Koloniën Een 6edenkplaat ter nagedachtenis van KOLONEL BOURS Stort 4 Frank 50 op postcheckrekening Nr 46.173 van G. Dumortier, Yper, en Het Ypersche wordt U wekelyks toegezonden van nu tot Nieuwjaar. A Wanneer men van handel spreekt, dan hoeft men ook een woord te reppen over de kolo niën, want men beeldt zich in, dat een land er moet bezitten om een bloeienden handel te hebben. Wij hebben een kolonie, 8o maal grooter dan België is or ze handel nu voorspoediger Moeten andere landen ook niet zoo spreken Tyrus en Carthago, groote handelssteden uit de oudheid, stelden in omliggende landen posten aan om handel te drijven die posten werden koloniën en later voorspoedige onaf hankelijke steden. Griekenland stichtte koloniën om zich te ontdoen van de overbevolking Italië, alhoe wel de bevolking verminderde, stichtte kolo niën, met zijn veteranen te vestigen op de gronden der ove-wonnelingen, met het doel in die streken zijn heerschappij te grondvesten. Spanjaarden en Portugetzea stichtten in de Middeleeuwen ook koloniën om zich den grootsten riikdom van dien tijd aan te schaf fen, namelijk de edele metalen. Hollanders en Eng» lschen deden insgelijks, maar 't was om hui handel uit te breiden en zich den verkoop voor te behouden van zekere waren, die in Europa zeer gezocht waren. Stilaan werd uit de opecr.hooping van een massa oepeikende reglementen het koloniaal stelsel geboren het berustte op twee mono poliën 1* Het moederland behield voor zich het uits'uitend recht de produkten der kolo niën aan te koopen om ze in Europa af te zetten Int berekende alzoo, bi; gebrek aan mededinging, zich die waren goedkoop aan te schaffen om ze duurder te verkoopen. Het behield voor zich het uitsluitend recht in zijn koloniën alleen zijn afgewerkte produkten te vei koopen om, bij gebrek aan mededinging, een hoogen prijs er voor te krijgen. Die hoop baarde ontgoochelingen de schennis der vrijheid heeft, gelijk altijd, slechts bittere vruchten afgeworpen van den eenen kant bleven de kolon 1, slachtoffers dier be perkingen, arm en keehten weinig van den anderen kant betaalden de inwoners van het moederland, zeer duur de waren hunner kolo niën, wat de vrijhandel hun goedkooper ha 1 kunnen aan de hand doen. Voegt daarbij de wreede verdrukking der Indianeu de slavernij der zwarten de ont zaelijke massa geld en bloed, prijs van hua vrijmaking in de Fransche, Engelsche en Amerikaansche koloniën de vernietiging der aloude beschaving in Peru en Mexico dj reusachtige uitgaven voor leger en vloot en eindelijk meer dan een halve eeuw barbaar sche oorlogen tusschen Europeesche Staten ter oorzake der koloniën en men zal over tuigd zijn dat de som der kwalen veruit deze der voordeelen overtreft. Zeker hebben de ontdekking van Amerika en de handel met Azië het menschdom het genot verschatt \an een groot aantal nuttige en aangename zakeH. Maar de handel had zulks ook kunnen doen, zonder zulken bloedprijs te eischen. Er is hedendaags geen enkele kolonie die aan het moederland niet meer kost dan zij op brengt. Kan men een mooier en rijker Kolonie uit denken dan Indië Een overgroot Keizerrijk, bevolkt door 3oo millioen wcikzame onder danen, houdster van de grootste beschaving ter wereld en bevattende alle mogelijke pro dukten. En nochtans, maak de rekening Een gedurig jaarlijksch te kort, gedurige onrust, bedekte naijver en de geheele buitenlandsche politiek beheeischt door dat eene belang. De keizerskroon van den koning van Enge land heeft gekost en zal nog veel miljarden aanzijn onderdanen kosten. Koloniën zijn voor de moderne staten een anachronism. Er zijn drie soorten van Koloniën De eene zijn landen, waar de uitwijkelingen van het moederland kunnen leven, werken en zich voortzetten, zooals Australië, Canada of Zuid Afrika. De tweede zijn militaire posten of bevoorradingspunten, zooals Gibraltar, Malta, Aden, Singapore en Hong- Kong. Eindelijk zijn de derde tropicale gewesten, bewoond door rassen voor dat klimaat ge schikt zooals Indië, Java, Congo. Wij zullen slechts deze laatste behandelen omdat de eerste groep zich welhaast zal vrij maken gelijk Nieuw-Engeland de Vereenigde Staten geworden zijn en Canada schier de ge heele onafh mkelijkheid bezit en omdat de tweede groep slechts machtige oorlogstuigen zijn op de oppervlakte der oceanen gezaaid om den handel te beschermen. Om koloniën te besturen hoeft er een bij zonderen geest van opeenvolging en gezag, dat men alleen kan verwachten vaneen alleen heerschende macht en niet van een parlemen tair ministerie, dat ieder oogenblik verandert en in het bestuur telkens nieuwe en zelfs tegenovergestelde lichtingen aanduidt. Een parlement dat gekozen is om 's lands zaken te regelen heefc noch de bekwaamheid noch den lust om zich met deze der kolonie bezig te houden. Zoo gebeurt hït dat in En geland, als men het budget van Indië be spreekt, er geen 5o leden der Kamers aanwe zig zijn 't is hier nog gebeurd dat er maar 6 waren voor het bu Iget van Congo. De koloniale belangen, die 's lands ziken reeds zoo delikaat nog ingewikkelder komen maken, vermeerderen nog de moeilijkheden van het parlementair regiem men kan h et in Holland als voorbeeld nemen. De blanken, die onder de tropen niet kun nen werken, leven noodzakelijk van het werk der inboorlingen dit stelsel werd vroeger als zeer natuurlijk beschouwd maar het is een verkapte slavernij of dwangarbeid. Zoo men de gelijkheid der verschillende rassen als een dogme aanziet, dan zijn ook gelijke rechten aan de inboorlingen voorbe houden. Maar hoe zal men ze toekennen en blijven gunnen zoo men de inooorlingen steecis onderworpen heeft Wanneer krijgen de in boorlingen het recht, het zelfbeschikkings rtcht Wanneer, zegt men, zij door Wester- schen omgang de Westersche beschavings hoogte bereikt hebben vertaal wanneer ze totaal uitgezogen zijn of zich door een bloe dige omwenteling vrijgevochten hebben. Het grootste onheil is, dat het bezit van koloniën, onder de volkeren, de oorzaken van konflikten vermenigvuldigt. Jacht op koloniën en landhooger zijn ook voor een groot deel schuld van den wereldoorlog zoo was het met Engeland en de V. S met Frankrijk e i Engeland Engeland en Zuid-Afrikaansche republieken Rusland en Japan Amerika en Spanje Engeland en Duitschland, enz. In den huidigen toestand der wereld, is de vrede een zoo verheven goed, dat alle kolo nies nog geen enkel jaar oorlog waard zijn. De grootste koloniale macht ter wereld heeft het noodgedwongen moeten verstaan met volledige emancipatie te verlet nen aan Canada, Aus ralië en Zuid Afrika de andere machten zullen denzelfden weg moeten op gaan. Indien een land geld te veel heeft en ni.t weet hoe het te gebruiken, dat het zijn onvruchtbare gronden koloniseere in plaats van naar den vreemde te loopen Mussolini deed het reeds met de Campagne Frankrijk kan het doen met Sologne Holland met de Venen Belg;ë met de Kempen. De landen die geen kolonies hebben, hoe ven er niet jaloersch om te zijn en deze, die er hebben kunnen zich het verlies derzelve gereed maken en dat verlies zal nog een winst blijken. Koloniën zullen dus ook geen oplossing brengen aan de krisis en onzen ha idel nieuw leven in pompen en toch moet er voor onze kwijn.. nde nij verheid nieuw afzetgebied gevon den worden. Maar kan dat n >g met den huidigen tultarievenoorlog Wij denken van ja en zullen het bewijzen in een volgend artikel. M. HETT. In de Brusselsche dagbladen van verleden week lazen wij dat, op Zondag gn September 11 in het Luxemburgsch dorpje Weicher- dange een gedenkplaat ingehuldigd werd ter nagedachtenis van kolonel Bourg, een der schoonste helienfiguren van het Belgi.ch leger. Veel oude Yperlingen, die hem destijds goed gekend hebben, herinneren zich nog van hem toen hij hier, te Yper, luitenant was bij het 3de linieregiment, net zal hen dan ook ongetwijfeld genoegen doen als wij hier, naar aanleiding van het grootsche feest, dat in zijn geboortedorp plaats had en dat met de aan wezigheid der vertegenwoordigers van het Groot Heitogelijk Hof, van de Belgische regeoring, van het Belgisch leger, van ruim honderd verschillige maatschappijen met vaan del vereerd werd, eenige bijzonderheden mededeelen over het leven van dezen roem rijken soldaat, zooals dit door den heer A. Meyer, voorzitter van het inrichlingscomiteit, in zijne inhuldigingsrede geschetst werd. Pas 17 jaar oud, nam Damien Bourg dienst als vrijwilliger bij het 1 ie linieregiment en in 1894 deed hij zijne aanvraag om de Belgische nationaliteit te vei krijgen. Het duurde niet lang eer hij tot onder luitenant bevorderd werd Tijdens den vredestijd wist hij, door de uitstekende gaven waarvan hij steeds blijk gaf, de achting en de genegenheid zijner over sten en onderhoorigen te winnen. Daar hij de duitsche taal volkomen machtig was, werd hij gedurende zeven jaar gehecht bij den dienst der pers en der boekenkennis in het ministe rie van landsverdediging. Beter dan een an der had hq een voorgevoel der gebeurtenissen van 1914 en, wanneer de oorlog uitbrak, was hij kapitein bevelhebber. Gansch in het begin der vijandelijkheden on lerscheid le hij zich reeds te Namen aan het hoofd eener com pagnie van het 28* linie. Den 23 Oogst bevond hij zich met zijn mannen op 8 km ten Noor den van Namen toen hij vernam dat de stad door den vijand reeds bezet was en dat hij weldra zou ingesloten worden. Door burgers verwittigd dat twee duitsche cfficieren zich niet ver van daar in een herberg bevinden, laat commandant Bourg 's nachts het huis door zijn mannen omsingelen, terwijl hij zelf, revolver in de hand, de herberg binnentreedt en de twee officieren gevangen neemt. De eene was von Roel, ordonnans tffifier en neef van den generaal von Gallwitz, en de andere kapitein Talbot van het groot hoofdkwartier van Namen. Den volgenden dag opent com mandant Bourg het vuur op de duitsche rui terij die, verrast, groote verliezen ondergaat. Vervolgens gaat hy zich schuilen in het bosch van Profondeville, doch voor den steeds groo ter wordende duitschen vloed vertegenwoor digt hij nog slechts een kleine minderheid die niets meer vermag. Den 25 gelukt hij, bij middel zijner twee gevangenen, te onderhan delen en btkomt alzoo een vrijgeleide voor hem en al zijne soldaten om het belgisch leger te gaan vervoegen. Den 3on is Bouig te Antwerpen. Men vindt hem vervolgens terug te Dendermonde en te Tervaete, waar hij gtk vetst wordt op het oogenblik dat hij zijn kolonel ter hulp snelt. Den '2 November wordt hij tot ridder in de Leopoldsorde bènoemd met de volgende melding Voor zijne hoedanigheden om de mannen te bezielen en zijne krachtdadige houding in verscheidene omstandigheden sedert het begin van den veldtocht Men ziet Commandant Bourg terug op de Yzer, waar hij wonderen verricht. Den 20 Juni i915, neemt hij nabij St Joris een loop gracht in. Als majoor gaat hij vervolgens naar het 19' linie over. Later neemt hij deel aan den slag van Merckem waar hij, dank zijne hardnekkigheid, aan generaal Jacquis toelaat zijne uiteengeschokte stellingen te hervormen en 700 krijgsgevangenen te m ken. Dit feit deed, na den oorlog, aan generaal Michel zeggen Men leest met fierheid, in het verhaal van den slag van Merckem, een Ier schoonste bladzijden onzer geschiedenis van den 001 log. het roemrijk deel dat het 19* er aan nam en de heldhaftige houding van het 3* bataljon, waarvan de aanvoerder, de ma joor Bourg, een held uit vroegere tijden schijnt te zijn In 19 8 onderscheidde majoor Bourg zich nog te Zarrtn en elders, ook nog te Bellem, waar hij door een granaatscherf gekwetst werd. Den 20 Juni 1921 werd hij tot kolonel bevorderd en voerde het bevel uit over het 25' linieregiment. Onder zijn talrijke vermeldingen stippen wij alleen, om te eindigen, deze aan waardoor hij de groote eer genoot door Maarschalk Foch in persoon tot Officier in het Eere legioen benoemd te worden Uitmuntend hooger officier, bezield met een onver- saagde dapperheid en een nooit in gebreke blij venden moed, heeft, den 17 Apiil 19:8, toen hij in de voorposten het bevel voerde over een bataljon, door zijn verstandige "leiding, zijn taaie vastberadenheid, zijn misprijzen van de dood, onder de troepen de kalmte, de stoutmoedigheid en een on- wrikbare geestdrift weten te behouden die de verwoede aanvallen van een vijand, veel sterker in getal, hebben verijdeld

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 4