RALLYE - BALLON WEDSTRIJD
De Boottocht' naar Nieuwpoort
eiseh verzette, en de een na den anderen trokken
rij met de edelste gevoelens bezield, naar de
grenzen om het gebeurde onrecht te wreken, om
■haard en stede, vorst en land met hunne borsten
te beschutten.
Ook de Yperlingen zagen hun soldaten vol
geestdrift vertrekken en juichten ze hartelijk
toe, met de hoop ze weldra met roem en lauweren
beladen terug te zien. Echtgenoot en vader na-
taen afscheid van vrouw en kinderen, vader en
moeder zagen met een begrijpelijk hartzeer hun
•geliefde zonen optrekken, belaadden ze nog met
allerlei lekkernijen die men misschien voor het
Tuindagvieren had gereed gemaakt, 't Was oor
log. gedaan met kermis vieren. Het land was in
gevaar, ieder moest zijn offer brengen en 't mag
gezegd, het werd met liefde gedaan.
Doch niemand vermoedde toen dat de oorlog
zoo lang zou aanslepen, zoo wreed, onmeedoogend
en onmenschelijk zou worden, dat wij allen hier
als bannelingen op den vreemde zouden moeten
dolen, dat onze stad. zoo ver van de Duitsche
grenzen verwijderd, ten gronde toe vernield, ver
woest en afgebrand, en vier jaren lang het too-
neel van de moorddadigste beschietingen en
gevechten zou worden. Niemand kon zich toen
inbeelden dat de oorlog zooveel slachtoffers zou
maken, dat honderd duizenden soldaten van alle
landen op het slagveld zouden blijven liggen, en
dat zelfs zooveel vreedzame burgers, zooals hier
te Yper, hunne gehechtheid aan den geboorte
grond met het leven zouden fcekooper.
4" 'Oogst! Treurige verjaringsdag van den
grootsten en wreedsten der oorlogen met zijn
akeligen nasleep van jammer en wee, kommer en
ellende.
Treurige verjaringsdag vooral voor ons, Yper
lingen. Immers, wanneer wij eindelijk, op 11 No
vember 1918, jubelend het einde van den oorlog,
van ons lijden en ons ballingschap mochten be
groeten, wanneer wij betrpuwend en vol ver
wachting naar onze stad terugkeerderi om ons
'moedig en hoopvol weer aan 't werk te zetten
en onze haardsteden uit haar puinen te doen her-
.cprijzen, dan evenmin had niemand er zich aan
•.verwacht zooveel ondankbaarheid en onverschil
ligheid te ontmoeten.
Zondag 4 Oogst 1985 't Is nu juist dag op dag
•éen en twintig jaar geleden dat Duitschiand den
oorlog aan België verklaarde. Juist zooals toen
viert Yper zijn jaaxlijksch Tuindagfeest.
De Groote Markt zal. evenals vroeger, weer
met allerhande kramen en foorinrichtingen be
zet zijn, doch het feest wordt met denzelfden
luister en met dezelfde geestdrift niet meer ge
vierd. Er heerscht overal werkloosheid, wij
'ödormaken een crisis waarvan men het einde
niet ontwaart, ër is armoede en ellende, er
heerscht onzekerheid en wantrouwen.
Ook de Tuindagprocessie zal, zooals vóór den
oorlog, haar gewonen ommegang door de bevlag-
•de straten doen, doch zij is merkelijk vermm-
•derd, de rijke bannieren en kostumen, de.kost
bare sieraden van vroeger zijn reddeloos ver
loren. i-
Voor de vreemdelingen misschien,heeft Yper
ki den schijn niets verloren van zijn,pracht en
rijkdom van weleer, waarvan zij hebben, hooren
spreken maar nooit gekend hebben. Daar zijn
er zelfs die beweren durven dat Yper thans veel
mooier is dan voorheen. Doch schijn bedriegt.
En de Yperlingen van vroeger weten dit best.
Ja, de stad werd opnieuw opgetrokken. De
huizen werden nieuw herbouwd, de heerlijke St-
Maartenskathedraal met haar slanken 100 m.
'hoogen toren prijkt.weer midden de stad. Wij
hebben zelfs de vreugde gehad onzen herbouw
den Belforttoren verleden jaar plechtig door Z.
M. Koning Leopold III te zien inhuldigen. Doch
daartegenover, benevens dit uiterlijke, blijven
nog talrijke diepe wonden, door den oorlog aan
Yper toegebracht, ongenadig voort bloeden.
In plaats van onze stad alles terug te geven
wat zij vóór den oorlog bezat en haar nog, zooals
het behoord had, als belooning om haar heldhaf
tig gedrag en haar onmetelijk lijden, met nieuwe
weldaden te overladen, gelijk dit gedaan werd
voor Rousselare. Brugge, Oostende, Veurne, enz.,
werd van haar vier jaar lange beschieting, van
haar vernieling en marteling, van haar dood
strijd schandelijk misbruik gemaakt om ze ge
deeltelijk van haar bezit te berooven, om andere
steden met Yper's vroegere sieraden te tooien en
te begunstigen. Voe VictisYper, de martelaar-
stad, het glorierijk symbool van België's held-
haftigen weerstand, heeft maar al te wel de mee-
doogenlooze toepassing van dit vermaard geble
ven woord van Brennus gevoeld.
Geen enkele harer voorname inkomstbronnen
van vroeger werd aan onze stad teruggeschonken.
Het is waarlijk pijnlijk om aanschouwen hoe
wij nu nog. zooveel jaren na den oorlog, het her
stel onzer Hallen slechts stukje voor stukje
kunnen bekomen. De herbouwde en verlaten
voetvolkkazeme zien wij thans ten gronde toe
afbreken, 2oodat ons alle hoop van hier ooit nog
troepen terug te zien, ontnomen \vordt. De rui te-
rijschool werd naar Brasschaet overgebracht, het
Weldadigheidsgesticht werd hier niet meer her
opgericht het gevang blijft ongebruikt, de ge
redde kunstschatten van het Merghelynck mu
seum berusten nog steeds te Brussel, het Konink
lijk Gesticht van Meessen werd naar Lede ver
plaatst, enz.
Daarbij zijn tal van onze vooroorlogsche rijke
families naar Yper niet meer teruggekeerd, onze
weinige nijverheden gingen zich, met de mede
plichtigheid van den Staat, die de verplaatsing
der oorlogsschade toeliet, elders vestigen.
Nieuwe Yperlingen zijn hier weliswaar na den
oorlog onze merkelijk gedunde bevolking komen
aanvullen. De algemeenheid ervan heeft zich
zelfs zeer verdienstelijk weten te maken en velen
hebben in den strijd voor de herleving een voor
aanstaande plaats ingenomen. Doch men vindt
er ongelukkiglijk onder hen een die tegen de
belangen van Yper werkt en de loffelijke pogin
gen van verdienstelijke, vooruitstrevende man
nen door alle middelen poogt te dwarsboomen.
Onze vaart Yper-Yzer werd tien jaar te laat
hersteld, wanneer de heropbouw om zeggens
reeds voltrokken was en de handelaars van mede
dingende steden, die niet beschadigd werden,
hunne waterwegen te allen tijde behielden en
zelfs zagen verbeteren, hier reeds overal, inge
drongen waren. Nu nog ligt de vaart Yper-
Komen in denzelfden verwaarloosden toestand,
waarin de oorlog ze gelaten heeft, en zien wij
cns nog steeds, verplicht om haar herstel, waarop
\wj nochtans op onbetwistbare wijze recht heb
ben, te bedelen.
Onze stad heeft hare parlementaire macht en
daardoor te Brussel, in het ministerie en in
andere hooge kringen, allen steun en invloed
verloren. Zij is de «enigste stad van België die
het weinig te benijden voordeel heeft een volks
vertegenwoordiger te bezitten die, het mandaat
vergetend dat hem gegeven werd. tegen de be
langen zijner aangenomene stad werkt.
Ziedaar de treurige en weinig aanmoedigende
bilan 4 Oogst 1914 - 4 Oogst 1935. Ziedaar
waarom deze pijnlijke verjaringsdag ons, Yper
lingen, ook nog droeviger stemt.
Wij durven niettemin nog hopen dat de Regee
ring het herstellingswerk dat zij na den oorlog
plechtig beloofde, in' zijn geheel en dus ook op
economisch gebied zal weten te voltrekken en
ons opnieuw de middelen zal verschaffen om door
werken onze stad te verheffen.
Daarvoor echter moeten wij in de eerste plaats
op ons zelf rekenen en met verdubbelden moed
den strijd, hoe lang en hoe lastig hij ook moge
wezen, vcc-tzetten. Bewust van ons goede recht,
moeten wij eendrachtig en hardnekkig blijven
oandrirgen tot den laatsten tegenstand overwon-
ren en de zegepraal behaald is. Ten strijde dus
voor het herwinnen van hetgeen men ons on
rechtvaardig ontnam, ten strijde en met dezelfde
de geestdrift als op 4 Oogst 1914 voor het herstel
der vaart Yper-Komen, die ons met het binnen
land en met de nijverheidscentra van Noord-
Frankrijk moet verbinden, die dg bevaarbaarheid
op de vaart Yper-Yzer moet verzekeren, die de
haven van Nieuwpoort haar hinterland moet
geven en die voor onze stad en gansch de streek
een deel en niet het kleinste van den verloren
welstand en voorspoed moet bezorgen.
De aanhouder wint. Aan ons deze spreuk te
bewaarheden. Dit weze de les, het besluit die
iedereen bij het overwegen van dezen droevigen
verjaringsdag, 4 Oogst, moet nemen.
OP ZONDAG 11 OOGST 1935
De Rallye Ballon wedstrijd belooft een succesvol
feest te zijn.
De deelneming van verscheidene clubs is reeds ver
zekerd. Ook wordt er verwacht dat geen enkel moto-
noch veloclub zal ten achteren blijven.
Voor dien wedstrijd is er eene reeks zeer aantrekke
lijke prijzen uitgeschreven, waaronde prachtige velos,
clubzetels, meubelstukken en allerhande rookersarti-
kelen.
Een beker wordt geschonken door Het Nieuwsblad
voor de best geklasseerde motoclub.
Een tweede beker voor de best geklasseerde veloclub.
N.B. Gelegenheidsveloclubs mogen gesticht worden.
Bijkomende premiën in geld zullen door de stad Yper
aan de deelnemende inwoners van Yper geschonken
worden volgens de rangschikking die ze zullen bekomen
in het algemeen klassement van elke categorie Auto-
Moto-Velo
Alle auto- moto- en fietsrijders mogen aan den wed
strijd deelnemen.
De rangschikking eindigt waar de ballon daalt. De
deelnemers volgen den ballon en spitten hunne deel-
nemingskaart op aan den haak vastgemaakt aan den
ballon. Wie eerst zijn kaart opspit is eerste.
De liefhebbers mogen zich laten inschrijven op het
bureel van het Nieuwsblad Em. Jacqmainlaan, 127,
Brussel.
De velorijders betalen een inschrijvingsrecht van 3 fr.
De motorijders 5 fr.
De autorijders 10 fr.
De deelnemers mogen hun inschrijvingsgeld onmid
dellijk betalen of bij het afhalen der deelnemingskaart.
De inwoners van Yper mogen, mits naleving van zelf
de voorwaarden, zich laten inschrijven ten stadhuize
vóór 9 Oogst, 's avonds te 6 uur.
Op initiatief van de Ypersche Handelskamer
werd yerleaen Zondag een bootreis naar Nieuw-
pport ingericht. Niettegenstaande het vroege ver
trekuur waren een 25 a 30 tal personen opge
komen om de reis mede te maken. Onder hen be
vonden zich M. Vermeulen, voorzitter, Tahon,
ondervoorzitter, Toussaert, secretaris, Vande-
voorde L. en Gantois C„ leden van het bestuur
der Handelskamer.
De wee ergesteltenis was dien morgen nu juist
niet bijzonder aanlokkend en zal voorzeker ver
scheidene personen, die zich voorgenomen had
den aan den uitstap deel te nemen, van besluit
hebben doen veranderen.
De deelnemers hebben zich in alle geval geen
oogenblik verveeld, want mocht deze zesuren
lange bootreis bij een eerste opzicht wat een-
toonig schijnen, in werkelijkheid is ze vol af
wisseling, zco verscheiden zijn de dingen die
uwe aandacht treffen hier zijn het de kunst
werken langsheen dén waterweg, verder het land
schap, vervolgens de talrijke gedenkteekens en-
In het Sas te Boesinghe.
oorlogsoorden die hier links en rechts liggen en
zóóveel droeve herinneringen opwekken.
Het is 6 u. 20 wanneer we met de Aridré
van wal steken en langzaam vooruitschuiven
op het breede watervlak onzer bovenvaarf. De
vlag wappert in top en de boot is rijk met wim
pels versierd. M. De Bceuf, de booteigenaa'r, heeft
tafels, stoelen en banken op het dek laten aan
brengen, zoodat de meevarenden zich op comfor
tabele wijze kunnen installeeren. Op een tafel
wordt een kaart vastgehecht, waarop al de be
zienswaardigheden. staan aangeduid en die 'zal
toelaten de reis tot in haar minste bijzonderhe
den te volgen.
Links varen we voorbij de monding van de
vaart Komen-Yper en daar tegenover rechts ligt
de uitmonding der Bellewaerdebeek, die in de
waterspijzing van de bovenvaart voorziet. Even
verder rechts ligt de betonnen aanlegplaats van
de steenbakkerijen Briqueteries Yproises
Het varen op dit breed kanaal is een echt genot,
vooral daar het water van dit pand zoo 'zuiver
wordt gehouden van alle onkruid.
Achter ons verdwijnen de Ypersche torens
allengs in den morgennevel. Vóór ons, aan den
linkeroever, teekent zich de Engelsche gedenk
zuil van Sint Pietërtje tegén den horizont af.
Een 500 meter verder, langs de linkerzijde,
ligt een afleidingsgeul van de Yperlee, die de
overtollige waters dezer rivier, welke van Yper
tot Boesinghe links en omtrent evenwijdig met
de vaart, achter het barmland vloeit, in de vaart
uitstort.
Omtrent een km. verder, rechts, op de plaats
van de vroegere monding van de «Zwaenhof-
beek is thans een verlaat gebouwd met auto
matisch sluisdeurtje, waardoor de Zwaenhofbeek
in verbinding staat met de hooge vaart en in
droge perioden tot de waterspijzing dezer laat
ste kan bijdragen. In normale perioden echter is
het waterpeil in de hooge vaart hooger dan in de
Zwaenhofbeek en alsdan wordt het water dezer
beek langs een afleiding, over het sas van Boe-
singhe-dorp, in het middenpand der vaart uit
gestort.
Weldra hebben we het sas van Boesinghe-dorp
in 't zicht en de schipper laat een schel getoet
hooren, dat den sasmeester van onze aantocht
moet verwittigen.
De verschillende verrichtingen van het ver
sassen worden door de meevarenden met de
meeste aandacht gevolgd langzaam varen we
de sluisgeul binnen, de deuren worden achter
ons dicht gesloten en de schuifdeuren der voren-
ste poort, die het water in de sluis ophouden,
worden opgetrokken. Bruisend en kolkend