KORTRIJKSCHE
ONDERLINGE
Brand -- Leven
Ongevallen
2
WAAR ZIJT GIJ HET ZEKERST
EN VOORPEELIGST VERZEKERD
TE KORTRIJK
Bijkant-oor te YPER
8, Mondstraat Tel. 159
Algemeen Opziener Omer Robyn
wezigen rechtstaande aanhoord.
Daarna werd de stoet, bij denwelken zich thans
enkele Ypersche maatschappijen aansloten, op
nieuw gevormd op de Vandenpeereboomplaats
en. gevolgd door een sympathieke menigte, toog
men naar de verschillige gedenkteekens van stad
om er hulde aan onze roemrijke Dooden te bren
gen. Aan den voet van het Ypersch Monument
werd een prachtige bloemenkrans neergelegd
door den Heer Dr De Winter, van Brugge, pro
vinciaal voorzitter van den Vuurkruisenbond,
terwijl de Heer Cambier, voorzitter van den
Yperschen Vüurkruisenbond, bloemen neerlegde
vóór de gedenkplaat van het 13th Belgian Field
Artillery en de Harmonie Ypriana de Braban-
gonne op gedempten toon uitvoerde.
Aan het Belfort, vóór het beeld van Koning
Albert, den Koning - soldaat, werd een aller
schoonste kroon van natuurlijke bloemen aange
bracht door den Heer Van Thorenburg. Procureur
des Konings en Eerevoorzitter van den Vuur
kruisenbond van Yper, terwijl de klaroenen hier
het Te Velde bliezen en de Harmonie Ypriana
het nationaal lied aanhief.
Vervolgens trok de stoet nog naar het Britsch
gedenkteeken der Meenenport dat door den Heer
Cambier bebloemd werd, wijl de klaroenen den
Last Post en de Harmonie Ypriana het God
save the King lieten hooren.
Een afvaardiging begaf zich dan nog naar het
Fransch krijgskerkhof van de Potyze, waar even
eens bloemen op de graven werden neergelegd.
Intuschën was de stoet tot op de Groote Markt
teruggekeerd, doch tengevolge van den aanhou
denden regen moest er van afgezien worden de
vuurkruisenjuweelen op de Groote Markt aan
de rechthebbenden uit te reiken en werd er be
sloten de overhandiging dezer eereteekens in den
Stadsschouwburg te doen.
De vertegenwoordiger van Z. M. den Koning,
de aanwezige overheidspersonen en de bestuurs
leden van den Vuurkruisenbond werden eerst nog
ten stadhuize ontvangen. De Heer burgemeester
Vanderghote. omringd van de Heeren Van der
Mersch. schepen, Seys en Vergracht, gemeente
raadsleden, en Versailles, secretaris verwelkomde
allen in de volgende bewoordingen
Ik ben gelukkig te mogen, als burgemeester van de
martelaarstad Yper. den Heer Kolonel Dewaele, afge
vaardigde van Z.M. den Koning, den afgevaardigde van
den Federalen voorzitter, den Voorzitter van het Pro
vinciaal Verbond, de afgevaardigden van de Af deelin
gen van het Nationaal Verbond der Vuurkruisen, de
Vuurkruisen van Stad. hier ten stadhuize, ontvangen
en welkom heeten.
Je tiens aussi a souhalter la bienvenue a Ypres aux
délégations des Croix de Feu de la partie wallonne du
pays qui ont voulu témoigner de leur sympathie a
Ypres, la Ville Martyre, et de leurs sentiments de soli-
darité a l'égard de leurs compagnons d'armes Yprois.
Het is met vreugde, beste stadgenooten Vuurkruisen,
dat het Bestuur en de bevolking van Yper zich bij de
plechtigheid van de overhandiging van het vaandel
van uwe lokale afdeeling aansluiten, plechtigheid welke
gij vandaag in innige broederlijke solidariteit met uwe
Ypersche strijdmakkers viert. Dit feit immers is de
bevestiging van het welgelukken der onverpoosde po
gingen die in stad aangewend werden om er de stich
ting van eene afdeeling van het Nationaal Verbond der
Vuurkruisen te bewerkstelligen. Het is ook de belijde
nis dat gij trouw zijt gebleven aan den geest van
dienst- en offervaardigheid die gedurende de lange
oorlogsjaren de uwe was. Lange jaren hebt gij doorge
bracht, ter verdediging van 's Lands onafhankelijkheid,
midden het meest vervaarlijk oorlogsgeweld dat ooit
over de wereld woekerde. Trouw aan uwe zending, met
vastberaden dienstvaardigheid, met edelmoedige offer
vaardigheid, hebt gij het dagelijksch doodsgevaar we
ten te trotseeren, wee, leed en ellende in ziel en lichaam
geleden en doorstaan. Na den wapenstilstand zijt gij
aan den geest die u op de slagvelden en in de modder
der loopgrachten bezielde trouw gebleven.
Zonder verbittering, zonder misnoegen, zijt gij in
den dienst getreden van de herwordende gemeenschap,
zonder de offers in de balans te werpen welke gij voor
hare vrijwaring en haar bestaan gebracht hadt.
Het vaandel, dat u straks zal overhandigd worden,
is het zinnebeeld en tevens de belijdenis van uw heer
lijk verleden en van uw vastberaden voornemen steeds
in dienst te staan van uw vaderland en van het Vorsten
huis van België.
Mocht gij onder de plooien van uwe driekleurige
vlag, met welgelukken wedijveren en medewerken om
in ons Land te doen verrijzen de geest van breede
broederlijkheid, van sociale rechtvaardigheid, van on
baatzuchtige offervaardigheid die aan den Yzer de
uwe was en zoodoende te maken dat in ons Land meer
maatschappelijke vrede, orde en voorspoed heersche,
in een woord te maken dat België met vertrouwen eene
betere toekomst te gemoet moge zien.
Ik ben overtuigd dat degenen voor wie het doods
gevaar dagelijksch brood was, die, gedurende eene
lange tijdspanne, rechtstreeksch in voeling met den
vijand meer bijzonder de vermoeinissen, risico's en ge
varen hebben doorstaan verbonden aan het vuur en den
bewegingsoorlogin den Vrede voor deze verheven
taak en plicht niet zullen terug deinzen maar integen
deel hunne beste krachten inspannen opdat, ten bate van
onze gemeenschap, hun edel ideaal eene heerlijke wer
kelijkheid worde.
Deze rede werd hartelijk toegejuicht en de
Heer Cambier, voorzitter van den Vuurkruisen
bond van Yper, dankte den Heer burgemeester
als volgt
Heer Burgemeester,
Heeren Schepenen en Gemeenteraadsleden,
De Vuurkruisen van de Afdeeling Yper en omlig
gende hebben mij de zware maar ook aangename zen
ding toevertrouwd, U hunne gevoelens van oprechte
erkentelijkheid uit te drukken voor de groote eer
welke gij ons vandaag betoont, met onze afgevaardig
den op het stadhuis te ontvangen.
Mijn Kolonel,
Mag ik U verzoeken, hier in dit stadhuis, uit naam
der Vuurkruisen, het eerste eereteeken, dat U gaat uit
reiken, te vesten op de borst van onzen strijdmakker
den Heer Jan Vandergh'ote, Burgemeester der stad Yper.
Hierop vestte Kolonel Dewaele, onder de geest
driftige toejuichingen van al de aanwezigen, het
Vuurkruis op de borst van den Heer burgemees
ter. Dan noodigde deze laatste allen uit een
glas te ledigen op het heil en den voorspoed van
den Vuurkruisenbond.
Dadelijk na de aankomst van den vertegen
woordiger van den Koning en van de overheden,
die op het verhoog plaats namen, werd de plech
tigheid in den stadsschouwburg aangevangen. De
klaroenen openden den ban en kolonel Dewaele
hield volgende aanspraak
Aan de Vuurkruisen van Yper
en hunne vrienden Oud-Strijders
Het heeft Zijne Majesteit den Koning behaagd mij
af te vaardigen cm aan de afdeeling Yper en omlig
gende van het Nationaal Verbond der Vuurkruisen
haar vaandel ter hand te stellen.
Dikwijls hebben de Oud-strijders aan onze Vorsten
blijken van getrouwheid en gehechtheid gegeven, zoo
wel in blijde als in droeve omstandighedende twee
laatste en pijnlijkste hebben we nog vóór de oogen, en
wie van ons zou ze kunnen vergeten U, de beste en de
verkleefdste dienaars van onzen Grooten Koning Albert
gedurende den oorlog, hebt de eerste rijen gevormd
op den doorgang van den lijkstoet van onzen Edelen
Vórst; en ieder van U heeft zich beloofd, niet alleen
aan Hem te denken, maar zijn voorbeeld te volgen in
moed. eerbaarheid, rechtschapenheid, en meer nog.
onzen jongen Koning met hetzelfde hart te ondersteu
nen.
Omdat U die belofte gedaan hadt, bevondt gij U nog
maals op denzelfden smartelijken weg, enkele maanden
daarna, als het land opnieuw een droevig en onherstel
baar verlies onderging bij het afsterven van onze teer
geliefde Koningin Astrid.
Misschien waart U eerst bij dien langen, oneindigen
stoet onzer landgenooten die Haar een laatste maal
groeten wilden, en snikkend het met bloemen versierd
bed, geruischloos zijn voorbij getogen, in de ziel pren
tend, het fijne beeld onzer aangebedene Vorstin, die
zachtjes rustte, alsof ze later, eerst veel later, weer ont
waken moest... En met gebroken hart hernaamt U uwe
plaats, om Uwen diep getroffen Koning bij te staan in
die pijnlijke omstandigheden. We zien nog onzen jongen
Vorst, ons allen een voorbeeld gevend van moed en
wilskracht en, enkele dagen daarna, Zijne hooge taak
hernemend voor 't welzijn van Volk en Land.
Hij bewees immer Zijne genegenheid aan de Oud
strijders de plechtigheid van heden is er een nieuw
bewijs van.
Makkers Vuurkruisen de dag is aangebroken op
denwelken uw vaandel in 't openbaar wordt ingewijd
ik zeg in 't openbaar want het gebeurt niet alleen
in de tegenwoordigheid van uwe talrijke vrienden en
aanhangers, maar ook nog in 't bijzijn der vertegen
woordigers van het Stadsbestuur en van uwe wapen
broeders der N. V. I., N. S. B., B. O. V., B. O. S. 3e en
23', enz., zelfs der Poilus de France en van het British
Legion.
Ja, ze zijn hier allen, niemand ontbreekteen nieuw
en ontegensprekelijk bewijs dat U onze nationale leus
gestand blijft, dat U allen de waarde en de kracht
beseft van de «EENDRACHT».
Die eendracht moet bestaan onder de mannen die
de voornaamste belangen van 't Land onder hun hoede
hebben'k wil zeggen, onze nationale eenheid, onze on
afhankelijkheid, ons hebbe en goed.
'k Twijfel niet het minst dat U, in deze dappere en
roemrijke stad. met uw wapenbroeders van andere
bonden, schouder aan schouder zult staan, dat de beste
verstandhouding in uw midden zal blijven heerschen,
dat uwe jonge en bloeiende afdeeling veel voorspoed
zal kennen.
Zóó U malkaar geholpen hebt in 't verleden, zóó
moet U heden zich behulpzaam zijn.
Handelsregister Kortrijk 952
NATUURLIJK bij de Naamlooze
Maatschappij, de
Onderneming gemachtigd bij Koninklijk Besluit
van 23 December 1932, in uitvoering van de wet
van 25 Juni 1930.
Hare werking uitstrekkende over gansch het
land, worden er nog ernstige Vertegenwoordigers
gevraagd.
Voor alle inlichtingen wende men zich tot het
Blijven we steeds, als goede vaderlanders, het ver
trouwen waardig dat onzen Koning in ons geplaatst
heeftdienen we Hem steeds met verkleefdheid, blij
ven we Hem getrouw, minnen we ons Vaderland met
dezelfde kracht en opoffering als gedurende de on
heilvolle jaren 1914-1918, en'aarzelen we geen oogen-
blik, hoe en waar het zijn mocht. Land en Vorst toe
te juichenLeve de Koning Leve België
Makkers vuurkruisen, weest immer fier op dit Vaan
del draagt het hoog en met trots en volgt het, zooals
weleer uw regimentsvaandel', op den weg van plicht
en eer.
Een ware ovatie viel den geachten spreker te
beurt wanneer hij, op het einde zijner rede, de
nieuwe vlag aan voorzitter Cambier overhandig
de Deze laatste bedankte met deze woorden
Heer Kolonel, Afgevaardigde van Z. M. den Koning,
Weledele Heeren,
Beste Makkers,
Met diepe ontroering en fierheid neem ik dit vaandel
in ontvangst, vaandel dat vóór ons het symbool is van
het lijden en de gevaren die wij gedurende den oorlog
verduurd hebben.
In naam der Vuurkruisen van Yper, heb ik de eer
U te verzoeken, mijn Kolonel, bij Z. M. den Koning
onze tolk te willen wezen en Hem mede te deelen hoe
wij Hem immer genegen en verknocht blijven, alsook
Hem de verzekering te willen geven dat wij op Hem
de gehechtheid overdragen die wij onzen betreurden
Vorst Koning Albrecht hebben betuigd.
Bij deze oprechte gevoelens, vereenigen wij ook H. M.
Koningin Elisabeth, die gedurende de droevige oorlogs
jaren, voor ons allen, eene ware moeder was.
Wij verzoeken U tevens Zijne Majesteit te bedanken
voor de groote eer die Hij ons betuigt met U, Mijn
Kolonel, met Zijn vertegenwoordiging te gelasten.
Wij danken U, Heer Kolonel, voor de woorden van
lof welke U ons hebt toegestuurd en verbinden ons
het Vaandel welke Gij ons komt te overhandigen zorg
vuldig te bewaren en hoog in eer te houden.
Wij bedanken in het openbaar den Heer Arrondisse
mentscommissaris, den Heer Burgemeester, het Magis
traat van Yper en de Geestelijke overheden hier tegen
woordig.
Onzen besten dank ook aan onze vrienden oud-strij
ders van het Verstandhoudingscomiteit, aan de oud-
strijdmakkers van Frankrijk en Engeland, aan onze
Volksmaatschappijen, aan de Ypersche bevolking,
kortom aan allen die er toe bijgedragen hebben,
door hunne tegenwoordigheid, deze plechtigheid bij
te wonen.
II me reste un devoir a accomplir, c'est celui de re-
mercier spécialement nos frères Wallons venus par
solidarité pour les Croix de Feu Flamands, qui se sont
rappelés que la-bas, dans les boues de l'Yser ils parta-
gaient le risque de mort qui fut leur pain quotidien.
lis rappellent d'autre part que les Croix de Feu sont
Beiges avant tout, flamands et wallons ne formant
qu'unë nation. Mes amis, continuez a donner l'exemple
de la solidarité et restez unis, en vous inspirant de
notre devise nationale L'Union fait la Force Ghers
camarades, a tous un cordial merci.
Vuurkruisen, zorgt tot de bewerkstelling van ons
Nationaal spreekwoord; «Eendracht maakt macht».
Bewaart deze eendracht tusschen al de oud-strijders
opdat wij onder de plooien van ons Vaandel deze op
rechte verbroedering, die wij in de loopgrachten ken
den, zouden mogen voort beleven.
Mijn Kolonel, Mijnheeren, ik eindig met den kreet
Leve de Koning, Leve België, Leve de Vuurkruisen.
De klaroenen sloten vervolgens den ban, waar
op zij nog den groet aan de vlag bliezen terwijl
de Harmonie Ypriana de Brabangonne aanhief
die door allen eerbiedig aanhoord werd.
De Heer Dr De Winter, provinciaal voorzitter,
die den federalen voorzitter, M. Cox, te Brussel
weerhouden, verving, kwam daarna aan het
woord en sloot de reeks aanspraken met een
gloedvolle en begeesterende rede waarin hij be
wees hoe onze kranige Yzer jongens de aloude leus
van Cesar, Omnium Gallorum Belgae fortissi-
mae suntonder al de Galliërs zijn de Belgen de
dapperste, getrouw gebleven zijn zooals het
hunne voorvaderen in den loop der eeuwen steeds
gedaan hebben. Verder schetste hij op treffende
wijze de zinnebeeldige beteekenis van het Vuur-
kruisenvaandel en gaf een kortbondige uiteen
zetting van het doel van den Vuurkruisenbond.
De gevierde spreker drukte zich onder meer uit
als volgt
...Steeds .waren de zonen der vaderen waardig... Wij,
Vuurkruisers, hebben met ons bloed de laatste blad
zijde van België's Heldendicht in de modder van het
Yzerland geschreven.
Vier jaren lang, stonden wij, kinderen uit al de Bel
gische gouwen, groot en klein, rijk en arm, Vlaming en
Waal, zij aan zij, zonder dat ooit klassennijd of klassen
haat vermochten, de hertelijke broederlijkheid onder
wapenbroeders te benevelen. Daar heerschten de oner-
vaardigheid en de eendracht, waarvan onze roemrijke
driekleur het wapperende zinnebeeld is. Zinnebeeld van
betrouwen in de toekomst, zinnebeeld van ons vader
land dat land
Waar Maas en Schelde vloeien
De Noordzee bruischt en stormt
Waar weelde en kunsten bloeien
De Vrijheid Helden- vormt.
Waar velden, wouden, weiden,
Als gaarden rijk beplant,
Het hart en 't oog verblijden
Daar is ons vaderland,
Waar Maas en Schelde vloeien
Daar, daar is ons Vaderland.
In het zwarte vak van onze Vuurkruisenvlag grijnst
onze oude kennis, de dood, akelig zinnebeeld van ons
lijdep.
Vier jaren lang was de dood onze allertrouwste oor
logsgezel. Steeds bij ons, rondom ons, voor ons, achter
ons, boven ons, onder ons, overal, altijd, vonden wij de
dood.
Na den bloedigen lijdensweg, die ging van Luik over
Haelen en Houthem-Ste Marguerite naar Antwerpen
en Diksmuide, werd het Belgische leger in het slijk
van den Yzer verzonken en maaide de dood onverpoosd.
Is het hier wel plaats en stond, op dezen blijden dag,