DE- HALLETOREN
15e Jaar, N° 17 - 28 Juli
1934
15e Annse, N° 17 - 28 Juiller-
Journai hebdomadaire
de S Arrondissement d Ypres
Bene r. Opal I en Aankomitglngen 34. Boterstraat, 34, Yper
ADonaemeDi 18 Ir» OO per jaar Buitenland 32 fr.
Tel. 500 35 ct. het nummer
'Jse vlo, tr artikels ftwetferê
35 ct. Ie numéro Tél. 500
Bij de inhuldiging van het belfort van leper, op 29 Juli 1934
Aan H.H. M M.
den Koning en de Koningin,
hartelijk Welkom
A leurs Majestés
le Roi et la Reine
tous nos souhaits de Bienvenue
Leest en verspreidt "HET YPERSCHE
leper29 Juli 1934. Raekelboom.
PERSCHE
Weekblad
+t*or Let Arrondissement Yper
éw V^wwunttlnK der GetaManien.
Am Tixw.-titve ClutxL, «uu.
LA REGION
D'VPRES
Organ# de ('Association des Sinistréa*
des Clubs Yprois, etc.
Men tmse/trgPta in all* Aelgtsahe postkantoren
RidmcttonAdministration et Publiciti 34, rue au Beurre, Ypres.
Abonnement 18 fr. 00 par an Etranger 32 fr.
On pent s'abonner dans ton» les bureaux ie potte Beiges
Lu articles non stgnts sent refutes
Hij staat er weer de halletoren,
Dit beeld uit Vlaandrens heldentijd.
Vernietigd in den wereldstrijd
En jeugdig uit zijn asch herboren,
Hij staat er weer de halletoren
De naam van leper pi ijkt vooraan in 't adelboek
En heden viert de stad hier België's jonge vorsten
Aan leper brengen zij hun eerste blij bezoek
En een gevoel van trots ontvlamt in alle borsten.
De poortersweelde, roem van 't machtig voorgeslacht,
Zal nog, in hart en geest, een gloed van ijver wekken.
Een drang naar nieuwen bloei ontstaat, met nieuwe kracht
En moedig zal ons volk 't begonnen werk voltrekken.
Wie kent U, leper zonder hallen
Uw oud paleis stond eens in brand.
Een luide kreet ging op, als 't land
Die peiel uit zijn kroon zag vallen.
Wie kent U, leper, zonder hallen
Gelijk een relikwie, door d'eeuwen heen bewaard,
O keifort, gij waai in de ziel der stede roerde,
Getrouw en ongedeerd. Gij die getuige waart
Van d'ongewone kracht, die 't volk ten strijde vot rde,
Als, door geweld of list, de vrede werd gestoord.
O glanzend heiligdom van Vlaandrens groot verleden,
Sinds eeuwen stondt gij daar, ten hemel opgeschoord.
De krijg kwam over U, met al zijn aakligheden.
Een schat van schoorheid ging verloren
En d'oude stede werd vernield.
Zij bleef met hoop en moed bezield
En werd uit houwe trouw herboren.
Hij staat er weer de halletoren
Z M. Koning Leopold III
H. M. Koningin Astrid
Zijn gevel toont nu 't beeld van 't edel vorstenpaar,
Dat eens 't gemeene leed van 't volk heeft meegeleden
En dat niet wijken zou, voor aanval noch gevaar
En hier den reuzenstrijd bedaard heeft meegestreden.
Hij moest hier zijn vandaag, de diepbetreurde Vorst,
Waarvan de groote schim komt in ons midden zweven.
Hij gaf aan d'oude stad, die moedig sterven dorst,
Zijn woord haar bij te staan en haar te doen herleven.
Men hoort nu weer den beiaard zingen
Zijn klokgeklank vervult de lucht
En giet op stadswijk en gehucht
't Gerinkel van zijn zilverlingen.
Men hoort nu weer den beiaard zingen I
O leper, fiere stad, uw dag is aangebroken,
Uit puin en asch verrijst uw beeld zoo maagdlijk schoon.
Gij zijt, een tweede maal, in Vlaandrens tuin ontloken
De marteldood schonk U d'onsteifh kheid ten loon.
En wierpt gij eens uw licht in 't middeleeuwsche duister
En spraakt gij als vorstin, tot alle vreemde macht,
Nu zoekt gij, in 't verschiet, den weg naar nieuwen luister.
Men heeft U hulp beloofd. De tijd is daar... gij wacht
Hij staat er weer de halletoren,
Dit beeld uit Vlaandrens heldentijd.
Vernietigd in den wereldstrijd
En jeugdig uit zijn asch herboren,
Vol glans en eer,
Gelijk weleer.
Hij staat er weer de halletoren 1