Het Geheimzinnige
Document
27-10-1934 Het Ypersche- 2e Bijvoegsel - La JRégion d'Ypres N° 30
Faire nettoyer ou teindre ses
vêtements chez 11
Kleederen door
c'est levfr donner une nouvelle
jeunesse.
G'^gage Américain
di Cols el Manchelles
in 't nieuw gekuischtof geverfd
zijn wederom zooals nieuw.
Schoons StrijkwascH
Kilowasch
Succursale L. KNOCKAERT - J00S Bijhuis
,f Rue de Dixmude Diksmudestraat,
YPRES,
Tel.
Y P E R
Ten bureele dezer kan men de voor
gaande nummers van het mengelwerk
bekomen.
B—I II II 'Mj.
Mengelwerk van Het Ypersche NT 17
door CHRISTIAN HAUGEN
Vertaald door P. J. AER5SENS
VERBODEN NADRUK
(Vervolg)
Miss Franklin gaf hem een vrij nauwkeurig
signalement. Zij beschreef den uitvinder
Robert Fulton als een slank man, met 'n koper
bruin gelaat, zwarten baard en een grooten hoor
nen bril. Vooral had Miss Franklin zijn slenke,
welverzorgde handen bewonderd, toen hij zijn
naam in het register schreef.
Hij schijnt ook nog veel aan sport en jagen
te doen besloot zij. Hij droeg een weitasch en
een geweer bij zich
Dus is de onbekende de gevaarlijke schut
ter, met een aan zekerheid grenzende waar
schijnlijkheid dezelfde als Fulton, de man die
de bankbiljetten gestolen heeft, dacht Algy.
Maar wie, voor den drommel, kei die zooge
naamde Fulton dan toch wel zijn, dit enkele uren
na hem hier reeds aangekomen v -•>, nadat hij
hem eerst vanuit Londen opgebelc had?
Zoo eindigde de tweede dag van zijn vacantie.
Het zag er niet naar uit. als zou Algy de zoo
zeer verlangde rust vinden.
Met de eerste pest ontving hij den volgenden
ochtend Cynthia's Drief. Maar hij was niet zoo,
als Algy hem verwacht had.
XXII.
Een Telefoonoproep uit Londen
En toch was deze brief lang en rijk aan in
houd. Het meest verheugde Algy zich over
den aanhef en het onderschrift. Want zij
schreef
Lieve M. Rodney,
Uit uw laatste telegram concludeer ik, dat
de bankbiljetten affaire in geenerlei verband
staat tot het document en ons dus niet op het
spoor van het bewuste boek had kunnen bren
gen. Dat is zeer te betreuren en het spijt me
voor u, dat u blijkbaar in een tweede avontuur
betrokken bent geworden.
Mijn vader en ik verbaasden er ons niet wei
nig over, toen Stenton, zooals ik u reeds be
richtte, order gaf de beide Hunters terug te
roepen daar uwe achtervolging gestaakt werd.
Ik luisterde alle telefoongesprekken van Sten-
ton af en hoorde toen, dat hij tot een van zijn
meest vertrouwde handlangers zeiHij had
ook zonder u het Negentien-zeven-twintig
geheim ontdekt. Hij sprak verder nog over
een afschrift, dat een kamerdienaar van Lord
Denholm indertijd van het origineel zou ge
nomen hebben, welk afschrift in handen van
een zijner spionnen was gekomen, ergens in
Argentinië. Die bediende zou nog niet lang ge
leden gestorven zijn en het afschrift bevond
zich onder de nagelaten papieren.
U zoudt dus eindelijk vrij geweest zijn en
behoefde niet meer in die eeuwige angst en
spanning te leven, als niet, zooals een telegram
helaas meldt, een nieuw# minstens even groot
gevaar u bedreigde. Ik begrijp niet, wat het
zijn kan. Die geheimzinnige man, die u van
Londen uit opbelde, moet met het bankbil-
jettengevaarin verband staan. Zekerheids
halve had ik zelfs tegen mijn vader niet gezegd,
waar u heen waart. Zoudt u dus veronderstellen
dat hij 't geweest was, dan is dat een ver
gissing.
In ieder geval heeft het voor u nu geen zin
meer, de relatie met ons nog langer te hand
haven. Het zou u slechts nadeel kunnen berok
kenen, als Stenton zulks ontdekte. U zoudt
hem daardoor opnieuw tot uw vijand maken.
En daarvoor juist wensch ik u uitdrukkeliik
te waarschuwen. Mengt u zich nimmer in zijn
aangelegenheden, dan hebt u in de naast toe
komst van zijn kant niets te vreezen. Zooals
hij ons nog zeide, had hij 't plan u van t leven
te berooven, voorloopig opgegeven. Hij zeide
echter niet waarom.
Het nieuwe, denkelijk nog boosaardiger avon
tuur zal u overigens genoeg te doen geven. En
van den anderen kant ben ik 't met papa eens,
dat hoe moeilijk ons zulks ook vallen zal
het wel 't verstandigste zal zijn een anderen
bondgenoot in onze aangelegenheid te zoeken,
iemand, dien Stenton niet kent.
Met de beste wenschen voor u blijf ik, uwe
zeer. toegenegen CYNTHIA.
De koele, zakelijke toon, van dezen brief be
viel Algy maar half. Hij vermoedde, dat zij
echter toch wel een antwoord zou verwachten
en daaromtrent bij Mrs. Jones zou informeeren:
En meer dan ooit voelde hij op dit oogenblik,
dat de lieve Cynthia met haar bekoorlijk
lachje hem meer waard was dan de geheele we
reld zonder haar. Hij zond haar direct een tele
gram van den volgenden inhoud.
Liefste Cynthia,
Ik verzoek u dringend, steeds ten volle over
mij te willen beschikken en wensch niets vuri
ger, dan u te mogen bijstaan tegen den man,
dien ik ook in de toekomst als mijn vijand zal
beschouwen. UWE ALGY.
Aan het ontbijt nam hij geen oogenblik deel
aan de conversatie, hoewel allen vol waren
van het laatste nieuwtje, en wel over het feit,
dat den vorigen avond twee gevangenen uit de
Dartmoorgevangenis ontsnapt waren, na hun
bewakers overrompeld te hebben. Het liet hem
volkomen koud. Zijn gedachten hielden zich
uitsluitend bezig met Cynthia en z'n eigen avon
tuur.
Omtrent den laatsten moordaanslag had hij
haar nog niets meegedeeld, wijl hij haar niet
lastig wilde vallen met aangelegenheden die
enkel hem zelf raakten. En eerst wilde hij nu
afwachten, of zij hem ook voor de toekomst als
strijdmakker wilde accepteeren.
Algy was intusschen vrij kalm en rustig ge
worden. Zijn zenuwen sidderden niet meer van
angst en spanning, hoewel nog steeds het gevaar
dreigde en de dood onafgebroken op hem loerde.
Een mensch beschikt toch inderdaad over een
wonderlijk aanpassingsvermogen; hij went aan
alles, zelfs aan voortdurend levensgevaar. Algy
was 'n man geworden, koelbloedig en onver
schrokken. En moest hij dan toch sterven, dan
was z'n eenige wensch, de geliefde Cynthia met
z'n leven te redden. Bovendien, welk nut had
het... bang te zijn. Zoover had hij z'n nieuwe
levensphilosophie opgebouwd, toen hij van tafel
geroepen werd. Hij werd opgebeld.
'n Heer wenscht u te spreken
Iemand uit Londenzei Miss Franklin.
En dezen keer bleef de man aan het toestel.
Is M. Algy Rodney daar?vroeg een hem
totaal onbekende stem.
Ja antwoordde Algy.
Wat ben ik blij te hooren, dat u nog in
leven bentging de andere verder. Doch de
toon waarop hij deze woorden sprak getuigden
van het tegendeel. Zij klonken koel, haast on
verschillig. Wees voorzichtig en let op wat u
zegt. Als iemand u afluistert, kon 't wel eens
gevaarlijk worden. Kijk eerst liever eens goed
rond of u geen verdacht persoon ziet, ook in de
gang en stuurt Miss Franklin weg, als zij in
't kantoortje mocht zijn
XXIII
De Motorboot
De man bleek nauwkeurig van de indeeling
van 't hotel op de hoogte te zijn.
Maar alle donders, wie bent u dan toch
riep Algy.
Is alles veilig vroeg de ander, zonder op
Algy's vraag 'n antwoord te geven. Algy legde
den hoorn neer en stapte naar de deur. Op het
zelfde oogenblik werd deze geopend door den
handelsreiziger Simpson. -Hij lachte uiterst
beleefd en vriendelijk en verklaarde met veel
omhaal van woorden, dat hij eigenlijk gekomen
was om miss Franklin te spreken, maar dat zij
helaas, zooals hij zag, niet hier was. Mr. Rodney
zou hem zeker niet kwalijk nemen, dat hij zoo
onverhoeds binnen was gekomen en of Mr. Rod
ney misschien ook wist, waar miss Franklin op
't oogenblik wel was.
Ik denk in den salon antwoordde Algy en
als Simpson nog heelemaal geen aanstalten
maakte om te gaan, voegde hij er beleefd, doch
op beslisten toon aan toe: Zooals u ziet, ben
ik aan 't telefoneeren en ik zou liever niet
gestoord willen worden
Simpson maakte 'n breed gebaar.
Spreekt van zelf, natuurlijk! Ja, natuurlijk!
Ik vraag u duizend maal om excuus
En onder herhaalde buigingen trok hij zich
terug, als had hij een flinke order ontvangen.
Algy was den laatsten tijd wantrouwend
geworden en ging hem na, de gang in. En inder
daad, Simpson was vlak bij de deur blijven
staan, schijnbaar om z'n sigaar aan te steken.
Toen hij echter Algy achter zich zag, ging hij
en spoedde hij zich naar den salon. Rodney sloot
de kantoordeur, af. Hij had het onaangename
gevoel dat Simpson misschien toch nog terug
zou komen om hem af te luisteren en dat deze
schijnbaar onschuldige handelsreiziger toch nog
wel een van zijn vijanden kon zijn.
Toen zette hij het gesprek met den onbekende
voort.
Zoo, nu ben ik alleenzeide hij. Ik heb
de deur gesloten
Ik hoorde u met iemand spreken. Wie was
dat vroeg de ander.
«'n Zekere Simpson, 'n handelsreiziger. Iemand
die hier z'n vacantie doorbrengt
Zoo. Dat is een spion verklaarde de andere
stem met groote beslistheid. U moogt wel op
passen
Maar u wie bent u dan toch herhaalde
Algy ten hoogste verbaasd.
Ik ben de particuliere detective Merdow yr,
antwoordde de koele, nuchtere stem. Ik wilde
u gaarne even spreken inzake de Dobrowitz-
kwestie, waarvan u op de hoogte bent
«Inzake wat? De Dobrowitz-kwestie Daar
heb ik nog nooit van m'n leven van gehoord
Eindelijk scheen de man in Londen 'n weinig
uit z'n evenwicht te raken. Eenigszins onthutst
vroeg hij
Wat zegt u Maar u bent 't toch. die momen
teel de vier bankbiljetten in handen hebt
Algy was vast besloten, zich niet meer druk
te maken, wanneer ergens weer een nieuw
raadsel voor hem zou opduiken, nog minder, er
over na te denken. Nu bleek echter, dat de bank
biljetten-affaire inderdaad''n op zich zelf staan
de kwestie was, geheel los van het geval Sten
ton. Het verwonderde hem wel eenigszins dat
hij nu plotseling opgebeld werd door 'n detec
tive, die nog wel veronderstelde, dat hij midden
in 'n zekere aangelegenheid stond, waarvan hij
echter in waarheid nog nooit gehoord had, Hij
bleef volkomen kalm.
('t Vervolgt).
Lessive JEANNE D'ARC