ZILVERVOSSEN PAULA 1 10-3-1934 Het Ypersche - 2e Bijvoegsel - JLa Ftégion d'Ypres N° 49 aan alle prijzen Ook Blauwe Fumé Platine Roode en Zwarte Vossen. Prachtige keus Visons eu Martres. Ten bureele dezer kan men de voor gaande nummers van het mengelwerk bekomen. Mengelwerk van Het Ypersche N' i5 Na Regen, Zonneschijn De machtigste keus der streek bij YPER. Uit de eerste vangsten van dezen winter rechtstreeks uit CANADA aangekomen Neem de gelegenheid te baat KIES NU Roman door A. BRULEZ (Vervolg) Er kwamen nog meer studenten binnen, de eenen dansend en zingend, de anderen moe deloos en droevig. Er werd ondereen getikt en gedronken en daarna nam ik Raph in den arm en we trokken op zwier. Ik wilde hem zijn leed doen vergeten. We deden de ronde der studenten cafés, waar we overal talrijke studenten vonden die dronken, 't zij om een goeden uitval te vieren, 't zij om een tegenvaller te vergeten. Laat op den avond kwamen we lichtjes aangeschoten naar den Anker terug. Paula, die een bedronken student tot aan de deur geleid had, stond op de stoep en lachte toen zij ons in verblijden toestand zag opkomen. Raph, verstout door zijne opgewekte stem ming en door de aankomende duisternis, legde onmiddellijk den arm rond haar leest en haar smeekend in de oogen ziende, vroeg Paula, geef me een kus 't Meisje schrok bij die onverwachte vraag en trok zich verder in 't portaal terug. Laat af, Raph zei ze, ge weet niet wat ge zegt 'k Weet het maar al te goed, lieveling, 'k ben niet zat, ho®r Neen, maar 't mag toch niet. Zelf eenigszins opgezweept en medelijden gevoelend met mijn vriend, praamde ik Toe, Paula, geef hem dat, om hem te troosten Och ja, Paulatje,één maar? smeekte hij, zijn cigaar reeds uit den mond nemend. Zij aarzelde nog, maar ik duwde haar hoofd wat nader en de kus klonk. Als beschaamd over hare zwakheid, draaide zij zich ijlings om en trok, door ons gevolgd, weer binnen. Ge moet niet meer drinken, Raphke en Gustje zei ze dan. Geef ons water zei ik. Niets van, riep Raph, Jack op Neen, neen, Raphke, 't is te sterk, ge zoudt ziek zijn. Geef ons eerst water, Paula, en vraag aan moeder dat zij een kop sterke koffie zette 1 vroeg ik. Terwijl Paula daarvoor zorgde knikte Blanche ons van verre blijde toe, omdat zij zag dat ik erin gelukt was mijn vriend zijn droevige luim te doen vergeten. Paula kwam dan terug, gaf ons spuitwater en zette zich bij ons. En Raph die had zitten nadenken, greep al met eens hare hand en vroeg zacht Heeft mijn zoentje gesmaakt Ja, naar de tabak lachte ze. Ik lachte hartelijk mee en dacht niet eens dat het gesprek eene heel ernstiger wending zou nemen. 't Spijt me erg I zei Raph. Ik zou er u willen geven die beter smaken. 't Is al wel zoo sprak ze blozend. Neen, Paula, 't is niet wel het is me leed dat het in zulke omstandigheden moest gebeuren. Maar als GIJ wilt zult gij er nog vele en betere krijgen. Dat hoop ik, zei ze, maar 'k weet nog niet van wien Van mij We keken hem beiden verbaasd aan. Zwijg, zei ze dan ernstiger, ge spreekt te licht. Nikske van Ik weet heel goed wat ik zeg en houd vol. Van mij, zeg ik u en uit ernst. Dat kan niet ernstig zijn. Wat zult ge morgen zeggen Hetzelfde. Vraag aan Gust, die al mijn inzichten kent, of dat niet gemeend is, of ik u niet bemin en niet vast besloten ben mis schien wel iets later uwe hand te vragen. Houd op, Raphke, morgen 1 Neen, niet morgen vandaag. Spreek Gust is dat niet ernstig. In andere omstandigheden had ik misschien gesproken gelijk Paula, maar zelf in meer op- gewekten toestand zijnde, gaf ik het meisje dat me vragend in de oogen keek, ten ant woord. Inderdaad, Paula. De omstandigheden veranderen er niets aan. Ik weet met alle zekerheid dat Raph u diep en rechtzinnig bemint en dat hij het u nu of later in allen ernst zou zeggen. Ziet ge wel 1 Het meisje wierd erg rood, sloeg de oogen neder en plukte aan haar nagelen. Wat antwoordt ge, Paula vroeg hij smeekend weer hare hand vattend. Ik zat zelf in angstige verwachting het meisje te bekijken, dat nog bleef zwijgen, tot ze droevig de oogen ophief en zeide Ik dank u, Raphke, en geloof u omdat ge twee echt-goede, rechtschapen jongens zijt. Maar ik moet ook rechtzinnig zijn en u zeggen ge komt te vroeg en te laat Wat riep Raph, half opspringend. Wat bedoelt ge, Paula vroeg ik. Aarzelend keek ze weer op en begon Men heeft het mij vóór u gevraagd, Raphke, en alhoewel ik gezegd heb dat er een tijd moest aan gesteld worden en dat ik in 't geheel niet zeker ben dat de jongen het zal volhouden en het dan zal doorhalen, heb ik beloofd te wachten. Ik mag dus geene andere belofte doen I Verlegen stond ze op en liet ons, als aan den grond genageld, zitten. Raph staarde eerst als verdwaasd, doelloos, in de ruimte en liet dan, ontzenuwd, het hoofd in de handen vallen met een grollend Verdoemenis Te laat Ik zag Blanche eenige woorden fluisteren tot Paula, die met haar voorschoot een paar tranen deed verdwijnen en haar iets ant woordde. Dan bracht Blanche ons de koffie, waarin Raph kortweg een borrel vroeg, en ze zeide mistroostig 't Is jammer doch kon niet verder, 't gemoed was vol. We dronken de heete, zwarte koffie zwij gend uit, en dan wenkte ik Paula om te betalen. Raphke zei ze vol genegenheid. Paula I zuchtte hij, haar smartelijk in de oogen kijkend. Wees niet boos I smeekte ze zijne hand grijpend. Neen, Paula, alleen zoo onzeglijk be droefd 1 En hunne vingeren drukten in een hand greep uit wat geen woorden zeggen konden. Daarop trokken wij af, maar ik moest met mijn vriend een eenzaam straatjen inslaan, want hij begon geweldig te snikken en weende als een kind, dat zijn lievelingsspeelgoed in vlammen heeft zien opgaan Zwakheid Neen Wanhopige spijt... gekrenkte mannentrots... pijnlijke verbittering.... en machtelooze wrok tegen den bevoorrechte, hadden hem te zamen een oogenblik overweldigd. Het moest op een of andere wijze los XI. Na 't groot verlof van 1913, toen ik te Leuven terugkwam, vond ik den toestand heelemaal veranderd. Raph had me niet veel geschreven, enkel nu en dan een kaart met een paar woorden, en eenmaal een brief om mij te zeggen dat hij goed studeerde en bijna zeker was een goed examen af te leggen, en dat hij zijne aanvraag gedaan had om zijn legerdienst te mogen doen, ten einde er, na zijn derde jaar, vanaf te zijn. Zoo was ik dan ook niet verbaasd hem reeds vóór mij te Leuven te zien, om wille van zijn examen, en hem in soldatenpak te vinden. Maar wat me veel meer deed opkijken, was hem in gezelschap van Blanche en Paula, in de hoogst vroolijke stemming, in den Anker aan te treffen. Bravo riep hij met blijdschap, teen ik binnentrad. Dat is de man dien ik hebben moet om 't succes te vieren. Allo 1 Paula, laat nu maar een flesch champagne komen Dag, Gustje I zei Blanche. Welkom, Gustje I sprak Paula. Raph kwam juist te zeggen dat het jammer was dat hij u niet bij zich had. Vervolg te naaste week. FL. VANDEVOORDE

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 9