitschland, heelt geen enkel
slag aller harten op zoo gevoelige wijze
getroffen, noch grooter ontroering en gewei
diger indruk teweeggebracht dan het zoo
droevig ongeluk dat aan Z. M. Koning Al rert
het leven kostte.
En op dit oogenblik voelen wij, Belgen,
beter dan ooit, welke groote plaats Koning
Aloert in onze harten had ingenomen en de
onmetelijkheid van het verlies dat ons ireft.
Wij waren onzen Koning genegen om zijne
eenvoudigheid, zijne goedhartigheid en zijne
bezorgdheid voor alles wat het besruur van
het land en de welvaart der bevolking aanbe
langt en vooral v. or de minderen en de nood
lijdenden. Wij waren onzen Koning erkente
lijk om de onschatbare d ensten die Hij aan
België bewees en om zijn schrander en wijs
bestuur waaraan ons Land zijn rang en voor
spoed te danken heeft. Wij waren fier op
onzen Koning die door zijn moedig gedrag, in
de gruwelijke oorlogsjaren 1914 19 8, de
vrijheid en de onafhankelijkheid van ons
Land heeft weten te handhaven en de eere
titelen van Koning-Soldaat en Koning
Ridder verwierf. Wij waren vol vertrouwen
in onzen Konir.g, ornJat Hij, nu nog iti de hui
dige moeilijke tijden, zoo talrijke bewijzen
heeft geleverd al de vereischte gaven van een
groot Staatshoofd te bezitten, en door zijn ge
paste tusschenkomst en groote bevoegdheid
menige verwikkelingen en verwarde toestan
den heeft weten op te klaren.
Die groots gaven van onzen Koning, zijne
hooge geleerdheid, zijne wijsheid, zijne recht
schapenheid, zijn gezag waren van allen ge
kend en het was steeds hoopvol en vertrou
wend dat op Zijne hooge tusschenkomst be
roep werd gedaan. En men mocht ervan ver
zekerd zijn dat, indien de zaak rechtvaardig
was, Koning Albert zijn steun en medewerking
niet ontzeggen zou. Dit hebben wij geteisterde
Yperlingen, tijdens de verhooren, die Zijne
Majesteit aan onze afgevaardigden telkens
met de meeste welwillendheid toestond, dik
wijls ondervonden. Men kende eveneens zijne
bekommering voor het welzijn van zijn volk,
voor de rechtvaardigheid in 's lands bestuur,
voor de stipte nakoming der Grondwet en
voor het behoud der nationale eendracht
zijne bezorgdheid voor de stoffelijke en zede
lijke verheffing der nederigen zijne belang
stelling voor alle sociale wetten, en zijne
genegenheid voor alle wetenschappelijke
kwesties. Doch wat ook niet onbekend was,
dit is zijn groote voorliefde voor de sport,
waarvan de Koning een vurig beoefenaar was.
Vooral de bergen hadden Hem onweerstaan
baar aangetrokken.
Van zoodra de drukke bezigheden het Hem
eenigszins toelieten, zocht Zijne Majesteit
wat ontspanning en afleiding in het bergbe
klimmen. Dikwijls beklom Hij de met sneeuw
bedekte bergen van Zwitserland, de Alpen,
de Apenijnen, de Mont Blanc en de Dolomie
ten. Als Alpinist had onze Vorst een ver
maardheid verworven, en Hij stond als e«n
der stoutmoedigste bergbeklimmers bekend.
Het is helaas in het beoefenen van deze
sport, waarin Zjne Majesteit de noodige
krachten vernieuwde om de zware verant
woordelijkheden van het Landsbestuur te
dragen, dat Hij zoo iammeihjk de dood heeft
gevonden, en dit niet in de hooge, trotsche en
gevaarlijke bergtoppe 1 der Alpen, maar in de
kleine en nederige rotsen onzer Belgische
Ardennen.
Verleden week Woensdag was de Koning
naar Marche les-Dam s gekomen in gezel
schap van zijn kamerknecht Van Dyck en had
er alsdan de rots beklommen in klassieken
stijl, dit is langs een koord die boven aan het
toppunt der rots is vastgemaakt en beneden
door een anderen persoon stevig wordt vast
gehouden.JZaterdag namiddag was de Koning
opnieuw, met zijn kamerknecht, naar Marche-
les Dames gereden in een auto die Hij zelf
bestuurde, en besloot dan de oeklimming der
rots alleen te wagen De kamerknecht, die,
zooals hij het bevolen was geweest, bij de
auto was gebleven, ziende dat de Koning
op het gestelde uur niet terugkwam, werd
ongerust en, na zelf eenigen tijd vruchteloos
gezocht te hebben, verwittigde de rijkswacht
van Namèche en het paleis van Brussel. B iron
Jacques de Dixmude, stafofficier, N»lf en
Graaf Xavier de Grunne begaven zich aan
stonds per auto tef plaats en begonnen, samen