4 en Vlaamsch nationalisme synoniem zijn, dan zou ik j wat mogen hooren om die ketterij verkondigd te heb ben. Mag ik hier mijn gedacht zeggen, welnu dan Zou ik willen dat V. O. S. nationalistisch ware, doch jam mer gene eg na 16 jaren zijn wij daar niet in gelukt. De V. O. S. staat boven alle partijpolitiek en het is een feit dat wij, vlaamsche nationalisten, er nog niets in de pap te brokkelen hebben. M. Yanderghote. Het is geheel lastig voor de stad een toelage te verleenen voor de betooging die hier op 13 September plaats had. Dan zouden wij in dit geval gedurig toelagen moeten stemmen iedermaal er hier een of andere betooging ingericht wordt. Dit wil niet zeggen dat wij tegen de vlaamsche gedachte zijn, gij zult u ten andere herinneren dat wij vroeger de inrich ting van een vlaamsch congres gesteund hebben. Een betooging heeft dezelfde waarde niet als een congres en indien V. L B. een congres had moeten inrichten dan zouden wij ook aanstonds bereid geweest zijn daar voor een toelage te stemmen. Indien wij thans de ge vraagde toelage verleenen, dan zouden wij ook een toelage moeten geven bv. aan de socialisten die op 1 Mei een betooging inrichten die hier nochtans niet iedereen aanbelangt. Daarom ben ik van het gedacht van den Heer Missiaen om geen toelage te verleenen. Ik vraag dat de gedane vraag niet verder zou behouden worden. Wanneer er een congres ingericht wordt, dan zullen wij een toelage stemmen. M. Leuridan. Het argument dat de Heer burge meester wenscht te gebruiken is ofwel het verschil tusschen een betooging en een congres, ofwel de aard der twee aanvragende organismen. Hij weet niet welk een van de twee argumenten verkiezen om de vraas te kunnen van de hand wijzen. M. Yanderghote. Het is eerder het verschil tus schen een betooging en een congres. M. Leuridan. Indien wij insgelijks het woord con gres op onze plakbrieven hadden moeten drukken, dan hadden wij dus ook de toelage bekomen. De houding van gansch dien V. O. S. dag is nochtans doelmatiger geweesttijdens die vredesmanifestatie werden de be langen der oudstrijders beter verdedigd dan op het congres van het N. V. I. Geheel Yper werd geslagen door de macht van onzen optocht, meer dan het getrof fen werd door dit bezoek aan drie standbeelden en dit feestmaal. M. Van der Mersch. Gij vergeet met opZet te spre ken van de belangrijkste vergadering die van 1 u. 30 tot 6 u. 's namiddags duurde en tijdens dewelke er veel gediscuteerd werd over al de punten de invaliden aan- belangende. M. Leuridan. Hadt gij onze vergadering moeten bijwonen dan zoudt gij er ook redevoeringen gehoord hebben dat uw ooren ervan zouden getuit hebben. M. Missiaen. Een bewijs dat men er aan geen poli tiek gedaan heeft M. Leuridan. De V. O. S. is het organisme van al de vlaamsche oudstrijders. Daarin bestaat er geen over macht noch van nationalisten, noch van liberalen, noch van socialisten of andere, maar van oudstrijders alleen. De V. O. S. behoort tot geen enkele partij. Het schijnt mij echter dat M. de burgemeester den Heer Verbeke verschalkt heeft. Ik was op de laatste zitting niet aan wezig, doch ik heb de verslagen ervan in de pers ge lezen. De Heer burgemeester heeft den schijn aange nomen het beginsel van het verleenen eener toelage bij te treden en eischte er de verrechtvaardiging van. Dit is den indruk dien ik van de lezing van het ver slag bewaard heb, en nu zou de Heer burgemeester voor de zooveelste maal zijn geweer van schouder wil len veranderen. M. Pattyn. Nu dat de toelage reeds gestemd werd voor het N. V. I. zullen wij ook de toelage stemmen die door de V. O. S. gevraagd wordt. M. Leuridan. Dit is rechtmatig en vrank. M. Yanderghote. Wij zullen niet blijven discuteeren en ik stel voor thans over de vraag om toelage van V. O. S. te stemmen. Stemmen ja Jvr. Cornillie, de Heeren Pattyn, Leu ridan en Verbeke neende Heeren Lemahieu, Dela- haye. Van der Mersch, Seys, Biebuyck, Missiaen, Mi- chiel, Coutelle. Vergracht, Van Alleynnes en Van- derghote. 2)Verbond der Oorlogsinvaliden Aanvraag om toelage. M. Vanderghote. Op de aanvraag van het N. V. I., tijdens de laatste zitting van den gemeenteraad uiteen gezet, om een toelage van 2.500 fr. te bekomen, werd er een voorloopig voorschot van 1000 fr. gestemd in af wachting dat de gedane uitgaven voor het congres verrechtvaardigd werden. Nu moet de raad beslissen indien er thans nog een bijkomende toelage van 1500 fr. moet verleend worden. M. Lemahieu. Ik ben niet geneigd nog een centiem meer te stemmen dan de toelage van 1000 fr. die reeds gegeven werd. Ik denk dat zulks genoeg is. De inva liden werden hier wel ontvangen, zij ontvingen reeds een toelage van 1000 fr. Dit is volgens mij voldoende en ik zal dan ook geen bijkomende toelage meer stem men. M. Leuridan. Uwe 1000 fr. zijn reeds opgefret en verwaterd. M. Van der Mersch. Er werd reeds een voorschot verleend. Men heeft dan de rekeningen gevraagd en die bekomen, zoodat men thans de gedane belofte van een bijkomende toelage te geven moet volbrengen. Voor het houden van een congres zal ik steeds seffens de gevraagde toelage stemmen, doch voor een betoo ging, ingericht 't zij door katholieken, liberalen, socia listen of andere, zal ik steeds tegen stemmen. M. Leuridan. En welke politieke kleur geeft gij dan aan V. O. S. M. Missiaen. Zegt dat in uwe meetings dat V. O. S. geen politieke groep is, maar hier niet. Gij zijt be schaamd van hetgeen gij zijt. M. Leuridan. Ik, beschaamd Zegt dat toch nooit, ik heb nooit nagelaten openlijk met mijn gedachten vooruit te komen. M. Vanderghote. Om een einde te stellen aan deze discussie, stel ik voor een bijkomende toelage van 1000 fr. te stemmen. M. Verbeke. Als dessert. M. Leuridan. Nog zooveel dat zij zullen verp... M. Vanderghote. Ik stel voor tot de stemming over te gaan. Stemmen ja de Heeren Van der Mersch, Missiaen, Van Alleynnes en Vanderghoteneende Heeren Le mahieu, Delahaye, Pattyn, Jvr. Cornillie, de Heeren Seys, Biebuyck. Michiel, Coutelle, Vergracht, Leuridan en Verbeke. De openbare zitting wordt hierop voor omtrent een kwart uur geschorst. Bij de heropening der openbare zitting, stelt de Heer voorzitter het zevende punt der dagorde voor. VII. Openbare Onderstand Openbare verpach ting van landgoederen. M. Vanderghote. Het schepencollege stelt aan den raad voor een gunstig advies uit te brengen over de toewijzing der pacht van loten 2 en 3 aan Slembrouck Eric en Lemaire Jules voor den wederzijdschen pacht prijs van 1300 en 1800 fr. 's jaars. De beslissing over de verpachting van lot 1 wordt overgelaten aan de besten dige afvaardiging. Al de raadsleden stemmen eenparig ja. XIX. Mededeelingen. M. Vanderghote. Is er iemand die een vraag wenscht te stellen M. Pattyn. In de laatste zitting van den gemeente raad werd er gehandeld over de loonen aan de stads- werklieden uitbetaald. Ik heb met verwondering ver nomen dat de loonen slechts met 25 centiemen per uur opgeslagen werden. M. Delahaye. Zij worden thans aan 3 fr. 75 en 4 fr. 25 per uur betaald en ik wacht de beslissing van den raad af om meer te mogen geven. M. Vanderghote. Wij zullen deze kwestie in de aanstaande zitting definitief afhandelen. M. Missiaen. Tijdens de voorlaatste zitting had ik het inzicht een vraag te stellen over de weigering door het schepencollege gedaan aan zeker persoon die vroeg om een dansgelegenheid in zijne inrichting te mogen openen. De toelating werd hem daarvoor ge weigerd en wanneer ik den burgemeester daarover ondervroeg antwoordde hij mij dat de belanghebbende tegen de door het schepencollege genomen beslissing in beroep kon gaan bij de bestendige afvaardiging. Een eerste bemerking die ik daarop te maken heb is dat er, wanneer het schepencollege een beslissing neemt, zou moeten gezien worden of de leden, die deze beslis sing moeten nemen wel de administratieve rechten kennen. Het lijkt mij echter dat de burgemeester ze zelf niet kent. De belanghebbenden hebben tien dagen tijd om tegen een uitgevaardigde beslissing in beroep te gaan. Welnu bedoelde beslissing van het schepen college werd genomen den 2 Juli, en den 13 Juli, dus 11 dagen nadien, antwoordde mij de burgemeester dat er nog in beroep kon gegaan worden. Het was toen ech ter, zooals ik het thans in het besluit der bestendige afvaardiging gezien heb. reeds te laat om beroep aan te teekenen en daarom zou ik vragen dat men voortaan, bij het beteekenen der beslissing, de belanghebbenden zou herinneren dat zij maar tien dagen tijd hebben om ertegen in beroep te gaan. Ik moet u ook nog herinne ren dat ik het, tijdens de bespreking der laatste wijzi gingen aan de verordening op de dansgelegenheden gebracht, voorspeld heb dat gij daarmede groote moei- lijkheden zoudt ontmoeten. Het is steeds gevaarlijk dat het schepencollege het recht heeft aan de eenen te weigeren wat het aan anderen toestaat. Een der aan gehaalde beweegredenen om de gevraagde toelating te weigeren, is dat er uit eerbied voor de vreemdelin gen, die niet moeten zien dat er hier in stad gedanst wordt, geen dansgelegenheid in de bijzonderste straat van stad moet geopend worden. Iedereen heeft het recht een verschillende opvatting te hebben over hetgeen de vreemdelingen wenschen te zien. Misschien zijn er vreemdelingen die hier naartoe komen in bedevaart, om graven te bezoeken, om te bidden, enz. doch daar zijn er ook andere. Wanneer ik op reis ga zie ik meer menschen die voor een gansch ander doel reizen. Hier ook komen er vreemdelingen die er niet het minste bezwaar tegen hebben dat er hier gedanst wordt. Tot hiertoe werden er vanwege de toeristen nog geen klach ten geuit tegen de bestaande dansgelegenheden en noch tans zijn er hier verschillige danszalen in de bijzon derste straten van stad en zelfs op de Groote Markt. Ik kan dus niet begrijpen dat men dergelijk argument kan gebruiken als reden om de toelating te weigeren. Er werd ook nog gezegd in de beraadslaging dat, daar waar gedanst wordt, er ook gevochten wordt. Ik zal dit niet betwisten, doch ik vind het toch wat overdreven dit op voorhand te zeggen. Dat het schepencollege maat regelen neme om de orde te handhaven en de rust niet te storen, kan ik heel goed aannemen en ik ware de eerste om ze goed te keuren, doch op voorhand beweren dat er zal gevochten worden, dat is niet aannemelijk. Moest het naderhand blijken dat een of andere dans gelegenheid aanleiding geeft tot wanorde en rust- storing, dan kan het schepencollege steeds de sluiting ervan bevelen, maar het is overdreven op voorhand om dergelijke reden de opening eener dansgelegenheid te weigeren. Er werd ook nog als reden aangehaald dat de inrichting van den aanvrager te klein is, doch een persoonlijk onderzoek heeft mij toegelaten vast te stellen dat er hier te Yper dansgelegenheden bestaan die nog veel kleiner zijn. Een vierde consideratie is dat die dansgelegenheid te dicht gelegen is bij een klooster en dat de paters daardoor in hun godsdienstige oefeningen zouden gestoord worden. M. Leuridan. Zelfs David danste op de tonen eener harp, doch ik moet er nog bij zeggen dat hij het nader hand beklaagd heeft. (Gelach). M. Missiaen. Zonder dans wordt er daar in die herberg toch muziek gemaakt en moest het daar toege laten worden te dansen, dan zou zulks niet meer leven maken dan nu. Ik geloof dat al die aangehaalde rede nen overdreven zijn en ik kan ze dan ook niet aan nemen. In alle geval is het een gevaarlijk voorgaande dat gij daar stelt. Gij spreekt van ruststoring, doch op Kerstnacht worden de klokken van al de kerken geluid en nochtans zijn er ook menschen, zooals ik bijvoorbeeld, die naar de Kerstmis niet gaan en dus niet moeten wakker gemaakt worden. Moest ik daar tegen een klacht indienen wegens ruststoring. zult gij mij dan ook voldoening geven Ik zal dit niet vragen, doch het is maar een voorbeeld. Daarbij ik kan niet aannemen dat de paters moeten bevoordeeligd zijn bij de lastenbetalers van stad. De persoon in kwestie heeft daar dit huis gepacht en ingericht om er te dan sen en thans wordt hem de toelating daarvoor gewei gerd. Nochtans moet hij ervoor zorgen dat hij zijne aangegane verbintenissen kan houden, terwijl de pa ters die hoofdbreking niet hebben om de twee einden van 't jaar aaneen te knoopen en zij ook geen lasten betalen aan de stad. Die mensch echter zal, tengevolge uwer weigering, daarom geen centiem ontlasting en ook geen vermindering van pacht bekomen. Het is dus een ongelukkige beslissing die het schepencollege ge nomen heeft. Wat ik voorspeld heb is nu reeds gebeurd en het zal nog voorvallen. Doch iedermaal zal dit op spraak verwekken, zal het schepencollege van partij digheid beschuldigd worden en daardoor zal er, zoo er in de toekomst geen anderen weg wordt opgegaan, een zekere vijandschap tegenover het schepencollege in stad ontstaan. Ik vraag dus dat het schepencollege zijn besluit zou willen herzien. Op voorhand verklaar ik mij t'akkoord met eiken maatregel die voor doel heeft de orde te handhaven, doch het reglement mag niet tegen personen gericht zijn. M. Vanderghote. Ik zal kort zijn. Ik moet beken nen dat, wanneer ik u het antwoord heb gegeven, ik niet op de hoogte was van den datum op denwelken het bericht ter kennis van den betrokken persoon ge bracht werd. Ik was overtuigd dat het nog tijd was cm tegen de beslissing beroep aan te teekenen en zelfs had ik graag gehad dat de belanghebbende in beroep ging om alzoo het oordeel der bestendige afvaardiging in deze zaak te hebben. Gij hebt vroeger gezegd dat wij met onze verordening op de dansgelegenheden veel last zouden hebben, en dat is waar. Het bestaande reglement geeft opdracht aan het schepencollege om het inrichten van bestendige danszalen te weigeren of toe te laten. Om voor een bestendige danszaal te mogen dienen moet het lokaal de vereischte oppervlakte heb ben. Voor wat het thans bedoelde geval betreft, hebben wij onze beslissing genomen na eerst het oordeel der bewoners van de Boterstraat gehoord te hebben en de groote meerderheid was van gedacht dat er in de Bo terstraat geen danszaal mocht ingericht worden. Dient het reglement nu veranderd te worden, dan zal de raad het moeten herzien. Het weigeren der gevraagde toe lating wil daarom niet zeggen dat er daar in die her berg niet mag gedanst worden, alleen maar mag zij niet als bestendige danszaal dienen, doch er mag daar evengoed als in andere herbergen van tijd tot tijd ge danst worden mits de noodige pleegvormen te vervul len. Om den bestaanden toestand te veranderen is er maar een middel en 't is met een ander voorstel voor den dag te komen. De Heer Missiaen zegt dat er nog kleiner lokalen zijn waar er gedanst wordt. Dit zal ik niet betwisten, doch dit waren reeds bestendige dans zalen vooraleer het reglement gestemd werd. Mijn per soonlijk gedacht is dat er in de Boterstraat geen dans zaal moet komen. Dat is een der bijzonderste, zooniet de bijzonderste straat van stad waar er een zeer druk verkeer is, veel gewandeld wordt en bijzonderlijk veel winkels zijn. Vóór dat de persoon in kwestie die her berg huurde was er daar ook geen danszaal en volgens mij had het van zijnentwege voorzichtig geweest eerst het gedacht van het schepencollege in te winnen voor aleer daar kosten te doen. Ik ben van gedacht dat er enkele verbeteringen aan de verordening op de dans gelegenheden dienen gebracht te worden en ik ben be reid alle suggesties dienaangaande te onderzoeken. Zoo bijvoorbeeld voor het spelen van muziek in de herbergen, heb ik reeds enkele gedachten op het pa pier gezet. Doorgaans verschaffen de kleine danszalen meer last dan plezier en bij ondervinding weten wij dat de politie er heel dikwijls moet tusschenkomen, meer dan in de groote danszalen. M. Missiaen. Ik zal rekening houden van uwe be lofte het reglement op de dansgelegenheden in 't kort te veranderen. M. Vanderghote. Ik vraag niet beter dan dat men mij daaromtrent alle gedachten zou onderwerpen. M. Missiaen. Ik moet u cok nog mijne vroegere vraag herinneren omtrent de erbarmelijke verlich ting- der straten. Vroeger waren er een groot deel der gaslantaarns die niet brandden, dit is nu eenigszins verbeterd maar de hoedanigheid van het licht laat nog veel te wenschen. M. Vanderghote. Is dit hier soms geen vergissing, want sedert 1 October is het nieuw regiem in voege getreden en nu branden al de lantaarns. M. Missiaen. Neen, ik heb het hier meer in 't bij zonder over de lantaarns die maar half branden. Het is de kwaliteit van het gas die niet voldoet en sommige lantaarns branden, zooals men zegt, juist gelijk dood- kaarsen. M. Vanderghote. Van zoodra wij uw schrijven ont vingen hebben wij onmiddellijk een klacht naar de maatschappij gestuurd en gevraagd enkele stalen te nemen van het gas dat voor de verlichting der stad gebezigd wordt. M. Delahaye. Dit werd reeds gedaan, doch het is de kwaliteit niet van het gas die te wenschen laat. Het gas wordt niet meer gemaakt in Rousselare, maar in Zandvoorde voor gansch de provincie. Het gas wordt van ginder in buizen naar al de aangesloten steden van de provincie gezonden, zoodat de kwaliteit overal de zelfde is en het gas van Yper niet van mindere hoeda nigheid kan zijn dan elders. Volgens het contract moet het gas hier een drukking hebben van 26 millimeter, welnu bij iedere controle hebben wij telkens bevonden dat de drukking 20 mm. hooger was dan ze zou moeten zijn. De gaslantaarns in stad werden geleverd door de firma Washington. Als het regent dringt het water min of meer in de lantaarns waardoor het gas verandert in waterdamp en de glazen der lantaarns na 2 of 3 dagen gansch bevuild zijn. De kwaliteit van het gas is goed genoeg, doch wat van de maatschappij zou moeten bekomen worden is dat de lantaarns meer zouden ge- kuischt zijn en dat men zooveel mogelijk de lantaarns met ïechtstaande bekken zou vervangen door andere met omgekeerde bekken zooals er thans op de Groote Markt staan De maatschappij heeft bij het monument der gesneuvelden twee moderne lantaarnen geplaatst d;e nog altijd even klaar verlichten alhoewel ze rjeds sedert twee maanden niet meer gekuischt werden. Voor het oogenblik zijn er hier in stad 664 gaslantaarns die gekuischt worden per wijk. In de Cité Ligy werd een stuk grond gekocht waarop er een apparaat zal ge plaatst worden om de drukking van het gas in stad te regelen. Van 1 April tot 30 September zijn er 110 lan taarn; die niet branden. M. Missiaen. Ik behoor tot de lastenbetalers die nooit reklameeren, doch ik kan niet begrijpen hoe men nu reeds lasten int voor 1938. Ik kom thans een lasten- biljet te ontvangen voor het jaar 1938, en het is geen missing want het jaartal staat er cp gedrukt. M. Vanderghote. Dit is een drukfout. M. Leuridan. Gij zult interest krijgen. M. Van der Mersch. De Heer Tordeur, schoolop ziener, heeft ons het resultaat medegedeeld dat door de schoolkinderen van Yper in 1936 bekomen werd. Op de 65 leerlingen die zich aanboden, hebben er 52 het diploma van den vierden graad bekomen. Ik meen de tolk te zijn van allen om hier leerlingen en leeraars van harte om die schoone uitslagen geluk te wenschen. M. Verbeke. Er werd vastgesteld dat zekere leur ders, die hier met hun auto of rijtuig toekomen, op som mige wijken van stad een klein marktje oprichten en er lakens, dekens, enz. te koop bieden. Zij houden een soort klopjacht die grootelijks de plaatselijke nering schaadt. Ik vraag dat de politie daar een oog zou wil len op houden. M. Van der Mersch. Dit zou moeten verboden wor den. De Heer burgemeester belooft de noodige bevelen te geven en de zitting wordt te 21 u. opgeheven.

HISTORISCHE KRANTEN

Het Ypersch nieuws (1929-1971) | 1936 | | pagina 4