Leon Beirnaert-Noppe Vande Lanoitte's Koffies zijn de beste 4 m De Contingenteering en de... stijging van den prijs der kolen Nationale Maatschappij voor den Kleinen Landeigendom OPROEP TOT HET PUBLIEK - SCHILDERWERKEN - 7, Beluikstraat YPER De Betooging der Vuurkruisen te Brussel Woensdag 29 Januari 1936 GROOT KUNSTCONCERT (O) Algemeen wordt er geklaagd, en niet zonder reden, over de gedurige stijging van den prijs der kolen die zich geenszins verrechtvaardigt, gezien de voortbrengst per werkman sedert 1931 met 30 gestegen is, de loonen niet vermeer derd werden en daarbij nog de geheven tolrech ten, van 10 tot 15 fr. per ton ingevoerde vreemde steenkolen, volledig en in hun geheel aan de bel- gische koolmijnen als premie uitgekeerd worden. Zoo de productiekosten der kolen deze laatste jaren niet verhoogden, waaraan is hunne toe nemende prijsvermeerdering, welke wij thans bestatigen, dan te wijten Het antwoord op die vraag is niet moeilijk om vinden, immers men hoeft zich enkel te herinneren wanneer de eerste contingenteeringsmaatregelen gekomen werden, wanneer de Staat zich in de steenkolenkwestie is komen mengen, om den aanvangsdatum te ken nen waarop de kolen in prijs begonnen te stijgen. Wanneer, benevens tal van andere belangrijke nijverheden, ook de steenkolennijverheid door de crisis getroffen werd, trachtte men, in 1931, deze nijverheid op te helpen en de eerste maat regel die door de Commissie, welke met dit doel was opgericht geworden, werd voorgesteld was den invoer van vreemde steenkolen te verminde ren, ten einde tot een grooter verbruik van bel- gische kolen te komen. Na een eerste beperking van 25 werden, in Maart 1932, de vreemde kolen met een nieuwe contingenteering van 60.000 ton 's jaars getroffen. Deze maatregel werd in October van hetzelfde jaar nog verscherpt, doch het volgende jaar, in dezelfde maand October, werd de contingentee ring door het instellen van een tijdelijke taks op de ingevoerde kolen vervangen. De vreemde kolen mochten weer, zooals in 1930, zonder beperking in ons land ingevoerd worden, doch niet meer vrij van tolrechten zooals te dien tijde, maar mits betaling van een tolrecht van 10 fr. per ton. In Januari 1933 werd de contingenteering terug ingevoerd en de tijdelijke taks van 10 fr. bleef behouden, doch werd door de regeering als pre mie aan de belgische koolmijnen toegekend. Voor de nijverheidskolen werd dit tolrecht van 10 fr. in October 1934 tot op 15 fr. per ton verhoogd. Voor de huiskolen bleef het ongewijzigd behou den. Omtrent op hetzelfde tijdstip werd een Nationale Commissie voor de steenkolen opge richt. Wij staken hier dit kort overzicht van hetgeen de Staat voor het steenkolenbedrijf gedaan heeft en komen thans tot de gevolgen. Op het oogenblik dat deze nieuwe Nationale Commissie tot stand kwam, waren de nijver heidskolen aan 33 fr. de ton verkocht. Enkele maanden nadien, in April 1935, stonden zij reeds aan 54 fr. 50 gekwoteerd, 't zij een prijsvermeer dering van 63 In Juni rezen zij tot 59 fr. 50 en in November tot 64 fr. 50 de ton, zoodat de magere nijverheidskolen dus in een jaar tijd met omtrent 100 in prijs zijn gestegen. De kwart vette ko len klommen insgelijks van 65 tot 87 fr. de ton. Opvallend is het, nietwaar, dat deze prijsver meerdering zich juist op zoo merkbare wijze doet gevoelen sedert de oprichting der Nationale Com missie, zoodat wel terecht mag beweerd worden dat zij en zij alleen de schuld ervan draagt. Reeds in veel andere domeinen hebben wij, tot ons nadeel, moeten ondervinden welke noodlot tige gevolgen de Staatsinmenging heeft, wanneer ze zich niet uitsluitend tot het beletten van mis bruiken beperkt. Hier echter in dit geval gaat het wat te ver en die Nationale Commissie zou beter doen wat minder bedrijvigheid aan den dag te leggen, gezien zij juist het tegenovergestelde bereikt van het doel waarvoor zij opgericht werd. De regeering immers beloofde vroeger stellig dat de getroffen contingenteeringsmaatregelen de prijzen der steenkolen niet zouden verhoogen. Thans ondervinden wij maar al te goed wat er van deze belofte in huis gekomen is en wat de overdreven Staatsbemoeiing of beter de zooge naamde geleide economie voor gevolg heeft. De kolen, die van zoo een algemeen gebruik zijn, die nergens in geen enkel huishouden en vooral nu niet in den winter kunnen gemist wor den, die dus voor iedereen, 't zij klein of groot, rijk of arm, van allereerste noodzakelijkheid zijn, zouden dan ook aan de voordeeligste prijzen mo gelijk moeten verkocht worden en de eenige be kommering van den Staat zou moeten zijn de prijzen der steenkolen zoo laag mogelijk te hou den, in plaats van ze door allerhande verkeerde maatregelen gedurig op te laten jagen, zooveel te meer dat het tegen het belang van den Staat is, gezien de prijsverhooging der kolen ook den in dex doet stijgen. Ook de nijverheidskolen, wier prijzen een groo- ten weerslag hebben op de productiekosten van tal van goederen, dienen goedkooper geleverd te worden, zoo men den kostprijs van vele artikelen verminderen wil en zoo men onze nationale nij verheden in de mogelijkheid stellen wil met meer welslagen aan de vreemde mededinging het hoofd te bieden. Laat ons dan hopen dat de tot op heden gedane proef zal volstaan om iedereen, zoowel de parti culieren en de nijveraars als de Nationale Com missie zelf, van de voor alle verbruikers zoo schadelijke gevolgen, door de geleide economie veroorzaakt, te overtuigen en dat de Staat de noodzakelijkheid van haar afschaffing zal willen inzien. De Nationale Maatschappij voor den Kleinen Landeigendom, ingericht door de Besluitwet van 27 Februari 1935, heeft haar werkzaamheden aangevat. Deze instelling heeft voor doel kleine landei gendommen ter beschikking te stellen van min vermogende personen die, door het bewerken er van, ruimer den kost voor hun gezin zullen kun nen verdienenhet werk in de open lucht zal tevens, gedurende de vrije uren of tijdens de ge dwongen werkloosheid, een weldoende bezigheid zijn. Om dit doel te bereiken, beraamt de Nationale Maatschappij het hiernavolgende plan 1' Het aanleggen van gronden in tuinen van ten hoogste 5 aren. De werklieden, die van tuinbouw rog weinig afweten, zullen met raad en daad worden bijgestaan, hetgeen hun mogelijk maken zal, met een beetje goeden wil, de noodige groenten en aardappelen voor het huishouden te winnen. 100 m2 tuin, goed bewerkt, kunnen een schoonen stuiver opbrengen. 2') Het tot stand brengen van kleine teelten, over het algemeen van 10 tot 20 aren, kunnende gaan tot ten hoogste 50 aren, met een gezinswo ning en bijgebouwen. De kleine teelten, voorbe houden aan diegenen die reeds op de hoogte zijn van den landarbeid, zullen aangelegd worden in den omtrek van de nijverheidscentra, opdat de belanghebbenden gemakkelijk op hun werk zou den kunnen geraken. 3r) Het ter studie leggen van de inrichting van kleine landbouwbedrijven van ten hoogste 6 Ha. voor personen die met het landbouwbedrijf heelemaal vertrouwd zijn. Dank zij het geld door de Regeering ter be schikking der Nationale Maatschappij gesteld, zullen deze kleine eigendommen zoo goedkoop mogelijk kunnen verhuurd of verkocht worden, en zulks met al het gemak dat de wet reeds voor goedkoope woningen voorziet, De crisis is scherp, vele fabrieken zijn geslo ten en zullen misschien voor eeuwig gesloten blijven. De nijverige standen, getroffen of bedreigd door de werkloosheid, moeten zich inrichten om, door eigen arbeid, aan hun gezin voedsel en welzijn te bezorgen. De voedende aarde biedt u haar hulp bronnen laat niet na er gebruik van te maken. Ondanks den harden tijd, zijt gij zeker uw ge zin aan den kost te helpen in de kalme afwach ting van betere dagen. Laat u dus inschrijven op het Gemeentehuis, opdat de Nationale Maatschappij ingelicht weze over de behoeften in de verschillende streken van ons land. En dat al degenen, voor wie deze oproep geen rechtstreeksch belang oplevert, ons hunne mede werking verleenen en ons de gronden aanduiden die wij zouden kunnen aankoopen om ze te laten bewerken. Namens den Beheerraad De Directeur-Generaal, De Voorzitter, (get.) R. Marique. (get.) F. Gosseries. 13BQBE1E1EIBBBQBE1QE1HQ NABOOTSING VAN HOUT EN MARMER MODERNE SCHILDERING PLASTIEK o LINOLEUM BALATUM BEHANGPAPIER EIGEN VERZORGD WERK MATIGE PRIJZEN. Ontwerpen en teekeningen op aanvraag. Wat zijn de Vuurkruisen Welke zijn hunne eischen De Belgische Vuurkruisen zullen op Zondag 19 Januari aanstaande manifesteeren. Omtrent deze betooging is het wel noodzakelijk eens het doel en het zijn van den Belgischen Vuurkruisenbond te laten kennen. Talrijke valsche begrippen wor den in het licht gezonden. Zoo beweerde men eerst dat de Vuurkruisen verdeeling zochten on der de Oudstrijders. Het woord is onjuist en er is bij het vormen van den Vuurkruisenbond slechts spraak van een herklasseering tusschen de Oudstrijders en dezen die slechts gemobili seerd werden voor het leger, maar nooit in het vuur hebben gestaan. Het gebeurt ook dat men de Belgische Vuurkruisen vergelijkt met de Fran- sche Croix de Feu Dat is heel en al verkeerd, daar de Fransche Vuurkruisen een politieke fractie vormen, terwijl de Belgische Vuurkruisen alleen de dragers zijn van een wettelijk inge steld eereteeken, dat verleend wordt aan alle Oudstrijders van het vuur die minstens 12 maan den front hebben, 9 maanden tegenwoordigheid in een strijdend korps, aan de frontjongens die den slag van de Yzer (1914) of het laatste offen sief hebben medegemaakt. Het Nationaal Verbond der Vuurkruisen is een vereeniging die alleenlijk de dragers van de officieele «Vuurkaart» als werkelijk lid aan vaardt, en dit buiten en boven alle politiek. Ook dezen die gekwetst of gegazeerd zijn geweest op het front, worden als lid aanvaard, al hadden zij slechts een dag in de vuurlijn gestaan. Ten slotte zijn er zelfs die beweren dat de Vuurkruisen Fascisten zijn en... militaristen. Dat alles is te belachelijk om weerlegd te worden. De ondervinding heeft na lange jaren geleerd dat de verdiensten der ware Oudstrijders niet altijd erkend en beloond werden. Er zijn na den oorlog op alle gebied, en inzonderheid in zake oorlogsinvaliditeit, erge misbruiken geslopen en men is in talrijke gevallen veel te breed geweest. De betooging van Brussel gaat dus door voor het rechtsherstel der Vuurkruisen. De Vuurkruisen maken geen specifieke politiek. Zij vragen ook dat hunne makkers, die op het front gestraft werden, somtijds voor een kleinig heid, hunne vuurkaart zouden mogen bekomen. Worden natuurlijk uitgesloten, deze die gestraft werden voor het gemeen recht, de verraders en overloopers. De regeering is wel toegevend geweest voor ze kere burgers, 'die onder den oorlog geheuld heb ben met den vijand, en wij vragen ons dan af waarom onze frontjongens, die somtijds 30 en 40 maanden goeden dienst hebben gedaan op het front en die gestraft werden voor een oogenblik vertwijfeling of voor een bagatel, nu 17 jaar na den oorlog nog altijd moeten boeten... Wij durven verhopen dat de regeering een goed gevolg zal geven aan die rechtmatige eischen. Er bestaan inderdaad van die treurige feiten die niet langer mogen bestendigd blijven. Het is een kwestie van eerlijkheid en van hoogere mensche- lijkheid. Nationale Vuurkruisenbond. STAD VPER STADSSCHOUWBURG O om 8 uur 's avonds ingericht ten voordeele van het Verstandhoudingscomiteit der Oud-Strijders van Yper GEGEVEN DOOR: Me juffer I. VERHACK, Zangeres Laureaat van het Koninklijk Conservatorium te Gent. Professor aan de Muziekschool te Yper Mijnheer J. DECADT, Pianist Gediplomeerde Professor door den Staat Mijnheer V. LEGLEY, Altist aan het I. N. R. te Brussel 1° Prijs met groote onderscheiding aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Brussel. OP HET PROGRAMMA WERKEN VAN: Albeniz Bach Beethoven Brahms Chausson Chopin Daquin Decadt Dezutter Fauré Franck Fuerisson Hue Jongen Legley Vieuxtemps. Prijzen der plaatsen 6, 4 en 3 fr. Kaarten te bekomen bij de leden der verschil lende afdeelingen Oud-Strijders en in hunne lokalen Au Saumon Hotel Skindies Ho tel du Nord», Regina en Hotel Continental

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 4