- 3 In de tribune. Z. M. de Koning omringd van Minister Devèze en Colonel Six. Z. M. de Koning bebloemt het gedenkteeken te Steenstraete. Het Gedenkteeken wordt Onthuld Rede van M. Pecceu, Burgemeester van Zuydschote. diers, stafofficier van den Koning, d; ukt zich eerst uit in't vlaamsch als volgt Sire, In naam van het Regiment der Grenadiers, heb ik de groote eer Uwe Majesteit te bedan ken de plechtigheid van heden door Zijne Hooge tegenwoordigheid vereerd te hebben.» Dan vervolgt Colonel Six zijne rede in 't fransch en zegt onder meer Sire, Het Regiment der Grenadiers heeft met een gansch bijzonderen luister de verjaring van den aanvang der bloedige gevechten van April en vlei igi5 willen herdenken met op de plaats zdf, waar het zijn dapperheid en zijn getrouwheid aan zijn plichten bevestigde, een gedenkteeken op te richten. De gebeurte nissen die hier in deze streek plaats hadden zijn ia hun geheel gekend Het regiment, be vattende vier bataljons, bezette den Wester oever van de Vzervaart aaa de uiterste rech terzijde van het üilgisch leger en der 6' leger afdeeling, in verbinding langs z jn rechterzijde met de fransche troepen. Den 2z April tg:5, op heleinde van den namiddag, na enkele dagen kalmte, breekt op eens, met een ongehoorde snelheid en wieei- heii, een der angstwekkendste gevechten van gansch den oorlog los. De vijand gebruikt voorde eerste ma tl een onmogelijk te ver moeden middel dat, ten andere, door de toen aangenomen oorl >gswetten verboden was. Doodende gaswolken ontsnappen plots uit de vijandelijke loopgrachten en, gedreven door een voordeeligen wind, sluipen zij langs den grond naar de fransche lijnen toe waar z.j onze moedige bondgenooten verstikken. De fransche soldaten vallen neer ter plaats of zoeken, in hun ontsteltenis, aan deze on- menschelijke en oneeilijke moorderij te ont vluchten. Van onze loopgrachten wonen de Grena diers dit verschrikkelijk schouwspel bij. De gebeurtenissen volgen zich snel op. Gebruik makende van de teweeggebrachte verrassing, komen dichte vijandelijke aanvalskolommen vooruit, geholpen door een helsch kanonvuur waarvan de houwitsers op onze stellingen neervallen 't Is dus voor ons, zonder eenige verwittiging, het gevecht in de angstwekkend ste omstandigheden Een breede bres, waarvan wij de uitgest ektheid en de diepte niet ken nen, wordt aan onze rechterzijde geslagen i Steenstraete is overrompeld, de vaart over- gestokm.en 'tis ook weldra de bedreiging van een zijdelingschen aanval in een niet voorbereid terrein Ziedaar in 't kort een schets van den toestand waaraan de Grena diers, in hun sector, het hoofd zullen moeten bieden tijdens de eerste uren die beslissend zullen zijn en waar zij gansch alleen den strijd zullen moeten onderstaan. In zulke onver wachte en dreigende omstandigheden, kan alles alhangen van de eerste gedragslijn. De frontlijn op het kanaal, die aan zijn zo gen is toevertrouwd, niet laten innemen onder het vijandelijk geschut, in dezen tragischen voor avond en in den nacht, een levende dam op werpen om al de duitsche aanvallen te breken; door dit feit zelf de zijde van het leger be schermen en beletten dat de reeds geslagen bres niet grooter worde, ziedaar de taak die het regiment zon der verzwakking zal vervullen. Iedereen heeft het doodelijk gevaar be grepen dat ons binnen kort bedreigt. De colonel Lotz bij zijn aankomst op de ge- vechtslijn, geeft bevelen om deze hoofiver- eischte te verzi kiren. Op de vaart zelf, her ft het bataljon De Kempeneer, dat van wacht is, aangemoedigd door de wilskracht van zijn overste, rechtover Steenstraete de noodige verdedigingsmaatregelen genom n. Naarmate de bataljons de Callatay, Donies en Borre mans zich in het vuur werpen, wordt de be dreiging duidelijker; alle verbinding met de fransche troepen is gebroken en het is, onder het meest verwoed geschut der duitsche ar til lerie en infanterie, dat dcz e bataljons, opvol- genlijk bijkomen en den verdedigingshaak verlengen tusschen het kanaal en den molen van Luzerne, rechtover den steenweg van Steenstraete Luzerne, vanwaar de vijand zijn rechtervleugel vooruitstuwt. De vlaggetjes, hier op het terrein geplaatst, duiden nauw keu ig de lijn aan van dezen verdedigingshaak Ik der,k aan het bitter leed dat generaal Lotz, groot Oorlogsvermii kte, thans moet ge voelen omdat hij zich bij ons niet kan voe gen op dezen dag van erkentelijkheid tegen over zijn schoone Grenadiers, die h'j zoo vu: ig bemin ie. Ik groet eerbiedig de generaals Bor- remans Donies, baron de Callatay en Con stant, de glorierijke overwinnaars van deze heldengevechten hier vandaag kortbondig herinnerd. H_:t tweede ciiiisch oogenblik van het ge vecht plaatst zich onmiddellijk nadeinneming van Luzerne door den vijand, die alzoo een tweede maal onze verbinding met onze bond genooten breekt. Bij het morgenkrieken van den dag van 24 April, komt zijn voetvolk van uit Luzerne en valt den verdedigingshaak voor den molen aan. Op geschut ontvangen, wordt het met de bajonet te-uggedreven door de Grenadiers, de Carabiniers van h.t tweede regiment en de Zouaven Te vijf uur is deze duitsche aanval gar seh verijdeld. Ziedaar de berichten die majoors Borremans en Donies aan colonel Lotz laten geworden. Het waren in hun laconisme prachtige overwinningsver slagen. Onmiddellijk werden zij overgemaakt aan den Commandant der afdeeling, den luite nant generaal de Ceuninck, die het bevel voerde over het geheel der belgische troepen en die overigens ook sedert den 23° al de reserven in gereedheid hield. De luitenant- generaal baron de Ceuni ck, Groot-Lint der Leopoldsorde, doet ons de eer aan op de plcchdghei i van heden aanwezig te zijn.. Ik groet hem eerbiediglijk namens het Regiment. Van dan af, zoo de strijd nog voortwoedt of zoo er nog aanvallen zullen moeten afge weerd worden, is de uitslag verz- kerd. De vijand zal niet doorbreken. Niettegenstaande bet tragisch begin en de hevigheid van dezen slag, hebben wij geen voet geweken, de bel gische rechterzijde is onwrikbaar in den gronji geankerd en deze belangiijkeuitslagheeft men aan den moed der Grenadieis te danken. De herinnering aan de helden, die in de ze heuglijke dagen sneuvelden, zoo besluit Colonel Six, is nu voor eeuwig in het steen gebeiteld. Dit prachtig gedenkteeken, dat w'j onder de zedelijke bescherming stellen van den Broederbond der ou Jstrijders Grenadieis, is de verwezenlijking van een wensch in igi5 door den kapitein-commandant B. E. M. De» Grox, adjudant majoor van het regiment van colonel Lotz, uitgedrukt en door zijn wil be werkstelligd tijdens zijn bevordering aan het hoofd van het regiment. Het is het werk van kapitein-comm indant der Grenadiers, Reding. Aan beiden stuur ik de hartel.jkste gelukwen- schen en onzen innigsten dank. Aan de gemeenteovethei 1 van Zuydsch te, heb ik de eer te vragen de stoffelijke bewaking van dit gedenktetken te willen ver- zeke'en De geachte spreker groet en be Jankt ver volgens nog, namens het regiment, al de vrienden van de Grenadieis, de oude en duur bare strijdmakkers, alsmede de hooge burger lijke en militaire overheden die zoo vriendelijk waren hun ui nojdiging te beantwoorden. H.j maakt zich de tolk der erkentelijkheid van de Grenadiers, bijzonderlijk voor de talrijke en milde giften die zij voor de oprichting van h-t gedenkteeken ontvingen, en bedankte vooral ook den heer Minister van landsverdediging, dekrijgsgeattacheerden van Engeland, Frank rijk en Zweden, enz. C donel S x eindigde zijn schoone rede als volgt Sire, Dit schoon gedenkteeken, opgericht op den grond zelf, waar zij van zooveel helden-, moei het bewijs gaven en waar zoovelen der hunnen vielen, zal aan de voorbijgangers en aan de kamen ie geslachten zeggen dat de Grenadiers tot den dooi toe aan den plicht getrouw waren, om Jat zij met al hun strijd makkers van ons leger, het klaar en duideli>k begrip hadden dat zij de eer en de vrijheid van het belgisc'n Va lei land verdedigden Na drz; ivoorden van colonel Six, doet majoor Cayron de vlag vallen die het gedenk teeken nog bedekte, de menigte buigt inge togen het hoofd, de troepen bieden de wapens, de vlaggen groeten en het muziek der Grena diers speelt de Brabangonne. En daar rijst nu dit eenvouiig monument der erkentelijkheid, waarop in 't fransch en in 't vlaamsch het volgend opschrift gebeiteld staat Ter herinnering van de onwrikbare ver- dediging van het Regiment der Grenadiers bij den eersten Duitschen aanval met de gassen op 22 April igi5 Vervolgens treedt Mgr Lamiroy, bisschop van Brugge, omringd van de E°rw. Heeren De Jaeghere, pastor van Zuydschote, en Vanneste, pastor van Boesinghe, naar voren om het gedenktetken te wijden. De heer Ptcceu treedt dan op zijn beurt vooruit en spreik. met klare stem de volgen de rede uit Sire, Mijuheer de Minister Mijnheer de Gouverneur, Monseigneur Heer Colonel, Mevrouwen, Mijnheeren,' Vooreerst, laat mij toe Zijne Majesteit den Koning te bedanken voor de groote eer die Hij de gemeente Zuydschote bewijst met tegenwoordig te zijn op de plechtige inhuldi ging van dit denkmaal. Wij zullen steeds een vurig aandenken bewaren van Zijne tegen woordigheid alhier en wij bevestigen Hem de diepe gehechtheid van onze bevolking aan het vorstendom waarin al onze hoop berust, In naam ook van den gemeenteraad en

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 3