I E P E R
NOS VISITEURS
De blijde intrede onxer Vorsten te Luik.
Zondag laatst deden de Koning en de Koningin,
vergezeld van Prinsje Albert van Luik. hunne
blijde intrede te Luik, waar hen een uiterst
geestdriftig onthaal te beurt viel.
Op de foto ziet men de Koninklijke stoet die
de Guillemins statie verlaat om zich naar het
stadhuis te begeven, waar onze Vorsten door den
Heer burgemeester Neujean in hartelijke woor
den verwelkomd werden. De Koning bracht ver
volgens hulde aan den vrijheidszin, waarvan de
Luikenaren in den loop der tijden steeds heb
ben blijk gegeven, en sloot zijne rede met de
bo\te wenschen te vormen voor den voorspoed
van Luik en voor het geluk van zijn inwoners.
Wanneer daarna de kleine Prins van Luik door
de Koningin van boven op den eeretrap van het
stadhuis aan de menigte vertoond werd. scheen
er aan de toejuichingen geen einde te komen.
Na het bijwonen der H. Mis in de St Paulus-
kathedraai, waar zij door Mgr Kerkhofs, bis
schop van Luik. ontvangen werden, woonden onze
Vorsten vervolgens een intiem ontbijt bij in het
Gouvernementspaleis, in aanwezigheid van den
gouverneur der provincie en Madame Pirard,
den Heer procureur - generaal Destexhe, den
Heer burgemeester Neujean. luitenant-generaal
Mozin. de ministers en Staatsministers die s mor
gens bij de plechtigheden aanwezig waren en
de dignitarissen van het Hof.
Hieronder drukken wij een artikel over.
dat onder deze hoofding in De Badgast
van 31 Mei verscheen
Op Maandag, 29 April jL, schreef onze medewerker,
de heer Leo Raekelboom. met vaste hand en klaar
open geschrift een vloeiend artikel over zijn geliefde
stad leper. Deze Vlaamsche martelares, ligt wei mee
largs de Kui., maar geen emceie vreemdeling noen
Vlaming verzu.men dit toeristische hinterland, de open
poort op de West-Vlaamsche Bergen, te bezoeken.
Het was 22.30 uur tden de n. Raekelboom het laatste
helaas allerlaatste uitroepteeken van dit artike'.
neerzette. Met een glimlach van voldoening herlas hij
zijn nog warm werk. dacnt met een glans in zijn ooge.i
aan zijn BADGASTen ging toen siapen.
Hij is niet meer opgestaan.
's Anderen daags. Dinsdag, 30 April, is hij gestor
ven.
Wij groeten h.er zeer diep de nagedachtenis van
Leo RaeKelboom, die dichter was, het leven oove.i-
male neinad. van zijn stad innig hield en tevens een
wakker Vlaamsen hoofd had. Ontroerd, laten wij de
vier bladzijden handschrift door onze vingeren ritse
len en geven ze den drukKer over. Leo Raekelboom,
«DE BADGASTeerbiedigt uw laatsten wensen en
brengt u hulde met Uw eigen, overtuigd, waar en
gees.ariftig woord over Uw leper, van waaruit wij
zoo vroeg Jw uiterndelijkste medewerking met hadden
verwatm. Een titel hadt gij Uw bijdrage nog niet ge
geven. Zocht ge misschien een dichterlijke omschrij
ving, die wij niet Kunnen vinden en daarom simpel
schrijven
IEPER
leper wordt een magneet, die 't volk tot zich
trekt. De aloude beroemde stad is opgestaan,
schooner dan ooit, uit de helsche vernieling,
waartoe zij, door de naarheid van haar lot, wera
gedoemd.
't Onoverwonnen leper werd voor de Britsche
oudstrijders en familiën der gesneuvelden het
Mekka der naoorlogsche bedevaarten en tevens
voor de Franschen van "t Noorden 't aanlokkend
rustoord der autokaravanen, die hier stilhouden,
halverwegen, bedrijvige, smoorachtige groot
steden en 't helder Vlaamsche strand. Alles moet
ons aansporen onze stad tot een belangrijk toe
ristisch midden te verheffen. Geen enkele gele
genheid mag verwaarloosd worden om de uit
breiding van het toerisme in 't Westland te be
gunstigen.
In zekere middens is het een geloofspunt ge
worden dat de Komensche vaart er broodnoodig
is.
De moed, waarmede zekere Ieperlingen deze
zienswijze willen doen aanvaarden, wordt enkel
overtroffen door de lamlendigheid van wijfelende
Staatkundigen, die geen besluit nemen, waar
schijnlijk uit vrees de kiezers van aanpalenae
arrondissementen te misnoegen.
Moest de overheid hare besluitlooze houding
handhaven, dan ware 't wellicht voordeeliger,
voor stad en omstreken, de Komensche slijkvaart
te dempen en ze te herscheppen in een breede
autobaan. Dit zou water aanbrengen op den mo
len der voorstanders van het toerisme in de
streek, maar zouden de pogingen die men zoii
aanwenden in deze nieuwe richting, op hunne
beurt niet gedwarsboomd worden door officieele
onfeilbaarheid
Er dient nochtans uitgezien naar middelen
om reis en verblijf te vergemakkelijken en men
zou eens moeten weten wat de Regeering zinnens
is te doen om niet langer de belangen eener
gansche bevolking te laten miskennen.
Verstandhouding ontbreekt tusschen ele
menten, die misschien met goede inzichten zijn
bezieldDe grootsche Meenenpoort werd enkel
opgebouwd, nadat smalle, kromme straten niet
meer toelieten aan den machtigen praalboog het
noodige perspectief te geven. Nieuwe kazernen
hebben millioenen gekostenkel 't garnizoen ont
breekt. Het gebouw vergaat tot puin. Wie moet
verantwoorden voor deze dommigheden
De lakenhalle wordt opgetrokken. Welke is
hare bestemming? De voltooiing van dit groot
sche werk moet iets anders dan zware onder
houdskosten medebrengen.
Zou eene stad, die door 't geweld werd ver
pulverd en die is opgestaan uit hare asch, in een
landschap, waar men bij eiken voetstap, sporen
aantreft van den reuzenstrijd, die over 't lot der
wereld heeft beslist, geen aanspraak mogen ma
ken op zeker voorrecht bij de volkeren.
Vaar naam wekt thans bij allen eene be
geestering op, die hare vroegere faam van mid-
delcruwsche grootstad met nieuwen glans om
straalt.
Hier leeft de geschiedenis met volle kracht.
leper is gelegen op het kruispunt der be
schavingen, die zich sedert eeuwen bekampen.
Rond hare muren leverde men de grootste veld
slagen aller tijden. Met meer ingetogenheid zou
de wereld luisteren naar stemmen die van hier
opgaan en waarom zou men in de nieuwe hallen
geene zalen voorbehouden waar bevoegde afge
vaardigden zouden handelen over zekere ekono-
mische of politieke wereldbelangen.
Waarom altijd elders en waarom nooit hier
Wij hebben hier nochtans zekere verdien
sten, die wij desnoods kunnen doen dienen ten
voordeele van anderen.
Er zijn streken waar men vecht en andere
waar men vrede teekent. Wij behooren tot de
eerste reeks en staan nog wel vooraan, op den
eersten rang. Tot heden heeft de tweede reeks
het niet verre gebracht. In de bebloemde pracht-
landen, waar de gezanten bijeenkwamen, bleef
de uitslag nietig of onbeduidend. Waarom het
niet eens beproeven bij ons, tusschen de slag
velden 't Is gewoonlijk op het terrein dat
duellisten verzoening vinden.
Welke edele bestemming voor onze grootsche
hallen, of vermogen zekere landen met min ver
diensten meer dan wij en zijn wij maar goed om
altijd de gebroken potten te betalen
Voor België ware 't nuttig hierover te wor
den ingelicht.
Onze lakenhalle, 't onzaglijkste burgerlijk
gebouw der middeleeuwen, werd door geweld
vernield. Ware 't niet rechtvaardig dat het werde
herschapen in eene plaats waar soms vergade
ringen zouden belegd worden door hen, die voor
't ontredderde menschdom vrede en welstand
betrachten.
Ja, waarom altijd bijeenkomsten op plaatsen,
die geen oorlog hebben gekend en waarom nooit
bij ons, waar honderdduizenden dooden wachten
op de bekroning van de gepleegde daad
Nous avons relaté sous ce titre. dans notre der
nier numéro la visite faite a Ypres le Vendredi 5
Juillet par les participants, au nombre d'environ
150, aux Journées Interrégionales d'instruction
de l'Intendance, qui s'étaient tenues a Lille les
3 et 4 Juillet.
Après une courte conférence donnée par le Ca-
pitaine Commandant Defraiteur sur les opéra-
tions de l'Armée Beige dans les Flandres les con-
gressistes, qui étaient arrivés ici a 8 heures du
matin, ont visité le front beige. Rentrés a Ypres
a midi ils ont été, après dépot de fleurs a la Porte
de Menin et au Monument Yprois, regus a l'Hötel
de Ville par M. le Bourgmestre qui leur a sou-
haité la bienvenue.
Un lunch réunissait ensuite les visiteurs au
théatre de la ville, et au champagne, le bourg
mestre a porté aux visiteurs le toast suivant
Messieurs les Intendants Généraux,
Monsieur l'Intendant Militaire,
Mon Général,
Mesdames,
Messieurs,
J'ai déja eu l'occasion, au cours de la modeste
réception que j'ai pü réserver ce matin l'Hötel de
Ville aux personnalités «t aux membres du Conseil
d'Administration des Journées Interrégionales d'in
struction de l'Intendance, de vous dire les sentiments de
sympathie qui m'animent a votre égard.
Je crois qu'il est inutile de les réitérer ici.
Je veux seulement me féliciter d'avoir pü passer quel-
ques heures avec vous, qui, soucieux de répondre digne-
ment a l'appel éventuel de votre Pays, conscients de vos
devoirs envers la Nation, acceptez avec cei esprit magni-
fique de discipline et d'abnégation de recevoir ce com
plément d'insiruction technique qui fera de vous des
chefs mais aussi des serviteurs dignes du service de
votre pays.
Les Journées Interrégionales d'instruction de l'In
tendance tenues dans ia Région Econonmque du Nord
se terminene en beauté par une journée franco-beige.
Ces Journées, placées sous le double signe de 1 ami-
tié et du souvenir, ont été consacrées non seulement au
déveioppement de votre instruction techniqueelles
vous ont permis en outre d appiaudir a la reconstitu-
tion économique du Nord de la France et de rendre a
vos camarades tombés au champ d'honneur l'hommage
de votre piété et de votre reconnaissance.
Vous avez, lors de votre visite aux établissements
industriels du Nord, pü constater l'eflort surhumain que
le Nord a fourni pour réparer ses ruines de guerre. Vous
avez aussi en un pieux pèlerinage fieuri les tombes de
vos fréres a armes disparus.
Et aujourd hui, sans que le moindre hiatus ait ap-
paru dans le processus de votre programme, sans la
moindre rupture du lien lor;,que qui a présidé a son
elaboration, sans même avoir eu 1'impression d'avoir
franchi une frontière. vous vous tiouvez en Beigique,
en lerre flamande, a Ypres. Vous vous y êtes retrou-
vés chez vous.
Car a Ypres, comme sur tout le front beige, comme
au cimetière de Notre Dame de Loreae, comme aux
cimetières des champs de bataille de 1'Ari.ois, vous con-
t.nuez ce même pieux pèlerinage, aliant de cimetière
en cimetière, de cénoiaphe en cénotapne, iieurir des
tombes aux mêmes cocardes frangaises.
Et si, aux mines de Lens et dans les usines de Lille,
Roubaix et Tourcoing, vous avez pü appiaudir a la re-
constitution de toute une région industrielle, a Ypres
aussi, dans notre ville ouverte, dévastée a coups d'obus
comme une ville fortifiée, vous avez pü constater la
même oeuvre de reconstitution. Vous avez pü voir la
même Cathédrale majestueuse, ie même Beffroi orgueil-
leux, les mêmes demeures a pignon, rire au soleil dans
toute leur beauté reconquise, dans l'enceinte de nos
remparts ruinés mais inviolés. Souvenir d'un sort com-
mun. Souvenir d'une grande épreuve, subie ensemble
d'un même coeur, pour le même idéal de Liberté et de
Paix.
Car, Messieurs, il ne peut être oublié tant par vous
que par nous, qui avons été les acteurs et ies victimes
de cette tragédie et de cette épopée, que si les soldats
de Belgique et de France sont tombés sur les mêmes
champs de bataille, que si dans le Nord on cassait
des métiers pour récupérer quelques grammes de
bronze, Ypres a été rasée au point qu'il n'en restait
pas pierre sur pierre paree que, clef de voüte de notre
défense, elle barrait a l'ennemi Ia route vers Dur.-
kerque, Calais et Boulogne, les grands ports de votre
Région économique.
C'est le souvenir de ce passé commun, que je me
plais a rappeler aujourd'hui, qui a renforcé entre Ypres
et la région du Nord de la France ces liens de sym
pathie qui les ont toujours unis depuis des siècles, le
souvenir de ce passé commun qui a forgé entre le
peuple frangais et le peuple beige des liens d'amitié
indéfectible.
Je vous prie, Messieurs, et vous surtout qui êtes
venus des régions lointaines de votre belle France,
qui par votre passé et par votre histoire, êtes soustraits
a cette influence nordique qui est a la base de l'amitié
entre ceux du Nord» et les Yprois, de vous faire les
messagers et les apötres de cette même amitié, les
gardiens de cette flamme du souvenir afin que, se
comprenant mieux, s'aimant mieux et s'aidant davan-
tage, nos deux pays puisserrt dans la paix et dans la
sécurité vivre ensemble d'une vie digne de leur Dassé,
gage de la dignité de leur avenir.
Je léve, Messieurs, mon verre a la France, a vous
tous qui en êtes aujourd'hui ici les trés dignes repré-
sentants.
Kundi dernier, vers 1 h. de l'après-midi, nous est
arrivé, après avoir visité les cimetières britanniques
des environs, un groupe d'environ 150 pèlerins Irlan-
dais, sous la conduite de MM. le Major général sir
W. B. Hickie, A. P. Connolly, le Major J. J. Tynan et le
Major sir Robert W. Tate. A leur descente de voiture
les pèlerins, auxquels sont venus se joindre MM. Van-
derghote, bourgmestre, et Vandenbraambussche, com-
missaire de police, ont été fleurir le Monument Bri-
tannique de la Porte de Menin, le Monument Irlandais
derrière la Cathédrale et le Monument aux Morts
Yprois. Ils ont visité ensuite la Cathédrale St Martin,
oü ils ont déposé également une couronne devant la
plaque commémorative Britannique.
Après un lunch, qui leur fut servi en l'Hötel Splen
did et Britannique, nos visiteurs ont continué leur
pèlerinage aux anciens champs de bataille en France.