I
Alleen
in de Wereld
Wilt U een FORTUIN winnen
Wilt U ^ans wa^en kinnen 2 GERMAIN LAROYE
Kosmos - Toerisme
8-12-1934 Met Ypersche- 2e Bijvoegsel - -La Heg ion d'Ypr es Nr 36
WINTERREIZEN
"m maand 50.000 Fr.
te winnen laomgaardstraat, Nr 21, YPER.
Faire nettoyer ou teindre ses
vêtements chez
Kleederen door
c'est leu»r donner une nouvelle
jeunesse.
Gftapage Américain
da Cols et Manchetles
in 't nieuw gekuischtof geverfd
zijn wederom zooals nieuw.
Schoone Strijkwascti
Kilowasch
Succursale L. KNOCKAERT - JOOS Bühuis
Rue de Dixmude Diksmudestraat,
Y P R E S.
Tel.
Mengelwerk van Het Ypersche - Nr 1
door Dr August SNIEDERS.
Op Kerstdag te Parijs
KOSMOS - TOERISME
Groote Markt, 26, leper - Tel. 515.
NICE Carnavalfeesten, 12 daagsche reis.
Afreizen op 19-26 2, 7- 26/3, 16/4. PRIJS:
i575 fr.
LEIPZIG - BERLIJN Handelsfoor, 11
daagsche reis. Afreis 28/2. PRIJS: 1460 fr.
KEULEN Carnavalfeesten, 3 daagsche reis.
AMSTERDAM Footballmatch Holland-
België, 2 daagsche reis. Afreis 3o/3.
PRIJS 325 fr.
KOSMOS TOERISME
Groote Markt, 26, It per - Tel. 515.
Zonder verhooging van prijzen en zonder vermindering van punten (bons).
YPER
L
Voor den Poppenwinkel.
't Is nog in den aanvang der maand Mei.
Buiten Antwerpen is het reeds lente, want alle
boomen zijn «omdonst» door een licht teêr groen,
eenige stijfkoppen zooals de eik en de beuk uit
gezonderd, die nog schijnen te mokken tegen het
zonneke, en nog een tijdje willen voortslapen.
Aan de takjes der abrikozen- en perzikboomen
tintelen rozenroode stippels, en de peren- en
kersenboomen zijn door wit gebloemte om-
sneeuwd, doch 't is geen koud, ijzig en onvrucht
baar gebloemte gelijk dat van den winter.
In de stad ziet men echter niets van alle die
kleine wonderen.
Het zonneke is wel is waar warmer dan voor
eenige weken, doch nog niet zóó warm dat men
den dikken overjas uitlaat's avonds en 's mor
gens waait er nog een scherp-koude wind door
de straten, en deze doet ons de uitgespreide hand
beschermend op de borst leggen, het hoofd buk
ken, de wenkbrauwen fronsen, alsof we gelijk
een stier storm moesten loopen, wanneer we den
hoek van een straat omkeeren.
Brrr 't is nog geen zomer.
Als het avond wordt en er buiten niets meer
te zien is dan donkere schaduwen, eene halve of
heele maan, en zoo wat vermorzeld kristal, dat
tegen den blauwen hemel gestrooid is, ontstaat
er eene soort van kunstmatigen zomer in de stad.
Dan pinken er honderd, duizend lichten op de
leien en singels, in de straten en op de pleinen,
en 't is of in ieder huis, beneden, de bewoner een
straal van de zon heeft weten achter te houden,
om er 's avonds meê te pronken en van den nacht
dag te maken.
Achter de groote glasramen der winkels lig
gen de prachtigste voorwerpen die men beden
ken kan, ten toon gespreidin den helderen
glans der gaz-zon schitteren duizenden kleuren,
blinken gouden, zilveren en vergulde snuiste
rijen, verspreiden de geweven stoffen hare don
kere glansen, die in de kronkels, in breede en
diepe schaduwen, verloren gaan en alle die
schoonheden worden nog door de weêrkaatsing
van het spiegelglas vergroot en vermeerderd.
Eene stad moet bij avond gezien worden
dan krijgt al wat niet bijzonder frisch meer is,
door de schemering of het tooverende licht, een
beter aanzien dan, in den glans van dat licht,
blikkert het kristal als diamant en werpt vuren
uit, die zelfs de aandacht van den besten kenner
in diamantvuur, een oogenblik tot zich trekken.
's Avonds sleept de schittering ons meê, en
als men niet te veel haast heeft, gaat men wat
langzamer dan gewoonlijk over het gaanpad
ziet men al slenterend naar de uitgestalde pracht,
en houdt zelfs wel eens eenige oogenblikken bij
dit of dat voorwerp stil.
Wat eindelooze wereldtentoonstelling en hoe
veel verscheidenheid zien wij bij eiken stap
Op den winkel met de blinkendste stoffen,
bloemen en pluimen voor onze vrouwen, volgt
onze donkere en kleurlooze lakenwinkel een
wezenlijk rouwhuis naast, den prachtigen pop
penwinkel, het paradijs der kinderen, vertoonen
zich onze moorddadige geweren, dolken, messen
en kneukelijzers die wapens tegen zekere be
schaafde heeren verder verschijnt de proza
ïsche porselein- en glazenwinkel naast het spie-
gel- en luchtermagazijn in het groot, gelijk de
juweelerij, verder de straat in, flikkert en tintelt
in het klein.
Dit doet aan de glinstering van den waterplas
denken, vergeleken bij die van de ster, die boven
ons in het blauwe uitspansel glimt, gelijk het ju
weel hier op het blauw fluweel der doozen.
Naar dat alles ziet de man niet die over het
gaanpad treedt, en dien wij nu eens tusschen de
donkere menigte zien verdwijnen, om verder
weêr een oogenblik te verschijnen.
Als de man in het licht treedt, bemerken wij
dat hij oud is, ten minste de haren die onder den
hoedrand een lage vilten hoed met breede ran
den uit komen, en in tamelijk lange krullen
op den kraag van den mantel vallen, zijn reeds
grauw-wit.
Een mantel Ja, hij draagt een mantel, dien
niemand in onzen tijd nog draagt", en die onder
de kin met een stalen gesp of haak is vastge
maakt.
Wat 't aangezicht betreft, dit is zeer kenmer
kend de oogen bewegen zich zelden en worden
door lange en dikke wenkbrauwen beschaduwd
dat is het woord, want die wenkbrauwen ste
ken inderdaad als luifels vooruit.
De wangen zijn eenigszins ingevallen, dus hoe
kig, en wat het meeste tot de stuursche, harde,
met een woord onvriendelijke uitdrukking van
het gelaat bijdraagt, is, dat het beneden gedeelte
der kin tamelijk scherp vooruit komt.
Die laatste bijzonderheid en het donkere oog,
doen bij den eersten oogslag aan den grimmigen
spitshond denken, die u bijten wil.
De man houdt zich, zegden wij, niet bezig met
wat rondom hem gebeurt, hij ziet recht voor zich
uit en wil blijkbaar naar huis.
Misschien is de uitdrukking van zijn gelaat zoo
barsch, zoo onwillig, zoo onhebbelijk, omdat hij
zooveel zig-zags over het gaanpad moet beschrij
ven, ter oorzake van het groot getal wandelaars.
Wij moeten echter opmerken, dat, als hij in
een gedeelte der straat gekomen is waar het min
der druk wordt, zijn gelaat zich daarom niet op
heldert die norsche uitdrukking moet hem dus
eigen Zijn, moet in zijn wezen vergroeid en de
weerspiegeling van zijn gemoed zijn.
N' avend, Mijnheer Golden zegt een klein
meisje, met een blauwe kartonnen doos deels
onder het manteltje verborgen, en op het oogen
blik dat het de winkelkas verlaat, waar een aan
tal poppen frisch, blozend en blijkbaar erg met
zich zeiven ingenomen, zijn ten toon gesteld.
De oude man ziet nu ter zijde, doch schijnt
niet vriendelijker gestemd want het komt ons
voor dat zijn lange wenkbrauwen nog meer ge-
fronsd worden. Hij knikt echter en wil zijnen
weg voortzetten doch neen hij blijft staan en
zegt
Kent gij mij
Het kind, een schoon kind, met lange raven
zwarte haren en flink open oog, staart den ouden
man vrijmoedig en vriendelijk aan, en knikt her
haalde malen.
En wie zijt gij dan vraagt hij.
Ik ben Claudine Daliski, die juist tegenover
u woont.
De oude man schudt het hoofd, als wil hij zeg
gen onbekend zich plotseling bezinnende,
vraagt hij nog
Zijt gij het dochterke van den poolschen
taalmeester
Het kind knikt andermaal.
En wat doet gij hier zoo laat
Ik zag naar die schoone poppen, en ik dacht
toen ik u zag...
Ja, wat dacht gij zoo al
Dat als ik Mijnheer Golden was, die men zegt
zoo rijk te zijn, en gij de kleine Claudine, die
niets heeft, ik u eene schoone pop kocht.
De stuursche man ziet het kind scherp, haast
Afreis op 23 December, 3 daagsche reis in
salon autocar voorzien van verwarmingstoe
stel. PRIJS 395 fr. vervoer, hotel, drank
en avondrit te Parijs inbegrepen.
Vraagt inlichtingen en programma bij
Men kan zich van nu af reeds laten inschrij
ven voor onze
in salon - autocar naar
PARIJS Groote Paardenwedstrijden te
Vincennes, 2 daagsche reis. Afreis op 26/1.
PRIJS 220 fr.
Afreis 3/3. PRIJS 375 fr.
In al de hierboven ver melde prijzen is be
grepen vervoer, hotelkosten en drank.
Het volledig reiskalender Kosmos reizen
in autocar in 1935 wordt op aanvraag opge
stuurd.
boos aan. Zooveel vrijmoedigheid, zooveel stout
heid, zooveel onbeschaamde indringing...
Neen, aan die leelijke dingen denkt hij niet,
omdat zij bij niemand die het schoone kind zag,
zouden opgekomen zijn de man vindt integen
deel het denkbeeld zeer aardig maar hij is boos
jegens zichzelven en begrijpt niet hoe hij een
halve seconde naar het gesnater van dat vreemde
kind luistert.
Mijnheer Golden is niet rijk,zegt hij met
nadruk, en gij schijnt mij toe een stout ding te
zijndoch dit laatste gezegde is niet gemeend.
SPECIALE PRIJZEN VOOR VOORT VERKOOPERS.