De Onthulling van het Gedenkteeken der Grenadiers. Leve de Koning Rede van Generaal-Majoor De Grox die hier komen verbroederen op de plaats zelf die zij vroeger samen verdedigden. Hrt was ook een roerend oogenblik dat vooral bij de oude Yperlingen, die hierhet begin van den grooten wereldoorlog meeleefden en er de aar komst van de eerste fransche troepen hoopvol hebben begroet en geestdriftig toege juicht, tal van herinneringen uit die reeds lang vervlogen dagen deed opwellen. De Hulde aan de Slachtoffers van den Oorlog Vervolgens vormen de fransche en belgische troepen met hunne roemrijke vlaggen vooraan zich in stoet, en muziek voorop en gevolgd door de talrijke oudstrijdeisbonden en vader landslievende vereer.igingen met hunne vaan dels, trekken zij door de Statiestraat, Tem- pelsiraat, Boteistraat, Groote Markt en lings de Vandenpeereboomplaatsterug, midden een dubbele en dichte haag van sympathieke en geestdriftige toeschouwers, naar het gedenk teeken der Ypersche Oorlogshelden, waar de heer Clinckemaille, arronoissemcntscommis saris, en de heer Burgemeester, omringd van het Schepencollege, den stoet afwachten. Zes thebaansche trompetten, drie langs tl ken kant, scharen zich bezijden het Gedenk tecken en blazen de Taptoe terwijl het muziek der Grenadiers de Brabangonne en de Marseillaise uitvoert en Colontl Six, namers den Koning, een prachligen bloemtuil aan den voet van het G;denkteeken neerlegt. Vandaar trekt de lange stoet, gevolgd door de overheden, naar het Britsch Gedmktet ken der Mtenenpoort, waarde thebaansche trom petten, nogmaals drie langs elke zijde, zich op de trappen van bet monument plaatsen en er de ind ukwekkende Last Post blazen, ge volgd van het Ergclschnationaalliei door het muziek uitgevoerd. Colonel Six legt er even eens een bloemtuil neer en, geleid door den Engelschen Colonel Higginson. die het En- gelsch leger op de plechtigheid vertegenwoor digt, gaat hij vervolgens de hand drukken van de leden van het British Legion en van de War Graves Commission Na afloop dezer plechtigheden, worden de troepen rechtover het stadhuis in oogen schouw genomen, waarna de militaire en fur gerlijke overheden door den heer Burgemees ter plechtig op het Stadhuis ontvangen en verwelkomd worden. Te ii u. wordt in 3t Maartens kathedraal ock nog een H. Mis opgedragen door aen E H. Verbruggen, reserve kapitein-bevelheb ber van de Grenadiers, tot zitlerust zijner gesneuvelde makkers. Te Zuydschote Om 12 u. 45 vertrekken de fransche en bel giïche troepen per specialen tram, die nog door verscheidene andere gevolgd werd, naar Luzerne waar zij korts na 1 u. toekomen en daor den heer R. Pecceu, burgemeester, om ringd van de heeren Mijngheer en Lrgier, schepenen, en van verscheidene gemeente raadsleden van Zuydschote, verwelkomd worden. Dadelijk begeeft de stoet z ch, muzi. k voor op, naar het dorp, dat insgelijks schoon be vlagd is, tot bij het gedenkteeken der gesneu velde Zuydschotenaien. De schoolkinderen, met belgische vlagjes in de hand, omringen het monument. Ook de E. H. Dejaeghere, pastoor van Zuydschote, komt daar de plaat' selijke gemeenteoverheden vervoegen. De the baansche trompetten blazen er Te Velde en het muziek speelt de belgische en fransche nationale liederen, terwijl Colonel Six het gedenkteeken bebloemt en eerbiedig groet. Na de voorstelling der overheden, richt de stoet, waarbij zich thans de gemeenteover heden, de schoolkinderen en ook de oudstrij ders van Zuydschote gevoegd hebben, zich naar het fransch gedenkteeken, opgericht nabij de brug over de Yperlee ter eere van de gesneuvelden van het 4t8e fransch linieregi ment en van de eerste slachtoffers der duitsche stikgassen. Intusschen zijn nog, met de andere speciale t ams, ontelbare fransche en belgische oudstrijdersbonden toegekomen, die zich eveneens rond dit schoon gedenkteeken scha ren. Colonel Six legt er insgelijks een prach- tigen bloemtuil neder, in aanwezigheid van den heer Clinckemaille, arrondissementscom missaris van Yper, terwijl de thebaansche trompetten Aux Champs blazen en het muziek de Marseillaise» en de Braban gonne laat hooren. Vandaar trekt de stoet naar het nieuw ge denkteeken dat halfweg tusschen de brug over de Yperlee en den tijdens den oorlog beruch- ten molen van Luzerne opgericht werd ter eere der gesneuvelde Grenadiers. Onderweg bemeiken we dat men het uitstekend gedacht heeft gehad de plaats zelf van de loopgracht, door de Grenadiers bezet en door hen spijts de hevigste aanvallen en beschieting met gas- obussen behouden, met belgische vlagges af te bakenen. Recht over het gedenkteeken, dat bestaat uit een eenvoudige gedenkzuil opgericht naar het ontwerp van Commandant Reding en dat nog met de belgische driekleur overdekt is, een groote tribune welke aan de talrijke ovei heden en uitgenoodigden voorbehouden is, met te midden het Belgisch wapen en de eereplaats die straks door Z. VI. den Koning zal ingenomen worden. Het muziek der Grenadiers plaatst zich be zijden het Gedenkteeken, terwijl de vlaggen der talrijk aanwezige oudstrijdersbonden achter het munument geplaatst worden. De troepen alsmede de schoolkinderen van Zuyd schote vormen de haag op den weg langswaar Z.M. de Koning zal aankomen. Daar heerscht een ongewone drukte. Dui zende toeschouwers verdringen zich rond het gedenkteeken en een strenge politiedienst, die op de volmaakste wijze werd waargenomen, is noodig om aan allen op die betrekkelijk kleine ruimte, waarover men beschikte, een behoorlijke plaats te geven en er de gewensch te orde te handhaven. Ook de overheden komen langzaam toe. Trompettengeschal kondigt om 2 u. 20 de aankomst aan van den heer Devèze, minister van landsverdediging. Hij is vergezeld van zijn kabinetsoverste, colonel Duvivier. Ver ders bemerken wij nog Z.D.H. Mgr Lamiroy. bisschop van Brugge M. Baels, gouverneur yan West Vlaanderen M. Clinckemaille, arrondissementscommissaris van Vper luite nant generaal baron de Ceuninck, Groot-Lint der Leopoldsorde, bevelhebber der 6' leger- afdeeling in 1915 Mgr Dugardyn, hoofd aalmoezenier van het leger luitenant gene raai Pouleur, commandant der tweede mili taire omsch;ijving luitenant generaal Van Emelen, commandant van het ie Legerkorps luitenant generaal baron Keucker de Wathe let, deken der gewezen korpsoversten van de Grenadiers de luitenants-generaals Borre- mans, Dories, baron de Gallatay en De Kempeneer, bataljon oversten der Grenadiers te Steenstraete; luitenant generaal Verstraete, commandant der 6dehgcrafdeeling luitenant- generaal Constant, bataljon overste der Cara biniers te Steenstraete luitenants-generaals Te:mcr.ia en Du Bois, stafc fficieren van Z. M den Koning luitenant generaal ridder de Callatay, algemeen opziener van het voet volk luitenants generaals graaf Grein dl, Salmon en Pontus generaal majoor Van den Bergen, sous chef van den algemeenen leger staf generaal majoor Donnay de Casteau, wiens broeder te Steenstraete sneuvelde generaal majoor Boel, gewezen commandant der compagnie sapeurs mineurs die te Steen straete aan de zijde der Grenadiers streed generaals majoors Wibier, baron Vingotte, baron Wahis, Olsen, Mathias, Nicod, Etienne. Brassine, De Koninck, De Grox, enz. de fransche generaal Quinqandon, gewezen be velhebber der 45e afdeeling te Steenstraete in igi5 colonel Riedinger, fransch krijgsge attacheerde en zijn adjunct kapitein Fustier majoor Fraser, engelsch krijgsgeattacheerde kapitein Schultz, Zweedsch kriigsgeattacheer- de colonel baron de Hennin de Boussu- Walcourt, ordonnans officier van den Koning; de colonels graaf Cornet de Ways Ruart, Arendt, Michie's, Kuppferslager de luite nants colonels Dothey,Gendarme, Lescornez, Van der Zypen, Oor, Piton, Marchand de majoors Leurquin, Rucq, Robberechts, Wauthy, Renard, Paternostre, Rossomme, Wouters en Semail het comiteit van het gedenkteeken luitenants colonels B. E. M. Delfosse en Van Sprang majoors Cayron en Michiels; de commandanten Reding, architect van het monument, en de Hults luitenant Duvivier. Verders zagen wij nog Mevr. de gravin Henri d'Oultremont, weduwe van majoor graaf d'Oultremont die bij den aanval te Ter- vaete sneuvelde, en haar dochter; M. Van Thorenburg, procureur des Konings te Yper MM. Pecceu, burgemeester, Mijngheer en Logier, schepenen van Zuydschote MM. Vanderghote, burgemeester, Van der Mersch en Delahaye. schepenen van Yper M. en Mevr. de Thibault de Boesinghe de heeren burgemeesters van Langemarck, Vlamertin- ghe, Reningha, Dickebusch, Elverdinghe en Bixschote M. Van Exem, schepen van Merckem graaf de Nicolay, voorzitter der vereeniging van de fransche reserve officiers, en verders afvaardigingen met vaandel van al de aanwezige oudstrij dersbonden. Om 2 u. 3o stipt stijgt opeens uit die duizen- de borsten een machtigen en steeds herhaal den kreet «Leve de Koning Vive le Rei terwijl de troepen de wapens bieden, de schoolkinderen geestdiiftig met hunne diie- "kleurige vlagjes wuiven, de klaroenen Te Velde blazen en het muziek der Grenadiers een dreunende Brabargonne aanheft. Onze jeugdige Vorst, die per vliegtuig tot aan Wevelghem gr komen was en vandaar langs Yper zijn weg in auto had voortgezet, komt groetend vooruit, vergezeld van generaal iwaegers, zijn stafofficier en van luitenant co lonel de Woelmont, ordonnans officier. De Koning groet eveneens de vlaggen van het 43e fransch linieregiment en van de Grenadiers, en wordt dpor de burgerlijke en militaire overheden verwelkomd, waarna hij onmiddel lijk zijn plaats inneemt op de eeretribune. De vaandeldragers van het 43e fransch regi ment en van de Grenadiers met hun lijfwacht, plaatsen zich langs weerskanten vóór het ge-, derkteeken en de officieele onthullingsplech tigheid neemt aanstonds een aanvang. Generaal Majoor De Grox, die tijdens den slag van Steenstraete adjudant-majoor van het regiment der Grenadiers was, spreekt eerst in 't fransch en vervolgens, zich naar Z. M. den Koning wendend, drukt hij zich als volgt uit in 't vlaamsch Sire, Ik wil eerst en vooral gehoorzamen aan uuien ^cnuoizamen aan een gebiedenden plicht van erkentelijkheid en aan Uwe Majesteit, die zich heeft wil en ge- waardigen deze plechtigheid hij te wonen, een diepen en eerbiedigen dank betuigen in naam aller oudstrijders der grenadiers Eene eensgezinde gedachte beheerscht en bezielt ons allen in dit oogenbl k. Hij die onze geliefde en oneindig g ëer- biedigde Veldheer was gedurende de tragische jaren, Hij die op zoo verhevene en edele wijze ons altijd den weg van den plicht wist aan te duiden, Zijne Majesteit Koning Albert, had in Z-jne welwillendheid het voornemen dat wij koesterden willen aanmoedigen en ons de belofte geschonken hier, op dezen dag, aanwezig te zijn. En 't is naar Hem, naar zijne onvergeetbare gedachtenis d*t zich op onweerstaanbare wijze onze geest verheft, naar Onzen Grooten Veldheer, wiens aanden ken alle oudstrijders tot hun laatsten adem vroom zullen bewaren. Hier geeft de geachte spreker dan een breedvoerig verhaal van de bloedige gevech ten die zich in April en Mei 19 5 te Steen straete ontrolden en waaraan het regiment der Grenadiers zoo een roemrijk deel nam, en hij besluit dan zijne rede als volgt En van toen af, alhoewel de strij 1 voort woeden zal, alhoewel nog menige aanvallen moeten afgeweerd worden, blijft de toestand onveranderd. De vijanü zal niet doorbreken, geen duim grond hebben wij afgestaan, niet tegenstaande de aanvankelijke gruwel en het geweld van den slag, en de Belgische rechter vleugel blijft onwankelbaar aan zijne stelling gehecht. Die beslissende uitslag is hoofdzake lijk te danken aan de dapperheid der Gre nadiers. Onwrikbaar bleven zij onder den gewel digen schok die onmiddellijk op de verrassing volgde en verschaften zoo aan het Belgisch en Fransch bevel den tijd, met zekerheid de reserven te richten en te schikken daar waar de toestand het vergde. En dit wordt klaar en duidelijk bestatigd in de melding die de bevordering van onzen korpsoverste, kolonel Lotz, tot officier in de Leopoldsorde vergezelde Heeft, dank aan de hardnekkigheid van zijn regiment, den toestand te Steenstraete gered en zoo het opbouwen van een nieuw verdedigingsfront mogelijk gemaakt. Sire, Dit schoon denkmaal, dat oprijst op den. grond zelve waar zij zulke kalme en vastbe raden dapperheid aan den dag legden en waar zoovelen onder hen sneuvelden, zal aan den voorbijganger en aan de toekomende geslach ten zeggen dat de Grenadiers tot den dood getrouw bleven aan hunnen plicht, omdat zij met al hunne strijdmakkers van het Bel gisch leger het klaar en uitdrukkelijk begrip hadden dat zij de verdedigers waren van de Eer en de Vrijheid van het dierbaar Vader land. Rede van Colonel Six Colonel Six, commandant van het le Grena-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 2