BAL TANGO
4
De Coördinatie van het Vervoer
OP ZATERDAG 8 FEBRUARI 1936
-GROOT CONCERT -
LIGUE DES POILUS DE FRANCE
GRAND BAL COTILLON
-O
Wij hebben hier vroeger enkele zijden van dit
belangrijk vraagstuk, dat zooveel voor- en tegen
standers heeft, op objectieve wijze uiteengezet,
zoodat onze lezers reeds de groote trekken ervan
kennen. Het beoogde doel is het vervoer langs de
baan te reglementeeren, ten einde het vervoer
per spoor minder deficitair te maken. Door den
Heer Minister werd eén speciale commissie be
last dit ingewikkeld vraagstuk te onderzoeken
en haar besluiten zijn in een voorontwerp van
wetsbesluit vereenigd geworden.
De kwestie is daarmede nog ver van opgelost
en de coördinatie van het vervoer, die in ver-
schillige andere landen reeds in voege is, bestaat
hier bij ons nog steeds enkel en alleen onder den
vorm van ontwerp.
Over dit vraagstuk van het spoor en de baan,
waarbij zooveel verschillige belangen betrokken
zijn, werden er onlangs, onder de bescherming
der Handelskamer van Brussel, twee zeer inte
ressante voordrachten gegeven, de eene door M.
N. Rulot, algemeen bestuurder der Nationale
Maatschappij van Belgische Spoorwegen, en de
andere door Major André, algemeen bestuurder
der Vereeniging voor de verdediging der belan
gen van het Automobilisme. Beide sprekers ver
dedigden er de belangen der maatschappij of
vereeniging die zij vertegenwoordigen, en ten
einde onze lezers toe te laten zich een eigen
denkbeeld over het vraagstuk te vormen en dan
ook zelf het gepaste besluit te nemen, stellen wij
ons voor hier de twee tonen der klok te laten
hooren en de groote lijnen dezer twee voordrach
ten weer te geven.
Wij laten eerst het woord aan M. Rulot, den
vertegenwoordiger en verdediger van het spoor
In de laatste tijden waren er slechts twee me
dedingers die zich de markt van het vervoer be
twistten, namelijk het water en het spoor.
Na den oorlog echter bood zich een derde me
dedinger aande auto.
Het is onbetwistbaar dat deze laatste een voor
uitgang daarstelt en dat hij aan den handel en de
nijverheid groote diensten bewezen heeft. Tot in
1929 heeft het optreden van dezen derden mede
dinger niet de minste stoornis teweeggebracht.
Het land kende alsdan een tijdperk van buiten
gewonen voorspoed, zoodat ieder vervoermiddel
gemakkelijk een afdoende klienteel had en ruim
schoots kon bestaan.
Doch sedertdien is de crisis ingetreden. Het
vervoer werd schaarscher dan ooit, en terwijl de
baan het klein vervoer aan den spoorweg ont
nam, ging het vervoer der zware vrachten steeds
meer en meer aan de scheepvaart over.
Hieruit is een uitzinnige mededinging gespro
ten de spoorweg tracht het vervoer terug te
winnen dat het baanverkeer hem ontnam en stelt
alles te werk om het trafiek te behouden dat het
water poogt te bemachtigen.
Een ongewone daling der vervoerprijzen was
er het gevolg van, zoodat heden ten dage het
baanvervoer heeft opgehouden winstgevend te
zijn en het vervoer per schip er niet meer toe
geraakt een voldoende bestaan aan den schipper
te bezorgen. Zoo staan de zaken op onze dagen.
In 1932 heeft de wetgever het personenvervoer
langs de baan op bepaalde wijze geregeld. Zijne
tusschenkomst bestond niet alleen in het uitvaar
digen van politiemaatregelen op het verkeer,
maar deed zich ook gelden in de betrekkingen
tusschen gebruiker en vervoerder. Waarom dan,
zoo de wetgever het nuttig geoordeeld heeft in
het personenvervoer tusschen te komen, zou hij
weigeren hetzelfde voor het goederenvervoer te
doen
Het is waarschijnlijk omdat hij vreest de vrij
heid der overeenkomsten te belemmeren en dat
de openbare meening zich van langs om meer ver
zet tegen hetgeen men overeengekomen is de ge-
in Lapiere's zaal, Hondstraat, Yper
gegeven door de Maatschappij
JONGE ACCORDEONISTEN YPER
met een orchestre tango, 15 muzikanten
onder leiding van den virtuoos accordeonist
Albert DE HOLLANDER.
Om 23 uur
PROGRAMMA
1. Marche des Accordéonistes Yprois
A. De Hollander
2. Valse Militaire Beige L. Frémaux
3. L'Auberge du Cheval Blanc
Stolz en Benatzkij
4. Retour de Liége, marche Em. Van Herck
Algemeene inkomprijs3 Fr. Leden gratis.
Kaarten te bekomen bij al de leden en in
't lokaal Hondstraat, 22.
leide economie te noemen.
Om dit te weerleggen, gaan wij eens na hoe,
onder opzicht van deze vrijheid, de toestand van
de auto en van het spoor er uitziet.
De spoorweg, eenerzijds, is gebonden door de
gebiedende voorschriften der wet van 25 Oogst
1891, volgens dewelke hij verplicht is alles te
vervoeren en slechts prijzen toe te passen volgens
regelmatig bekend gemaakte tarieven, zelfs al
is dit vervoer aan deze prijzen niet winstgevend.
De spoorweg moet alle leveringstermijnen eer
biedigen en aan alle mogelijke beweging van het
trafiek het hoofd bieden. Het is hem insgelijks
niet toegelaten bijzondere overeenkomsten te
sluiten.
De vervoerder langs de baan, daarentegen be
zit alle vrijheid. Hij weigert alle vervoer dat te
kostelijk valt of de mogelijkheden zijner uitba
ting overtreft. Hij kiest zijne klanten en zijne
koopwaren. Hij regelt zijne tarieven naar goed
dunken en mag een handelaar bevoordeeligen ten
nadeele van een anderen.
De uitbaters van het baanvervoer eischen het
behoud dezer vrijheid en, om hun standpunt te
verdedigen, gebruiken zij een argument dat niet
nalaat eenigen indruk te maken. Immers, zij be
weren den verkoop van vervoer te doen, juist zoo
als een kleermaker kleederen of een bakker
brood verkoopt, en zij vragen zich dan af waarom
zij anders zouden moeten behandeld worden dan
gelijk welk anderen handelaar.
Dcch deze stelling, zoo bedriegelijk in eerste
opzicht, komt voort uit een onloochenbare juri
dische dwaling. De overeenkomst van vervoer is
hoegenaamd geen contract van verkoop, doch wel
een huurcontract van werk of nijverheid. Het
ware dus onregelmatig aan deze huurovereen
komst de juridische of economische regels van
het verkoopcontract toe te passen.
Wat de overeenkomsten van verhuring van
werk of nijverheid betreft, zijn er sommige die
van geen volstrekte vrijheid genieten. Bevinden
zich namelijk in dit geval deze door den spoor
weg gesloten.
En hier stelt zich dan de vraag om te weten zoo
het behoort aan den spoorweg dezelfde vrijheid
te geven die de vervoerder langs de baan geniet,
ofwel indien men aan dezen dezelfde verplich
tingen moet opleggen die de vervoerder per
spoorweg op zich neemt.
Dit alternatief werd onderzocht door de Weder-
landsche Handelskamer, die, in haar zitting van
1935, verklaarde dat de onvoorwaardelijke me
dedinging tusschen de .baan en het spoor onver
mijdelijk algemeene verliezen, een vermindering
der opbrengst van het vervoer en zware budge-
taire lasten voor gevolg moet hebben.
Niemand durft bevestigen dat er, met aan den
spoorweg dezelfde vrijheid te geven waarvan de
baan geniet, aan den huidigen wantoestand een
einde zou gesteld worden.
De handel eischt, en met recht, dat hij te allen
tijde, op gelijk welk oogenblik, over de mogelijk
heid van vervoer kan beschikken. Daarom moet
men deze verplichting aan de vervoerders opleg
gen, doch is het rechtvaardig dit aan den spoor
weg alleen op te dringen
Indien het tot hiertoe alzoo geweest is, dan is het
omdat de spoorweg vroeger een monopolie be
hield. De auto is hieraan een einde komen stel
len en dien ten gevolge, zoo de bedrijvigheid van
o1 en vervoerder per baan niet gereglementeerd
wordt, zal men noodzakelijker wijze tot die on
aanneembare oplossing moeten komen den spoor
weg toe te laten het vervoer naar gelang van zijn
interesten te aanvaarden of te weigeren.
Als vervoerder vreest de spoorweg de mede
dinging van de auto niet. Zijn prijs is merkelijk
lager dan dezen van het baanvervoer.
Hoe komt het dan, mag men zich afvragen, dat
in sommige gevallen de auto voordeeliger prijzen
dan den spoorweg biedt. Het antwoord hierop is
eenvoudig terwijl de vervoerder per auto zich
uitsluitend om zijn inkoopprijs bekommert, heeft
de spoorweg, ten einde voor gansch het spoor
wegnet, en dit in het algemeen belang, een een
vormige prijsbepaling te hebben, een wederkee-
righeid tusschen de koopwaren, de lijnen, de stre
ken ingevoerd.
Indien de koopwaren van geringe waarde aan
uiterst lage prijzen kunnen vervoerd worden, dan
is het omdat andere koopwaren aan hooger prij
zen vervoerd zijn.
Moest de auto nu ook het vervoer dezer laatste
koopwaren aan den spoorweg ontnemen, dan zou
deze dadelijk verplicht zijn de tarieven te ver-
hoogen van de koopwaren die thans aan goed-
koope voorwaarden vervoerd worden.
In gansch het land door zijn de tarieven van
den spoorweg overal dezelfde, terwijl het auto
vervoer, bij het vaststellen zijner prijzen, reke
ning houdt met het trafiek van iedere verbin
ding en met het profiel van de te volgen wegen.
Behoort men het princiep, waarop de prijsbe
paling van den spoorweg gesteund is, te wijzigen?
De Wederlandsche Handelskamer, heeft deze
vraag beantwoord en moeten bekennen dat de
huidige schikking der vervoertarieven van den
spoorweg de belangen van handel en nijverheid
dient en dat het gevaarlijk ware daaraan gron
dige veranderingen te brengen.
Zij heeft terzelfdertijd verklaard dat het ge
heel der aan het publiek geboden vervoermidde
len de ware behoeften der economie niet overtref
fen mag. Welnu, in 1934 waren de baan en het
spoor hier in België in staat het jaarlijksch ver
voer van ongeveer 14 milliard kilometer-ton te
verzekeren, en zij hebben slechts 6 milliard kilo
meter-ton vervoerd.
Er is dus een teveel van 8 nriilliard kilometer-
ton, 't is te zeggen dat de ongebezigde tonnemaat
ongeveer 140 p. h. van het totaal trafiek van 1934
vertegenwoordigde.
Hetzelfde feit heeft zich in meest alle landen,
zelfs in Engeland en in de Vereenigde Staten,
voorgedaan. Hebben de openbare besturen maat
regelen genomen om een einde te stellen aan een
toestand die het algemeen belang benadeelt en,
binnen afzienbare tijden, de regelmatigheid der
verwisselingen in gevaar zou kunnen brengen
In België, had de Heer Forthomme op het bu
reel van den Senaat een wetsontwerp neergelegd
dat een belangrijke stap was naar de reglemen
teering van het openbaar vervoer der koopwaren.
Niettegenstaande de senaatscommissie er eens
gezind meê instemde, kwam dit ontwerp nooit
ter bespreking.
De Heer Minister Spaak heeft deze kwestie
hernomen en de Commissie, die hij instelde, heeft
zich, in hare besluiten, gesteund op de beslissin
gen die door de Wederlandsche Handelskamer
aangenomen waren.
Artikel 3 van het ontwerp heeft tot tal van
betwistingen aanleiding gegeven en nochtans b^
paalt het zich te voorzien dat, bij het verleenen
der toelatingen, er zal rekening gehouden met
de noodwendigheden van het trafiek en der be
staande vervoermiddelen.
Men bestatigt dat in andere landen, die even
zeer als het onze aan de vrijheid gehecht zijn, de
wetgever insgelijks met deze ingenomenheid
heeft rekening gehouden.
Wanneer de tegenstanders van het spoor het
nut van de twee tegenover elkaar staande ver
voerwijzen vergelijken, begaan zij misgrepen die
zoodanig in 't oog springen dat zij niet voor
rekening der onwetendheid kunnen gelaten wor
den.
Als de spoorwegen beweren dat het noodig is
het vervoer te ordenen, beoogen zij alleen de
reglementeering der bedrijvigheid van dezen die
het vervoer voor rekening van anderen verze
keren.
Welnu in al de verhandelingen, zelfs in deze
van befaamde Staathuishoudkundigen, houdt
men steeds rekening van de particuliere rijtuigen
en camions waarvan de eigenaars zich alleen voor
hun eigen behoeften bedienen.
Wanneer men deze voertuigen wegneemt, komt
men tot de bestatiging dat het automobiel kapi
taal, in de kwestie betrokken, slechts ongeveer
200 millioen vertegenwoordigt, dat het aantal
personen, die van de automobielnijverheid leven,
nauwelijks 20.000 bereikt en dat, op de 181 mil
lioen taksen aan den Staat gestort, alleen een ge
ring deel ervan in aanmerking komt.
De spoorweg vraagt, ten slotte, geen enkel be-
schermmaatregel. Nu reeds leveren de maatre
gelen, die genomen werden om de mededinging te
bestrijden, het bewijs dat zij werkdadig zijn en
men bestatigt reeds een ommekeer in den toe
stand. Het zijn de vervoerders per baan die dit
maal een reglementeering eischen.
Moest men nog lang dralen deze in voege te
brengen, dan zou het bestaan zelf der baanver-
voerders in gevaar kunnen gebracht worden, ter
wijl de spoorweg terzelfdertijd een nieuwe aan
passing zijner tarieven zou doorvoeren. Men kan
nochtans niet verzekeren dat de handel zich er
om zou verblijden.
Ziedaar het hoofdzakelijke van de voordracht
van den Heer Rulot, die besluit tot het doorvoe
ren der coördinatie van het vervoer, niet in het
voordeel van den spoorweg alleen, maar in het
belang van alle uitbaters van het openbaar ver
voer. In een volgende bijdrage zullen wij zien
wat de vertegenwoordigers van het baanvervoer
daartegen weten in te brengen.
Société sans but Lucratif
Section d'Ypres
o
SAMEDI 25 JANVIER 1936
a 7 h. du soir, en la Salie Lapiere
au profit de la Caisse de la Société
Des chapeaux fantaisie seront distribués
gratuitement. L'orchestre sera renforcé.
Grande Bataille de Confettis et de Serpentins.
ENTRÉE 3 FRANCS.