HET YPERSChE- LA REGION D' B AC H E N Zielmissen 16e Jaargang, Nr 40 4 Januari 1936 16e Année, N° 40 4 Janvier 1936 Bijvoegsel Supplément DE OUD - MACHINIST BASTIEREN IN ALLE GROOTTE DARMEN VOOR POMPEN, enz. Fabr. VAN RULLEN - Wervick Verf. HERMAN VAN BATENBURG 6, Korte Thouroutstraat YPER Eervolle Onderscheiding REMERCIEMENTS NÉCROLOGIE Zondagrust Repos Dominical Zie Notarieele Aankondigingen op volgende bladzijden. 't Was op den middag. Ik sprong haastig in een derde-klaswagen van den trein op B. en vlijde mij alleen in een hoekje van het kompartiment neer, met de gedachte «Dat zal een aangename reis geven, zoo heel al leen Kom 'k ga wat lezen, en de tijd zal voor bijvliegen net als het stoomtuig, dat me mêe- voert Doch nauwelijks had ik dit besluit genomen, of het portier gaat open en daar treedt een oud ventje binnen, met groote zwarte muts boven een diep gerimpeld gezichtbreeden mond met over elkaar liggende lippen als bij oudjes die hun tanden kwijt zijn en daarover hellenden neus. Hij was eenvoudig gekleed, met een los aangeknoopten das rond den mageren hals. Nauwelijks was hij gezeten, na mij even aan gekeken te hebben, of hij begon koortsig in zijn zakken te tasten. Na wat zoekens had hij einde lijk gevonden wat hij hebben moest. Men zou dat wel eens kunnen verliezen sprak het ventje, terwijl hij mij zijn reiskaartje toonde. Bahzei ik al lachend. Gij zit er nu toch op, vadertje, en ge zoudt wel ter bestemming ge raken Ja, mits een tweede maal te betalen, als ik ginder kom, hé, meneertje Ik weet van die za ken ook wel iets af. Ik heb dezen trein dikwijls genoeg naar B. doen stoomen Zoo Machinist geweest misschien Ja, meneertje, 25 jaar lang. Een heel eindje, vind je niet Zeker 'n mooi lapje uit 'n mensch z'n leven. Wellicht op pensioen gesteld nu Neen, meneer men mag er eigenlijk langer op blijven. M'n broer die stond er al 45 jaar op en zou er nog op zijn, ware 't niet dat z'n oogen te flauw werden. Want zoolang als je goed hooren en zien kunt, laten ze je d'r op maar als je kij kers beginnen te verminderen, zie je, dan kun je de seinen niet meer onderscheiden, of 't rood of groen of geel is, en zóó zou je aan een ramp ko men. Zoodat is waar. Maar gij hadt gij er ge noeg van of ziek geworden messchien Neen, meneer, nikske daarvan maar 'k zal je 't eens gaan aan 't verstand brengen. 't Kereltje schoof wat naderbij, legde den wijs vinger langs den neus en kneep de oogen half dicht, als om na te denken. Juistbesloot hij toen, dat is nu zeven jaar geleden. Toen moest ik met dezen trein, dezen eigensten boemel, uit R. op B. rijden. Doch tot C. was er maar één spoor, en daar hadden me die kinkels de merchendies losgelaten uit C., den kende die slimmerikken dat zij nog te R. zou aankomen, vóór ik met mijn looper vertrok. Maar zoo was het nu éénmaal niet. Toen we zoo ongeveer halfwege C. kwamen docht het me in den schemer iets donkers op de sporen te zien met een flikkerend lichtje voorop. Jan, zei ik te gen m'n stoker, ginds komt iets af op de sporen, of er zit iets in den wegWel neen, zei Jan, dat is een schaduw die je ziet, anders niks Maar ik zei't Is een lokemetief, en ik hield mordikus vol dat het zóó was, en zóó was 't ook, meneer. Maar ik en de machinist van de mer chendies waren er te laat heel zeker van, dat wij beiden een trein vóór ons hadden. Ik bezat mezelf nog genoeg om den stoom te doen terug werken, toch dacht ik bij mezelfals ie botst, dan spring ik. Nu, we mogen niet springen meneer, al zagen we de dood voor oogen. Ik zag ze voor m'n oogen, meneer, en ik zou springen Toen de twee duivels elkander in de borst gingen pakken, liet ik den boel in den brand en sprong. Vervloektik bleef hangen met den voet i 'k stond bots op mijnen kop en drie, vier kompar- timenten schravelden langs mijnen rug en toen viel ik neer den kop in stukken en mijn rug open, zoolang als ik was. Maar d'raan was ik niet! neen, meneer, d'raan nietwant ik had Goddank, nog een taai element. Toch was ik m'n baantje kwijt, daar was ik zeker van want springen mo gen we niet. Ware ik niet blijven hangen, meneer, dan was ik weer op m'n lokemetief gesprongen na den schok, en wisten ze van niks de ander had ook gesprongen, maar die was er weer opge kropen. Ha, zoo en waren er andere gekwetsten Neen, nikske, meneerde lokemetieven la gen in splinters de een door d'ander, maar anders nikske En toch hebben ze u afgedankt Ja, meneer, met al mijn lijden en m'en on geluk dankten ze me nog af. Doch je moet eerst eens verder hooren. D'r was eerst een proces, en ik werd toen nog veroordeeld voor 'n maand, omdat ik gesprongen had. Maar ik maakte me kwaad, meneer, en 'k zei tegen den juge Me neer de juge, dat is onrechtvaardig. Ja, ik heb gesprongen, maar 'k zag den dood voor m'n oogen, en 't was niet noodig me in brokken en stukken te laten rijten. Ik zal procedeeren, zoo lang als er nog een haartje op m'n kop staat, en er staan er veel!... Intusschen liep ik op den griffier, 'n oud vriend van me Hoor eens Sander, zei hij, ik heet Sander, meneer, als je 't niet anders aan boord legt, dan ben je er ieder keer aan Zoo, zei ik, wat zou jij dan wel doen En toen deed ie me een middeltje aan de hand, meneer, dat me wondergoed lukteje zult het dadelijk gaan hooren. Ik moest nog eens vóór den rechter en toen ie alles weer uitgepluisd had, vroeg ie me Wel, kameraad, wat heb je daar op te replikeeren Toen smeet ik m'n armen open, meneer, en zei Meneer de juge, dat gaat hier precies lijk in zee Zoo, lijk in de zee vroeg de juge. Ja, meneer de juge En hoe gaat dat in de zee Wel, meneer de juge, de grootste visschen eten daar de klientjes op Toen schoten ze allen in een lachdat was het middeltje, meneer. Maar 't had zijn effekt ge maakt. De juge scheen zich te bedenken, en vroeg na een poos wat verlang je dan wel Ha, meneer de Juge, ik verlang vrij te zijn van die maand straf en een ander postje te krij gen Goed zei de rechter, en wat zou je vragen voor pijn en smart Voor pijn en smart, meneer de juge Wel, als ik honderd frank kreeg, dan was me dat ge noeg Ge zult dat hebben, Sander, zei ie, en daar mee was de boel afgeloopen. Zoo, en heb je dan een post gekregen vroeg ik. Ja, ja, meneertje!... een postje heb ik ge kregen maar die kerels waren me te slim, en elke maand wisten ze me om d'een of d'ander reden 'n boete op te leggen in mijn werk, totdat die honderd frank schadevergoeding terug in hunne handen zouden zijn maar toen heb ik hun 't geld voor de voeten gegooid en gezegd Als 't zoo moet gaan, dan mag je wel je penningen houden, God zal me wel aan wat anders helpen!» En dat doet Ie ook, meneerals Ie je met z'n eene Hand vastpakt en eens duchtig schudt, zoo als Ie met mij gedaan heeft, dan steekt Ie de andere Hand uit om je terug te geven wat je kwijt bent. Ie had me twaalf kinderen geschon ken, waarvan nog zeven in leven, en die helpen me nu in m'n ouwen dag, en zoo mag ik gerust leven en God bedanken. Daarbij ben ik portier bij een rijken heer, en dat legt ook nog een stui verken bij den hoop Zoo babbelde mij 't praatzieke oudje zijn ge schiedenis af. Ik glimlachte eens even naar hem. De trein stond stil, en beiden trokken wij langs onzen kant op terwijl ik dachtWat een kranig kereltje is me dat Verder had ik aan den oud-machinistniet meer gedacht. Doch zes maanden later kwam ik weer langs dien kant gereisd en vernam dat er op de éénlijnige baan van R. naar C. weer een botsing had plaats gehad. Ditmaal waren er twee dooden en verschillige gekwetsten en 't eerst wat me opviel wasSander, de machinist, is dood gebleven Ik dacht weer terug aan 't oude kereltje, dat me zoo gemoedelijk zijn geschiedenis had verteld, en ik vernam het volgendeSander, die nog al tijd aan zijn stoomtuig hield, had in den eersten wagen achter de lokemetiefeen plaatsje ge zocht. De botsing was er geweest zonder dat hij van 't gevaar bewust waszijn kompartiment was verbrijzeld geworden en de arme Sander was doodgedrukt, zonder dat hij er had kunnen aan denken om te springen 't Is jammer, dacht ik, en badGod weze zijne ziel genadig. De Heer Fernand Bories, controleur aan de Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen, komt vereerd te wórden met de burgerlijke me daille van 1" klas voor 25 jaar goeden en getrou wen dienst bij voornoemde maatschappij. Onze hartelijkste gelukwenschen. Madame Juste COUROUBLE-LIEVENS et la familie remercient les amis et connaissances pour les marques de sympathie qui, leur ont été témoignées lors de leur récent grand deuil. Monsieur Hector De Duytschaever, Directeur-général de l'Enregistrement et des Domaines, et Madame De Duytschaever, née Gabrielle De Coninck Monsieur Georges De Duytschaever, Conservateur des Hypothèques, et Madame De Duytschaever, née Magde- leine Verhaeghe Monsieur Louis Verbeke, Commissaire aux Dommages de Guerre, et Madame Verbeke, née Alphonsine De Duytschaever Monsieur Jean De Duytschaever Mademoiselle Ro- lande De Duytschaever; Mesdemoiselles Ghislaine, Fran- goise, Suzanne et Marie-Thérèse VerbekeMonsieur Louis Verbeke Les families De Duytschaever, De Vos, De Wachter, Van Hoye, Lefebvre et Verbeke, ont la profonde douleur de faire part de la perte cruelle qu'ils viennent d'éprouver en la personne de Monsieur Louis-Charles DE DUYTSCHAEVER Veuf de Madame Sidonie DE VOS Décoré de la Médaille Civique, de la Croix Civique et de la Médaille du Centenaire leur père, beau-père, grand'père et parent bien-aimé, né a Messines. Ie 3 janvier 1844, décédé a Ypres, le lr janvier 1936, muni des Secours de Notre Mère la Sainte Eglise. Le service funèbre sera célébré le lundi 6 janvier 1936, a 10 J heures en l'église paroissiale de Saint-Nicolas a Ypresl'inhumation aura lieu le même jour a 2 J h., dans le caveau de familie a Messines. Réunion a la Mortuaire, 13, rue de Stuers, a 10 heures. Les amis et connaissances qui, par oubli, n'auraient pas regn de lettre de faire part, sont priés de consi- dérer le présent avis comme en tenant lieu. De vrienden en kennissen worden uitgenoodigd de ZIELMIS bij te wonen die zal gelezen worden op Zondag 5 Januari 1936, om 8 u. 30, in de kapel van het O. L. Vrouw Hospitaal, Lange Thouroutstraat, tot zielelafenis van Heer en Vrouw Leopold PROVOOST-DEDRYVER. Vrienden en kennissen worden uitgenoodigd de ZIELMIS bij te wonen die zal gezongen worden op Zondag 5 Januari, om 8 uur, in Sint Pieterskerk, tot zielelafenis van Vrouw Weduwe Isidoor LALOUS geboren Leontine-Justine DECLEIRE. De vrienden en kennissen worden uitgenoodigd de ZIELMIS bij te wonen die zal gelezen worden op Zondag 5 Januari, om 11 uur, in St Maartenskerk, tot zielelafenis van Heer Camille VAN WONTERGHEM en dochter Berthe. Gij wordt vriendelijk uitgenoodigd tot de ZIELMIS die zal gelezen worden op Zondag 12" Januari, om 11 uur, in St-Maartens Kathedraal, ter nagedachtenis van Mijnheer en Mevrouw Auguste GRUWEZ - LOONIS en Mevrouw Aimé GRUWEZ geboren Irma SALOMÉ. Vous êtes priés d'assister a la MESSE qui sera dite le Dimanche 12 Janvier, a 11 heures, a la Cathédrale St Martin, pour le repos de l'ame de Monsieur et Madame Auguste GRUWEZ - LOONIS et Madame Aimé GRUWEZ, née Irma SALOMÉ. De Apotheek van La Pharmacie de Mr SNOECK Groote Markt oGrand'Place is alleen open op reste seule ouverte Ie Zondag 5 Januari Dimanche 5 Janvier

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 9