LEPLA Stad KORT HUK Stad KORTRIJK Stad KORT RUK Ge6 oor/en \oer/dar S/erfaet/d/fen ©perjdd VERANDERINC VAN WOONST TABAKWINKEL EN HULPPOST DE STUERSSTRAAT, Siad K ORTR/dK /nr/ee/zna der/veters vc/aens /eefti/d Adr?/a//t/rxderenoer /urL/ed/A 4400- tot J 3 IttS yffSO -ttSS tgJO -i/JS 4900 .//os /W V//_T -ffte ff}5 tffje rij* Fig. 1 dan het gemiddelde voor 1895-1899, alhoewel de be volking onder den oorlog gemiddeld 3.000 zielen sterker was). Na den oorlog, vinden wij In 1920-1924 501 sterfgevallen per jaar In 1925-1929 488,4 In 1930-1934 475,6 Sedert het maximum is de achteruitgang 45 Voor België werd het hoogste gemiddelde opgeteekend in 1890-1894 het laagste in 1920-1924 De achteruitgang is enkel 18 De gezondheidstoestand van Kortrijk vóór 1895 was immers lager dan deze van België. Men zal bemerkt hebben, dat sedert 1920 de verminde ring in het aantal sterfgevallen veel kleiner is dan vóór den oorlog, spijts de vele jaren met buitengewoon milde klimatischë omstandigheden. Het aantal sterfge vallen schijnt zich te willen stabiliseeren. Inderdaad, alwie geboren is vóór 1895, jaar waarbij de sterfgevallen sterk verminderen, heeft genoten van immer betere gezondheidsomstandigheden. Sedert 1895 dus, wordt de levensduur gerektbijgevolg, alwie boven de 40 jaar is heeft ervan genoten en altijd meer en meer. Ook de talrijke vijftigjarigen, stammende uit de.vruchtbare jaren 1885, de talrijke 60-jarigen, enz. Jaarlijks bereiken meer inwoners het 50e jaar, het 60° jaar, het 701, jaar, enz... leeftijd waarop de dood zich het meest slachtoffers uitkiest. Onze bevolking blijft langer werkkrachtig (werkloos heid der jongeren!), wordt ouder en bijgevolg, spijts betere gezondheidstoestanden, biedt zij meer en meer slachtoffers aan den dood. Binnen kort, zullen noch de vermindering van de kindersterfte, noch de betere gezondheidstoestanden hier tegen kunnen opwegen. Het aantal sterfgevallen, dat nu met moeite daalt, moet stijgen. (De samenstel ling der doodenlijsten volgens leeftijd der gestorvenen (sedert 1920) geeft hiervoor een doorslaand bewijs). De tijd nadert dus snel (1943 waarop èn geboorte remming èn vermeerdering der sterfgevallen onze be volking tot een maximum zullen brengen, waarna, in dien er zich geen inwijking voordoet, (Aan inwijking gelooven wij niet, omdat: 1) België in zijn geheel den zelfden weg opgaat van ontvolking2) in het algemeen de industrie zich niet meer aan de steden gebonden voeltbeter personen- en goederenvervoer, telefoon en telegraaf, jongere en goedkoopere werkkrachten, goed- koopere gronden en belastingen, giraal geld, in 't alge meen alles pleit voor vestiging buiten de steden, niet het minst de sociaal noodzakelijk geworden beweging, gekenmerkt door de leus «terug naar het land»), de totale bevolking, minder en minder talrijk worden. 3. Allerlei Economische Gevolgen. Eerst en vooral onderlijnen wij nogmaals dit feit, dat sedert 1900 de geboorten telkenjare, te weinig talrijk zijn om de voorgaande te vervangen bijgevolg is, in 1935, de groep onder de 35 jaar min talrijk dan hij ooit was vroeger. Daartegenover is de groep boven de 35 jaar om reden van de betere gezondheidstoestanden, talrijker dan ooit (fig. 4), enkel en alleen omdat de gemiddelde levensduur gerekt is (voor de meerderjarigen mef 2 jaar 1/4 sedert 1920). Bijgevolg, indien sedert 1920 de stad Kortrijk aange groeid is met 3.300 nieuwe inwoners, zijn deze zeker niet te vinden in de reeks onder de 35 jaar, maar wel, allen in de groep boven de 35 jaar. Feitelijk, in 1935, telt de groep onder de 35 jaar, 1500 zielen min dan in 1920. Bijgevolg is, sedert 1920, de groep boven de 35 jaar gestegen met 4.800 eenheden, 1500 meer dan de totale bevolkingsaangroei. Ook voor België, vinden wij tusschen 1920-1931 een totalen bevolkingsaangroei van 625.000 zielen, terwijl het kiezerskorps, mannen en vrouwen, gestegen is met minstens 950.000 eenheden De minderjarige bevolking is dus geslonken met 325.000 zielen. Wij meenen te mogen besluiten uit het feit, dat de geboorteremming (sedert 1905) reeds de jonge kiezers aantast, dat de groep boven de 30 jaar tenminste met 1.000.000 geste gen is (waaronder 475.000 mannen!), terwijl de groep onder de 30 jaar met 375.000 geslonken is. Kortrijk, 450 huizen in beluiken.) De woondensiteit, welke nu 3,95 inwoners per huis bedraagt, zal nog verminderen tot 3.25 (rond 1950). Telkenjare wordt de toevoer van 20-jarigen in de economische productie dunner telkenjare zijn er meer 65-jarigen, welke dan ook uit de productie ontvallen de tijd komt, waarop de langgerekte levensduur van de oudere producenten, niet meer zal opwegen tegen de producentenvermindering, veroorzaakt door beide eerste verschijnselen. Bijgevolg zal, binnen kort, het aantal producenten tusschen 21 en 65 jaar eerst traag, dan versneld dalen. Binnen een afzienbaren tijd zal er niet alleen een tekort zijn aan geschoolde krachten maar ook aan jonge geschoolde en jonge krachten. Aanpassingsvermogen is het kenmerk der jongeren anderzijds eischt de snel evolueerende industrie een groot aanpassingsvermogen, dat de oudere producent niet bezit. Bijgevolg is er voor de niet talrijke jeugd, als zij degelijk voorbereid wordt, een groote toekomst weg gelegd. Wanneer men denkt welken weerslag een. oorlog in Europa, in de huidige omstandigheden, op demogra- phisch gebied zou hebben, dan is men ontzet over de gevolgen. Immers een oorlog zou juist dat deel der bevolking wegnemen dat er noodig is om deze bevol king op haar peil te houden, namelijk de verminderende jeugd tusschen 20 en 30 jaar en de sterke groep tus schen 30 en 40 jaar. De h,eer Voorzitter Vermeulen maakte zic-h de tolk der vergadering om den heer De Meyere om zijn uiterst belangwekkende voordracht te bedanken en wees op de overgroote som van. werk die het verzamelen van een dergelijke documentatie moet veroorzaakt hebben. Hij zegde zich overtuigd dat de heer De Meyere, die thans van regeeringswege aan het hoofd komt geplaatst te worden eener commissie, die voor doel heeft de werk loosheid in het grensarbeidersgebied (dat een bevol king van ongeveer 450.000 zielen omvat) te bestrijden, zich met denzelfden ijver en werkkracht aan deze nieuwe taak zal wijden, en drukte de hoop uit dat zijn pogingen met welslagen mogen bekroond worden, tot meerder welzijn van gansch de streek en tot eer van den verdienstelijken persoon die zich deze groote taak liet opleggen. Op dit cogen'olik (December 1935), telt Kortrijk 500 werkloozen maar de mannelijke bevolking tusschen 21 en 65 jaar is gestegen sedert 1920 met 1737 eenheden. Er zijn dus 1237 mannen meer aan het werk in 1935 dan in 1920 Met andere woorden, het feit dat onze bevolking en kel groeit met ouderen boven de 35 jaar (veel produ centen en nu nog weinig ouderlingen), heeft voor gevolg, dat, sedert 1920, tegenover een bevolkingsaangroei van 10 er zich een producentenaangroei voordoet van 18,6 (voor Iseghemaangroei bevolking, 12,5 aangroei kiezerskorps, 25 Voor België, is het verschijnsel nagenoeg hetzelfde. Men vergelijke den aangroei in mannen boven de 30 jaar met het hoogste aantal werkloozen in Februari 1935 Wij vestigen ook de aandacht op het feit, dat de man nelijke bevolking boven de 65 jaar ongemeen rap stijgt met 243 tusschen 1920 en 1931 mèt 192 tusschen 1931 en 1935. Deze stijging is uitsluitend te danken aan den langeren levensduur en verplicht ons, eens te meer, voor een onmiddellijk nabije toekomst, die pension- neering onder oogen te nemen. De Kortrijksche jonge gezinnen (ouders beneden de 40 jaar!), zijn min kroostrijk dan vroeger: De woon densiteit is dus minder. Daarenboven, voor de huisves ting van 4.800 nieuwe inwoners boven de 35 jaar, zou den, indien zij allen gehuwd waren, 2.4Ö0 nieuwe huizen moeten gebouwd zijn sedert 1920. Inderdaad, er werden sedert 1920 2.344 nieuwe huizen gebouwd Het aantal huizen, bewoond door twee menschen, moet stijgen. Immers, de sedert 1920 talrijke huwelijken met gemiddeld nog geen twee kinderen, zullen vroeg beroofd worden van deze twee kinderen door het hu welijk (of zelfs den dood); ze zullen op jongeren leeftijd (50 a 55 jaar) reeds blijven met hun getweeën Hoe paradoxaal het ook klinkeindien, zooals nu, het appartementenwezen of het samenwonen niet de ge woonte wordt, moet het aantal huizen nog stijgeh, om de eenvoudige reden, dat in de volgende jaren, zelfs met afnemende bevolking, onze oudere bevolking nog moet stijgen en wel met groepen van twee menschen en met alleenwonenden(Een politiek van aanbouw van kleine alleenstaande huizen dringt zich vanzelf op ook een politiek-van uitroeien van krotwoningen; te Sedert WOENSDAG 29 JANUARI is de uit de Tempelstraat, 9, overgebracht naar

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 3