Een Bezoek Nieuwpoort VREDE (vervolg) De groep gek'ekt op de stoep van het Stadhuis De vriendelijke uV^Sodiging der Handelska mer van Nieuwpoort. jeantwoordende, zijn een twintigtal overtuigde leden der Handelskamer van Yper, onder geleide van hun werkzamen voorzitter. Heer Hector Vermeulen, Zondag laatst de haven van Nieuwpoort gaan bezoeken. De Ypersche afvaardiging was vergezeld van den Heer Vanderghote, burgemeester, die alzco eens te meer een bewijs heeft gegeven van al het belang dat hij in de kwestie der verbetering onzer waterverbindingen stelt, en van den Heer advokaat Eutaye, voorzitter van de Federatie der Geteisterden van het Arrondissement Yper, die geen gelegenheid laat voorbijgaan om de werking zaal van het stadhuis ontvangen en verwelkomd door den Heer notaris Deeren, burgemeester van Nieuwpoort, en door den Heer Steyaert, schepen van stad en Voorzitter der Handels- en Nijver heidskamer van Nieuwpoort en Kanton, omringd door al de bestuursleden, secretaris en verschil- lige leden dier bloeiende Handelskamer. De Hee- ren Somerling, ingenieur, en Demeyer, conduc teur van Bruggen en Wegen te Nieuwpoort, had den de voorkomendheid deze ontvangst bij te wonen en waren nadien, bij het bezoek der ha veninrichtingen, zoo vriendelijk aan ce weet gierige Yperlingen alle gewenschte inlichtingen te verschaffen. onzer Handelskamer te steunen. De Hr Lommez, bestendig afgevaardigde, door een belangrijke vergadering van den Bond der Kroostrijke Ge zinnen weerhouden, had zich laten verontschul digen. De reis geschiedde in autocar en verliep in de beste voorwaarden, zonder regen noch groote koude, wat voor het inrichten van een uitstapje op dit tijdstip van het jaar zeker reeds van een niet te versmaden belang is. Bij hunne aankomst, om 2 u. namiddag, wer den de Yperlingen dadelijk in de gemeenteraads- kenbond en begrijpt dat van daar de redding moet komen. Zij wantrouwt al die afzonderlijke overeenkomsten, die maar een zoeken zijn om el kaar in macht en invloed te overtroevenzij wantrouwt die moeizaam opgetrokken contrac ten en pacten die ten slotte maar «vodjes papier» zijn. De wereld wil vrede; de volkeren willen vrede; het zijn maar profiteerders en oorlogsschuimers die op oorlog aanstuwen. En daarom wenscht de wereld een Volkenbond waarvan alle landen, willens nillens, moeten deelmaken. Een Staat, die zich afzijdig houdt van een vredesinstelling, die er geen lid van wil zijn, getuigt van kwade trouw en boos opzetzulke Staat verbergt iets achter de schermen en vroeg of laat komt de aap uit de mouw zulke Staat wil niet gebonden zijn en de handen vrij hebben. Zoo trokken Japan en Duitschland eruitmen weet genoeg waarom. Ehwel, zulke Staten en ook deze die meineedig een anderen, om welke reden het zij, aanvallen, moesten door al de overige Staten geboycotteerd worden, dat is, economisch afgezonderd, voor geen cent handel drijven met die Staten, ze de duimschroeven aandoen. Dat ware een eerste middel. Een tweede middel ware een internationale krijgsmacht in de handen van den Volkenbond om den meineedigen en overmoedigen ruststcor- der tot de orde te brengen. Dat kon men wel doen ten tijde van den Boksersopstand in China; dat zal nu in 't klein gebeuren in 't Saargebied. Derde middel. Een internationaal Gerechtshof, dat van den Haag kan er voor dienen, om leven en goederen te verbeuren van al de aanhitsers tot oorlog. De Volkenbond zoo opgevat, met zulk gezag bekleed, met zulken durvenden wil bezield is de wensch en het droombeeld der angstige volke ren. Dan alleen kan de vrede bestendigd worden; want de vrees bij den aanvaller wordt het begin der wijsheid. Zonder meer belang te hechten dan het be hoort aan de laatste uitslagen te Geneve, is het toegelaten te hopen dat de weg tot den vrede openstaat en ons brengen zal tot een economische heropleving, die het einde der crisis inluidt. Moge de vredevorst met Kerstdag de verant woordelijke gezagvoerders met goeden wil be zielen om hetgeen dat tot hiertoe onmogelijk scheen, mogetijk te maken. M. HETT. Na de gebruikelijke voorstellingen en bij de eerste toenadering der Nieuwpoortenaren en Yperlingen, alhoewel velen van hen een oogen- blik te voren malkander nog totaal onbekend en vreemd waren, heerschte seffens de beste gemoedsstemming en waren alle vroegere voor- cordeelen in een oogenblik verdwenen. Het aller vriendelijkst en zoo gulhartig onthaal dat de Yperlingen daar te beurt viel, de plechtige ont vangst op het mooie stadhuis droegen daartoe niet weinig bij, doch vooral de hartelijke en wel gemeende welkomwoorden van den heer Steyaert mieken den allerbesten indruk. Dadelijk gevoel de men dat alle*, die daar aanwezig waren, met dezelfde lofwaardige gevoelens bezield waren en niets beters wenschten dan samen, hand in hand, alles te doen wat mogelijk is om beider betrach tingen die zoo nauw aaneen verbonden zijn, voor Nieuwpoort de uitbreiding en verbetering der haven en voor Yper het herstel der vaart Yper-Komen, te helpen verwezenlijken. Wij zijn verheugd hier die schoone rede van den Heer Steyaert te mogen laten volgen. Waarde Heeren, tik ben zeer vereerd, in naam der Handelskamer van Nieuport en kanton, U hier te mogen verwelkomen en mijn dank uit te drukken omdat gij zoo talrijk aan onze uitnoodiging hebt beantwoord. Ik veron'schuldig tevens F.og eens net bestuur onzer Handelskamer dat, door vergetelheid, U niet uilnoodig- de op zijn a'.gemeeHen oproep van 23 September 11. Deze vergetelheid had noodlottige gevolgen kunnen hebben, daar wij weten hoe nauw het Westvlaamsche vraagstuk der waterverbindingen onze beide steden dicht aan het hart ligt en zelfs zoo dicht erin beirok ken zijn dat wij zullen verplicht zijn al onze krachten in te spannen tot het verwezenlijken van het program ma, dat opnieuw den bloei en de welvaart in ons diep- beproefd gewest zou doen herleven. Als wij de kaart van West-Vlaanderen bezien, en twee rechte lijnen trekken van zee tusschen Oostende- Nieuport en Duinkerke-Nieuport dan hebben wij het theoretische hinterland van Nieuport. In deze streek liggen de steden Dixmude, Yper, Roeselaere, Kortrijk, Doornijk, en in Frankrijk Roubaix, Toerkonje en Rijssel. Wij zijn verzekerd dat met deze rijkte gewesten de haven van Nieuport leefbaar is en z^lfs een zekeren bloei kan te gemoet zien. Als wij nu nochtans deze strook grondig bezien, wat vindsn wijNieuport eene verwaarloosde haven beneden haar voorooriogschen toestand de verbinding Yper-Komen veriaten en on bruikbaar sedert vóór den oorlog, en als wij bijvoor beeld de reis van Dcornijk naar Nieuport te water willen doen, dan zijn wij verplicht de Schelde af te varen tot Gent om over Brugge, Plasschendaele tot Nieuport te komen. Welk een afstand en dus welk een tijdverlies voor het vervoer der zware goederen die de gewone ladin gen zijn voor Nieuport. Moest men een kind de landkaart toonen van onze streek, dan zou het ons zeker vragen waarom de Yzer zijn arm uitstrekt tot in Yper zonder de Leie te kunnen genaken. En wij, die de streek kennen, kunnen niet verstaan hoe onze regeering de eenige natuurlijke haven-der kust verlaat en haar niet de noodige leef baarheid geeft door vaarten te maken welke haar een hinterland verzekeren, terwijl zij honderde milliaenen besteedde om de haven van Zeebrugge in volle zee te scheppen, alhoewel iedereen ziet dat deze haven tot den ondergang is gedoemd. Er valt veel te doen, Mijne Heeren, groote kredie ten moeten aangevraagd worden en om deze te beko men zullen wij verplicht zijn onze krachten te ver eenigen en niet te rusten vooraleer de regeering de gegrondheid onzer eischen zal erkennen, en ens de middelen ter hand stellen om die te verwezenlijken. Wij rekenen op U, Mijne Heereni zooals U op ons. kunt rekenen. Laten wij doorwerken voor onze geliefde streek ei* al onze krachten vereenigen tot het bekomen onzer rechtmatige eischen. Wij zullen straks de haven bezoeken en het zal ons niet Veel moeite kosten U te overtuigen dat, wat wij vragen voor onze stad rechtvaardig en billijk is. Het zal ons ook genoegen doen U kortelings een bezoek, te brengen om de vaart Yper-Komen te bezien» en na deze bezoeken zullen wij met kennis van zaken onze belangen kunnen behertigen en verdedigen.» Deze woorden werden langdurig toegejuicht en de Heer Vermeulen, Voorzitter der Ypersche Handelskamer, antwoordde erop als volgt Heer Burgemeester, Heeren Voorzitter en Bestuursleden der Handelskamer, k Het is voor mij eene groote eer hier heden, als vertegenwoordiger der Handels- en Nijverheidskamer van Yper, het woord te mogen voeren. Uwe uitnoodiging heeft in Yper den besten indruk verwekt en gij kunt, naar de talrijke beantwoording» bestatigen hoezeer de samenwerking onzer twee steden te Yper geschat wordt Is dit te verwonderen Van in de verste tijden zijn de geschiedenissen onzer beide steden gelijkloopend. Reeds in de 11' eeuw werd de Yperlee met de Yzer verbonden en nam de scheepvaart op de Yzer eene uitbreiding. Santhove werd Nieuwpoort, de nieuwe haven der scheepvaart op Yper. Toen werd Yper. nevens Gent en Brugge, eene machtige handelshoofd stad en Nieuwpoort deelde mede in dien bloei. In 1297 kwamen niet minder dan 3250 schuiten en 87 markt schepen naar Yper. In 1251 werd te Nieuwendamme bij Nieuwpoort een sas gemaakt om de bevaarbaar heid der Yzer te regelen en de stad Yper betaalde steeds haar aandeel in al de kosten gedaan om de Yzer bevaarbaar te houden. Ook genoot de scheepvaart op Yper van alle mogelijke voordeelen en Yper had zelfs het recht de Yzer met zeewater te doen spijzen. Het is van toen af dat in de officieele stukken de Yzer den naam draagt van Ypervaart en het sas, dat in de jaren zestien honderd te Nieuwpoort aan de monding der Yzer gebouwd werd, heette Ypersas. Deze namen leven heden nog voort in den Nieuwpoortschen volks mond. «Nieuwpoort en Yper ondergingen hetzelfde lot: na den bloei, het verval. En gedurende de troebele eeuwen die volgden werden onze steden machtige bolwerken die dikwijls van overheerscher wisselden, daar hun bezit de heerschappij van Zuid-Vlaanderen verzekerde. De gebeurtenissen van 1914-1918 hebben eens te meer bewezen hoezeer het lot onzer steden aan elkan der verbonden ligt. Het is hetgeen uwe afgevaardigden en de onze in 1928 begrepen, wanneer zij door samenwerking van den Heer Jaspar het herstel der haven van Nieuwpoort en de voltooiing van het kanaal Yper-Yzer bekwamen. Thans heeft bij u en bij ons de scheepvaart min of meer hernomen en elk voelt de moeilijkheden van zijn toestand en. puttende in de geschiedenis, bemerkt ieder dat, hetgeen steeds aanzien werd als de eenige moge- lijke> heden ook de eenige mogelijke is. Gij ziet, gij hebt ons uiteengezet en gij zult ons straks toonen hoe slecht uwe haven, uwe poort opent op de zee. Wij, van onzen kant, gevoelen hoe weinig toegan kelijk het huis is waarvan deze poort de ingang moet zijn. Er wordt dikwijls gezegd dat Nieuwpoort de eenige natuurlijke haven van België is en de eenige die niet bloeit. Maar hoe zou uwe haven kunnen bloeien, zoo lang uwe eenige goede waterverbindingen deze zijn die Nieuwpoort verbinden met machtige en goed inge richte concurreerende havens. Van uw hinterland ligt gij afgesloten en wilt gij met de bij U ingevoerde koop waren er heen varen, dan moet gij langs de havens van uwe concurrenten voorbij... Op deze wijze kan de invoer hier onmogelijk loo- nend wezen en aldus uitbreiding nemen. De statistieken uwer havenbeweging bewijzen het ten volle. Voor de 11 eerste maanden van 1934 bedroeg bij de invaart het getal geladen schepen 52, met 12731 ton en het getal ledige schepen 254 met 37843 ton, terwijl bij het uitvaren het getal geladen schepen 284 was met 42041 ton, en ledige schepen 23 met 8690 ton. Kan een klaarder bewijs aangehaald worden Daèr zijn de vraagstukken die hier naar oplossing wachtenhet in orde stellen der haven en de verbin ding der haven met zijn hinterland langs een korten en altijd bevaarbaren waterweg, 't is te zeggen de op lossing van het vraagstuk der Yzerkom door het herstel der vaart Yper-Komen. Van deze oplossingen hangt den bloei onzer steden af. De verantwoordelijkheid dezer taak rust op onswij moeten door samenwerking dezen bloei bewerken. De bijeenkomst van heden is een eerste stap, wij hopen dat door uw bezoek aai» Yper weldra een tweede stap zal gedaan worden en daardoor eene werking zal ontstaan, die ens de ver wachte vruchten zal geven. Intusschen, veroorloof ik mij beroep te doen op de medewerking van Nieuwpoort in onzen strijd tot ver vanging der voorloopige ijzerwegbrug te Caeskerke, wier behoud niet alleenlijk eenig is in België, maar die tevens een ongehoord belejsel is voor de scheepvaart, op de Yzer. Uwe samenwerking in deze zaak zou onge twijfeld in de hooge sferen indruk maken en een aan vang daarstellen aan onze gemeene werking. Vooraleer te eindigen kan ik niet nalaten het ge meentebestuur en de handelskamer van Nieuwpoort hartelijk te bedanken voor het gul onthaal dat wij hier haden genieten Deze rede werd eveneens met een geestdriftig applaus begroet en daarna had er een kleine be spreking plaats, tijdens dewelke de Heeren Dee ren en Steyaert, naar aanleiding van de kwestie der voorloopige ijzerwegbrug van Caeskerke die door den Heer Vermeulen zooeven werd aange raakt, aan de vergadering mededeelden dat er ernstig spraak is den trein Dixmude-Nieuwpoort af te schaffen en zooals hier, voor den trein Yper- Roeselaere, door autobussen te vervangen. Indien dit ontwerp, dat volgens een bericht onlangs van het Ministerie ontvangen thans grondig onder zocht wordt, moest doorgaan dan zou aan Nieuw-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1934 | | pagina 2