K ORTBIJKSCHF ONDERLINGE 2 Introduction Chceur Récitatif Choeur Général Waar zijt gij het ZEKERST en VOORDEELIGST verzeherd T TE KORTRIJK Brand - Leven Ongevallen ?oor alle inlichtingen wende men zich tot bet Bijkantoor te Yper Algemeen Opziener OMER ROBYN- de Koning de burgerwacht en de soldaten van het garnizoen in oogenschouw en begaf zich vervolgens, midden een haag gevormd door al de Ypersche maatschappijen, langs de mooi bebloemde en be vlagde straten, ter wijl de beiaard en verscheidene muzieken hun vroolijkste aria's lieten hooren, nrar de woning van den hr Senator Baron Mazeman, in de Rijselstraat, die Z. M. de Koning en zijn gevolg aan zijn tafel ontving. Om 2 u. i5 bezocht de Koning de St-Maar tenskathedraal die onlangs hersteld was ge worden. Z. M., vergezeld van zijn gevolg en van den heer Mph. Vandenpeereboom, werd er door den Z -er Eerw. Heer Deken en de geestelijkheid der dekenij ontvangen en ver welkomd. De pompiers vormden de eerewacht langs weerszijden der middenbeuk ten einde de menigte at te houden. De Koning deed zich den heer Mulle, Voorzitter der Kerkfabriek, die een lange rede aflas over de herstellings werken der kathedraal, alsmede den heer Van Ysendycke, bouwkundige die de werken bes'uurde, voorstellen. Binst de uitvoering van het Salvum fac Regent, met begeleiding van snareukwartet en orgel, knielde Z. M. op een bidbank vóór het altaar, en bewonderde vervolg» ns de merkwaardigheden der keik, binst dat de Brabaripnne op het orgel uit gevoerd werd. Om drie uur werd op de Groote Maikt in aanwezigheid van den Koning en van de overheden de volgende cantate uitgevoerd, woorden van den heer Albert Denoydle en muziek van den heer Otto Flattdre au Lion, léve ta téte altière Révtillez vous, ombres de nos a'iiux V oyez fl >tter voire tiet lie bannière, Commt en vos jours de combats glorieux. Alais aujourd'hui, p'us de tyran colère Dans nos cités venant jeter I'iff roi Celui qui vient, Beiges, c'est notre Frère Vive le Roi O Belgique 6 Paltie Sur ton sol tourmenté, Le travail, l'industrie Donnent la liberté Pour bannir tes alarmes, Nos bras for gent des ar mes Notre sang est a toi S'il le fallait, Flandre Nous sauriosis tons défendre La Pati ie et le Roi. Dans son beau ciel d'azur, l'étoile scintillante, A nos yeux éblouis brille au des^us de nous, Ainsi nous apparait notre Reine brillante Et nos caurs sont émus a eet aspect si doux. Heureuse en ce beau jour, que son dme ravie Puise au milteu de nous un gage de bonheur A notre Reine aintée, énfants de la Patrie, Donnons avec nos bras I'amour de notre caeur. Ils sont venus ces temps prospères Oil tous les Belg-s sont utiis, Libres en ft, vivant en frPres, Sous ton beau citl, mon pays DésormFs rien ne nous civise. Nous pouvons dire avec fi.itté DitU protégé noire devise Le Roi, Pat tie et Liberté Daarna toog voor de Koninklijke tribune een machtige stoel waarin al de gemeenten en dorpen van het omliggende, met hun maat schappijen, scholen, bonden, vereenigingen en gilhen vertegenwoordigd waren. Daar volgden elkaar op Wylschaete, Waasten (waarvan de pompiers hun helm boven op het geweer droegen), West Nieuwkerke, Meessen, Watou, Boesinghe, Koenen, Gheluvelt, Vla merttnghe, R^usbiugge, Bixschote, Passchen- dacle, O ostvletercn, Kemmel, Gheluwe, Houthem, Hollebeke, Crombeke, Ploegsteert, Reningh 1st, Elverdinghe, Westouter, Zant voorde, Becelaere, Wulverghem, Dranouter, B-ielen, Woesten, Zillebeke, Zuydschote, Voormezeele, Dickebusch, Locre, Poperin- ghe, Yper, Passchendatle, enz Om 4 u. woonde Z. M. een feest bij gege ven door de officieren der Rijschool, onder de bevelen van kapitein Mignolet, en dat den uit- bundigsten bijval behaalde. Daarna werd de Koning, te 5 u., op het stadhuis van Yper ontvangen door den heer Burgemeester, om ringd der leden van het schepencollege en van den gemeenteraad. Vervolgens werd in de prachtig opgesmukte zaal der Halle een feestmaal aangeboden, waaraan 23o dischgenooten deelnamen. De versiering der zaal, werk van den heer de Bruck, was der bestgeluktste. De Harmonie van het ro' Linieregiment verleende hare medewerking en tijdens dit banket werd de schoone cantate van den heer Fr. De Potter, muziek van heer Ch Breyne, uitgevoerd, die wij gelukkig zijn, dank, zooa's hooger gezegd, aan een onzer vrienden, in haar geheel te kun nen weergeven REI VAN KINDEREN Wat glans, wat pracht, wat hooge luistert Railleren en gebloemte alom 1 Waartoe der klokken feestgebrom Wat toon van blijden geestdrift rulscht er REI VAN VROUWEN EN OUDERLINGEN Verheugt u, o kindren 1 en viert met ons meê, Het feest van de vrijheid, het feest van de vreê, De Vorst, die het land als een vader regeert, Verschijnt in uw midden dien Koning vereerd SAMEN Wie zou er den Vorst niet beminnen, Die weet aller harten te winnen EED VAN HET VOLK (Koor) Hoort toe van 't zeestrand tot de Schelde, Van d'Yperleê tot Maze's boord, Den eed, die aller borst ontwelde, En vrij door lucht en wolken boort Hier in ons schoone beemden Hier dulden wij geen vreemden, Geen schand, geen slavernij Wij zijn en blijven Belgen, Der oude reuzen telgen, Gewoon het juk te delgen Wij zijn en blijven vrij EEN OUDERLING Verhaien wij aan 't jong geslacht, Het lot van 't vaderland, zijn glorie en zijn kracht. RÉCITATIF (voor 2«° Basi Wel had ook Belgenland zijn droeve en sombre dagen, Dat diepe rouw en leed in aller boezem zonk Het zag zijne Engelin, te vroeg ten grave dragen. Wier deugd zoo hel en rein gelijk een zonne blonk Nog blijft het om 't verlies zijns eersten Konings treuren, Wiens wijsheid word geroemd in 't gansche wereldrond, Die 'tjonge vaderland vol kracht wist op te beuren, En vrede en welvaart gaf, en wet noch vrijheid schond. ARIA (voor Tenor) Zoo staan wij, hand in hand geslagen, Rondom den onbevlekten troon, Rondom den vorst, ons welbehagen, Wiens deugd meer schittert dan zijn kroon Zoo stijgt, van 't vroegste morgenkrieken, Tot als de nacht zijn sluier spant, Ons zang en bede op vlugge wieken. Voor Vorst, voor Volk en Vaderland Wij pronken met geen eerepalmen. Gewassen in vergoten bloed, Maar onzer velden rijke halmen Biên ons genot en otervloed. Wij blijven kunst en arbeid vieren. En onbezweken broedermin Wat schooner krans van eerlaurieren Verlokt der merschen ziel en zin CAVATINE Schoon elders de storremen woeden, En tronen te waggelen staan, We blijven ons beemden behoeden De vrijheid zal hier niet vergaan OUBBELKOOR Ja, de zoete vrijheid, 's Levens lust en blijheid, Maakte Vlaandren groot. Haar uw goed en leven En voor haar te streven, Belgen Jot den dood. ARIA voor 1" Bas) Aanhoor onz' eed, o Vorst en Vader, Die heerscht door orde, wet en recht U treedt het volk vol liefde nader, Wen 't uwer deugd een eerkroon vlecht. O leid ons, langs bebloemde wegen, Op 't pad der eer en vrijheid voort. Moet ge ons niet schutten door uw degen, Verlicht en sticht ons door uw woord STEMMEN UIT HET VOLK Eerste stem Wat zegen is den Belg beschoren. Tweede stem Hij heeft een Koning, wijs en goed, Derde stem En een Vorstin, ais uitverkoren. Vierde stem Gerezen uit het edelst bloed BEDE Zend, almachtig Heer Zend uw zegen neer Over hun geslacht, Tot de laatste zonne 't aardrijk tegenlacht. KOOR Stroomt los, o zangen uit de borst I Voor vrijheid, vaderland en vorst ■Het plechtig feestlied aangeheven Het voer' tot 's aardrijks verste kust Dien kreet van Iletdé, door geen dwang of tijd gesust, g" De liefde voor ons land en voor 't zelfstandig leven l VOLKSZANG (Kinderen) Qeleerd door 't voorbeeld van onze oudren, Blijft eendracht ook ons ordewoord Wij stappen in hun glorie voort, En dulden 't juk niet op onz' schoudren 1 VOLKSLIED O Belgenland, geliefde moeder, Wier glans de wereld overstraalt. Elke uwer zoons strekt u ten hoeder, Zoolang zijn boezem adem haalt. Geen roem, geen pracht voor vreemde landen. Verlokken ooit zijn ziel en zin Aan U zijn hert, aan U zijn handen, Zijn kracht en moed, eeuw uit eeuw in De heer Burgemeester stelde dan een heil dronk voor aan Z. M. waarop deze voor de gulhartige ontvangst volgender wijze be dankte Ik bedank den heer Burgemeester voor den heildronk dien hij komt voor ie stellen en ik bedank u allen, Mijnheeren, voor het onthaal dat gij mij gedaan hebt. Op mijn beurt drink ik op den blori der stad Yper Ik ben gelukkig U, midden deze oude hallen, mijne wenschen voor uwen voorspoed te mogen uitd-ukken. Mocht dit gebouw, dat zoo waardig uw verleden herinnert, het zinnebeeld uwer toe komst worden Dat Yper een groot deel neme in den na- tionalen vooruitgang, voorwerp mijner innig ste veilangens, vruchtbaar weik waaraan mijn stem niet zal ophouden de ijver en de ver kleefdheid van al de zonen van het vaderland uit te noodigen. Nog eens, Mijnheeren zoowel in mijn per soonlijken naam als in naam der Koningin, die mij gtlast heeft U haar spijt uit te drukken u -ve schoone feesten niet te kunnen bijwonen, hef ik mijn glas opnieuw op den voorspoed der stad Yper. Deze korte rede werd meermalen onder broken door de geestdriftige kreten Leve de Koning Leve de Koningin en het feest werd met een dreunende Brabantjonne be sloten. Daarna werd de koffie in een nevenzaal opgediend, en om io u. begaf de Koning zich door de hel Ier verlichte straten terug naar de statie, vanwaar de Koninklijke trein Hem terug naar Oostende bracht. Ziedaar een kort verhaal der p-achtige ont vangst welke Z. M. Koning Leopold II hier, tijdens zijne blijde intrede in onze stad, te beurt viel. Wij wemchen dat de feesten, die ter gele genheid van het aanstaande bezoek van H. H. M. M. Koning Leopold III en Konin gin Astrid op touw worden gezet, deze van 1868 in luister mogen overtreffen en vooral dat de geestdrift, die toen reeds groofsch en overweldigend was, nu nog machtiger en uitbundiger moge wezen. Leve de Koninklijke Familie Leve de Stad Yper Handelsregister: Kortrijk g52 NATUURLIJK bij de Nanmlooze: Maatschappij, de Onderneming gemachtigd bij Koninklijk Besluit van 23 December iq32, in uitvoering van de wet van 25 Juni iq3o. Hare werking uitstrekkende over gansch het land, worden er nog ernstige Vertegenwoor digers gevraagd. B, Mendstraat - Tol 109

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 2