Soirée Dansante a I'Hotel Bristol TOUS LES DIMANCHES de 19 a 23 heures a partir du 25 Octobre 1936 29, Rue de Dixmude, YPRES. XIV. Electrisehe energie Prijzen voor het 4' kwartaal. M. Vanderghofe. Het schepencollege stelt voor dó t het den raad zou behagen de prijzen goed te keuren van de electrische 'énergie vóór een tijdperk gaande van 1 October tot 31 December 1936. Deze prijzen, die óns door de electriciteitsmaatschappij medegedeeld werden ingevolge onderrichtingen den 8 September 1936 ver schenen, zullen, na goedkeuring door den gemeenteraad, aan de bevolking ter kennis gebracht worden. Deze prijzen zijn vastgesteld voor de verlichting pp 1 fr. 62 per kilowatt, met inbegrip Van een vergoeding van 2 centiemen ten voordeele der stad. en voor de drijf kracht op 1 fr. 20, waarin een vergoeding van 1 cen tiem ten gunste van de stad begrepen is. Ik stel voor deze prijzen goed te keuren. M. Missiaen. Volgens hetgeen ik in den brief der electriciteitsmaatschappij gezien heb, wordt er in den prijs der electriciteit een som voorzien voor de stad. Het is niet aannemelijk in den prijs van den elec- trischen stroom een som te voorzien die door de maat schappij zelf en niet door de verbruikers moet betaald wórden, te meer dat de electriciteitsmaatschappijen de grootste winsten verwezenlijken. Ik zou eens willen weten of dit "in andere steden ook zoo voorzien wordt. Dan zou de electriciteitsmaatschappij in dat geval ook evengoed in den prijs der electriciteit het amortisse- ment, het verbruik van kolen, enz. kunnen voorzien. M. Van der Mersch. Maar dat is zoo. M. Missiaen. Waarom moeten die 2 centiemen aan de stad betaald worden M. Vanderghote. Op anvraag van den Heer Gou verneur. M. Missiaen. De verbruikers van Yper mogen dus zeggen dat zij zooveel betalen in de dividenden der aan- deelen. Het is van de winsten door de maatschappij gemaakt dat deze vergoeding moet afgehouden worden, want zij dient voor het gebruik van het kapitaal ver tegenwoordigd door den grond die aan de stad toebe hoort. M. Vandei ghote. Den 28 Oogst 1936 heeft de Heer gouverneur een brief geschreven Waarbij er een ver goeding aan de stad moet betaald worden, doch ik denk dat deze brief door - de maatschappij slechts geïnter preteerd wordt. Willen wij die zaak uitstellen om nadere inlichtingen te vragen M. Missiaen. De maatschappij interpreteert den brief op haar manier om die 2 centiemen in haar kas te kunnen houden. M. Leuridan. Zij is zoodanig slokachtig dat zulks niet te verwonderen ware. M. Van der Mersch. Volgens den brief van den Heer gouverneur moet er 2 centiemen per kilowatt aan de stad betaald worden. M. Missiaen. In sommige steden wordt er een som voorzien die rechtstreeks aan de stad betaald wordt. Dit is als een belasting, doch hier moet die vergoeding dienen voor het gebruik van den grond te betalen. M. Van der Mersch. Op de prijzen der electriciteit moet er 2 centiemen per kilowatt aan de stad gegeven worden. Dit is een ristóurne. M. Missiaen. Neen, dit is voor het gebruik van den grond. Beziet toch eens den brief, de maatschappij zegt het zelf. M. Van der Mersch. Maar neen, dit is een ristóurne. M. Missiaen. Dan weet gij het beter dan de maat schappij. M. Vanderghote. Wii zullen dit punt uitstellen en nadere inlichtingen vragen aan de maatschappij. M. Van der Mersch. Het ware beter te schrijven aan den Heer Gouverneur. M. Missiaen. Het is aan de maatschappij dat gij u moet wenden. De gouverneur heeft daar niets in te zjen, het is hij niet die betaalt. Dit punt wordt hierop voor verder onderzoek ver daagd. XV. Autobuslijn Yper-Nieuwkerke Uitbreiding van den dienst Yper-Locre-Dranoutre-Grens. M. Vanderghote. Over de aanvraag der Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen om de autobuslijn Yper-West-Nieuwkerke tot Locre, Dranoutre en de grens te mogen uitbreiden, werd een onderzoek van commodo en incommodo ingesteld. Daar er tijdens dit onderzoek tegen deze vraag geen bezwaren werden in gediend, stelt het schepencollege voor er een gunstig advies op uit te brengen. Al de raadsleden stemmen ja. XVI. Autobuslijn Yper-Komen. M. Vanderghote. De Nationale Maatschappij van Buurtspoorwegen heeft de aanvraag gedaan om de auto buslijn Yper-Komen te mogen uitbaten. Tijdens het ge dane onderzoek van commodo en incommodo werden er hiertegen insgelijks geen bezwaren ingediend. Het schepencollege vraagt dan ook hierop een gunstig ad vies te willen verleenen. Eenparige instemming. XVII. Aangenomen St Aloysiusschool Heraan neming. Hjl. Van der Mersch. Bij brief van 20 September 11. vraagt het bestuurscomiteit der St Aloysiusschool, school die in 1926 door den gemeenteraad aangenomen werd voor een termijn van 10 jaar beginnende den 1 October 1926, deze school, gezien het vertrouwen dat zij geniet en het groot aantal leerlingen dat zij telt, voor een nieuwen termijn van 10 jaar, aanvangende den 1 October 1936, her aan te nemen. Het contract van aanneming zou hetzelfde blijven als dit van 1926 met de in 1931 eraan gebrachte veranderingen die door den gemeenteraad aanvaard werden. M. Missiaen. Ik zal niet veel tijd van den raad in nemen met lang over dit punt van de dagorde te spre ken. Het is ten andere nutteloos, de gedachten zijn reeds gevórmd en er is geen twijfel dat er hier een meerderheid bestaat om deze aanneming te stemmen. Ik begrijp echter niet waarom men die aanneming vraagt en waarom de raad er zoo gretig in toestemt, gezien de kinders der vrije scholen bevoordeeligd zijn bij die van de andere scholen. Binst het schooljaar krij gen zij niet alleen alles wat de andere kinderen hebben, doch genieten daarenboven nog gedurende het verlof van een vacantieplein, terwijl de stad de noodzakelijk heid nog niet ingezien heeft hetzelfde te doen voor de kinders der stadsscholen. Wanneer het Comiteit der vrije scholen het noodige geld vindt om meer te doen dan voor de andere scholen gedaan wordt, dan be grijp ik niet waarom het de aannaming zijner scholen vraagt. Wanneer de stad zal zeggen dat het inrichten van vacantiepleinen aan een behoefte voldoet en zij bereid is dit ook te doen, dan ben Ik t'akkoord. Daar <leze aanneming moet dienen ter ontlasting juist van dezen die over het meeste geld beschikken, zal ik ze niet stemmen. Doch bij de bespreking der aanstaande begrooting zal ik ervoor zorgen een voorstel in te dienen om ook een vacantieplein voor de kinders der officieele scholen in te richten. M. Leuridan. De nationalistische groep zal de ge vraagde heraanneming stemmen, zooveel te meer dat dit volledig overeenkomt met haar algemeene politieke opvatting die er -naar streeft de volledige gelijkstelling van het vrij en het officieel onderwijs tebekomen. Maar de opvatting van den Heer Missiaen heeft volle dig onze goedkeuring, juist om wille van dit beginsel van gelijkstelling. Het is een lofwaardig initiatief speelpleinen voor de kinderen in te richten, maar dit zou ook door de stad moeten gedaan worden. Wanneer de Heer Missiaen dergelijk voorstel zal indienen, zal het onzen algeheelen steun hebben omdat wij voorstan der zijn van gelijke behandeling. Wij zullen het thans gedane voorstel van aanneming ook nog stemmen, omdat het vrij onderwijs ons voldoet zoowel op peda gogisch als op nationaal gebied. Door nationaal gebied versta ik vlaamsch gebied, op hetwelk wij nu ook in de vrije scholen, meer dan in het verleden, met meer rechtvaardigheid behandeld worden. M. Van der Mersch. Aan den Heer Leuridan wil ik doen opmerken dat er tot nu toe nog geen klachten tegen de vrije scholen geuit werden, en aan den Heer Missiaen, die beweert dat de kinders der vrije scholen bevoordeeligd zijn omdat zij gedurende het verlof van een speelplein genieten, moet ik antwoorden dat dit vacantieplein het werk niet is yan het comiteit der St Aloysiusschool of der St Michielsschool, doch wel van het privaat initiatief. Van de aanneming is er geen centiem die voor het vacantieplein moet dienen, zij dient uitsluitend voor de behoeftige kinders en het onderhoud der klassen. Het vacantieplein is een werk ingericht en bekostigd door personen van stad voor alle kinderen van de stad. Ik begrijp dan ook niet waarom de Heer Missiaen zegt dat d'eene kinderen bevoordeeligd zijn bij de andere. M. Missiaen. Wij zullen niet discuteeren als het 's noens klaarlichten dag is. Die dit niet zien wil, is stekeblind. Ik had zulks van u niet verwacht, M. de schepen. M. Van der Mersch. De inrichting van het vacan tieplein is een privaat werk. De toelage die ingevolge het aannemingscontract zal verleend worden bedraagt 14 fr. per leerling en 1300 fr. per klas. Zij dient uitslui tend voor de school en hoegenaamd niets ervan wordt voor het vacantieplein gebruikt. M. Missiaen. Maar wie heeft dit hier gezegd M. Van der Mersch. Gij zegt dat de kinders der officieele scholen benadeeligd zijn ómdat de stad geen vacantieplein voor hen inricht en toelagen aan de vrije scholen geeft. M. Missiaen. Er zijn geen slechter dooven dan die niet hooren willen. De som die door de stad aan de vrije scholen betaald wordt komt ter ontlasting van het comiteit dat voor die scholen zorgt, dit is hetgeen ik gezegd heb. J M. Vanderghote. Wij zullen deze discussie niet langer trekken en ik stel voor het voorstel van heraan neming gped te keuren. Stemmen ja de Heeren Lemahieu, Delahaye, Van der Mersch, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Bie- buyck, Leuridan, Verbeke en Vanderghote neende Heeren Missiaen, Michiel, Coutelle, Vergracht en Van Alleynnes. XVIII. 1) V.O.S. V.I.B. Aanvraag om toelage. M Vanderghote. Den 10 September 1936 hebben wij een schrijven ontvangen vanwege V.O.S. en V.I.B. aangaande een vraag om toelage, waarvan reeds ken nis gegeven werd tijdens de zitting van 31 Augustus, voor de inrichtingskosten der vredesbetooging, die hier te Yper op 13 September 11. gehouden werd, te helpen dekken. Volgens de in den brief verstrekte inlichtingen beloopen de verscheidene kosten der ingerichte betoo ging de som van 3500 fr. De verkoop der kenteekens bracht 2500 fr. op en nu wordt er een toelage van 1000 fr. aan de stad gevraagd. M. Missiaen. Ik zou aan de hier aanwezige ver tegenwoordigers van dien bond willen vragen dat zij deze vraag om toelage zouden intrekken. Ik weet waar lijk niet waar dat de stad naartoe zou gaan, moesten al de verschillige politieke partijen haar dergelijke vraag om toelage doen. Dat zulks voor een nationaal organisme, een neutraal organisme gedaan worde, zoo-, als dit hier onlangs voor het nationaal verbond der oorlogsinvaliden gebeurde, dat kan ik nog goed ver staan. Maar ik kan het minder wel verstaan wanneer het een plaatselijke groep betreft met een politieke be doeling die dergelijke vraag stelt. Wanneer de socia listische partij, die de armste partij is, iets inricht, dan doen wij dit met ons geld en niet met het geld van al de lastenbetalers. Ten einde geen voorgaande te maken, want ook de andere partijen kunnen allerhande betoo gingen inrichten, en om hier alle pijnlijke discussies te vermijden vraag ik dat men deze vraag om toelage zou intrekken. M. Verbeke. Als de vos de passie preekt, boer wacht uw ganzen. Ik houd de aanvraag, door V. O. S. gedaan, staande want ik wensch gelijkheid in rechte en in feite. Gij hebt hier vroeger reeds een toelage van 1000 fr. toegestaan aan een andere partij. Ook de V. O. S. staat buiten en boven alle politiek en het is niet als vlaamsche nationalisten maar in naam der vlaamsche oudstrijders en vlaamsche invaliden dat wij I hier deze vraag doen. Wij hebben gedaan al wat de Heer burgemeester ons gevraagd heeft en hem de ge dane uitgaven kenbaar gemaakt om de gevraagde toe lage te verrechtvaardigen. De betooging die hier inge richt werd is een vredelievende, een massale betooging geweest, die bewezen heeft dat een heele hoop menschen achter de V. O. S. staat. Hunne stem heeft luide ge klonken langs de straten, zooals de mijne hier even luide klinkt om hetzelfde te bekomen wat aan anderen reeds zonder zooveel lawaai gegeven werd. Het ware partijdig thans onze vraag niet in te willigen. Daarbij, mag er hier ook nog gezegd worden dat de gehouden vredesbetooging. die hier zooveel volk te been bracht, de nering van stad bevoordeeligd heeft en dat zij dus, onder dat oogpunt beschouwd, ook aller ondersteuning verdient. M. Vanderghote. Er dient een onderscheid gemaakt te worden tusschen een congres en een betooging. M. Verbeke. De betooging heeft duizende mannen te Yper bijeen gebracht, terwijl het congres niets anders is geweest dan een smulpartij van enkele mannen die het recht 'niet hebben te spreken in naam der invali den. Zij hebben daarbij nog een kroon gaan neerleg gen bij een monument dat in ons kader niet past en dat wij nooit zullen erkennen. Dit is een vloek geweest voor onze vlaamsche dooden. Verder gingen zij nog gaan paradeeren voor het beeld van wijlen Koning Albert en bij een ander monument, om dan aan te landen in een zaal waar er feestelijk geëten en gedronken werd. En 's anderdaags werd het feest voortgezet met een tocht in luxe? auto's die hier 's morgens vertrokken en gansch den dag van 't eene naar "t andere rondreden. Dit is het verschil geweest tusschen het congres en de be tooging. Vergelijkt nu die parademakers met onze jon gens van het volk. M. Van der Mersch. Gij valt de invaliden onrecht vaardig aan, gij hebt dit recht niet. M. Missiaen. Gij weet niet wat ge zegt, M. Verbeke, en gij smaadt de invaliden als ge beweert dat de lei ders het recht niet hebben te spreken in naam der in validen. M. Verbeke. Ik als oudstrijder heb het recht te spreken. M. Missiaen. Ik ben niet beschaamd geen oudstrij der te zijn. De discussie is hier op dit oogenblik zoodanig hevig, vooral de Heeren Missiaen en Verbeke zijn erg opge wonden, dat allen door elkander schreeuwen terwijl de Heer burgemeester op de tafel hamert en er een oogen blik gevreesd wordt dat de gewone kalmte zal gestoord worden. M. Leuridan. Het is zeer moeilijk de verdiensten van beide organismen hier in 't gedrang te brengen om de vraag om toelage van het eene of van het andere af te weren. Gij zijt, ten andere, overtuigd dat ik meer de opvatting van mijn strijdgenoot Verbeke genegen ben en nu dat wij, voor wat de toelage aan het Natio naal Verbond der Invaliden betreft, reeds voor een voldongen feit staan, vraag ik dat de vraag van V.O.S. met dezelfde maat zou gemeten worden. Ik dring aan bij het schepencollege, opdat het zijn goed inzicht, dat het ongetwijfeld gehad heeft bij het opmaken der dagorde, zou handhaven. Immers het bijeenbrengen der twee verschillige vragen in eenzelfde punt op de dagorde, die opgemaakt werd na voorafgaande be spreking in zitting van het schepencollege, getuigt van het inzicht van het schepencollege alle twee de vra gen op gelijken voet te plaatsen. Ik vraag geen reke ning te houden met den aanval die door de uiterst lin kerzijde op zoo onrechtvaardige wijze tegen ons ge daan werd ten einde grooter verdiensten aan de inva liden te geven. Ik moet er hier echter op wijzen dat V. O. S. en V. I. B. precies hetzelfde is als N. V. I. Het is voor de vlaamsche oorlogswrakken dat er thans een toelage gevraagd wordt, voor uw vlaamsche inva liden, voor het gekapsel van den vlaamschen oudstrij- dersbond dien gij reeds sedert jaren kent. Ik vraag dat de toelage zou verleend worden in een geest van vol ledige gelijkheid en dat gij niet zoudt nalaten uw goed inzicht in daden om te zetten. Indien de bespreking wat heftig werd, dan is zulks omdat wij uit ons kot gelokt werden door de harde woorden van M. Missiaen. De gehouden vredesbetooging is uw steun waardig evengoed als het ander dat gij een congres noemt. Zoo wij ons veroorloofd hebben te doen opmerken dat het bijzonderste doel van dit congres een feestmaal is ge weest, dan hebben wij de waarheid geen onrecht aan gedaan. Doch wij hebben dit alleen maar gezegd wan neer wij geprikkeld werden. Nu, zand daarover en kee- ren wij daar niet meer op terug. Ik doe beroep op uw geest van gelijkheid en zoo gij nu geneigd zijt straks nog een nieuwe som bij de aan het N. V. I. reeds ver leende toelage te voegen, vraag ik u de nederige vraag van V. O. S. ook in te willigen. M. Missiaen. Het is goed dat Missiaen een breeden rug heeft. De Heer Leuridan poogt thans de uitlatin gen van den Heer Verbeke te verschoonen. Ik heb al leen gezegd dat V. O. S. in mijn oogen een politieke organisatie is. Wanneer men meent ons te kunnen doen gelooven dat een persoon die van twee verschillige bonden deel uitmaakt, door dit feit zelf twee verschil lige personen geworden is, dan vergist men zich. Ik meende dat de Heer Leuridan fier zou geweest zijn als vlaamsch nationalist deel uit te maken van V. O. S., doch hij is er beschaamd voor. Om wille van die toe lage van 1000 fr. tracht hij zijn gedachten te verbergen, wat mij betreft zou ik het niet doen. M. Leuridan. Moest ik hier voorhouden dat V.O.S.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 3