FOOTBALL 15e Jaar, N° 37 - 15 December - 1934 - 15e Année, N° 37 - 15 Décembre Ran onze Rbonnenten nos Rbonnés C. S. Yper - IIIc Sp. - W. S. Lauwe C. S. Yper - II F. C. Roeselaere Agendas de Bureau et de Peche VERTROUWEN Weekblad - - bet Arrondissement Yp< Journal hebdomadaire de I'Arrondissement d'Ypres Onze abonnenten die bij vergetelheid geen kwijtschrift voor de hernieuwing van hun abonnement werden aangebo den, of het aangeboden werden tijdens hunne afwezigheid, en wenschen voorts HET YPERSGHE regelmatig te ontvan gen, worden verzocht een kwijtschrift AAN TE VRAGEN OP HUN POST KANTOOR of de som van 18 frank te storten op postcheckrekening 46.173 (C. Dumortier, Yper.) Les abonnés auxquels, par oubli, il n'aurait pas été présenté de quittance pour le renouvellement de leur abonne ment ou qui étaient absents au moment de cette presentation et désirent conti- nuer recevoir régulièrement LA REGION D'YPRES sont priés de RÉCLAMER UNE QUITTANCE au BUREAU des POSTES QUI LES DES SERT ou de verser la somme de 18 fr. au compte chèques postaux N° 46.173 (C. Dumortier, Ypres). Zondag 16 December 1934 pour 1935' en vente 34, rue au Beurre, 34 i i LI ÏPERSCHE der C»i«K Beheer, Opstel en Aankondigingen: 34, Boterstraat, 34, YPER. Abonnement: 18 fr. 00 per jaar Buitenland: 32 fr. Men kan inschrijven in alle Belgische postkantoren Tel. 500 35 ct. het nummer Naamlooze artikels geweigerd LA REGION D'VPRES nrgaiM de ('Association des Sinistréat des Clubs Yprois, etc. Rédaction, Administration et Publicité34, rue au Beurre, Ypres. Abonnement18 fr. 00 par an Etranger32 fr. On peut s'abonner dans tous les bureaux de poste Beiges 35 ct. Ie numéro Tél. 500 Les articles non signés sont refuses Om 10 uur Om 2 uur Ingangsprijs Match van tweede afd. 3 fr. andere match i fr. 5o. eenkomst in de plaats moet komen van een dwaas egoisme en dat zoo techniekers in de Re geering zich inspannen om het stoffelijk wel zijn van het land te bewerken, zij die krachts inspanning moeten steunen met in hen, bij hen, rond hen de geestelijke en zedelijke krachten te herstellen. Zoo zal, zonder horten en stooten, zondei bloedvergieten een omwenteling ontstaan die den staat zal hervormen en brengen tot wat hij zijn moet, den vrede zal verzekeren, gelijk voor iedereen in de orde, die door allen gewenscht wordt. Dat het woord van Koning Albert, komend? van de andere zijde van 't graf, waarheid moge worden. HETT. In vorige artikelen hadden we het over bezui nigen en ontlasten, alsmede over werkdadige vaderlandsliefde als middelen om het land in nood bij te springen. Maar dat al zal weinig baten zoo er in de maatschappij, zoowel de Staat als ieder van ons niet een totale omkeering ge- beure, een omwenteling welke de huidige om standigheden zoo gebiedend vragen. Enkele dagen vóór zijn rampspoedige dood las wijlen Z. M. Koning Albert I een boek La revolution nécessairede onontbeerlijke om wenteling. Na een korte overweging nam Hij een potlood en schreef op 't dekblad onder den titel, deze treffende woorden d'abord morale et spirituelle eerst zeden- en geestesomwente- ling. En dat is waar. Ouden van dagen spreken met treurnis van den goeden ouden tijd toen Regeering, parle ment en maatschappij in rechte schoenen liepen. De oorlog is gekomen en sedertdien staat alles op zijn kop. De crisis wav er noodig om een we dergeboorte mogelijk te maken. Kan men zich eenigszins indenken wat de we reld wezen zou indien de begeerlijkheid, het winstbejag, de woekerploerterij, voortdurend opgehitst gedurende de jaren 1927 en 1928, nooit een tegenrem hadden uitgevonden Waar zou die drang naar avonturen, die iedereen aan gegrepen had, zelfs de regeering, het land ge bracht hebben Daar moest noodzakelijkerwijze een nivelee- ren komen aan dien opgeschroefden toestand, een strenge terugroeping tot maatschappelijke orde. Het was de crisis, die, wat ook haar pijn lijke gevolgen mogen zijn, het snijmes in de wonde bracht, de etterbuil deed barsten en de wereld, meegesleurd in een universeelen roes van ongetoomden drift en wellust, de harde wet waaraan zij dacht zich te kunnen onttrekken weer onder de oogen brachtIn het zweet uws aanschijns zult gij uw brood eten Men won geld met hoopen en men verbraste het even gemakkelijk want dezelfde wind die tot spekulatiewoede opdreef, wakkerde ook de dolzinnigste uitgaven aan. Vandaar het overboord werpen van alle begrip van spaarzaamheid en wijze bezadiging, met als natuurlijk gevolg een beschamende verlaging der openbare zedelijkheid en een verbijsterende stijging der misdaden.. De crisis sloeg hier ook met den ruwen borstel. Het was maar in de Babylonische gevangen schap dat de Joden dachten aan hun voorbije ge luk. Het is ook maar in tijd van crisis en onrust dat men bezuinigt en terugdenkt aan de gouden vooroorlogsche jaren. Men heeft geen vertrouwen meer in niets, 'noch in zich zelf noch in de Regeering, noch in de omstandigheid. Men ziet niets dan onweers wolken die zich boven het hoofd samenpakken, men loopt huiverend gebukt onder het dreigend zwaard van Damoclès, men ziet de toekomst angstvallig te gemoet, men voelt den ondergang van 't land nabij, men is schier de wanhoop ten prooi. Men is van het eene uiterste in het andere ge vallen. En toch, spijts alles moet er vertrouwen zijn, willen wij ons zelf redden. Hoe zwaar ook zegde minister Theunis, de economische en financieële toestand van het land moge zijn, heeft de Regeering de stellige overtuiging dat hij kan verholpen worden door snelle en krachtdadige maatregelen. Wij vragen u het vertrouwen voor onze doenwijze. En ons dunkens is een dier krachtdadige maat regelen, naar het woord van Koning Albert I, wel de dringende omwenteling in de regeerings- methoden, de Parlementsgewoontén en de hui dige levensopvattingen van al de rangen der maatschappij. De Ministers moeten de verantwoordelijke lei ders van 's lands zaken zijn, door den Koning alleen volgens de Grondwet benoemd en met zijn vertrouwen alleen bekleed om het land te regeeren en niet om door groepen of partijen geregeerd te worden. Zij moeten het nationaal fortuin beheeren gelijk een vader des huisgezins met verstand, doorzicht en geweten. Zoo nu de Eerste Minister spreekt van zware economische en financieële crisis en niet van een tragischen toestand, dan is het normaal dat hij beroep heeft gedaan op bevoegde mannen op financieël gebied. En zoo die bevoegde mannen zeggen overtuigd te zijn dat de toestand kan ver holpen zijn, dan moet men vertrouwen hekjben. Wachten en hopen en daarom van meet af geen steenen gooien tusschen de beenen of hun begonnen werk afbreken. Omwenteling ook in de parlementsgewoon- ten. Daar ook zou men voor het gemeenschap pelijk gevaar een gemeenschappelijke krachtsin spanning van bevoegde mannen mogen verwach ten om de taak der Regeering te vergemakke lijken, in plaats van zich over te leveren aan dit droevig politiek gekonkel, kiesdraverij en het voetjes zetten wat geenszins met de huidige omstandigheden overeenkomt. Het meerendeel of liever het gezonde deel der bevolking, alhoewel aanklever van het parle- mentstelsel, wenscht geenszins dat zijn afgevaar digden hun tijd doorbrengen en ons geld ver spelen met ministeries omver te kegelen of ze aan een futteloos en herhaald kruisvuur te on derwerpen. Dat poesjesnellenspel is niet naar den zin van den Belgischen lastenbetaler. Hij is dat spelletje moe tot walgens toe en ziet nog liever die hansworsten thuis dan in de Wetstraat. Daar ook is een volslagen omwenteling noo dig. Men is gekozen om de belangen van het land te dienen en anders niet. Persoonlijke en partijbelangen hoeve men thuis te laten. Kamer en Senaat moeten de eersten zijn om vertrouwen te toonen ten aanzien van het land. Want de toe schouwers die de troebelwatervisschers aanhoo- ren, eindigen zelf met te wankelen en slepen op hun beurt anderen mede op het oogenblik dat iedereen zijn koelbloedigheid moet bewaren, wachten en hopen. Hebben we geluisterd naar die onruststokers, naar die afbrekers van 's lands vertrouwen toen ons lot verbonden was met 's lands onafhanke lijkheid gedurende den nog hachelijker toestand van België binst den oorlog Neen, niet waar. Wij hebben volgehouden met die eensgezinde hardkoppigheid,welke de bewondering afdwong van alle landen, die den overweldiger beschaam de en wel een der treffendste oorzaken der over winning waren. De Regeering naar den zin van het Staats hoofd, het Parlement naar den geest van onze vaderen van 1830 en wij, de maatschappij, laten wij de mannen werken die de verheven maar zware taak op zich genomen hebben een ekono- mischen en financieëlen ontredderden toestand in 't klare te trekken. En hebben we geestes- en hartesgaven te besteden, besteden we ze aan 't land. Laat het ons zeggen, schrijven, laat het ons doen verstaan aan rijken en aan armen, aan burger en aan werkman dat broederlijke over- (Zie vervolg onderaan eerste kolom). M, Vi

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 1