M' Vandendriessche 2 DENTISTE Dixmudestraat, 49 YPER Telefoon 311. Raadplegingen alle dage. Specialiteit van geperfectionneerde gebitten met waarborg. gelijkte en den onderdrukte het hem gedane onrecht luid over de daken te schreeuwen, en van die macht zullen wij, zoo dikwijls de gele genheid zich ertoe biedt en zoolang wij het noo- dig achten, ruimschoots gebruik maken. Wat ons thans onze meening, dat er met de kwestie van het herstel der vaart geen voor uitgang meer gemaakt wordt, nog komt verster ken is een brief van het Ministerie van Openbare Werken dien de Heer Senator Mullie aan den Heer voorzitter der Handelskamer van Yper komt mede te deelen en waaruit ten duidelijkste blijkt dat men het herstel onzer vaart op de lange baan tracht te schuiven. Hier volgt ten andere dit schrijven, zoodat onze lezers zich zelf van de inzichten van hc. Ministerie, die maar al te klaarblijkend zijn, zullen kunnen overtuigen. Ministerie van Openbare Werken Brussel, Kabinet van den Minister den 13 Augustus 1936. Waarde Senator, Ik ontvang uw schrijven van 7 Augustus 1936, aan gaande het kanaal Ieper-Komen, en waarmede u aan dringt opdat de werken voor bedoeld kanaal zouden kunnen worden begonnen binnen enkele weken. Alhoewel ik de dienst aanzet de studie van het kanaal ten zeerste te bespoedigen, moet ik u doen op merken dat het onmogelijk is aan uw hierboven aan- gehaalden wensch te voldoen. Zulks zal u blijken wan neer men nagaat dat het hier betreft een kanaal dat, in feite, nooit in uitbating is kunnen komen en waar voor zeer kiesche studiën dienen gemaakt, gelet op o. m. de doorsnede van Hollebeke. Met de meeste hoogachting. Uw dw., Voor den Minister Het Kabinetshoofd, (get.) K. Bollengier. Aan den Heer G. Mullie, Senator, Brand Whitlocklaan, 58, Brussel. In antwoord op dit weinig aanmoedigend schrij ven heeft de Handelskamer van Yper aan den Heer minister Merlot dadelijk den volgenden brief gestuurd, dien wij hier met veel genoegen overnemen en waarvan ook een afschrift aan al de Heeren senatoren en volksvertegenwoordigers van ons arrondissement gezonden werd. Handels- en Nijverheidskamer Den 19 Augustus 1936. Yper. Aan den Heer Merlot, Minister van. Openbare Werken, Brussel. Heer Minister, De Heer Senator Mullie geeft ons kennis van den brief hem, in uwen naam, geantwoord door uw Kabi netshoofd, de Heer Ingenieur K. Bollengier, op zijn schrijven van 7 Oogst. In dezen brief had de Heer Senator Mullie aangedrongen opdat, terwijl de studies betreffende het pand van Hollebeke met al den moge lijken ernst uitgevoerd worden, het herstel zou aange vangen worden der andere deelen, welke de 9/10 van het kanaal uitmaken en waar geen bijzondere studies van doen zijn. Dit was door hem voorgesteld met de twee onmiddellijke inzichten1° het krediet van 10 miljoen, door den Heer Minister Hendrik De Man inge schreven, niet te laten vervallen en 2? werk te ver schaffen aan een groot getal werkloozen en dan ook nog met het voornaamste doel eindelijk aan de streek, die alles leed voor hét heil van het vaderland, kans te bieden zich door werken te verheffen. Het spijt ons, Heer Minister, Ued. te moeten zeggen dat niemand hief het antwoord van den Heer Ingenieur Bollengier aannemen kan. Wij, die steeds al de werken der vaart Yper-Komen gevolgd hebben, weten hoe kiesch het herstel van het pand van Hollebeke is, maar wij weten ook dat, ware dit pand bij voorbeeld gelegen te Eigenbilsen, er thans in het hooger bestuur van Bruggen en Wegen, in het Ministerie van Openbare Werken een wil zou bestaan die alles'zou overwinnen. En wij zouden in de dagbladen, ten voordeele der door snede Hollebeke Eigenbilsen, van de hand van den Heer Delmer, secretaris van het Ministerie van Open bare Werken, met groot genoegen vernemen dat er thans voor de techniek onzer ingenieurs geen moeilijk heden der natuur meer bestaan Wij bestatigen ook, bij voorbeeld, dat voor het werk der verbinding Noord-Zuid te Brussel men niet wacht totdat de studies van het moeilijk gedeelte gedaan zijn. En nochtans heeft men, met het oog op deze moeilijk- héden, gedurende meer dan twintig jaar geaarzeld en zelfs dikwijls op het punt gestaan de reeds gedane werken af te breken L'Application des procédés ultra-modernes ne laisse plus place a l'imprévu is er het ordewoord en terwijl de boringen en studies aan den gang zijn, is men volop bezig de bovengrondsche werken uit te voeren. En zie, van de geheele lengte der Noord-Zuid verbinding, 't zij 3058 meters, zijn 1950 meters of om trent de 2/3 ondergrond en slechts 216 en 892 meters bovengrond. Terwijl hier slechts 1/10 der werken moeilijk is en de 9/10 dezer werken in den aard zijn van die van het kanaal Yper-Yzêr, dat even zoo verwoest werd door den oorlog en sedert 1933 opnieuw bevaarbaar is... Maar de Noord-Zuid verbinding is gelegen te Brussel!... En wanneer de Heer Ingenieur Bollengier aan den Heer Senator Mullie schrijft dat het hier een kanaal betreft dat in feite nooit in uitbating is kunnen komen, dan zien wij ons verplicht hem te antwoorden dat, was het niet van de instorting der thans nutteloos geworden brug van Hollebeke, de vaart Yper-Komen in 1914 be vaarbaar ware geweest. En was dit verwezenlijkt en had Yper tevens zijn ongelukkig oorlogslot niet onder gaan, dan zouden wij ook thans mogen roemen op een snel toenemende bevolking en op honderd duizend tonnenverkeer. Yper zou heden ook nog zijn Rijschool, zijn garnizoen, zijn Weldadigheidsschool, Meessen zijn Koninklijk Instituut, alles wat de andere Belgen ons ontnamen, bezitten. En misschien ware, gelijk voor het gelukkige Rousse- lare, het oogenblik gekomen om te spreken van de ver breeding der vaart Yper-Komen, en misschien zou thans het hooger bestuur van Bruggen en Wegen, onder den invloed onzer bloei en macht, verklaren dat voor de moderne kunde onzer ingenieurs de verbreeding der geul van Hollebeke slechts een kinderspel is. Heer Minister, hét zijn antwoorden als die van den Heer Ingenieur Bollengier die ons opnieuw doen ge voelen al het vernederende van den toestand waarin de oorlog onze stad heeft gedompeld. Na een harden strijd hadden wij van den Heer Minister Hendrik De Man kredieten bekomen voor het herstel der vaart Yper-Komen, de tegenwoordige brief van den Ingenieur Bollengier doet ons twijfelen over de inzichten van het hooger bestuur van Bruggen en Wegen, en doet ons als gevoelen dat wij den strijd zullen moeten heraan- vatten. Wij doen, Heer Minister, beroep op uwe tus- schenkomst. Wat voor Brussel mogelijk is, kan ook voor Yper gedaan worden. Er zijn geen twee soorten van Belgen. Wij bidden Ued. dus, Heer Minister, de zaak grondig te onderzoeken. Wij zijn te uwer beschikking om Ued. 't zij ter plaats, 't zij te Brussel in uw kabinet, ten volle in te lichten en wij drukken de hoop uit van Ued. weldra het goede nieuws te mogen ontvangen dat, ter wijl de studies der doorsnede van Hollebeke aan den gang zijn, de herstellingswerken der andere deelen van het kanaal onmiddellijk zullen aangevangen wor den. In deze hoop, bieden wij Ued., Heer Minister, onze beleefde groeten aan. Namens het Bestuur De Schrijver, De Voorzitter, (get.) Ed. Toussaert. (get.) H. Vermeulen. Wij zijn benieuwd te vernemen wat de Heer Minister Merlot hierop zal antwoorden. Mochten wij ons over zijn ware inzichten bedrogen heb ben en mocht hij, om ons van onze vergissing te overtuigen, dadelijk het bevel geven de onmid dellijk uitvoerbare herstellingswerken dit jaar nog aan te vangen. Doch, indien wij tot hiertoe nog steeds, na al de schoone beloften die ons vroeger herhaaldelijk gedaan werden, heimelijk die zoete hoop koesterden, thans maken wij ons geen illusie meer. Wij worden er integendeel hoe langer, hoe meer van overtuigd dat wij niet al leen ons medezeggenschap, maar, wat nog erger is, zelfs ons recht op bestaan in de Belgische gemeenschap heftig zullen moeten verdedigen, dat wij hetgeen ons rechtmatig toekomt stuk voor stuk zullen moeten weten te veroveren. Terwijl wij hier, zooveel jaren na den oorlog, nog niet eens kunnen terugbekomen wat hier vroeger bestond en voor het heil van geheel het land verwoest en vernietigd werd, worden overal elders grootsche, nieuwe werken uitgevoerd, doch onze streek hier is voor die Heeren van Brussel juist maar goed genoeg om te helpen be talen voor de werken der machtigen en tot slag veld te dienen om het overige van het land niet vuil te maken. Het zijn de moeilijkheden niet van Eigenbilsen, en men weet of ze van belang waren, die belet hebben het grootsche werk van het Albertka- naal aan te vatten. Heeft men geaarzeld de tun nels onder de Schelde te bouwen, en dit werk nochtans vroeg wat meer durf dan het graven der open vaargeul te Hollebeke. Wat men op de vaart Brussel-Charleroi aan de kruin tusschen de Samber en de Senne zal ontmoeten, zal niet verhinderen de aangevatte verbeteringswerkén dezer vaart door te drijven. De nieuwe sluis te Oostende, die, spijts de millioenen welke men er aan besteedde, geen stand houdt, zal weldra door een nieuwe en veel kostelijker vervangen wor den. Dergelijke voorbeelden zijn er genoeg. Alleen wanneer het Yper betreft, moet men ofwel een gunstiger financieelen toestand afwachten, ofwel zijn de uit te voeren werken, volgens de bewe ring van het ministerie, van zulken moeilijken aard dat zij schièr onoverkomelijk zijn en slechts na jaren en jaren studie, God weet wanneer, zul len mogen begonnen worden. Alle uitvluchtsels zijn goed om die brave Yperlingen te paaien, doch eens dat het er op aankomt tot de vervul ling der vroeger gedane beloften over te gaan, is men te Brussel, om zich van die te veel eischende en nooit voldane Yperlingen te ontmaken, er niet ver meer af ons ingenieurskorps in de oogen der wereld te vernederen en het onbevoegd te verkla ren een kleine vaart, van iets meer dan 15 km. lang met een moeilijk gedeelte van amper 700 meter, te herstellen, niettegenstaande ditzelfde ingenieurskorps reeds veel grootscher en moei lijker werken, die de wereld door in alle be voegde middens bewondering afdwingen, tot een goed einde wist te brengen. Neen, Mijnheer de Minister, de door U aange haalde reden kan hier door niemand ernstig op- genomen worden. Daar schuilt, iets anders achter. De moeilijkheden der doorsnede van Hollebeke, waarvan in den brief van den Heer ingenieur Bollengier gewag gemaakt wordt,, beletten geens zins de andere herstellingswerken der vaart met het thans beschikbare krediet aan te vangen. De Heeren ingenieurs van Bruggen en Wegen, die hier den toestand kennen, hebben reeds meer dan eens bevestigd en plechtig verklaard dat die moeilijkheden thans, dank aan de opgedane on dervinding en de verbetering der moderne tech niek, van geen tel meer zijn. Ten andere, zooals het in den brief der Handels kamer van Yper zoo wel vermeld staat, wacht men niet, voor wat de Noord-Zuidverbinding he- treft, naar den uitslag der thans aan den gang zijnde peilingen en studies om dit werk, waarvan het nut nu nog door zoovelen betwijfeld wordt, aan te vangen. Wat voor de Noord-Zuidverbinding te Brussel gedaan wordt, waarom zou zulks ook te Yper niet in praktijk kunnen gesteld worden', te meer dat, zooals wij liet eeriigen tijd geleden reeds: zegden, het werk der Noord-Zuidverbinding zooveel ge lijkenis vertoont met dit van de vaart Yper- Komen. De noodige gronden voor de Noord-Zuid ver binding zijn reeds voor 98 per honderd onteigend. Het moeilijk gedeelte van dit werk is het graven van een tunnel van 1948 m. onder den heuvel van den Coudenberg, daar de aard van den onder grond van Brussel, volgens het oordeel van des kundigen, zich maar moeilijk tot dergelijk werk leent. De verwezenlijking der Noord-Zuidverbin ding zal er grootelijks toe bijdragen om de wer keloosheid te verminderen gezien, naar de gedane schattingen, de handenarbeid ongeveer de drie vierden van het totaal bedrag der aanneming zal opslorpen. Dit werk, waarvan de uitvoeringskos ten over een paar jaar op 2.721 millioen geraamd werden, zal het verkeer der reizigers vergemak kelijken en verbeteren, daar zij alsdan van statie niet meer zullen moeten veranderen. Wij zouden nog andere beweegredenen kunnen aanhalen die gebruikt en ertoe bijgedragen heb ben om de verwezenlijking van dit ontwerp te doen beslissen. Doch, waarom hierop nog langer aandringen Al diezelfde beweegredenen kunnen hier evengoed en misschien nog beter aangewend worden ten voordeele van het herstel der vaart Yper-Komen dat men, spijts het besloten werd, maar toch maar niet wil beginnen. Al de gronden zijn hier sedert lang reeds ont eigend, het moeilijk gedeelte, namelijk de door snede van Hollebeke, bedraagt maar 700 m., het uitdiepen der vaargeul, het herstellen der stuk geschoten oevers, het metselen der sluizen en bruggen, dit alles is uitsluitend handwerk, dus ten zeerste geschikt om tal van onze werklooze aardewerkers en bouwarbeiders aan het werk te stellen. Wat nog meer is, dit herstellingswerk zal maar een nietigheid kosten in vergelijking met de millioenen die elders besteed worden. En die vaart, die het Yzerbekken met het Leiebekken moet verbinden, zal, eens dat zij voltooid is, het verkeer tusschen de haven van Nieuwpoort en haar hinterland vergemakkelijken en bespoedi gen. Zij zal de herleving van Nieuwpoort moge lijk maken en ook, door de bevordering der scheepvaart, aan Yper en gansch de streek een deel van den door den oorlog verloren welstand teruggeven, door hier de bestaande nijverheid in de mogelijkheid te stellen zich uit te breiden en er zelfs nieuwe in het leven te roepen. Dat, niettegenstaande vele en dan nog wel van de bijzonderste onzer handelaars hier te Yper na den oorlog, juist door het gebrek aan goede verkeerswegen en waterverbindingen, niet meer zijn teruggekeerd, dè handel sedert de herope ning van het kanaal Yper-Yzer gedurig toeneemt, bewijst de hieronderstaande tabel die de scheep vaartbeweging op de vaart Yper-Yzer in het eerste semester 1936 weergeeft. Tabel der Scheepvaartbeweging op de vaart Yper-Yzer Tijdperk 1' Semester 1936 Aangekomen uit den Yzer Weggevaren n' den Yzer Getal Getal schepen Tonnemaat Maanden schepen Tonnemaat 31 3548 Januari 12 1313 36 4398 Februari 11 820 38 4481 Maart 12 1035 31 3968 April 6 381 33 3421 Mei 9 1023 18 1684 Juni -6 541 187 21.500 56 5113 Voor gansch het jaar 1935 boekten wij slechts de volgende totalen Aangekomen uit den Yzer 303 schepen met een tonnemaat van 28.433 en weggevaren naar den Yzer 98 schepen met 6.694 ton. Dit getuigt van de leefbaarheid der scheep vaart bier in onze streek en doet ons, eens dat de vaart Yper-Komen op haar beurt voor de scheepvaart zal geopend zijn, het beste voor de toekomst verhopen. Wat wij daar zooeven schreven voor de hande-

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 2